Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vlaardingen

Verordening nadeelcompensatie Vlaardingen 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVlaardingen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening nadeelcompensatie Vlaardingen 2024
CiteertitelVerordening nadeelcompensatie Vlaardingen 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Algemene Verordening Nadeelcompensatie Vlaardingen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

14-12-2023

gmb-2023-556192

1947885

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening nadeelcompensatie Vlaardingen 2024

Besluit van de gemeenteraad van Vlaardingen

 

De gemeenteraad van Vlaardingen,

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 oktober 2023;

 

Gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet, titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 15.1 van de op 1 januari 2024 in werking tredende Omgevingswet;

 

Overwegende dat:

  • het wenselijk is een nieuwe Verordening nadeelcompensatie vast te stellen om aanvragen om schadevergoeding volgens een vaste procedure in behandeling te kunnen nemen;

  • een Verordening nadeelcompensatie zorgt voor meer eenduidigheid en overzichtelijkheid in het nadeelcompensatierecht;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening nadeelcompensatie Vlaardingen 2024

Artikel 1. Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze Verordening nadeelcompensatie heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4:126 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), waarvan de aanvrager stelt dat die wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente.

  • 2.

    Deze Verordening nadeelcompensatie heeft geen betrekking op aanvragen om schadevergoeding waarop een bijzondere regeling van toepassing is, zoals onder andere de Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Vlaardingen’.

Artikel 2. Heffen recht

  • 1.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om schadevergoeding wordt een recht van € 300,-geheven.

  • 2.

    Het college kan dit artikel buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing - gelet op het belang van het recht op schadevergoeding - zal leiden tot een onvoorzien of onredelijk benadelend gevolg. Het dan verlaagde recht zal € 50,- bedragen.

Artikel 3. Aanvraag

  • 1.

    De aanvrager van schadevergoeding maakt gebruik van een door het college vastgesteld (elektronisch) formulier.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 4:127 Awb bevat een aanvraag mede:

    • a.

      als het schade betreft wegens winst- of inkomstenderving: door een accountant gewaarmerkte jaarrekening over het jaar waarin schade is geleden en voor zover redelijkerwijs beschikbaar de drie daaraan voorafgaande jaren en de aanslagen vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting;

    • b.

      als het schade betreft wegens gederfde huurinkomsten: een afschrift van de huurovereenkomst of gebruiksovereenkomst en een eigendomsakte;

    • c.

      als het schade betreft wegens lagere opbrengst bij de verkoop van een bedrijf of een onroerende zaak: een kopie van de eigendomsakte van de onroerende zaak, dan wel – als het de verkoop van een bedrijf betreft – van een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

  • 3.

    De aanvrager overlegt bij zijn aanvraag stukken ter onderbouwing van het gestelde geleden nadeel en onderbouwt daarbij het oorzakelijk verband tussen het handelen van het bestuursorgaan en de geleden schade.

Artikel 4. Delegatie Beslissingsbevoegdheid

Als de aanvraag om schadevergoeding betrekking heeft op schade, waarvan de aanvrager stelt dat deze wordt veroorzaakt door de gemeenteraad, beslist het college op die aanvraag.

Artikel 5. Adviescommissie

  • 1.

    Het college wint slechts advies in bij een adviescommissie voor zover dat naar zijn oordeel noodzakelijk is om op de aanvraag om schadevergoeding te kunnen beslissen.

  • 2.

    Advies als bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval niet ingewonnen als:

    • a.

      de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan kennelijk ongegrond is, omdat zich kennelijk een weigeringsgrond voordoet als bedoeld in artikel 4:126, tweede lid, van de Awb;

    • b.

      de schade kennelijk niet kan worden toegerekend aan een door het bestuursorgaan genomen besluit of verrichte handeling;

    • c.

      de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan voldoende gelijkenis vertoont met andere aanvragen waarvoor al advies is uitgebracht;

    • d.

      de schadevergoeding kennelijk minder bedraagt dan € 750,--; of

    • e.

      naar het oordeel van het bestuursorgaan in de gemeentelijke organisatie voldoende deskundigheid voor de beoordeling van de aanvraag aanwezig is.

