Organisatie | Overijssel |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Delegatiebesluit Omgevingsverordening Overijssel |
Citeertitel | Delegatiebesluit Omgevingsverordening Overijssel |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | Delegatiebesluit Omgevingsverordening Overijssel |
Geen
artikel 152 van de Provinciewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-12-2023 | nieuwe regeling | 08-11-2022 | PS/2022/1108459 |
Besluit van Provinciale Staten van Overijssel van 8 november 2022, kenmerk PS/2022/1108459 tot het delegeren aan Gedeputeerde Staten van de bevoegdheid om delen van de Omgevingsverordening Overijssel vast te stellen en de voorbereidingsbesluiten te nemen die daarmee verband houden.
Provinciale Staten van Overijssel,
Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Overijssel van 4 oktober 2022, kenmerk 1108459;
Gelet op artikel 2.8, artikel 4.15, vierde lid, en artikel 4.16, vierde lid, van de Omgevingswet;
Overwegende dat de Omgevingswet het mogelijk maakt om de bevoegdheid om delen van de Omgevingsverordening Overijssel vast te stellen en de voorbereidingsbesluiten te nemen die daarmee verband houden, te delegeren aan Gedeputeerde Staten;
Overwegende dat het gewenst is om van deze mogelijkheid gebruik te maken zodat de Omgevingsverordening hierdoor sneller en eenvoudiger aangepast kan worden met het oog op de uitvoering van het provinciaal beleid zoals dat in de Omgevingsvisie is vastgelegd;
Besluiten het Delegatiebesluit Omgevingsverordening Overijssel vast te stellen met de volgende inhoud:
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
De begripsbepalingen in artikel 1.1 van de Omgevingsverordening Overijssel zijn ook van toepassing op dit delegatiebesluit.
Dit besluit gaat over het delegeren door Provinciale Staten aan Gedeputeerde Staten van de bevoegdheid om delen van de Omgevingsverordening Overijssel vast te stellen en de voorbereidingsbesluiten te nemen die daarmee verband houden, voor zover Provinciale Staten niet alsnog besluiten deze onderdelen zelf vast te stellen als zij wijzigingen in de Omgevingsverordening aanbrengen.
Hoofdstuk 3 GEOMETRISCHE BEGRENZING VAN LOCATIES EN WERKINGSGEBIEDEN
Artikel 3.1 aanpassing geometrische begrenzing locaties en werkingsgebieden
Gedeputeerde Staten kunnen de geometrische begrenzingen van locaties en werkingsgebieden in bijlage I van de Omgevingsverordening Overijssel wijzigen voor zover het gaat om ondergeschikte, uitvoeringstechnische of administratieve aanpassingen.
Artikel 3.2 aanpassing geometrische begrenzing grondwaterbeschermingsgebieden
Gedeputeerde Staten kunnen de geometrische begrenzing van grondwaterbeschermingsgebieden aanpassen als er sprake is van:
a. wijzigingen op perceelsniveau;
b. verkleinen of opheffen van een grondwaterbeschermingsgebied bij (gedeeltelijke) sluiting van een drinkwaterwinning;
c. verkleinen van een grondwaterbeschermingsgebied als sluiting van een drinkwaterwinning wordt voorzien;
d. vergroten van een grondwaterbeschermingsgebied als de vergunde capaciteit van een drinkwaterwinning wordt uitgebreid, als de uitbreiding niet meer is dan 1 miljoen m3 grondwater per jaar.
Artikel 3.3 aanpassing geometrische begrenzing Natuurnetwerk Nederland
Gedeputeerde Staten kunnen de geometrische begrenzing van het Natuurnetwerk Nederland aanpassen als dit nodig is door een aanpassing van het Natuurbeheerplan en andere provinciale besluiten die gericht zijn op het realiseren van het Natuurnetwerk Nederland en als de wezenlijke kenmerken en waarden, zoals vastgelegd in bijlage X van de Omgevingsverordening, worden behouden.
Artikel 3.4 aanpassing geometrische begrenzing beperkingengebieden provinciale wegen en vaarwegen
Gedeputeerde Staten kunnen de geometrische begrenzing van de beperkingengebieden provinciale wegen, de beperkingengebieden zicht op de weg en de beperkingengebieden provinciale vaarwegen aanpassen als dit nodig is voor een goede staat en de doelmatige en veilige werking van provinciale wegen en provinciale vaarwegen.
Hoofdstuk 4 CONCRETISERING VAN TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
Artikel 4.1 concretisering van taken en bevoegdheden
Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels stellen om de taken en bevoegdheden te concretiseren zoals toegekend in:
voor zover dit nodig is voor het doel waarvoor deze taken en bevoegdheden zijn toegekend.
