Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Overijssel

Delegatiebesluit Omgevingsverordening Overijssel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOverijssel
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingDelegatiebesluit Omgevingsverordening Overijssel
CiteertitelDelegatiebesluit Omgevingsverordening Overijssel
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpDelegatiebesluit Omgevingsverordening Overijssel

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 152 van de Provinciewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-12-2023nieuwe regeling

08-11-2022

prb-2023-15567

PS/2022/1108459

Tekst van de regeling

Intitulé

Delegatiebesluit Omgevingsverordening Overijssel

Besluit van Provinciale Staten van Overijssel van 8 november 2022, kenmerk PS/2022/1108459 tot het delegeren aan Gedeputeerde Staten van de bevoegdheid om delen van de Omgevingsverordening Overijssel vast te stellen en de voorbereidingsbesluiten te nemen die daarmee verband houden.

Provinciale Staten van Overijssel,

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Overijssel van 4 oktober 2022, kenmerk 1108459;

Gelet op artikel 2.8, artikel 4.15, vierde lid, en artikel 4.16, vierde lid, van de Omgevingswet;

Overwegende dat de Omgevingswet het mogelijk maakt om de bevoegdheid om delen van de Omgevingsverordening Overijssel vast te stellen en de voorbereidingsbesluiten te nemen die daarmee verband houden, te delegeren aan Gedeputeerde Staten;

Overwegende dat het gewenst is om van deze mogelijkheid gebruik te maken zodat de Omgevingsverordening hierdoor sneller en eenvoudiger aangepast kan worden met het oog op de uitvoering van het provinciaal beleid zoals dat in de Omgevingsvisie is vastgelegd;

Besluiten het Delegatiebesluit Omgevingsverordening Overijssel vast te stellen met de volgende inhoud:

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1 begripsbepalingen

De begripsbepalingen in artikel 1.1 van de Omgevingsverordening Overijssel zijn ook van toepassing op dit delegatiebesluit.

Artikel 1.2 toepassingsbereik

Dit besluit gaat over het delegeren door Provinciale Staten aan Gedeputeerde Staten van de bevoegdheid om delen van de Omgevingsverordening Overijssel vast te stellen en de voorbereidingsbesluiten te nemen die daarmee verband houden, voor zover Provinciale Staten niet alsnog besluiten deze onderdelen zelf vast te stellen als zij wijzigingen in de Omgevingsverordening aanbrengen.

Hoofdstuk 2 AANVULLEN EN AANPASSEN BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 2.1 aanvullen en aanpassen begripsbepalingen

Gedeputeerde Staten kunnen de begripsbepalingen in artikel 1.1 van de Omgevingsverordening aanpassen en aanvullen als dit nodig is voor de toepassing van de regels die in de Omgevingsverordening worden gesteld.

Hoofdstuk 3 GEOMETRISCHE BEGRENZING VAN LOCATIES EN WERKINGSGEBIEDEN

Artikel 3.1 aanpassing geometrische begrenzing locaties en werkingsgebieden

Gedeputeerde Staten kunnen de geometrische begrenzingen van locaties en werkingsgebieden in bijlage I van de Omgevingsverordening Overijssel wijzigen voor zover het gaat om ondergeschikte, uitvoeringstechnische of administratieve aanpassingen.

Artikel 3.2 aanpassing geometrische begrenzing grondwaterbeschermingsgebieden

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen de geometrische begrenzing van grondwaterbeschermingsgebieden aanpassen als er sprake is van:

    a. wijzigingen op perceelsniveau;

    b. verkleinen of opheffen van een grondwaterbeschermingsgebied bij (gedeeltelijke) sluiting van een drinkwaterwinning;

    c. verkleinen van een grondwaterbeschermingsgebied als sluiting van een drinkwaterwinning wordt voorzien;

    d. vergroten van een grondwaterbeschermingsgebied als de vergunde capaciteit van een drinkwaterwinning wordt uitgebreid, als de uitbreiding niet meer is dan 1 miljoen m3 grondwater per jaar.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten stellen eigenaren en gebruikers van de gronden in de gelegenheid om hun zienswijze naar voren te brengen over de voorgenomen aanpassing van de begrenzing.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten stelt de grondwateronttrekker in de gelegenheid om advies uit te brengen over de voorgenomen aanpassing van de begrenzing.

