Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rhenen

Verordening op het woonwagencentrum

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRhenen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het woonwagencentrum
CiteertitelVerordening op het woonwagencentrum
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Woonwagenwet, Art. 9, eerste lid

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-08-1978Onbekend

08-08-1978

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING OP HET WOONWAGENCENTRUM.

 

De raad der gemeente R h e n e n

overwegende, dat het gewenst is ten behoeve van de handhaving der openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, alsmede voor een goed beheer van het woonwagencentrum aan de Middelbuurtseweg in die gemeente een verordening vast te stellen

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 juli 1978

gelet op artikel 9, eerste lid, van de woonwagenwet en artikel 167 van de gemeentewet;

b e s 1 u i t:

vast te stellen de navolgende VERORDENING OP HET WOONWAGENCENTRUM.

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    Woonwagen: een woonwagen als bedoeld in artikel 1, lid 1, van de woonwagenwet;

  • -

    Bewoner: degene, die krachtens toestemming van burgemeester en wethouders of door hen daartoe aangewezen ambtenaren rechthebbende is op een standplaats;

  • -

    motorvoertuig: alle voertuigen behalve fietsen en andere vervoermiddelen, welke uitsluitend worden voortbewogen zonder motorische aandrijving.

Artikel 2.

Het is verboden zonder toestemming van burgemeester en wethouders standplaats in te nemen, te doen of te laten innemen op het woonwagencentrum.

Artikel 3.

Het is anderen dan bewoners verboden zich op het woonwagencentrum te bevinden, met uitzondering van het gedeelte, dat is aangewezen als openbare weg, indien daartoe de aanzegging is gedaan door de politie.

Artikel 4.

Het is verboden vuil te storten anders dan in de geplaatste containers. In deze containers mag slechts huisvuil en ander klein vuil worden gestort. Het opslaan van schroot, wrakken en ander groot vuil op het centrum is niet toegestaan.

Artikel 5

Het is verboden vuur aan te steken of te onderhouden op een zodanige wijze, dat daardoor gevaar ontstaat of kan ontstaan voor de woonwagens of kampvoorzieningen.

Artikel 6.

Het is verboden zich met motorvoertuigen op het afgesloten binnenterrein te bevinden anders dan voor het vervoeren van woonwagens of het treffen van noodzakelijke voorzieningen.

Artikel 7.

Het is verboden tussen zonsondergang en zonsopgang onnodig lawaai te maken

Artikel 8.

Het is verboden zich op ·bet. centrum zodanig te gedragen,. dat aan de andere bewoners, omwonenden of derden gevaar, schade. of. hinder wordt toegebracht.

Artikel 9.

Een ieder is verplicht op het centrum de aanwijzingen op te volgen welke worden gegeven door de politie of daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

Artikel 10.

Iedere bewoner houdt de hem toegewezen standplaats met opstal schoon en mag deze slechts op een behoorlijke wijze gebruiken.

Artikel 11.

Tenminste 24 uur voordat een standplaats wordt verlaten moet daarvan kennis worden gegeven aan burgemeester en wethouders, de politie, of de door burgemeester en wethouders daartoe aangewezen ambtenaren.

Artikel 12.
  • 1.

    In geval van niet-naleving van enige bepaling van deze verordening is de burgemeester bevoegd de desbetreffende perso(o)n(en) van het centrum te doen verwijderen en hem (hen) het verblijf daarop met een woonwagen voor een periode van ten hoogste één jaar te ontzeggen,

  • 2.

    binnen veertien dagen na de dag van verwijdering van het centrum kan daartegen door betrokkene(n) schriftelijk beroep worden ingesteld bij de commissaris van de Koningin in de provincie Utrecht.

Artikel 13.

overtreding van enige bepaling van deze verordening, uitgezonderd de artikelen 1, 10 en 12, is een strafbaar feit, als bedoeld in artikel 48 van de woonwagenwet.

Artikel 14

de opsporing van de in deze verordening genoemde strafbare feiten is, behoudens

het bepaalde in artikel 141 van het Wetboek van strafverordening, opgedragen

aan de door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaren

Artikel 15.

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam: "Verordening op het woonwagencentrum".

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 8 augustus 1978

De secretaris

de voorzitter

W.C. Pieters

T.T.M.H. Bijleveld