Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Vaststelling van de Verordening bedrijveninvesteringszone Eigenaren Den Haag Centrum 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVaststelling van de Verordening bedrijveninvesteringszone Eigenaren Den Haag Centrum 2024
CiteertitelVerordening bedrijveninvesteringszone Eigenaren Den Haag Centrum Den Haag 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp13/2023
Externe bijlageRaadsvoorstel

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones
  2. artikel 2 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones
  3. artikel 3 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones
  4. artikel 4 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones
  5. artikel 5 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones
  6. artikel 6 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones
  7. artikel 7 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones
  8. artikel 8 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones
  9. artikel 9 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones
  10. artikel 10 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones
  11. artikel 11 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024Nieuwe regeling

20-12-2023

gmb-2023-556189

RIS317074

Tekst van de regeling

Intitulé

Vaststelling van de Verordening bedrijveninvesteringszone Eigenaren Den Haag Centrum 2024

 

De raad van de gemeente Den Haag,

 

gezien het voorstel van het college van 14 november 2023,

 

gelet op:

- de Wet op de bedrijveninvesteringszones, en

- de tussen de gemeente Den Haag en de stichting BIZ Eigenaren Den Haag Centrum gesloten Uitvoeringsovereenkomst 2024-2028,

 

besluit vast te stellen de Verordening bedrijveninvesteringszone Eigenaren Den Haag Centrum 2024:

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

-

bedrijveninvesteringszone Eigenaren Den Haag Centrum:

het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het gebied omvat de volgende straten en huisnummers: Spui 1 tot en met 65 (oneven nummers), 2 tot en met 50 (even nummers), Gedempte Gracht 62 tot en met 88 (even nummers), Hofweg, Buitenhof, Grote Halstraat 3 tot en met 9 (oneven nummers), Dagelijkse Groenmarkt 1 tot en met 37 (oneven nummers) en 2 tot en met 36 (even nummers), Schoolstraat, Grote Markt, Grote Markstraat, Vlamingstraat, Nieuwstraat, Raamstraat, Achter Raamstraat, Spuistraat, Venestraat, Wagenstraat 2 tot en met 16 (even nummers) en 1 tot en met 63 (oneven nummers), Voldersgracht 42, Passage, 1e Haagpoort 25, Achterom, Kettingstraat, Gortstraat, Haagsche Bluf, Gravenstraat 1 tot en met 5 (oneven nummers), Visbanken en Weversplaats.

-

college:

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;

-

perceptiekosten:

kosten die de gemeente moet maken voor de heffing en invordering van de BIZ-bijdrage;

-

uitvoeringsovereenkomst:

tussen de gemeente Den Haag en de Stichting BIZ Eigenaren Den Haag Centrum gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;

-

stichting:

de Stichting BIZ Eigenaren Den Haag Centrum;

-

wet:

de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

-

WOZ:

de Wet waardering onroerende zaken.

 

Hoofdstuk 2 Belastingbepalingen

 

 

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam BIZ-bijdrage wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid of veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

 

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt gedurende een periode van vijf jaar jaarlijks geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone op de begane grond gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen en niet in gebruik zijn als opslagruimte, trafohuisje, geldautomaat of toiletgebouw.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven van degenen die bij het begin van het kalenderjaar in de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken het genot hebben krachtens eigendom, bezit, beperkt recht.

  • 3.

    Voor de toepassing van het tweede lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

 

Artikel 4 Belastingobject

  • 1.

    Voorwerp van de belasting is een onroerende zaak.

  • 2.

    Als een onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de WOZ, die niet in hoofdzaak tot woning dient.

  • 3.

    Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning, indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de WOZ is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak, die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

 

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de WOZ voor het belastingobject vastgestelde waarde voor het belastingjaar 2024 (waardepeildatum 1 januari 2023).

  • 2.

    Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf wordt buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

  • 3.

    De heffingsmaatstaf als bedoeld in het eerste lid geldt voor de gehele in artikel 3, eerste lid genoemde periode.

  • 4.

    Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de WOZ wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de WOZ, met dien verstande dat de waardepeildatum 1 januari 2023 is.

  • 5.

    In afwijking van het eerste en het derde lid wordt de BIZ-bijdrage van een onroerende zaak, die binnen de bedrijveninvesteringszone gedurende de in artikel 3, eerste lid, genoemde periode nieuw tot stand is gekomen, geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de WOZ voor de onroerende zaak vastgestelde waarde vanaf het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de onroerende zaak in gebruik is genomen overeenkomstig zijn beoogde bestemming.

 

Artikel 6 Belastingtarief

De BIZ-bijdrage per jaar bedraagt bij een WOZ-waarde van:

 

a.

€ 0 tot € 500.000:

€ 150

b.

€ 500.000 tot € 1.500.000:

€ 250

c.

€ 1.500.000 en hoger:

€ 350

 

Artikel 7 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in twaalf gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

 

Artikel 9 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

 

Hoofdstuk 3 Subsidiebepalingen

 

 

Artikel 10 Algemeen

  • 1.

    De Stichting BIZ Eigenaren Den Haag Centrum wordt aangewezen als de stichting als bedoeld in artikel 7 van de wet, waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht is gesloten, waarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt verplicht moeten worden verricht.

  • 2.

    Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020 niet van toepassing.

 

Artikel 11 Subsidieverlening

  • 1.

    Het college verleent jaarlijks aan de stichting subsidie voor de uitvoering van de activiteiten, die zijn opgenomen in de met deze stichting gesloten uitvoeringsovereenkomst. De subsidie wordt verleend op een daartoe gedane aanvraag, die vergezeld moet gaan van de in de uitvoeringsovereenkomst genoemde stukken.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen, verminderd met de daarmee samenhangende perceptiekosten. Deze perceptiekosten bedragen 2,1% van de (begrote) opbrengst.

 

Artikel 12 Voorschot

Het college verleent de stichting jaarlijks een voorschot op de subsidie. Het voorschot bedraagt 90% van het voor dat jaar te verlenen subsidiebedrag.

 

Artikel 13 Subsidievaststelling

  • 1.

    De stichting is verplicht jaarlijks uiterlijk 1 april na afloop van het hieraan voorafgaande subsidiejaar, de in de uitvoeringsovereenkomst genoemde stukken te overleggen.

  • 2.

    Het college stelt de subsidie jaarlijks vast, uiterlijk 12 weken na ontvangst van het jaarverslag.

 

Artikel 14 Melding van relevante wijzigingen

  • 1.

    De stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie.

  • 2.

    De stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van een wijziging van de statuten, dan wel van een verandering of beëindiging van activiteiten.

 

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

 

 

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening bedrijveninvesteringszone Eigenaren Den Haag Centrum treedt in werking op 1 januari 2024, nadat van voldoende steun, als bedoeld in artikel 4 van de wet, is gebleken.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing op grond van deze verordening is 1 januari 2024.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bedrijveninvesteringszone Eigenaren Den Haag Centrum Den Haag 2024.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2023.

De griffier, Lilianne Blankwaard-Rombouts en de voorzitter, Jan van Zanen