Artikel 3.3 aanpassing geometrische begrenzing Natuurnetwerk Nederland

Gedeputeerde Staten kunnen de geometrische begrenzing van het Natuurnetwerk Nederland aanpassen als dit nodig is door een aanpassing van het Natuurbeheerplan en andere provinciale besluiten die gericht zijn op het realiseren van het Natuurnetwerk Nederland en als de wezenlijke kenmerken en waarden, zoals vastgelegd in bijlage X van de Omgevingsverordening, worden behouden.

Artikel 3.4 aanpassing geometrische begrenzing beperkingengebieden provinciale wegen en vaarwegen

Gedeputeerde Staten kunnen de geometrische begrenzing van de beperkingengebieden provinciale wegen, de beperkingengebieden zicht op de weg en de beperkingengebieden provinciale vaarwegen aanpassen als dit nodig is voor een goede staat en de doelmatige en veilige werking van provinciale wegen en provinciale vaarwegen.

Hoofdstuk 4 CONCRETISERING VAN TAKEN EN BEVOEGDHEDEN

Artikel 4.1 concretisering van taken en bevoegdheden

Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels stellen om de taken en bevoegdheden te concretiseren zoals toegekend in:

  • -

    paragraaf 3.3.1 Omgevingsverordening (plichten houders zwemwaterlocaties)

  • -

    paragraaf 6.1.2 Omgevingsverordening (eisen faunabeheerplan)

  • -

    paragraaf 6.1.3 Omgevingsverordening (wildbeheereenheden)

  • -

    afdeling 5.3 Omgevingsverordening (beheer provinciale vaarwegen)

voor zover dit nodig is voor het doel waarvoor deze taken en bevoegdheden zijn toegekend.

Artikel 4.2 voortgang waterbeheerprogramma

Gedeputeerde Staten kunnen nadere voorschriften stellen over de vorm en inhoud van de voortgangsrapportage van het waterbeheerprogramma dat door waterschappen moet worden vastgesteld.

Artikel 4.3 vrijstelling leggerplicht

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen bepalen dat de leggerplicht van artikel 2.39 lid 1 van de Omgevingswet voor een bepaalde termijn niet van toepassing is op door het college aangewezen waterkeringen of onderdelen daarvan.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kunnen bepalen dat de leggerplicht als bedoeld in artikel 2.39 lid 1 van de Omgevingswet niet van toepassing is voor waterstaatswerken die zich naar hun aard of functie niet lenen voor omschrijving van ligging, vorm, afmeting en constructie.

Hoofdstuk 5 OMGEVINGSWAARDEN

Artikel 5.1 omgevingswaarden veiligheid regionale waterkeringen

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen na overleg met het bestuur van het waterschap de termijn aanpassen waarbinnen een dijktraject moet voldoen aan de omgevingswaarde regionale waterkeringen die voor dat dijktraject is opgenomen in bijlage III van de Omgevingsverordening Overijssel.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten stellen voor de beoordeling van de veiligheid van regionale waterkeringen de maatgevende waterstanden vast.

Artikel 5.2 omgevingswaarden wateroverlast

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen na overleg met het bestuur van het waterschap de gebiedscategorie aanpassen van gebieden waarvoor omgevingswaarden wateroverlast van toepassing zijn.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kunnen na overleg met het bestuur van het waterschap de termijn aanpassen waarbinnen in een gebied moet zijn voldaan aan de omgevingswaarde wateroverlast.

Artikel 5.3 geluidproductieplafonds provinciale wegen

  • 1.

    Gedeputeerde Staten wijzen wegen in beheer van de provincie en lokale spoorwegen aan waarvoor op grond van artikel 2.13 a Omgevingswet geluidproductieplafonds als omgevingswaarden moeten worden vastgesteld;

  • 2.

    Gedeputeerde Staten stellen bij besluit geluidproductieplafonds als omgevingswaarde vast aan weerszijden van de provinciale wegen en lokale spoorwegen die op grond van het eerste lid zijn aangewezen.

Artikel 5.4 geluidsproductieplafonds industrieterreinen

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen industrieterreinen aanwijzen waarvoor op grond van artikel 2.12a Omgevingswet geluidproductieplafonds als omgevingswaarden worden vastgesteld;

  • 2.

