Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eersel

Verordening op de heffing en de invordering van leges Gemeente Eersel 2024 (Legesverordening Gemeente Eersel 2024) inclusief bijbehorende tarieventabel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEersel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges Gemeente Eersel 2024 (Legesverordening Gemeente Eersel 2024) inclusief bijbehorende tarieventabel
CiteertitelLegesverordening Gemeente Eersel 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpFinanciën

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156 van de Gemeentewet
  2. artikel 229 van de Gemeentewet
  3. artikel 2 van de Paspoortwet
  4. artikel 7 van de Paspoortwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024Ter vervanging van Verordening op de heffing en invordering van leges 2023

19-12-2023

gmb-2023-556623

23.11632

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Gemeente Eersel 2024 (Legesverordening Gemeente Eersel 2024) inclusief bijbehorende tarieventabel

 

De raad van de gemeente Eersel;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2023 (R23.064);

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van leges Gemeente Eersel 2024 (Legesverordening Gemeente Eersel 2024) inclusief de daarbij behorende tarieventabel.

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

 

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdelingen 13.6 en 13.7 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

 

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 4 weken na de dagtekening van de kennisgeving;

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

 

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

 

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

 

Artikel 11 Overgangsrecht

De ‘Verordening op de heffing en invordering van leges 2023’ wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

 

 

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Legesverordening Gemeente Eersel 2024”.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 19 december 2023

De raad van de gemeente Eersel

de griffier, J.W.G. van Bree

de voorzitter, drs. W.A.C.M. Wouters

Tarieventabel, behorende bij de legesverordening gemeente Eersel 2024

 

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Paragraaf 1.10 Diversen

 

Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Paragraaf 2.2 Voorfase

Paragraaf 2.3 Bouwactiviteiten

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Paragraaf 2.7 Overige activiteiten

Paragraaf 2.8 Maatwerkvoorschriften

Paragraaf 2.9 Gelijkwaardigheid

Paragraaf 2.10 Overige tarieven

Paragraaf 2.11 Modaliteiten

Paragraaf 2.12 Vermindering

Paragraaf 2.13 Teruggaaf

 

Hoofdstuk 3 Dienstverlening waarop de dienstenrichtlijn van toepassing is

Paragraaf 3.1 Horeca

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

 

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Gemeente 2024

 

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

 

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

 

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

a.

Maandag tot en met vrijdag

 € 507,70

b.

Zaterdag

€ 554,95

 

Trouwen op locatie naar keuze op:

 

c.

Maandag tot en met vrijdag

€ 507,70

d.

Zaterdag

€ 554,95

 

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

 

Het tarief bedraagt voor de omzetting geregistreerd partnerschap naar een huwelijk

 € 57,35

 

 

 

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

€ 57,35

 

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren.

 

 

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje/ partnerschapsboekje of duplicaat trouwboekje/ partnerschapsboekje.

 € 28,40

 

 

Artikel 1.8a Huwelijksebevoegdheid

 

Verklaring van huwelijkse bevoegdheid

€ 27,10

 

Artikel 1.8a 1 Meertaligmodelformulier

 

Meertalig modelformulier verklaring van huwelijkse bevoegdheid, bedrag onder 1.8a 1 wordt verhoogd met

€ 22,30

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

van een nationaal paspoort:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

b.

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

c.

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

d.

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,42

 

Artikel 1.10 Nederlandseidentiteitskaart

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 75,80

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 40,90

 

Artikel 1.11 Modaliteiten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen

€ 57,05

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

 

Artikel 1.12 Rijbewijzen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 51,11

 

Artikel 1.13 Modaliteiten

 

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 39.65

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

 

Artikel 1.14 Definities

 

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

 

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking uit de BRP:

€ 9,75

b.

tot systematische gegevensverstrekking, per verstrekking uit de BRP

€ 0,30

 

Artikel 1.17 Schriftelijkeverstrekking

 

In afwijking van artikel 1.15 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 27,25

 

Artikel 1.18 Op verzoek doornemen basisregistratie personen

 

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen en verstrekken van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 27,25

 

Artikel 1.18.a Persoonslijst

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een persoonslijst als bedoeld in artikel 1 van de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

€ 9,75

 

 

 

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

 

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een afschrift van de gemeentebegroting

€ 31,10

b.

een afschrift van de jaarstukken

€ 31,10

 

Artikel 1.20 Gereserveerd

 

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

 

 

Artikel 1.21 Gereserveerd

 

 

Artikel 1.22 Gereserveerd

 

 

Artikel 1.23 Gereserveerd

 

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

 

 

Artikel 1.24 Gereserveerd

 

 

Artikel 1.25 Overigepubliekszaken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35

b.