Artikel 4.2 voortgang waterbeheerprogramma
Gedeputeerde Staten kunnen nadere voorschriften stellen over de vorm en inhoud van de voortgangsrapportage van het waterbeheerprogramma dat door waterschappen moet worden vastgesteld.
Artikel 6.1 indieningsvereisten
Gedeputeerde Staten kunnen aanvullende indieningsvereisten stellen voor meldingen en omgevingsvergunningen voor activiteiten waarvoor regels zijn gesteld in hoofdstuk 3 van de Omgevingsverordening Overijssel als dat nodig is voor de beoordeling van aanvragen.
Paragraaf 6.2 uitvoeringstechnische, administratieve en meet- en rekenvoorschriften
Artikel 6.2 uitvoeringstechnische, administratieve en meet- en rekenvoorschriften
Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels stellen met uitvoeringstechnische, administratieve en meet- en rekenvoorschriften voor:
voor zover dit nodig is voor het doel waarvoor deze regels voor activiteiten zijn gesteld.
Paragraaf 6.3 grondwaterbescherming
Artikel 6.3 schadelijke stoffen
Gedeputeerde Staten kunnen voor de toepassing van de Omgevingsverordening in aanvulling op de schadelijke stoffen die zijn aangewezen in bijlage XIX van het Besluit kwaliteit leefomgeving andere stoffen, vloeistoffen, preparaten of andere producten in welke vorm dan ook, aanwijzen als schadelijke stoffen.
Artikel 6.4 voorwaarden milieubelastende activiteiten in waterwingebieden, grondwaterbeschermingszones en boringsvrije zones
Gedeputeerde Staten kunnen de voorwaarden voor het toestaan van milieubelastende activiteiten in waterwingebieden, grondwaterbeschermingszones en boringsvrije zones zoals opgenomen in bijlage XI aanpassen en aanvullen als dit nodig is voor de bescherming van het grondwater.
Artikel 6.5 verboden bedrijven in grondwaterbeschermingszones
Gedeputeerde Staten kunnen de lijst met verboden bedrijven in grondwaterbeschermingszones zoals opgenomen in bijlage XII aanpassen en aanvullen als dit nodig is voor de bescherming van het grondwater.
Artikel 6.6 lozing afvloeiend hemelwater van wegen in grondwaterbeschermingszones
Gedeputeerde Staten kunnen de aanwijzingen voor lozing van afvloeiend hemelwater in grondwaterbeschermingszones zoals opgenomen in bijlage V, aanpassen en aanvullen als dit nodig is voor de bescherming van het grondwater.
Artikel 6.7 mechanische ingrepen in grondwaterbeschermingszones en boringsvrije zones
Gedeputeerde Staten kunnen de aanwijzingen voor uitvoering van mechanische ingrepen in grondwaterbeschermingszones en boringsvrije zones zoals opgenomen in bijlage VI aanpassen en aanvullen als dit nodig is voor de bescherming van het grondwater.
Artikel 6.8 regels voor aanduidingen
Gedeputeerde Staten kunnen de regels voor het plaatsen van aanduidingen binnen beperkingengebieden provinciale wegen aanpassen en aanvullen als dit nodig is voor de doelmatige en veilige werking van provinciale wegen.
Artikel 6.9 vergunningplichtige activiteiten beperkingengebied provinciale vaarwegen
Gedeputeerde Staten kunnen de regels voor vergunningplichtige activiteiten in beperkingengebieden provinciale vaarwegen aanpassen en aanvullen als dit nodig is voor de doelmatige en veilige werking van provinciale vaarwegen.
Artikel 6.10 meldplicht activiteiten beperkingengebied provinciale vaarwegen
Gedeputeerde Staten kunnen de regels voor meldplichtige activiteiten in beperkingengebieden provinciale vaarwegen aanpassen en aanvullen als dit nodig is voor de doelmatige en veilige werking van provinciale vaarwegen.
Artikel 6.11 bijlage XIV vaarwegdiepten provinciale vaarwegen en bijlage XV bedieningstijden bruggen en sluizen
Gedeputeerde Staten kunnen de vaarwegdiepten van provinciale vaarwegen en de bedieningstijden van bruggen en sluizen in provinciale vaarwegen aanpassen en aanvullen als dit nodig is voor de doelmatige en veilige werking van provinciale vaarwegen.
Hoofdstuk 9 MONITORING EN INFORMATIE
Artikel 9.1 monitoring en gegevensverzameling omgevingswaarden regionale waterkeringen
Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels stellen voor de monitoring en gegevensverzameling voor de omgevingswaarden regionale waterkeringen.