    Gedeputeerde Staten stellen bij besluit geluidproductieplafonds als omgevingswaarden vast voor industrieterreinen die op grond van het eerste lid zijn aangewezen.

Hoofdstuk 6 ACTIVITEITEN

Paragraaf 6.1 algemene bepalingen over activiteiten

Artikel 6.1 indieningsvereisten

Gedeputeerde Staten kunnen aanvullende indieningsvereisten stellen voor meldingen en omgevingsvergunningen voor activiteiten waarvoor regels zijn gesteld in hoofdstuk 3 van de Omgevingsverordening Overijssel als dat nodig is voor de beoordeling van aanvragen.

 

Paragraaf 6.2 uitvoeringstechnische, administratieve en meet- en rekenvoorschriften

Artikel 6.2 uitvoeringstechnische, administratieve en meet- en rekenvoorschriften

Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels stellen met uitvoeringstechnische, administratieve en meet- en rekenvoorschriften voor:

  • -

    het vellen van houtopstanden als bedoeld in paragraaf 3.5.1 (houtopstanden)

  • -

    fauna-activiteiten als bedoeld in paragraaf 3.5.2 (soortenbescherming);

  • -

    grondwaterbescherming als bedoeld in afdeling 4.8 (grondwaterbeschermingsgebieden);

  • -

    activiteiten in beperkingengebieden provinciale wegen, zicht op de weg en provinciale vaarwegen als bedoeld in afdeling 3.8 (mobiliteit);

  • -

    activiteiten in, op, onder of boven een gesloten stortplaats als bedoeld in paragraaf 3.9.1 (gesloten stortplaatsen)

  • -

    ontgrondingsactiviteiten als bedoeld in afdeling 3.10 (ondergrond);

voor zover dit nodig is voor het doel waarvoor deze regels voor activiteiten zijn gesteld.

Paragraaf 6.3 grondwaterbescherming

Artikel 6.3 schadelijke stoffen

Gedeputeerde Staten kunnen voor de toepassing van de Omgevingsverordening in aanvulling op de schadelijke stoffen die zijn aangewezen in bijlage XIX van het Besluit kwaliteit leefomgeving andere stoffen, vloeistoffen, preparaten of andere producten in welke vorm dan ook, aanwijzen als schadelijke stoffen.

Artikel 6.4 voorwaarden milieubelastende activiteiten in waterwingebieden, grondwaterbeschermingszones en boringsvrije zones

Gedeputeerde Staten kunnen de voorwaarden voor het toestaan van milieubelastende activiteiten in waterwingebieden, grondwaterbeschermingszones en boringsvrije zones zoals opgenomen in bijlage XI aanpassen en aanvullen als dit nodig is voor de bescherming van het grondwater.

Artikel 6.5 verboden bedrijven in grondwaterbeschermingszones

Gedeputeerde Staten kunnen de lijst met verboden bedrijven in grondwaterbeschermingszones zoals opgenomen in bijlage XII aanpassen en aanvullen als dit nodig is voor de bescherming van het grondwater.

Artikel 6.6 lozing afvloeiend hemelwater van wegen in grondwaterbeschermingszones

Gedeputeerde Staten kunnen de aanwijzingen voor lozing van afvloeiend hemelwater in grondwaterbeschermingszones zoals opgenomen in bijlage V, aanpassen en aanvullen als dit nodig is voor de bescherming van het grondwater.

Artikel 6.7 mechanische ingrepen in grondwaterbeschermingszones en boringsvrije zones

Gedeputeerde Staten kunnen de aanwijzingen voor uitvoering van mechanische ingrepen in grondwaterbeschermingszones en boringsvrije zones zoals opgenomen in bijlage VI aanpassen en aanvullen als dit nodig is voor de bescherming van het grondwater.

Paragraaf 6.4 mobiliteit

Artikel 6.8 regels voor aanduidingen

Gedeputeerde Staten kunnen de regels voor het plaatsen van aanduidingen binnen beperkingengebieden provinciale wegen aanpassen en aanvullen als dit nodig is voor de doelmatige en veilige werking van provinciale wegen.

