| Overheidsorganisatie | Gemeente Leeuwarden |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Procedureverordening Planschadevergoeding 2001 |
| Citeertitel | Procedureverordening Planschadevergoeding 2001 |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | algemeen |
| Eigen onderwerp |
Geen.
Wet op de Ruimtelijke Ordening, art. 49
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 11-04-2001 | 16-06-2011 | nieuwe regeling | 19-03-2001 Huis aan Huis; 4 april 2001 | 3835 |
Verordening ter regeling van
de procedure bij toepassing
van artikel 49 van de Wet op
de Ruimtelijke Ordening
(Rb. 19-03-2001, nr. 3835)
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
| artikel 49 | : | artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; |
| commissie | : | de schadebeoordelingscommissie als bedoeld in artikel 5 van deze verordening; |
| aanvrager | : | de belanghebbende als bedoeld in artikel 49 die een aanvraag om toekenning van schadevergoeding heeft ingediend. |
1. Indien een belanghebbende meent dat het in artikel 49 bepaalde op hem van toepassing is, kan hij een gemotiveerde schriftelijke aanvraag om toekenning van schadevergoeding indienen bij de gemeenteraad.
2. De aanvraag wordt ondertekend en bevat ten minste:
de naam en het adres van de aanvrager;
de dagtekening;
een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd;
een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de schade.
3. De hoogte van het schadebedrag moet aannemelijk worden gemaakt door een bij de aanvraag te voegen rapport van een registermakelaar/-taxateur.
4. Indien een aanvraag om toekenning van schadevergoeding geheel of gedeeltelijk wordt gehonoreerd, worden de kosten van het in het derde bedoelde lid bedoelde rapport terugbetaald.
1. Indien de aanvraag om schadevergoeding kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is, kan de gemeenteraad het verzoek om schadevergoeding binnen acht weken weigeren, zonder toepassing te geven aan artikel 4 en volgende.
2. De in het voorgaande lid genoemde termijn kan door de gemeenteraad eenmaal met ten hoogste acht weken worden verlengd.
3. Het met redenen omklede besluit, als bedoeld in het eerste lid, wordt de aanvrager zo spoedig mogelijk toegezonden.
1. Indien uit onderzoek blijkt, dat het bepaalde in het eerste lid van artikel 3 niet van toepassing is, geven burgemeester en wethouders namens de gemeenteraad aan de commissie, onder toezending van de aanvraag, opdracht terzake advies uit te brengen.
2. De ingekomen aanvraag wordt voor de raad ter inzage gelegd.
1. De schadebeoordelingscommissie is als regel de door de gemeenteraad benoemde schadebeoordelingscommissie.
2.
De commissie bestaat uit drie leden, onafhankelijk van het gemeentebestuur, en geen deel uitmakend van de gemeentelijke organisatie.
De commissie wordt zodanig samengesteld dat zowel juridische als financieel-economische deskundigheid binnen de commissie aanwezig is.
De leden van de commissie, en hun plaatsvervangers, worden telkens voor een periode van drie jaar door de gemeenteraad benoemd.
Aan de commissie wordt een ambtelijk secretaris toegevoegd.
3. Het college van burgemeester en wethouders kan in voorkomende gevallen, in overleg met de in het eerste lid van dit artikel bedoelde commissie, tot schade beoordelings commissie benoemen een onafhankelijk extern bureau, dat gespecialiseerd is in planschade beoordelingen.
1. De commissie hoort zowel de aanvrager en/of zijn gemachtigde, als één of meer vertegenwoordigers van de gemeente.
2. Van de mondelinge uiteenzetting door de aanvrager en/of zijn gemachtigde en door de vertegenwoordiger(s) van de gemeente, wordt door de commissie een verslag gemaakt dat binnen vier weken na de hoorzitting wordt toegezonden aan de aanvrager en de gemeente.
3. De commissie bezichtigt ter plaatse de situatie van de, volgens de aanvrager, schadeveroorzakende planologische maatregel.
1. De commissie gaat allereerst na, of naar haar mening de aanvrager ten gevolge van de gevallen als bedoeld in artikel 49 schade lijdt of zal lijden, welke redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven.
2. Leidt dit onderzoek tot een bevestigende beantwoording, dan berekent de commissie de ten laste van de aanvrager blijvende schade, en de schade die voor rekening van de gemeente komt en de daarvoor te betalen billijke schadevergoeding.
1. De commissie streeft er naar het schriftelijke advies aan de gemeenteraad uit te brengen binnen 16 weken na verzending van de opdracht als bedoeld in het eerste lid van artikel 4.
2. Burgemeester en wethouders zenden een afschrift van het advies van de commissie zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk vier weken vóór de behandeling in de gemeenteraad, toe aan de aanvrager.
3. De aanvrager wordt in de gelegenheid gesteld - schriftelijk of mondeling - eventuele opmerkingen naar aanleiding van het advies van de commissie in te dienen vóór de behandeling in de gemeenteraad.
1. De gemeenteraad beslist over de aanvraag binnen twaalf weken nadat de commissie haar rapport heeft uitgebracht.
2. Artikel 3, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3. Indien het besluit van de raad een toekenning van schadevergoeding inhoudt, dan wordt dit bedrag binnen vier weken, te rekenen vanaf de datum van het raadsbesluit, aan de aanvrager uitbetaald.
De Procedureverordening Planschadevergoeding (d.d. 13 december 1993) wordt ingetrokken op het tijdstip dat deze verordening in werking treedt.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de zevende dag na die van haar bekendmaking, op de wijze als bedoeld in artikel 139 Gemeentewet.
Deze verordening wordt aangehaald als “Procedureverordening planschadevergoeding 2001”.