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 16,60

c.

tot het verkrijgen van een attestatie de vita

€ 9,75

d.

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn

€ 9,75

e.

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap

€ 9,75

f.

tot het waarmerken van een afschrift of kopie

€ 9,75

 

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

 

 

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

 

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 27,25

 

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 

 

Het tarief bedraagt, ongeacht het in 1.26 bepaalde, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

1.

een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina

€ 5,75

2.

een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk

€ 9,75

 

Artikel 1.28 Gereserveerd

 

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

 

 

Artikel 1.29 Gereserveerd

 

 

Artikel 1.30 Leegstandswet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 45,15

b.

om verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 19,30

 

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

€ 136,00

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 90,50

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 55,55

 

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag, als bedoeld in artikel 2.2 en 3.2 van de Verordening Ondergrondse Infrastructuur 2015 waarbij de graaflengte < 100m is of een montagegat c.q. lasgat met een oppervlakte van > 2m².

€ 213,97

b.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag, als bedoeld in artikel 2.2 en 3.2 van de Verordening Ondergrondse Infrastructuur 2015 waarbij de graaflengte ≥ 100m en < 20 km is.

€ 427,95

c.

Het tarief genoemd onder a. en b. van dit artikel wordt vermeerderd per strekkende meter sleuflengte, voor zover binnen de bebouwde kom gelegen, met een bedrag van

€ 2,06

d.

Het tarief genoemd onder a. en b. van dit artikel wordt vermeerderd

per strekkende meter sleuflengte, voor zover buiten de bebouwde kom gelegen, met een bedrag van:

 

 

over de eerste 2.000 m1, van

€ 1,46

 

over de lengte > 2.000 m1 en ≤ 5.000 m1, van

€ 0,86

 

over het resterende lengte, van

€ 0,75

e.

 

€ 0,88

 

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 269,25

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 269,25

c.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 81,09

d.

Vermissing van een gehandicaptenparkeerkaart

€ 28,65

 

Paragraaf 1.10 Diversen

 

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 4,53

b.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 4,51

c.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 4,51

d.

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.

A4 enkelvoudig, vanaf 10 pagina’s per pagina

€ 0,64

2.

A4 dubbelzijdig, vanaf vijf pagina’s per pagina

€ 0,88

3.

A3 enkelvoudig, per pagina

€ 0,88

4.

A3 dubbelzijdig, per pagina

€ 1,25

5.

een kleurenprint

 

 

A4, per pagina

€ 1,38

 

A3, per pagina

€ 2,11

e.

kaarten en tekeningen, al dan niet behorende bij de eerder in dit hoofdstuk genoemde stukken, dan wel kopieën of lichtdrukken daarvan, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening, kopie of lichtdruk

€ 8,46

 

Artikel 1.35 Diversen

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag uit het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 14,02

b.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie WOZ-beschikking ten behoeve van bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen derden die bevoegd zijn tot het gebruik van een waardegegeven ten behoeve van de bij die maatregel aan te wijzen doeleinden conform artikel 40a van de Wet waardering onroerende zaken.

€ 12,62

 

Artikel 1.36 Kinderopvang

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot opname in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen:

 

a.

voor kinderopvang, buitenschoolse opvang, gastouderbureau en peuterspeelzalen

€ 1.016,75

b.

voor gastouder

€ 722,47

c.

voor het in afwijking van artikel 1.36 onder b in behandeling nemen van een aanvraag tot opname in het LRKP van een voorziening voor gastouderopvang, waarbij de houder van de voorziening, de gastouder, al in het landelijke register is

opgenomen met een andere voorziening én er een inspectie heeft plaatsgevonden van die gastouder in de afgelopen drie jaar of waarbij het opvangadres al is geregistreerd als adres waar een voorziening voor gastouderopvang is gevestigd én er een inspectie plaatsgevonden heeft van het opvangadres in de afgelopen drie jaar.

€ 544,60

 

Artikel 1.37 Kadaster

 

a.