Artikel 6.9 vergunningplichtige activiteiten beperkingengebied provinciale vaarwegen

Gedeputeerde Staten kunnen de regels voor vergunningplichtige activiteiten in beperkingengebieden provinciale vaarwegen aanpassen en aanvullen als dit nodig is voor de doelmatige en veilige werking van provinciale vaarwegen.

Artikel 6.10 meldplicht activiteiten beperkingengebied provinciale vaarwegen

Gedeputeerde Staten kunnen de regels voor meldplichtige activiteiten in beperkingengebieden provinciale vaarwegen aanpassen en aanvullen als dit nodig is voor de doelmatige en veilige werking van provinciale vaarwegen.

Artikel 6.11 bijlage XIV vaarwegdiepten provinciale vaarwegen en bijlage XV bedieningstijden bruggen en sluizen

Gedeputeerde Staten kunnen de vaarwegdiepten van provinciale vaarwegen en de bedieningstijden van bruggen en sluizen in provinciale vaarwegen aanpassen en aanvullen als dit nodig is voor de doelmatige en veilige werking van provinciale vaarwegen.

Hoofdstuk 7 INSTRUCTIEREGELS

Artikel 7.1 nadere eisen

Gedeputeerde Staten kunnen nadere eisen stellen aan:

  • -

    het actueel onderzoek woningbouw als bedoeld in artikel 4.16 (eisen actueel onderzoek woningbouw);

  • -

    regionale afstemming over volumineuze detailhandel met regionale effecten en grootschalige detailhandel met regionale effecten als bedoeld in paragraaf 4.5.2 (detailhandel);

  • -

    het actueel onderzoek bedrijventerreinen als bedoeld in artikel 4.25 (actueel onderzoek bedrijventerreinen);

  • -

    het compensatieplan dat vereist is bij afwijking van de instructieregels beschermingsregime Natuurnetwerk Nederland als bedoeld in artikel 4.63 (compensatieplan);

  • -

    de overstromingsrisicoparagraaf als bedoeld in artikel 4.90 (instructieregels overstroombaar gebied);

  • -

    het bodemonderzoek als bedoeld in artikel 4.117 (aanvullende eisen bodemonderzoek);

  • -

    het programma gebiedsgerichte aanpak grondwaterbeheer als bedoeld in artikel 4.120 (afwijking in kader van gebiedsgerichte aanpak);

als dit nodig is voor de doelen waarvoor de instructies zijn gesteld.

Hoofdstuk 8 PROCEDURES

(reservering)

Hoofdstuk 9 MONITORING EN INFORMATIE

Artikel 9.1 monitoring en gegevensverzameling omgevingswaarden regionale waterkeringen

Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels stellen voor de monitoring en gegevensverzameling voor de omgevingswaarden regionale waterkeringen.

Artikel 9.2 monitoring en gegevensverzameling omgevingswaarden wateroverlast

Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels stellen voor de monitoring en gegevensverzameling voor de omgevingswaarden wateroverlast.

Artikel 9.3 gegevensverzameling grondwateronttrekkingen

Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels stellen voor de gegevensverzameling bij grondwateronttrekkingen.

Hoofdstuk 10 VOORBEREIDINGSBESCHERMING

Artikel 10.1 voorbereidingsbesluit

Gedeputeerde Staten kunnen met het oog op de voorbereiding van het stellen van regels in de Omgevingsverordening Overijssel een voorbereidingsbesluit nemen als bedoeld in artikel 4.15 en 4.16 van de Omgevingswet als schadelijke effecten worden verwacht of gebleken is van een activiteit, die niet met de inzet van andere bevoegdheden van Gedeputeerde Staten kan worden voorkomen of tegengegaan.

Hoofdstuk 11 DIGITALISERING

Artikel 11.1 digitalisering

Gedeputeerde Staten kunnen de tekst en het kaartmateriaal van de Omgevingsverordening Overijssel aanpassen als dit nodig is om de Omgevingsverordening te kunnen publiceren volgens de standaarden die worden toegepast bij de Landelijke voorziening bekendmaken en beschikbaar stellen (LVBB).

Hoofdstuk 12 SLOTBEPALINGEN

Artikel 12.1 inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op het moment dat de Omgevingsverordening Overijssel in werking treedt.