  • 3.

    Een adviescommissie bestaat uit één of meer deskundigen.

  • 4.

    Een adviescommissie kan worden benoemd als:

    • a.

      vaste commissie, waarbij de leden door burgemeester en wethouders voor een termijn van maximaal vier jaar worden benoemd met de mogelijkheid tot herbenoeming voor maximaal vier jaar; of

    • b.

      tijdelijke commissie voor advisering met betrekking tot één of meer aanvragen, door het bestuursorgaan dat de aanvragen behandelt.

Artikel 6. Procedure

  • 1.

    Als advies wordt ingewonnen bij een adviescommissie, informeert het bestuursorgaan de aanvrager en belanghebbende hieromtrent.

  • 2.

    Bij de toepassing van de artikelen 4:7 en 4:8 Awb wordt in ieder geval naast de aanvrager voor zover van toepassing betrokken:

    • a.

      degene die de activiteit verricht en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid, van de Omgevingswet is gesloten; en

    • b.

      als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet, de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht, tenzij:

      • 1°.

        de schadevergoeding redelijkerwijze voor rekening behoort te blijven van het bestuursorgaan; of

      • 2°.

        de schadevergoeding voldoende op een andere manier is verzekerd.

Artikel 7. Uitbetaling

Bij geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding, wordt de toegewezen schadevergoeding uiterlijk voldaan zo spoedig mogelijk na het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag.

Artikel 8. Aanvaraag voorschot

  • 1.

    Het bestuursorgaan kan, vooruitlopend op de beslissing op een aanvraag om schadevergoeding, een voorschot verlenen mits redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een verplichting tot betaling zal worden vastgesteld.

  • 2.

    De artikelen 4:95 en 4:96 Awb zijn op dit voorschot van toepassing.

Artikel 9. Intrekking oude regeling

De Algemene Verordening Nadeelcompensatie Vlaardingen, vastgesteld in 2013, wordt ingetrokken.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze Verordening nadeelcompensatie treedt in werking op hetzelfde moment als titel 4.5 Awb.

  • 2.

    Deze Verordening nadeelcompensatie wordt aangehaald als: Verordening nadeelcompensatie Vlaardingen 2024.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Vlaardingen, gehouden op 14 december 2023.

De griffier,

I.L.J.C. Konings LLB MA

De voorzitter,

drs. B. Wijbenga - van Nieuwenhuizen

Toelichting bij Verordening nadeelcompensatie Vlaardingen 2024

Artikel 1. Toepassingsbereik

In de Verordening nadeelcompensatie Vlaardingen 2024 (hierna: Verordening nadeelcompensatie) is ervan uitgegaan dat aanvragen om schadevergoeding waarop een bijzondere regeling van toepassing is, geen onderdeel uitmaken van het toepassingsbereik van deze Verordening nadeelcompensatie. Dat betreffen regelingen voor een specifiek onderwerp, zoals kabels en leidingen, of een specifiek project van publiek belang binnen de gemeente, waaromtrent voor wat betreft nadeelcompensatie aparte beleidsregels worden vastgesteld. Bij complexere projecten waarbij meerdere overheden betrokken zijn, kan ervoor gekozen worden om één loket voor het afhandelen van aanvragen om schadevergoeding in te richten (schadeloket)

 

Artikel 2. Heffen recht

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om schadevergoeding wordt een recht geheven. De figuur van de heffing is in artikel 4:128 van de Awb geïntroduceerd om te voorkomen dat er al te lichtvaardig wordt overgegaan tot indiening van een aanvraag om schadevergoeding. Het recht bedraagt € 300,-. Het college krijgt de beleidsvrijheid om dit artikel buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken in die gevallen dat het belang van het recht op schadevergoeding zal leiden tot een onvoorzien of onredelijk benadelend gevolg. Het dan te betalen bedrag is € 50,-.