Hoofdstuk 10 VOORBEREIDINGSBESCHERMING
Artikel 10.1 voorbereidingsbesluit
Gedeputeerde Staten kunnen met het oog op de voorbereiding van het stellen van regels in de Omgevingsverordening Overijssel een voorbereidingsbesluit nemen als bedoeld in artikel 4.15 en 4.16 van de Omgevingswet als schadelijke effecten worden verwacht of gebleken is van een activiteit, die niet met de inzet van andere bevoegdheden van Gedeputeerde Staten kan worden voorkomen of tegengegaan.
Dit besluit treedt in werking op het moment dat de Omgevingsverordening Overijssel in werking treedt.
Dit besluit wordt aangehaald als: Delegatiebesluit Omgevingsverordening Overijssel.
Toelichting op het Delegatiebesluit Omgevingsverordening Overijssel
Artikel 2.8 van de Omgevingswet biedt de mogelijkheid dat Provinciale Staten de bevoegdheid om delen van de Omgevingsverordening vast te stellen delegeren aan Gedeputeerde Staten. Met dit delegatiebesluit maken Provinciale Staten van Overijssel van deze mogelijkheid gebruik.
Het besluit dat Gedeputeerde Staten bevoegd maakt om de Omgevingsverordening aan te passen en aan te vullen maakt geen onderdeel uit van de Omgevingsverordening, maar is een zelfstandig besluit waar tegen geen bezwaar en beroep openstaat.
In de Omgevingswet is er bewust voor gekozen om de delegatie van bevoegdheden aan Gedeputeerde Staten niet langer te regelen in de Omgevingsverordening zelf, maar in een apart besluit. De regels die Gedeputeerde Staten vervolgens stellen op basis van het delegatiebesluit blijven juist niet staan in aparte besluiten, maar worden ingevoegd in de Omgevingsverordening die door Provinciale Staten is vastgesteld. Daardoor is verzekerd dat onder de Omgevingswet alle provinciale regels voor de fysieke leefomgeving te vinden zijn in één (digitaal) document.
De regels die Gedeputeerde Staten vaststellen op basis van het delegatiebesluit worden dus opgenomen in de Omgevingsverordening. Deze regels zullen in de Omgevingsverordening niet apart gemarkeerd worden, omdat het voor de werking van deze regels niet uitmaakt of ze door Provinciale Staten of door Gedeputeerde Staten zijn gesteld.
De bevoegdheid die aan Gedeputeerde Staten wordt toegekend om onderdelen van de Omgevingsverordening aan te passen en aan te vullen, is voor een deel een voortzetting van de mogelijkheden om nadere eisen te stellen die in de eerdere Omgevingsverordening waren opgenomen.
In het delegatiebesluit zijn vooral bevoegdheden opgenomen om aanpassingen en aanvullingen te doen op regels die uitvoeringsgericht zijn. Zoals de mogelijkheid om begripsbepalingen aan te passen als die in de praktijk niet goed blijken te werken. Of de mogelijkheid om geometrische begrenzingen aan te passen als die niet meer blijken te kloppen. Ook de bevoegdheden om taken en bevoegdheden te concretiseren is ingestoken vanuit ervaringen die in de praktijk worden opgedaan met opdrachtomschrijvingen in de Omgevingsverordening die in sommige omstandigheden te abstract kunnen blijken te zijn.
De Omgevingsverordening regelt al voor diverse onderwerpen aanvullende indieningsvereisten voor meldingen en omgevingsvergunningen. Voor het aanpassen van de indieningsvereisten geldt dat het voor de hand ligt om dit bij Gedeputeerde Staten te leggen, omdat het gaat om meldingen en aanvragen van vergunningen die bij het college gedaan moeten worden.
Met het delegatiebesluit kan ook flexibiliteit worden geboden voor het nieuwe instrument ‘omgevingswaarde’, waarmee de komende jaren ervaring opgedaan zal worden. Voor de verplichte omgevingswaarden die nu al in de Omgevingsverordening zijn opgenomen voor veiligheid regionale waterkeringen en wateroverlast biedt het delegatiebesluit ruimte aan Gedeputeerde Staten om in afstemming met de waterschappen de termijn bij te stellen waarop aan de omgevingswaarden moet zijn voldaan. Ook maakt het delegatiebesluit het mogelijk op verzoek van waterschappen gebiedsaanduidingen aan te passen.