Artikel 12.2 citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Delegatiebesluit Omgevingsverordening Overijssel.

 

Toelichting op het Delegatiebesluit Omgevingsverordening Overijssel

Artikel 2.8 van de Omgevingswet biedt de mogelijkheid dat Provinciale Staten de bevoegdheid om delen van de Omgevingsverordening vast te stellen delegeren aan Gedeputeerde Staten. Met dit delegatiebesluit maken Provinciale Staten van Overijssel van deze mogelijkheid gebruik.

Het besluit dat Gedeputeerde Staten bevoegd maakt om de Omgevingsverordening aan te passen en aan te vullen maakt geen onderdeel uit van de Omgevingsverordening, maar is een zelfstandig besluit waar tegen geen bezwaar en beroep openstaat.

In de Omgevingswet is er bewust voor gekozen om de delegatie van bevoegdheden aan Gedeputeerde Staten niet langer te regelen in de Omgevingsverordening zelf, maar in een apart besluit. De regels die Gedeputeerde Staten vervolgens stellen op basis van het delegatiebesluit blijven juist niet staan in aparte besluiten, maar worden ingevoegd in de Omgevingsverordening die door Provinciale Staten is vastgesteld. Daardoor is verzekerd dat onder de Omgevingswet alle provinciale regels voor de fysieke leefomgeving te vinden zijn in één (digitaal) document.

De regels die Gedeputeerde Staten vaststellen op basis van het delegatiebesluit worden dus opgenomen in de Omgevingsverordening. Deze regels zullen in de Omgevingsverordening niet apart gemarkeerd worden, omdat het voor de werking van deze regels niet uitmaakt of ze door Provinciale Staten of door Gedeputeerde Staten zijn gesteld.

De bevoegdheid die aan Gedeputeerde Staten wordt toegekend om onderdelen van de Omgevingsverordening aan te passen en aan te vullen, is voor een deel een voortzetting van de mogelijkheden om nadere eisen te stellen die in de eerdere Omgevingsverordening waren opgenomen.

In het delegatiebesluit zijn vooral bevoegdheden opgenomen om aanpassingen en aanvullingen te doen op regels die uitvoeringsgericht zijn. Zoals de mogelijkheid om begripsbepalingen aan te passen als die in de praktijk niet goed blijken te werken. Of de mogelijkheid om geometrische begrenzingen aan te passen als die niet meer blijken te kloppen. Ook de bevoegdheden om taken en bevoegdheden te concretiseren is ingestoken vanuit ervaringen die in de praktijk worden opgedaan met opdrachtomschrijvingen in de Omgevingsverordening die in sommige omstandigheden te abstract kunnen blijken te zijn.

De Omgevingsverordening regelt al voor diverse onderwerpen aanvullende indieningsvereisten voor meldingen en omgevingsvergunningen. Voor het aanpassen van de indieningsvereisten geldt dat het voor de hand ligt om dit bij Gedeputeerde Staten te leggen, omdat het gaat om meldingen en aanvragen van vergunningen die bij het college gedaan moeten worden.

Met het delegatiebesluit kan ook flexibiliteit worden geboden voor het nieuwe instrument ‘omgevingswaarde’, waarmee de komende jaren ervaring opgedaan zal worden. Voor de verplichte omgevingswaarden die nu al in de Omgevingsverordening zijn opgenomen voor veiligheid regionale waterkeringen en wateroverlast biedt het delegatiebesluit ruimte aan Gedeputeerde Staten om in afstemming met de waterschappen de termijn bij te stellen waarop aan de omgevingswaarden moet zijn voldaan. Ook maakt het delegatiebesluit het mogelijk op verzoek van waterschappen gebiedsaanduidingen aan te passen.

Om de abstracte normen voor (delen van) de verschillende waterkeringen voor de dagelijkse praktijk te operationaliseren, stelt de provincie in overleg met de beheerders maatgevende waterstanden vast. Hett gaat om een uitwerking van de veiligheidsnorm. Daarom wordt de bevoegdheid om maatgevende waterstanden vast te stellen bij Gedeputeerde Staten neergelegd.