 

Artikel 3. Aanvraag

Hoewel in de Awb al verschillende aanvraagvereisten zijn genoemd, is dit artikel opgenomen omdat het de aanvrager informeert welke stukken verder nog nodig zijn voor de behandeling van zijn aanvraag.

 

Artikel 4. Delegatie beslissingsbevoegdheid

Het college is belast met het dagelijks bestuur van de gemeente. Het beslissen op individuele aanvragen past bij dit dagelijks bestuur.

 

Artikel 5. Adviescommissie

Het heeft voor eenvoudige gevallen de voorkeur om aanvragen om schadevergoeding snel, en dus zonder adviescommissie, af te handelen. Dit ook in verband met de kosten voor het instellen van een adviescommissie, in verhouding tot het uit te betalen bedrag. Het uitgangspunt dat bij het opstellen van deze Verordening nadeelcompensatie is gehanteerd, is dan ook dat in het ambtelijk apparaat van het college deskundigheid aanwezig is om eenvoudige aanvragen om schadevergoeding te kunnen beoordelen. Tevens is het mogelijk dat in de toekomst er regionale samenwerking wordt gezocht om expertise te bundelen in bijvoorbeeld een regionale adviesorganisatie.

In de Verordening nadeelcompensatie is het uitgangspunt dat alleen extra deskundigheid wordt ingeschakeld voor zover dat naar het oordeel van het bestuursorgaan noodzakelijk is om op de aanvraag te beslissen. Indien dit nodig wordt geacht, wordt via een adviseur deskundigheid betrokken bij de behandeling van een aanvraag.

 

In het tweede lid, onder d, is een bedrag ingevuld dat als bagateldrempel fungeert. Met een dergelijke drempel hoeft geen advies te worden ingewonnen bij aanvragen tot vergoeding van heel kleine schadebedragen. Dat wil zeggen dat schade beneden deze bagateldrempel niet voor vergoeding in aanmerking komt. De aanvragen hoeven dus niet in behandeling te worden genomen en de betreffende claims kunnen direct worden afgewezen. Voor de bagateldrempel is gekeken naar die van Rijkswaterstaat.

 

De Verordening nadeelcompensatie bevat in het vierde lid twee opties voor het benoemen van de adviescommissie, namelijk:

 

  • a.

    benoemen voor een termijn van maximaal vier jaar waarna mogelijkheid bestaat tot herbenoeming (vaste commissie), of

  • b.

    benoemen van een tijdelijke adviescommissie voor advisering met betrekking tot één of meerdere specifieke aanvragen.

In beide gevallen vormen de adviseurs een adviescommissie als bedoeld in artikel 4:130 Awb. Dat betekent dat de beslistermijn voor zover advies wordt ingewonnen bij de behandeling van een aanvraag om schadevergoeding zes maanden is. Die termijn kan eenmaal met ten hoogste zes maanden worden verdaagd (artikel 4:130 Awb). De Verordening nadeelcompensatie biedt ook de mogelijkheid om één deskundige als commissie te benoemen, dit kan een natuurlijk persoon of rechtspersoon zijn. Dit is met name gedaan om mogelijk te maken dat een onafhankelijk bureau wordt benoemd als adviescommissie, hetgeen in de praktijk gebruikelijk is.

 

Artikel 6. Procedure

In de Verordening nadeelcompensatie is de procedurebehandeling niet opgenomen, aangezien de procedure en bijbehorende beslistermijnen uitputtend is geregeld in de Awb. Om houvast te bieden in het proces voor het afhandelen van aanvragen om schadevergoeding is in onderstaand schema opgenomen uit welke stappen het gemeentelijke besluitvormingsproces grofweg bestaat (de punten onder 3 tot en met 7 worden alleen doorlopen als een adviescommissie wordt ingeschakeld):

 

  • 1.

    (Voorlopige) toets ontvankelijkheid (gegevens en bescheiden en heffing);

  • 2.