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van nasporingen in het gemeentelijk kadaster voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 25,30

b.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

b.1

kadastrale inzage, per geraadpleegd object, inclusief uitdraai op papier

€ 19,10

b.2

hypothecaire inzage, per geraadpleegd object, inclusief uitdraai op papier

€ 19,10

b.3

afdruk van een kadastrale kaart, per object, inclusief uitdraai op papier

€ 19,10

 

 

Hoofdstuk 2 dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet

 

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

 

Artikel 2.1 Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

 

-

Principeverzoek: een schriftelijk verzoek waarbij het college van burgemeester en wethouders om een standpunt wordt gevraagd in het kader van een ruimtelijke ontwikkeling;

 

 

-

Omgevingstafel: een overleg waarbij initiatiefnemer, gemeente en alle betrokken (externe) partijen een initiatief bespreken en wat resulteert in een integraal advies richting initiatiefnemer voor het indienen van een aanvraag;

 

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567.

onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

omgevingstafel of principeverzoek;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3 Bepalentarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

 

Artikel 2.4 Principeverzoek/Omgevingstafel

 

1.

Als het een principeverzoek betreft waarbij een standpunt van het college van burgemeester en wethouders nodig is bedraagt het tarief:

€ 500,00

2.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingstafel over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 1.650,00

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

Artikel 2.5 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit (ruimtelijk deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

1

vooreenbinnenplanseomgevingsplanactiviteit:

 

a.

nieuwbouw, uitbreidingenverbouwing

 

 

1.1 Woningen, recreatiewoningen, zorgwoningen en woonwagens

€ 28,30/m²

 

1.2 Uitbreiding, verbouw, kelder, serre, etc. bij categorie 2.3.1.1.1 (per m2)

€ 30,00/m²

 

1.3 Overige veranderingen bij cat. 1.1 (inpandig, constructie, dak etc

€ 13,60/m²

 

1.4 Gevelwijziging

€ 16,20/m²

b.

Bijgebouwen, overkappingenentuinmeubilair

 

 

2.1 Berging / garage / tuinhuis

€ 15,25/m²

 

2.2 Carport / overkapping / zwembad

€ 11,30/m²

 

2.3 Erfafscheiding / pergola

€ 210,10/stuk

c.

Bedrijfsruimten (nietagrarisch)

 

 

3.1 Bedrijfshal / opslagruimte (dicht)

€ 11,05/m²

 

3.2 Bedrijfskantoor in bedrijfsruimte (extra)

€13,60/m²

 

3.3 Open loods / overkapping bij bedrijfsruimte

€ 6,25/m²

 

3.4 Gevelwijziging

€ 15,85/m²

d.

Overigegebouwen

 

 

4.1 Kantoor / showroom / winkel / horeca / sporthal / school / kinderdagverblijf /etc.

€ 28,30/m²

 

4.2 Overige veranderingen overige gebouwen (inpandig, constructie, dak, etc.)

€ 8,80/m²

 

4.3 Gevelwijziging

€ 15,85/m²

 

4.4 Tuinbouwkas

€ 1,95/m²

 

4.5 (Parkeer)kelder (ondergronds en/of deels bovengronds)

€ 15,25/m²

 

4.6 Semi-permanente unit

€ 286,90/stuk

e.

Stallen, overige agrarische bedrijfsgebouwen en bouwwerken

 

 

5.1 Alle stallen (varkens, rundvee, pluimvee, paarden, nertsen, konijnen, geiten, schapen etc.)

€ 8,30/m²

 

5.2 Werktuigenloods, aardappelloods, opslagloods, open loods (veldschuur), etc.

€ 5,45/m²

 

5.3 Mestsilo / -kelder

€ 5,45/m²

 

5.4 Sleufsilo (per stuk)

€ 210,10

f.

Overigegebouwenenbouwwerken

 

 

6.1 Overige gebouwen en bouwwerken

€ 9,05/m²

 

6.2 Windmolens, antennemasten en uitkijktorens

€ 239,45/m1

 

6.3 Zonneparken per hectare € 2.174,35, met een maximum van € 10.000,00

 

 

6.4 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (per stuk)

€ 210,10

g.

met een minimum over a tot en met f van:

€ 210,10

2

Als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, wordt het onder 1 bedoelde tarief verhoogd met:

€ 278,25

3

Voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht bedraagt het tarief:

€ 7.310,88

4

Voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit bedraagt het tarief het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Een aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

€ 13.804,67

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit uitsluitend het in stand houden of gebruiken van een te bouwen bouwwerk (geen bouwactiviteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 278,25

 

1.

als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, wordt het tarief verhoogd met:

€ 278,25

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 7.830,75

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit bedraagt het tarief:

€ 13.804,67

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 519,60

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de Erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

