Organisatie | Weert |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van staangeld 2024 |
Citeertitel | Verordening staangeld gemeente Weert 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Deze regeling vervangt de Verordening staangeld 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-12-2023 | nieuwe regeling | 20-12-2023 |
De raad van de gemeente Weert;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2023;
gelet op artikel 156, tweede lid, onderdeel f, en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en de invordering van staangeld 2024
Onder de naam "staangeld" wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats voor een woonwagen, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden.
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene, die de standplaats heeft. Als degene, die de standplaats heeft wordt aangemerkt de houder van een vergunning, bedoeld in artikel 14 van de Woonwagenwet (Stb. 1968, 98) dan wel de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven zolang voor het hebben van de standplaats een huurovereenkomst geldt.
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven naar het tarief, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel die hier als volledig ingelast moet worden beschouwd.
Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 vervalt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het tijdvak eindigt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 van toepassing wordt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9. Termijnen van betaling
Het recht moet worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er, met inbegrip van de maand van de dagtekening van de kennisgeving, nog maanden in het belastingtijdvak overblijven. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van de kennisgeving en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig worden opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Artikel 11. Machtiging tot overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de tarieven, die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 12. Inwerkingtreding en citeerartikel
De "Verordening staangeld 2023", vastgesteld door de raad der gemeente Weert in de openbare vergadering van 14 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 december 2023,
de raadsgriffier,
mr. M.H.R.M. Wolfs-Corten
de raadsvoorzitter,
mr. R.J.H. Vlecken