Organisatie | Veere |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Veere 2024 |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Veere 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Veere 2024 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | Nieuwe regeling | 14-12-2023 | 23b.08897 |
gelezen het voorstel van het college van 30 oktober 2023;
gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
gelezen het advies van de commissie Maatschappelijke ontwikkeling;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Veere 2024
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaatsen:
a. Aagtekerke aan de Prelaatweg te Aagtekerke
b. Biggekerke aan de Zoutelandseweg te Biggekerke
c. Domburg aan de Babelweg te Domburg
d. Gapinge aan de Schellachseweg te Gapinge
e. Grijpskerke aan de Loodholseweg te Grijpskerke
f. Koudekerke aan de Biggekerksestraat te Koudekerke
g. Meliskerke aan de Meliskerkseweg te Meliskerke
h. Oostkapelle aan de Dorpsstraat te Oostkapelle
i. Serooskerke aan de Vrouwenpolderseweg te Serooskerke
j. Veere aan de Zanddijkseweg te Veere
k. Vrouwenpolder aan de Zoekweg te Vrouwenpolder
sociale binding: de overledene heeft een binding met Veere. De overledene was woonachtig of heeft langer dan drie jaar in de gemeente Veere gewoond, is een bloedverwant van een inwoner van de gemeente Veere of een bloedverwant van een overledene die reeds begraven is op een van de gemeentelijke begraafplaatsen in Veere.
Hoofdstuk 2 Beheer, bestemming en registratie
Onder toezicht van het college worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:
a. de administratie van de begraafplaatsen;
b. de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen;
c. het onderhoud van de begraafplaatsen;
d. het laten delven of openen en sluiten van graven, urnengraven en urnennissen;
e. het naleven van de wettelijke voorschriften ten aanzien van het begraven van overledenen en het plaatsen van asbussen.
Artikel 4. Register en plaats registratie
Het register bevat van alle graven de rechthebbenden en belanghebbenden met hun namen en adressen. In dit register worden tevens de naam, geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen van degene die is begraven of waarvan de as is bezorgd. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of bijzetting.
De rechthebbenden en belanghebbenden zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het college door te geven. Indien aanschrijvingen en andere ingevolge deze verordening vereiste mededelingen verzonden zijn aan het door de rechthebbende of belanghebbende laatstelijk opgegeven adres, kan deze zich nimmer op het niet ontvangen daarvan beroepen.
Hoofdstuk 3 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Het is verboden op de begraafplaatsen:
a. goederen ter verkoop aan te bieden;
b. op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;
c. op graven te lopen of de begraafplaatsen te verontreinigen;
d. de graven, de gedenktekens, de beplanting, de gebouwen en de paden te bekladden, te beschadigen of op enigerlei andere wijze te verontreinigen;
f. dieren te begraven of bij te zetten;
g. zich toegang tot de begraafplaatsen te verschaffen anders dan via de daarvoor bestemde ingangen;
h. iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene;
i. (brom)fietsen of rij- of voertuigen, met uitzondering van invaliden-, kinder- en wandelwagens, mee te nemen dan wel te rijden anders dan ter gelegenheid van een begrafenis, ter bezorging van as of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden;
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaatsen moeten uiterlijk zes werkdagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
Hoofdstuk 4 Indeling begraafplaats en uitgifte van graven
Het college stelt nadere regels betreffende het aantal overledenen en asbussen, met of zonder urn, dat in particuliere graven kan worden begraven en bijgezet en het aantal overledenen dat in een algemeen graf kan worden begraven. Tevens bepaalt het college de afmetingen en uitgifteduur van de particuliere en algemene graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de Lijkbezorging.
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende, of indien deze is overleden, door één van de in artikel 13,lid 1, bedoelde personen.
Artikel 13. Overschrijving van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een particulier graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met de stoffelijke resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
Hoofdstuk 5 Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 14. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk 24 uur voorafgaande de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag en zondag gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.
Hoofdstuk 6 Gedenktekens en grafbedekkingen
Grafbeplanting die buiten het graf, zonder toestemming of anders dan aangewezen is aangebracht of onvoldoende wordt onderhouden kan op last van het college door de beheerder worden verwijderd. Dit vindt niet plaats dan nadat rechthebbende of belanghebbende behoorlijk per brief, via het mededelingenbord op de begraafplaats of via een aanwijzing bij het graf is opgeroepen en gelegenheid is geboden voor aanpassing. Bij verwijdering van de beplanting is geen recht op schadevergoeding.
Beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder voorafgaande kennisgeving en zonder dat aanspraak kan worden gedaan op een schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.
Artikel 19. Verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college tenminste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende tenminste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang op het publicatiebord van de begraafplaats bekend.
Artikel 20. Onderhoud door de rechthebbende of de belanghebbende
Het college kan de rechthebbende of belanghebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of de belanghebbende per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Artikel 21. Onderhoud door gemeente
Het college voorziet in het algemene onderhoud en het schoonhouden van de begraafplaatsen. Dit betekent dat het college voorziet in:
a. periodiek onderhoud aan begroeiing en bomen;
b. periodiek onderhoud aan de paden;
c. periodiek bladvrij houden van de gedenktekens;
d. periodiek schoonmaken grafstenen;
e. het graf aanvullen met grond na verzakking,
f. onderhoud aan de urnenmuur en de algemene verstrooiingsplaats;
Zolang het graf niet geruimd mag worden, blijft de rechthebbende of belanghebbende het eigendom houden van het gedenkteken, de beplantingen en andere voorwerpen. Al hetgeen wat op het graf geplaatst is, wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of de belanghebbende te zijn aangebracht.
Hoofdstuk 7 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 23. Vervallen grafrecht
Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:
a. indien de betaling van de grafrechten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;
b. indien de rechthebbende -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;
c. indien de rechthebbende van een particulier graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 13, derde lid gestelde termijn is overgeschreven.
Datum ingang vervallen grafrecht:
a. indien de graftermijn verlopen is en de rechthebbende doet schriftelijk afstand van het grafrecht vervallen de rechten op datum afloop grafrecht;
b. indien de rechthebbende op verzoek, voortijdig, schriftelijk afstand doet van het grafrecht vervallen de rechten op datum van ondertekening van de schriftelijke verklaring.
Artikel 24. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt tenminste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf ten minste één jaar voorafgaande aan het tijdstip van de ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaatsen op het publicatiebord bekend.
De rechthebbende van een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de stoffelijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of herbegraving in een particulier graf op de begraafplaats of op een begraafplaats elders.
Hoofdstuk 9 Overige bepalingen
Artikel 27. Beslissingsbevoegdheid
Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken via nadere regels.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de ‘Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Veere 1998’ is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, is de ‘Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Veere 1998’ van toepassing.
Het college is bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt, ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening en de krachtens deze verordening vastgestelde nadere regels.