In de Omgevingsverordening is nu nog geen regeling opgenomen voor de geluidproductieplafonds langs provinciale wegen en lokale spoorwegen en voor de geluidproductieplafonds voor industrieterreinen. Het delegatiebesluit legt de bevoegdheid om de provinciale wegen, lokale spoorwegen en industrieterreinen aan te wijzen waarvoor geluidproductieplafonds zullen worden vastgesteld bij Gedeputeerde Staten. Dat geldt ook voor de besluiten waarmee de geluidproductieplafonds zullen worden vastgesteld. Daarvoor is gekozen omdat het gaat om gedetailleerde, technische exercities waarmee Provinciale Staten niet belast hoeven te worden.

Ook de regels gericht op activiteiten die Gedeputeerde Staten op grond van het delegatiebesluit kunnen aanpassen en aanvullen, gaan over details die van belang zijn voor de uitvoering. Dat is zeker het geval bij de mogelijkheid die het delegatiebesluit biedt om nadere regels te stellen met uitvoeringstechnische, administratieve en meet- en rekenvoorschriften.

De regels van de Omgevingsverordening die voorzien in grondwaterbescherming kennen vrij gedetailleerde onderdelen die vastgelegd zijn in bijlagen. Voor de bijlagen met milieubelastende activiteiten, aanwijzingen voor lozing van afvloeiend hemelwater van wegen in grondwaterbeschermingszones en aanwijzingen voor mechanische ingrepen in grondwaterbeschermingsgebieden en boringsvrije zones biedt het delegatiebesluit de mogelijkheid om hier aanpassingen en aanvullingen in te doen als dat nodig is voor de bescherming van het grondwater. Het delegatiebesluit biedt verder de mogelijkheid om nog andere schadelijke stoffen aan te wijzen dan nu zijn opgenomen in bijlage XIX van het Besluit kwaliteit leefomgeving.

De regels van de Omgevingsverordening die voorzien in grondwaterbescherming kennen vrij gedetailleerde onderdelen die vastgelegd zijn in bijlagen. Voor de bijlagen met schadelijk stoffen, milieubelastende activiteiten en aanwijzingen voor mechanische ingrepen in grondwaterbeschermingsgebieden en boringsvrije zones biedt het delegatiebesluit de mogelijkheid om hier aanpassingen en aanvullingen in te doen als dat nodig is voor de bescherming van het grondwater.

In de Omgevingsverordening zijn de uitvoeringsregelingen die eerder door Gedeputeerde Staten voor provinciale wegen zijn vastgesteld al grotendeels geïntegreerd. Voor provinciale vaarwegen moet deze integratieslag nog plaatsvinden. Het is logisch om deze uitvoeringsgerichte regels door Gedeputeerde Staten te laten aanpassen en aanvullen.

In de instructieregels voor gemeentelijke omgevingsplannen wordt op sommige plekken verplicht tot onderzoek en afstemming. Het delegatiebesluit maakt het mogelijk om daar nadere eisen aan te stellen.

In de Omgevingsverordening zijn omgevingswaarden vastgesteld voor waterveiligheid en wateroverlast. Daarbij geldt de verplichting om te monitoren en gegevens te verzamelen zodat beoordeeld kan worden of de omgevingswaarden gerealiseerd worden. Het delegatiebesluit maakt het mogelijk om daar nadere regels over te stellen. Dat geldt ook voor de gegevensverzameling bij grondwateronttrekkingen.

De Omgevingswet maakt het mogelijk om de bevoegdheid om voorbereidingsbesluiten te nemen te delegeren aan Gedeputeerde Staten. De grondslag daarvoor is te vinden in artikel 4.15, vierde lid en artikel 4.16, vierde lid van de Omgevingswet. Voorbereidingsbesluiten worden genomen met het oog op de voorgenomen aanpassing van de Omgevingsverordening, een projectbesluit of een instructiebesluit. Het voorbereidingsbesluit bevat voorbeschermingsregels die ontwikkelingen kunnen voorkomen die het moeilijk maken om beleidsdoelen voor het gebied te realiseren. Als er aanleiding is om een voorbereidingsbesluit vast te stellen, moet dat besluit meestal snel genomen worden om onomkeerbare ontwikkelingen te voorkomen. Daarom legt het delegatiebesluit deze bevoegdheid bij Gedeputeerde Staten.

Provinciale Staten van Overijssel

Voorzitter

Griffier