 

 

1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 519,60

 

 

2

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 519,60

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening gemeente Eersel is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 519,60

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 519,60

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 20 van de Erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 519,60

 2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 519,60

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

 

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastendeactiviteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

 

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

 

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

 

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Gereserveerd

 

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op

een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid,

aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater,

koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3

van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in

de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde

activiteiten:

€ 3.000,00

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

 

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

 

Gereserveerd

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

 

Gereserveerd

 

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluidweg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 2.007,60

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.606,10

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

Gereserveerd

 

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

Gereserveerd

 

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overigeaanlegactiviteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 806,25

 

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

€ 278,25

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

 

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

 

Gereserveerd

 

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de artikelen 4:11a, 4:11b, 4:11c van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 99,45

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in de artikel 4:15 en 4:15a van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 72,30

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ 72,30

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag roerende zaken

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:

Vervallen

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

Vervallen

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

incidentele standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening:

Vervallen

b.

tijdelijke standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 125,20

c

reguliere standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 250,40

Artikel 2.34 Andereactiviteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 278,25

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

1

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 278,25

 

2

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Een aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

3

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 278,25

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

 

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriftenbijbouwactiviteiten

 

Gereserveerd

 

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 

 

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

€ 1.400,00

 

b.

twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

€ 1.400,00

 

c.

vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

€ 1.400,00

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.400,00

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 278,25

 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

 

Artikel 2.38 Gelijkwaardigemaatregel

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 72,00

 

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 131,00

 

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 131,00

 

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 72,00

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

 

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 230,95

Artikel 2.40 Wijzigenomgevingsvergunning

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Artikel 2.41 Wijzigenvoorschriftenomgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 3.000,00

Artikel 2.42 Intrekkenomgevingsvergunning

 

Gereserveerd

 

Artikel 2.43 Milieueffectrapportage

 

1.

Onverminderd het bepaalde in voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk wordt het tarief voor de beoordeling van de aanvraag voor een project waarvoor tevens een verplichte milieueffectrapportage is opgesteld of aan de aanvraag is voorafgegaan verhoogd met:

€ 15.000,00

2.

Onverminderd het bepaalde in voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk wordt het tarief voor de beoordeling van de aanvraag voor een project waarvoor tevens een vrijwillige milieueffectrapportage is opgesteld of aan de aanvraag is voorafgegaan verhoogd met:

€ 4.000,00

Artikel 2.43a Toets Omgevingsverordening Brabant

 

1.

Onverminderd het bepaalde in voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk wordt het tarief voor de beoordeling van de aanvraag aan de Omgevingsvergunning Noord-Brabant en/of de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij of daarmee gelijk te stellen regels van Provincie Noord-Brabant verhoogd met:

€ 1.902,55

Artikel 2.44 Beoordelingonderzoeksrapporten

 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

 

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de wijziging van het omgevingsplan aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Een aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 230,95

 

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

 

Artikel 2.47 Achterafingediendeaanvraag

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met 50% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een minimum van:

€ 164,50

en een maximum van:

€ 2.855,00

Artikel 2.48 Uitgebreidevoorbereidingsprocedure

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 4.400,00

Artikel 2.49 Beoordelingonderzoeksrapporten

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 800,00

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 800,00

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 800,00

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 800,00

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 800,00

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 2.950,00

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 800,00

Artikel 2.50 Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 621,90

 

b.

voor een vereist advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen:

€ 1.062,65

 

c.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a en b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.51 Instemming

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

a.

als Provincie Noord-Brabant moet besluiten over de instemming in het kader van de natuurtoets voor:

 

 

- gebiedsbescherming:

€ 4.566,20

 

- soortenbescherming door burgers:

€ 2.534,10

 

- soortenbescherming infrastructureel en gebiedsgericht:

€ 7.194,30

 

- soortenbescherming overige:

€ 5.411.05

b.

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag als bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

 

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingstafel en principeverzoek

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een omgevingstafel als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt het totale voor de omgevingstafel verschuldigde bedrag.

 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop de omgevingstafel betrekking had;

in overeenstemming met de uitkomsten van de omgevingstafel; en

binnen 3 maanden na het laatste overleg of, als de omgevingstafel volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

3.

