De raad van de gemeente Lopik;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 oktober 2022;
gelet op artikel 2.8 en artikel 4.14, vijfde lid en artikel 16.15a van de Omgevingswet;
overwegende,
- •
dat middels opgenomen uitwerkings-, wijzigings- en afwijkingsbevoegdheden, de raad bij vastgestelde bestemmingsplannen het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid heeft gegeven hier invulling aan te geven;
- •
dat onder de Omgevingswet voor deze bevoegdheden een delegatiebesluit vastgesteld dient te worden;
- •
dat het delegatiebesluit een apart besluit is, dat geen onderdeel uitmaakt van het omgevingsplan of de -verordening;
- •
dat de vigerende en grotere bestemmingsplannen, zoals ‘Landelijk Gebied’ en in voorbereiding zijnde ‘Kernen van Lopik’, met verbrede reikwijdte zijn opgesteld vooruitlopend op de Omgevingswet;
- •
dat deze vigerende bestemmingsplannen bij invoering van de Omgevingswet van rechtswege overgaan naar het tijdelijk Omgevingsplan;
- •
dat het op dit moment minimaal nodig is voor de gemeente om de wijzigingsbevoegdheden uit die huidige bestemmingsplannen beleidsarm over te nemen in een delegatiebesluit;
besluit unaniem: