Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veere

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Veere 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeere
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Veere 2024
CiteertitelBeheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Veere 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpBeheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Veere 2024

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024Nieuwe regeling

14-12-2023

gmb-2023-554881

23b.08897

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Veere 2024

De raad van de gemeente Veere

gelezen het voorstel van het college van 30 oktober 2023;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

gelezen het advies van de commissie Maatschappelijke ontwikkeling;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Veere 2024

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    a. begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaatsen:

    a. Aagtekerke aan de Prelaatweg te Aagtekerke

    b. Biggekerke aan de Zoutelandseweg te Biggekerke

    c. Domburg aan de Babelweg te Domburg

    d. Gapinge aan de Schellachseweg te Gapinge

    e. Grijpskerke aan de Loodholseweg te Grijpskerke

    f. Koudekerke aan de Biggekerksestraat te Koudekerke

    g. Meliskerke aan de Meliskerkseweg te Meliskerke

    h. Oostkapelle aan de Dorpsstraat te Oostkapelle

    i. Serooskerke aan de Vrouwenpolderseweg te Serooskerke

    j. Veere aan de Zanddijkseweg te Veere

    k. Vrouwenpolder aan de Zoekweg te Vrouwenpolder

    l. Westkapelle aan de Kerkeweg te Westkapelle

    m. Zoutelande aan de Molenweg te Zoutelande

  • b.

    graf: een graf in de grond of een grafkelder;

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin één of meerdere overledenen worden begraven of asbussen worden bijgezet;

  • d.

    columbarium: een muur met nissen welke zijn bestemd voor het plaatsen van asbussen met of zonder urnen;

  • e.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • f.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • g.

    g. particulier graf: een graf waarvoor aan één natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    1. het doen begraven en begraven houden van één of meer overledenen;

    2. het doen bijzetten en bijgezet houden van één of meer asbussen met of zonder urn;

  • h.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van overledenen;

  • i.

    particulier kindergraf: een graf waarvoor aan één natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van levenloos geborenen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

  • j.

    particulier urnengraf: een grafkelder waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • k.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan één natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • l.

    verstrooiingsplaats: een daartoe bestemde plaats waarop as wordt verstrooid;

  • m.

    gedenkteken: grafsteen, zerk of ander monument ter nagedachtenis van één of meer overledenen, alsmede kettingen en hekwerken;

  • n.

    grafbeplanting: beplanting die door de rechthebbende of belanghebbende op een graf wordt aangebracht;

  • o.

    grafbedekking: gedenkteken, afdekplaat, grafbeplanting en losse voorwerpen op een graf of urnengraf;

  • p.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

  • q.

    het college: burgemeester en wethouders van de gemeente Veere;

  • r.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven of doen bijzetten in een particulier graf, een particulier kindergraf, een particulier urnengraf of een particuliere urnennis;

  • s.

    belanghebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend;

  • t.

    grafrecht: het uitsluitend recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf, particulier kindergraf of recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden in een particulier urnengraf of particuliere urnennis;

  • u.

    graftermijn of gebruikstermijn: een tijdvak waarvoor een particulier graf of een algemeen graf is uitgegeven;

  • v.

    ruimen: het leegmaken van een graf, waarbij de stoffelijke resten van een overledene opgegraven worden voor een (her)begraving of crematie;

  • w.

    samenvoegen of schudden: het samenvoegen van stoffelijke resten uit één graf en deze onder in hetzelfde graf herbegraven zodat er ruimte ontstaat voor een nieuwe begraving;

  • x.

    uitvoeringsbesluit of nadere regels: regelgeving met betrekking tot de uitvoering, welke onlosmakelijk is verbonden aan onderhavige beheersverordening. Het uitvoeringsbesluit kan los van de beheersverordening worden aangepast;

  • y.

    sociale binding: de overledene heeft een binding met Veere. De overledene was woonachtig of heeft langer dan drie jaar in de gemeente Veere gewoond, is een bloedverwant van een inwoner van de gemeente Veere of een bloedverwant van een overledene die reeds begraven is op een van de gemeentelijke begraafplaatsen in Veere.

 

Artikel 2. Voorwaarden

  • 1.

    Aan krachtens deze verordening te verlenen toestemmingen, vergunningen of ontheffingen worden voorwaarden verbonden.

  • 2.

    Op de gemeentelijke begraafplaatsen mag slechts begraven worden als er sprake is van een sociale binding met gemeente Veere.

  • 3.

    Indien de in het eerste lid bedoelde voorwaarden niet worden nageleefd, kan het college besluiten de toestemming, vergunning of ontheffing in te trekken.

 

Hoofdstuk 2 Beheer, bestemming en registratie

 

 

Artikel 3. Beheer

  • 1.

    Het beheer van de begraafplaatsen berust bij het college.

  • 2.

    Onder toezicht van het college worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:

    a. de administratie van de begraafplaatsen;

    b. de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen;

    c. het onderhoud van de begraafplaatsen;

    d. het laten delven of openen en sluiten van graven, urnengraven en urnennissen;

    e. het naleven van de wettelijke voorschriften ten aanzien van het begraven van overledenen en het plaatsen van asbussen.

 

Artikel 4. Register en plaats registratie

  • 1.

    Het college houdt een register bij van de begraven overledenen en de bezorgde as en kan hiervoor nadere regels vaststellen.

  • 2.

    Het register bevat van alle graven de rechthebbenden en belanghebbenden met hun namen en adressen. In dit register worden tevens de naam, geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen van degene die is begraven of waarvan de as is bezorgd. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of bijzetting.

  • 3.

    De rechthebbenden en belanghebbenden zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het college door te geven. Indien aanschrijvingen en andere ingevolge deze verordening vereiste mededelingen verzonden zijn aan het door de rechthebbende of belanghebbende laatstelijk opgegeven adres, kan deze zich nimmer op het niet ontvangen daarvan beroepen.

  • 4.

    Van het in het eerste lid bedoelde register kunnen uitsluitend rechthebbenden een grafakte verkrijgen en belanghebbenden een bevestigingsbrief.

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

 

 

Artikel 5. Openstelling begraafplaats

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kan de toegang tijdelijk worden gesloten, of kan een gedeelte van een begraafplaats tijdelijk worden afgesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden.

 

Artikel 6. Ordemaatregelen

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van of namens de beheerder.

  • 2.

    Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van het college werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten;

  • 3.

    De beheerder kan personen die zich niet aan de in het tweede lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats (laten) verwijderen.

 

Artikel 7. Verboden

  • 1.

    Het is verboden op de begraafplaatsen:

    a. goederen ter verkoop aan te bieden;

    b. op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;

    c. op graven te lopen of de begraafplaatsen te verontreinigen;

    d. de graven, de gedenktekens, de beplanting, de gebouwen en de paden te bekladden, te beschadigen of op enigerlei andere wijze te verontreinigen;

    e. dieren los te laten lopen;

    f. dieren te begraven of bij te zetten;

    g. zich toegang tot de begraafplaatsen te verschaffen anders dan via de daarvoor bestemde ingangen;

    h. iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene;

    i. (brom)fietsen of rij- of voertuigen, met uitzondering van invaliden-, kinder- en wandelwagens, mee te nemen dan wel te rijden anders dan ter gelegenheid van een begrafenis, ter bezorging van as of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden;

    j. met motorrijtuigen sneller dan 5 km per uur te rijden.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van de verboden zoals genoemd in lid 1.

  • 3.

    De beheerder is bevoegd personen die zich niet houden aan het bepaalde in lid 1 en 2 van dit artikel de toegang tot de begraafplaatsen te ontzeggen.

 

Artikel 8. Plechtigheden

  • 1.

    Het is verboden zonder toestemming van het college herdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats te houden.

  • 2.

    Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaatsen moeten uiterlijk zes werkdagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 3.

    Het college kan de toestemming weigeren op grond van vrees voor verstoring van de openbare orde op de begraafplaatsen.

  • 4.

    Deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het tweede lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

 

Hoofdstuk 4 Indeling begraafplaats en uitgifte van graven

 

 

Artikel 9. Soorten graven

  • 1.

    Op de begraafplaatsen kan worden uitgegeven:

    a. particuliere graven;

    b. particuliere grafkelder;

    c. particuliere kindergraven;

    d. particuliere urnennissen;

    e. particuliere urnengraven;

    f. naamplaatje op de gedenkplaatsen.

  • 2.

    2. Op de begraafplaatsen kan het gebruik worden verleend voor:

    a. algemene graven;

    b. de gemeentelijke verstrooiingsplaats.

  • 3.

    Het college stelt nadere regels betreffende het aantal overledenen en asbussen, met of zonder urn, dat in particuliere graven kan worden begraven en bijgezet en het aantal overledenen dat in een algemeen graf kan worden begraven. Tevens bepaalt het college de afmetingen en uitgifteduur van de particuliere en algemene graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de Lijkbezorging.

 

Artikel 10. Volgorde van uitgifte

  • 1.

    Particuliere graven, particuliere urnengraven, particuliere urnennissen en algemene graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven aan diegene die een sociale binding hebben met de gemeente Veere.

  • 2.

    Het college kan een graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

 

Artikel 11. Categorieën

  • 1.

    Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Zij bepalen voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

 

Artikel 12. Termijnen graven

  • 1.

    De graftermijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf, de reservering of het algemene graf is uitgegeven.

  • 2.

    Algemene graven worden ter beschikking gesteld voor een gebruikstermijn welke in het uitvoeringsbesluit is vastgesteld. Deze gebruikerstermijn kan niet worden verlengd.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende, of indien deze is overleden, door één van de in artikel 13,lid 1, bedoelde personen.

  • 4.

    De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 5.

    Een particulier grafrecht kan slechts aan één rechthebbende worden verleend.

  • 6.

    Het uitsluitend recht op een particulier graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder de voorwaarden en de beperkingen van deze verordening.

  • 7.

    Het uitsluitend grafrecht wordt door het college schriftelijk bevestigd aan de rechthebbenden middels een grafakte en aan de belanghebbenden middels een bevestigingsbrief.

  • 8.

    Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende ten allen tijde schriftelijk afstand doen van het grafrecht op het particuliere graf ten behoeve van de gemeente. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

 

Artikel 13. Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het grafrecht op een particulier graf kan worden overgedragen door overlegging aan de beheerder van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is een natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2.

    Het gebruik op een algemeen graf kan overgedragen worden op een andere belanghebbende door overlegging aan de beheerder van een door de belanghebbende en de betrokken opvolger getekend bewijs van overdracht. Deze opvolger is een natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 3.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een particulier graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met de stoffelijke resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 4.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het derde lid gestelde termijn, is het college bevoegd het grafrecht vervallen te verklaren.

  • 5.

    Na het verstrijken van de in het derde lid genoemde termijn kan het college het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

 

Hoofdstuk 5 Voorschriften voor lijkbezorging

 

 

Artikel 14. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk 24 uur voorafgaande de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag en zondag gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

  • 2.

    Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om de overledene binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3.

    De zich op een particulier graf bevindende grafbedekking of voorwerpen moeten door een steenhouwer uiterlijk 24 uur voorafgaand het openen van het graf worden verwijderd in opdracht van de rechthebbende.

  • 4.

    Het openen en sluiten van een particulier graf mag alleen uitsluitend in opdracht van een in leven zijnde rechthebbende worden uitgevoerd.

  • 5.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door of onder het toezicht van het personeel van de begraafplaatsen op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

  • 6.

    In bijzondere gevallen kan het college van dit artikel ontheffing verlenen.

 

Artikel 15. Over te leggen stukken

  • 1.

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder. De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen genoemd in artikel 13, derde lid.

 

Artikel 16. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijden van het begraven en het bezorgen van de as wordt door het college in het uitvoeringsbesluit bepaald.

  • 2.

    Er mag op hetzelfde tijdstip op dezelfde begraafplaats niet meer dan één begrafenis c.q. bezorging van as plaatsvinden.

  • 3.

    Het college kan op schriftelijk verzoek in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

  • 4.

    Het begraven buiten de in lid 1 genoemde tijden is slechts mogelijk met ontheffing van de burgemeester. In dat geval wordt de tijd van begraven aangemerkt als een buitengewoon uur.

  • 5.

    De tijdstippen als in het vorige lid bedoeld, worden in overleg bepaald met de beheerder.

 

 

Hoofdstuk 6 Gedenktekens en grafbedekkingen

 

 

Artikel 17. Gedenktekens

  • 1.

    De rechthebbende van een particulier graf en de belanghebbende van een algemeen graf is verplicht een melding te maken bij de beheerder voor het plaatsen en hebben van een gedenkteken.

  • 2.

    Het is verboden om zonder een schriftelijke melding aan de beheerder een gedenkteken, een plaat ter afsluiting van een urnennis te plaatsen of een urn op een graf te doen plaatsen.

  • 3.

    Omtrent de aard en de afmetingen van het gedenkteken en de wijze van aanbrengen stelt het college nadere regels vast.

  • 1.

    4. Het college kan het gedenkteken weigeren indien:

    a. niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels in het uitvoeringsbesluit;

    b. het gedenkteken afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

 

Artikel 18. Grafbeplanting

  • 1.

    Het aanbrengen van beplantingen buiten de afmetingen van het graf is niet toegestaan.

  • 2.

    Grafbeplanting die buiten het graf, zonder toestemming of anders dan aangewezen is aangebracht of onvoldoende wordt onderhouden kan op last van het college door de beheerder worden verwijderd. Dit vindt niet plaats dan nadat rechthebbende of belanghebbende behoorlijk per brief, via het mededelingenbord op de begraafplaats of via een aanwijzing bij het graf is opgeroepen en gelegenheid is geboden voor aanpassing. Bij verwijdering van de beplanting is geen recht op schadevergoeding.

  • 3.

    Beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder voorafgaande kennisgeving en zonder dat aanspraak kan worden gedaan op een schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.

 

Artikel 19. Verwijdering grafbedekking

  • 1.

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door het college worden verwijderd.

  • 2.

    Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college tenminste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende tenminste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang op het publicatiebord van de begraafplaats bekend.

  • 3.

    Op grond van een daartoe door de rechthebbende of de belanghebbende bij het college ingediende aanvraag, wordt het gedenkteken na verwijdering ter beschikking gesteld aan de rechthebbende of belanghebbende. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

 

Artikel 20. Onderhoud door de rechthebbende of de belanghebbende

  • 1.

    Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de belanghebbende.

  • 2.

    De rechthebbende of de belanghebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden, schoon te houden of te herstellen.

  • 3.

    Het college kan de rechthebbende of belanghebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

  • 4.

    Indien de rechthebbende of belanghebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking verwijderen, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 5.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of de belanghebbende per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

 

Artikel 21. Onderhoud door gemeente

  • 1.

    Het college voorziet in het algemene onderhoud en het schoonhouden van de begraafplaatsen. Dit betekent dat het college voorziet in:

    a. periodiek onderhoud aan begroeiing en bomen;

    b. periodiek onderhoud aan de paden;

    c. periodiek bladvrij houden van de gedenktekens;

    d. periodiek schoonmaken grafstenen;

    e. het graf aanvullen met grond na verzakking,

    f. onderhoud aan de urnenmuur en de algemene verstrooiingsplaats;

    g. schoonhouden van de begraafplaatsen.

 

Artikel 22. Aansprakelijkheid

  • 1.

    Zolang het graf niet geruimd mag worden, blijft de rechthebbende of belanghebbende het eigendom houden van het gedenkteken, de beplantingen en andere voorwerpen. Al hetgeen wat op het graf geplaatst is, wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of de belanghebbende te zijn aangebracht.

  • 2.

    Naast het (doen) plaatsen en aanbrengen geschiedt ook het herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking door en voor rekening en risico van de rechthebbende of de belanghebbende.

  • 3.

    Indien door een ondeugdelijke (geworden) constructie naar het oordeel van het college een gevaarlijke situatie is ontstaan, kan het college direct maatregelen treffen.

  • 4.

    Indien binnen drie maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van het gedenkteken of beplantingen en andere voorwerpen over te gaan zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 5.

    De gemeente is niet verantwoordelijk voor de voorwerpen, welke zich op of bij de graven bevinden. Evenmin kan zij aansprakelijk worden gesteld voor schade aan deze voorwerpen, diefstal of het zoekraken daarvan, tenzij aan de zijde van de gemeente opzet of grove schuld aanwezig is.

 

Hoofdstuk 7 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

 

 

Artikel 23. Vervallen grafrecht

  • 1.

    Het grafrecht vervalt:

    a. door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend;

    b. indien de rechthebbende schriftelijk afstand doet van het recht;

    c. indien de begraafplaats wordt opgeheven of aan zijn bestemming wordt onttrokken.

  • 2.

    Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:

    a. indien de betaling van de grafrechten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;

    b. indien de rechthebbende -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    c. indien de rechthebbende van een particulier graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 13, derde lid gestelde termijn is overgeschreven.

  • 3.

    Datum ingang vervallen grafrecht:

    a. indien de graftermijn verlopen is en de rechthebbende doet schriftelijk afstand van het grafrecht vervallen de rechten op datum afloop grafrecht;

    b. indien de rechthebbende op verzoek, voortijdig, schriftelijk afstand doet van het grafrecht vervallen de rechten op datum van ondertekening van de schriftelijke verklaring.

  • 4.

    In de gevallen als bedoeld in dit artikel vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde rechten.

 

Artikel 24. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt tenminste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf ten minste één jaar voorafgaande aan het tijdstip van de ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaatsen op het publicatiebord bekend.

  • 2.

    De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige stoffelijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met stoffelijke resten worden geconfronteerd.

  • 3.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige stoffelijk resten worden begraven en de as wordt verstrooid op de algemene verstrooiingsplaats.

  • 4.

    De rechthebbende van een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de stoffelijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

  • 5.

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of herbegraving in een particulier graf op de begraafplaats of op een begraafplaats elders.

  • 6.

    De rechthebbende van een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus op te halen.

  • 7.

    Indien de dag waarop het graf geruimd mag worden de grafbedekking niet is verwijderd, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens, beplantingen en andere voorwerpen over te gaan, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 8.

    Het opgraven van stoffelijke resten en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast. De beheerder zal voor deze werkzaamheden de begraafplaats tijdelijk geheel of gedeeltelijk sluiten.

 

 

Hoofdstuk 8 Historische graven

 

 

Artikel 25. Lijst

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3.

    Het college beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

 

 

Hoofdstuk 9 Overige bepalingen

 

 

Artikel 26. Klachten

  • 1.

    Bezoekers van de begraafplaatsen en personen die in de gemeente Veere een belang hebben kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaatsen bij het college een schriftelijke klacht indienen.

  • 2.

    Voor de afhandeling van de klachten is de in de gemeente geldende klachtenprocedure van toepassing.

 

Artikel 27. Beslissingsbevoegdheid

Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken via nadere regels.

 

Artikel 28. Overgangsbepaling

Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de ‘Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Veere 1998’ is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, is de ‘Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Veere 1998’ van toepassing.

 

Artikel 29. Hardheidsclausule

Het college is bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt, ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening en de krachtens deze verordening vastgestelde nadere regels.

 

Artikel 30. Strafbepaling

  • 1.

    Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover niet reeds bij of krachtens de wet strafbaar gesteld, gestraft met een geldboete van de eerste categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van het gerechtelijk vonnis.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde strafbare feiten worden beschouwd als overtredingen.

 

Artikel 31. Inwerkingtreding

  • 1.

    De verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Veere 1998, vastgesteld op 19 maart 1998, wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze verordening treedt inwerking de dag na bekendmaking.

 

Artikel 32. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Veere 2024.

 

 

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 14 december 2023

De Griffier, Mr. A.W.L. Piersma De voorzitter,J.H.M. Hermans-Vloedbeld