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 210,10

4.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onder b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een principeverzoek als bedoeld in artikel 2.1 lid 3, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt 50% van de voor het principeverzoek verschuldigde bedrag. De vermindering is van toepassing als:

a. de aanvraag om de omgevingsvergunning voor dezelfde activiteit of activiteiten is waarop het principeverzoek betrekking heeft;

b. de aanvraag om de omgevingsvergunning in overeenstemming is met de uitkomsten van het principeverzoek;

c. de aanvraag om de omgevingsvergunning maximaal 6 maanden na de eindberichtgeving over het principeverzoek wordt ingediend.

 

Artikel 2.53 Vermindering Wet kwaliteitsborging bouw

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning volgens het principe van de Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb) wordt ingediend en verleend, dan worden de leges als bedoeld in artikel 2.5 verminderd met 25%. Daarbij geldt een maximale vermindering van de leges tot € 25.000,00. De vermindering vindt plaats nadat het gehele traject van het project is doorlopen en de gereedmelding met de daarbij behorende stukken is ingediend.

 

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

 

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

85%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

85%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

Gereserveerd

 

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Gereserveerd

 

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

Gereserveerd

 

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

Gereserveerd

 

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.61 Minimumbedragvoorteruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 230,95 wordt niet teruggegeven.

 

 

Hoofdstuk 3 dienstverlening waarop de dienstenrichtlijn van toepassing is

 

Paragraaf 3.1 Horeca

 

 

Artikel 3.1 Exploitatieopenbareinrichting

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 233,30

b.

een aanvraag om een ondergeschikte wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 116,65

c.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 119,85

 

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet

€ 616,35

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet

€ 216,55

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet

€ 216,55

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet

Vervallen

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

Vervallen

 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

 

 

Artikel 3.3 Vergunningseksbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of wijziging daarvan als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

a.

voor een escortbedrijf

€ 2.720,55

b.

voor andere seksbedrijven dan bedoeld in onderdeel a

€ 2.720,55

 

Artikel 3.4 Gereserveerd

 

 

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

 

Artikel 3.5 Ontheffingwinkeltijden

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 99,00

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 45,10

 

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

 

Artikel 3.6 Organiserenevenement

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft: 

a.

een hoog risico-evenement (score C ingevolge APV en Uitvoeringsbeleid Evenementen)

€ 7.098,80

2.

Voor alle evenementenvergunningen worden de (externe) kosten voor het doen van onderzoek naar de veiligheid van de deelnemers als gevolg van omstandigheden in bos- en natuurgebieden en/of de aanwezigheid van kwetsbare natuurwaarden in bos- en natuurgebieden als gevolg van het organiseren van een evenement in die gebieden in rekening gebracht bij de aanvrager van een evenementenvergunning. Het betreft de (externe) kosten boven de 4 uur werk.

 

Artikel 3.7 Organiserenmarkt

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning:

 

a.

voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 581,10

 

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

 

 

Artikel 3.8 Standplaatsvergunningen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een:

 

a.

tijdelijke standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 125,20

b.

reguliere standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 250,40

 

Artikel 3.9 Gereserveerd

 

 

Artikel 3.10 Gereserveerd

 

 

Paragraaf 3.6 Gereserveerd

 

 

Artikel 3.11 Gereserveerd

 

 

Artikel 3.12 Gereserveerd

 

 

Artikel 3.13 Gereserveerd

 

 

Artikel 3.14 Gereserveerd

 

 

Artikel 3.15 Gereserveerd

 

 

Artikel 3.16 Gereserveerd

 

 

Artikel 3.17 Gereserveerd

 

 

Artikel 3.18 Gereserveerd

 

 

Paragraaf 3.7 Algemeen Plaatselijke Verordening

 

 

Artikel 3.19 Maken of voeren (handels)reclame

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing voor:

 

a.

het maken of voeren van (handels-) reclame of het hiervoor plaatsen van borden, vlaggen, spandoeken en objecten als bedoeld in de artikelen 4:15 en 4:15a van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 73,05

 

Paragraaf 3.8 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

 

Artikel 3.20 Niet benoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Vervallen

 

Artikel 3.21 Achteraf ingediende aanvraag

 

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 3 van deze verordening wordt het tarief met betrekking tot het verkrijgen van een evenementenvergunning, een vergunning of ontheffing Alcoholwet en/of een andere vergunning of ontheffing op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening waarvan de aanvraag korter dan drie weken voor aanvang van de aangevraagde activiteit wordt ingediend verhoogd met

€ 100,00

 

Behoort bij besluit van de raad van de gemeente Eersel d.d. 19 december 2023

 

Mij bekend,

de griffier van Eersel,

 

J.W.G. van Bree