Om de abstracte normen voor (delen van) de verschillende waterkeringen voor de dagelijkse praktijk te operationaliseren, stelt de provincie in overleg met de beheerders maatgevende waterstanden vast. Hett gaat om een uitwerking van de veiligheidsnorm. Daarom wordt de bevoegdheid om maatgevende waterstanden vast te stellen bij Gedeputeerde Staten neergelegd.
In de Omgevingsverordening is nu nog geen regeling opgenomen voor de geluidproductieplafonds langs provinciale wegen en lokale spoorwegen en voor de geluidproductieplafonds voor industrieterreinen. Het delegatiebesluit legt de bevoegdheid om de provinciale wegen, lokale spoorwegen en industrieterreinen aan te wijzen waarvoor geluidproductieplafonds zullen worden vastgesteld bij Gedeputeerde Staten. Dat geldt ook voor de besluiten waarmee de geluidproductieplafonds zullen worden vastgesteld. Daarvoor is gekozen omdat het gaat om gedetailleerde, technische exercities waarmee Provinciale Staten niet belast hoeven te worden.
Ook de regels gericht op activiteiten die Gedeputeerde Staten op grond van het delegatiebesluit kunnen aanpassen en aanvullen, gaan over details die van belang zijn voor de uitvoering. Dat is zeker het geval bij de mogelijkheid die het delegatiebesluit biedt om nadere regels te stellen met uitvoeringstechnische, administratieve en meet- en rekenvoorschriften.
De regels van de Omgevingsverordening die voorzien in grondwaterbescherming kennen vrij gedetailleerde onderdelen die vastgelegd zijn in bijlagen. Voor de bijlagen met milieubelastende activiteiten, aanwijzingen voor lozing van afvloeiend hemelwater van wegen in grondwaterbeschermingszones en aanwijzingen voor mechanische ingrepen in grondwaterbeschermingsgebieden en boringsvrije zones biedt het delegatiebesluit de mogelijkheid om hier aanpassingen en aanvullingen in te doen als dat nodig is voor de bescherming van het grondwater. Het delegatiebesluit biedt verder de mogelijkheid om nog andere schadelijke stoffen aan te wijzen dan nu zijn opgenomen in bijlage XIX van het Besluit kwaliteit leefomgeving.
De regels van de Omgevingsverordening die voorzien in grondwaterbescherming kennen vrij gedetailleerde onderdelen die vastgelegd zijn in bijlagen. Voor de bijlagen met schadelijk stoffen, milieubelastende activiteiten en aanwijzingen voor mechanische ingrepen in grondwaterbeschermingsgebieden en boringsvrije zones biedt het delegatiebesluit de mogelijkheid om hier aanpassingen en aanvullingen in te doen als dat nodig is voor de bescherming van het grondwater.
In de Omgevingsverordening zijn de uitvoeringsregelingen die eerder door Gedeputeerde Staten voor provinciale wegen zijn vastgesteld al grotendeels geïntegreerd. Voor provinciale vaarwegen moet deze integratieslag nog plaatsvinden. Het is logisch om deze uitvoeringsgerichte regels door Gedeputeerde Staten te laten aanpassen en aanvullen.
In de instructieregels voor gemeentelijke omgevingsplannen wordt op sommige plekken verplicht tot onderzoek en afstemming. Het delegatiebesluit maakt het mogelijk om daar nadere eisen aan te stellen.
In de Omgevingsverordening zijn omgevingswaarden vastgesteld voor waterveiligheid en wateroverlast. Daarbij geldt de verplichting om te monitoren en gegevens te verzamelen zodat beoordeeld kan worden of de omgevingswaarden gerealiseerd worden. Het delegatiebesluit maakt het mogelijk om daar nadere regels over te stellen. Dat geldt ook voor de gegevensverzameling bij grondwateronttrekkingen.
De Omgevingswet maakt het mogelijk om de bevoegdheid om voorbereidingsbesluiten te nemen te delegeren aan Gedeputeerde Staten. De grondslag daarvoor is te vinden in artikel 4.15, vierde lid en artikel 4.16, vierde lid van de Omgevingswet. Voorbereidingsbesluiten worden genomen met het oog op de voorgenomen aanpassing van de Omgevingsverordening, een projectbesluit of een instructiebesluit. Het voorbereidingsbesluit bevat voorbeschermingsregels die ontwikkelingen kunnen voorkomen die het moeilijk maken om beleidsdoelen voor het gebied te realiseren. Als er aanleiding is om een voorbereidingsbesluit vast te stellen, moet dat besluit meestal snel genomen worden om onomkeerbare ontwikkelingen te voorkomen. Daarom legt het delegatiebesluit deze bevoegdheid bij Gedeputeerde Staten.