    In behandeling nemen aanvraag Bijlage 1/4 bij VNG-ledenbrief, mei 2021;

  • 3.

    Opdrachtverlening voor advisering;

  • 4.

    Adviseur stelt aanvrager, het bestuursorgaan en in voorkomend geval de derde-belanghebbende voor zover dat nodig wordt geacht in de gelegenheid om een toelichting of reactie te geven op de aanvraag;

  • 5.

    Adviseur maakt, voor zover bovenstaande toelichting mondeling is gegeven, een verslag van die toelichting;

  • 6.

    Adviseur beoordeelt of de situatie ter plaatse zal worden opgenomen. Datum en tijdstip worden afgestemd met de aanvrager en belanghebbende;

  • 7.

    De adviseur kan verzoeken om aanvullende gegevens en bescheiden. De beslistermijn wordt aangehouden totdat deze gegevens en bescheiden zijn ontvangen (artikel 4:5 Awb);

  • 8.

    Advies wordt verwerkt in conceptadvies en conceptbesluit;

  • 9.

    Toezenden conceptadvies en conceptbesluit aan aanvrager en belanghebbende;

  • 10.

    Reactietermijn aanvrager en belanghebbende;

  • 11.

    Verwerken zienswijzen aanvrager en belanghebbende;

  • 12.

    Vaststellen definitief besluit.

Het is in Vlaardingen gebruikelijk om met een initiatiefnemer (degene die op grond van artikel 13.3c Ow de activiteit verricht) een schadevergoedingsovereenkomst te sluiten. Op grond daarvan komt de door het bestuursorgaan toe te kennen schadevergoeding en de daarmee samenhangende kosten geheel of gedeeltelijk voor rekening van de initiatiefnemer. Als met een initiatiefnemer een schadevergoedingsovereenkomst is gesloten, op grond waarvan de kosten van schadevergoeding voor rekening van initiatiefnemer komt, wordt initiatiefnemer als belanghebbende betrokken.

 

Artikel 7. Uitbetaling

Uitbetaling kan ook in natura geschieden.

 

Artikel 8. Aanvraag voorschot

Wanneer sprake is van bijzondere omstandigheden, kan het bestuursorgaan vooruitlopend op de beslissing op een aanvraag om schadevergoeding, een voorschot verlenen als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een verplichting tot betaling zal worden vastgesteld. Als bijzondere omstandigheden kunnen bijvoorbeeld worden aangemerkt de situatie dat de aanvrager als gevolg van het rechtmatige overheidsbesluit in een faillissementssituatie terecht is gekomen. Het uitkeren van een voorschot kan in sommige gevallen schadebeperkend werken.

 

Artikel 9. Intrekking oude regeling

In dit artikel wordt het intrekken van de oude regeling geregeld. Daarbij is van belang dat het overgangsrecht op wetsniveau is geregeld en dus niet in de Verordening nadeelcompensatie wordt opgenomen. Met de inwerkingtreding van de Verordening nadeelcompensatie, wordt de Algemene Verordening Nadeelcompensatie Vlaardingen ingetrokken.

 

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

De Awb, al dan niet in combinatie met de Ow, bevat regels voor de afwikkeling van aanvragen om schadevergoeding (titel 4.5 Awb). Zo bevat de regeling in de Awb procedureregels (bijvoorbeeld beslistermijnen voor het afhandelen van die aanvragen. Ook zijn regels opgenomen over de maximale hoogte van het te heffen recht voor het in behandeling nemen van aanvragen. Deze regelingen zijn grotendeels uitputtend bedoeld. Slechts over enkele onderwerpen is het tot op zekere hoogte mogelijk om aanvullende regels op te nemen in een gemeentelijke verordening. Die onderwerpen zijn uitgewerkt in deze Verordening nadeelcompensatie. Vandaar dat de inwerkingtreding van de Verordening nadeelcompensatie gelijkloopt met de inwerkingtreding van titel 4.5 Awb en de Omgevingswet.