Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kapelle

Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting Kapelle 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKapelle
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van forensenbelasting Kapelle 2024
CiteertitelVerordening forensenbelasting 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 223 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-12-2023nieuwe regeling

19-12-2023

gmb-2023-556712

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting Kapelle 2024

De gemeenteraad van de gemeente Kapelle;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 2023, nummer D23.295620;

 

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

 

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de

 

Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting Kapelle 2024

 

Artikel 1. Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

 

Artikel 2. Belastbaar feit en belastingplicht

 

  • 1.

    Onder de naam 'forensenbelasting' wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2.

    Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

 

Artikel 3. Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

 

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt, voor het tijdvak waarbinnen het belastingjaar valt, is vastgesteld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.

  • 3.

    In geval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de waarde.

  • 4.

    De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede en derde lid geschiedt overeenkomstig de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet, met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast.

  • 5.

    De belasting bedraagt bij een waarde van:

  • Minder dan € 95.000 € 507,00

    Tussen € 95.000 en < € 145.000 € 647,00

  • Tussen € 145.000 en < € 195.000 € 785,00

    Tussen € 195.000 en < € 295.000 € 927,00

    Meer dan € 295.000 € 1.211,00

     

Artikel 5. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 6. Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 10.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste negen bedraagt. De eerste termijn vervalt één na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

     

Artikel 8. Overgangsrecht

De 'Verordening forensenbelasting 2023' vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 9, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 9. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking

  • 2.

    in het Gemeenteblad.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

     

Artikel 10. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening forensenbelasting 2024.

 

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2023.

 

De gemeenteraad van Kapelle,

 

De griffier,

 

H.J. Horden

 

 

De voorzitter,

 

C.G. Jansen op de Haar