Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maassluis

Winkeltijden Verordening Gemeente Maassluis

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaassluis
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWinkeltijden Verordening Gemeente Maassluis
CiteertitelWinkeltijden Verordening Gemeente Maassluis 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening inzake Winkeltijden 2014.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 3 van de Winkeltijdenwet
  2. Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

07-12-2023

gmb-2023-554731

Tekst van de regeling

Intitulé

Winkeltijden Verordening Gemeente Maassluis

De raad van de gemeente Maassluis;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 december 2023,;

 

gelet op artikel 3, eerste, tweede en derde lid van de Winkeltijdenwet; gelet op het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet;

besluit vast te stellen de Winkeltijden Verordening Gemeente Maassluis 2024

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag;

  • -

    werkdagen: maandag tot en met zaterdag;

  • -

    winkel: dat wat daaronder wordt verstaan in de Winkeltijdenwet.

  • -

    Wet: Winkeltijdenwet

Artikel 2. Algemene vrijstelling

  • 1.

    Voor de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a van de Winkeltijdenwet vervatte verboden geldt van 12.00 uur tot 20.00 uur een algemene vrijstelling.

  • 2.

    Voor de in artikel 2, eerste lid aanhef en onder b van de Winkeltijdenwet vervatte verboden geldt van 10.00 uur tot 20.00 uur een algemene vrijstelling.

Artikel 3. Ontheffing avondwinkels

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kan, op aanvraag, in aanvulling op de in deze verordening verleende algemene vrijstellingen, maximaal 3 ontheffingen verlenen van de in artikel 2, eerste lid onder a tot en met c, van de Wet vervatte verboden, aan winkels waar hoofdzakelijk eetwaren en drinkwaren worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid onder 3 Alcoholwet.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 5 worden aan een ontheffing bedoeld in het eerste lid van dit artikel de volgende voorwaarden verbonden:

    • a.

      De ontheffing geldt alleen voor vrijdag, zaterdag en zondag, waarbij de winkel op vrijdag en zaterdag tot uiterlijk 24.00 uur geopend zijn en op zondag tot uiterlijk 22.00 uur;

    • b.

      De winkel is gelegen in één van de winkelgebieden Koningshoek, Steendijkpolder, Stadshart of Palet.

    • c.

      De ontheffing kan worden verleend voor de maximaal vijf jaar.

Artikel 4. Incidentele ontheffing

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kan, op aanvraag, in aanvulling op de in deze verordening verleende algemene vrijstellingen, per winkel een incidentele ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid onder a tot en met c, van de Wet vervatte verboden.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 5 worden aan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid van dit artikel in ieder geval de voorwaarden verbonden:

    • a.

      De winkel mag tot uiterlijk 24.00 uur geopend zijn;

    • b.

      De ontheffing wordt verleend voor maximaal twee aaneengesloten dagen;

    • c.

      De ontheffing heeft een incidenteel karakter en wordt alleen verleend voor bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard.

Artikel 5. Voorwaarden en beperkingen ontheffing

  • 1.

    Aan een ontheffing zoals bedoeld in artikel 3 en artikel 4 kunnen ook overige voorschriften, beperkingen of voorwaarden worden verbonden ter bescherming van de belangen die de Wet beoogt te beschermen.

  • 2.

    Een ontheffing zoals bedoeld in artikel 3 en 4 is persoonsgebonden, locatiegebonden en is niet overdraagbaar.

  • 3.

    De ontheffing zoals bedoeld in artikel 3 heeft een duur van maximaal vijf jaar en wordt niet automatisch verlengd.

  • 4.

    Indien in eenzelfde periode meer dan 3 aanvragen voor een ontheffing zoals bedoeld in artikel 3, worden ingediend, vindt een loting plaats.

  • 5.

    Indien in eenzelfde periode meer dan 3 aanvragen voor een ontheffing zoals bedoeld in artikel 3 worden ingediend geldt dat de ondernemer, aan wie voor de voorafgaande periode een ontheffing is verleend, niet in aanmerking komt voor een ontheffing in de daarop aansluitende periode.

  • 6.

    Aan de ontheffing zoals bedoeld in artikel 3 en artikel 4 kan geen recht op verlenging worden ontleend.

Artikel 6. Weigeringsgronden ontheffing

  • 1.

    Een ontheffing zoals bedoeld in artikel 3 en artikel 4 kan in ieder geval worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

  • 2.

    Een ontheffing zoals bedoeld in artikel 3 zal worden geweigerd indien het in deze verordening toegestane maximaal aantal te verlenen ontheffingen is verleend.

Artikel 7. Beslistermijn ontheffing

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beschikken op een aanvraag om ontheffing zoals bedoeld in artikel 3 en artikel 4 binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2.

    Zij kunnen hun beschikking voor ten hoogste 8 weken verdagen.

  • 3.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op dit artikel.

Artikel 8. Intrekken of wijzigen ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing zoals bedoeld in artikel 3 en artikel 4 intrekken of wijzigen als:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    verandering van omstandigheden of inzichten dit naar hun oordeel noodzakelijk maken in het belang van de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    de exploitatie van de winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    aan de ontheffing verbonden voorwaarden en beperkingen zoals vermeld in artikel 5 of zoals vermeld in de ontheffing niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een termijn van 26 weken na de bekend- making;

  • f.

    de houder of een derde dit aanvraagt.

Artikel 9. Bepaalde winkels

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

  • a.

    musea;

  • b.

    winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksprodukten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;

  • c.

    winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde video- banden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.

Artikel 10. (openstelling anders dan voor verkoop)

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen.

  • 2.

    De in het eerste lid vervatte vrijstelling geldt niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 11. (straatverkoop van bepaalde goederen)

  • 1.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

  • 2.

    De gemeenteraad kan, indien naar zijn oordeel plaatselijke omstandigheden daartoe aanleiding geven, bij verordening bepalen, dat de in het eerste lid vervatte vrijstelling niet geldt voor de betrokken gemeente of een of meer delen daarvan.

Artikel 12. (culturele evenementen)

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

Artikel 13. (sportcomplexen)

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sport- complexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

Artikel 14. (bejaardenoorden)

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.

Artikel 15. (Ramadan)

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van winkels, waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die vasten tijdens de Ramadan.

Artikel 16. (kermis)

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed op een terrein, waar een kermis wordt gehouden.

Artikel 17. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouders.

Artikel 18. Overgangsrecht

De krachtens artikel 6 van de Verordening Winkeltijden gemeente Maassluis (1996) verleende ontheffing aan Super de Buurman vervalt, met dien verstande dat deze ondernemer een ontheffing wordt verleend op grond van artikel 3 van deze Verordening, waarbij voor deze ontheffing een uitzondering wordt ge- maakt op het gestelde in artikel 3 tweede lid onder b. De overige voorwaarden zijn onverminderd van kracht.

Artikel 19. Hardheidsclausule

Het College kan deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing, gelet op de belangen die de Wet en deze verordening beogen te beschermen, leidt tot een onbillijkheid van overwege aard.

Artikel 20. Intrekking oude verordening

Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening inzake Winkeltijden 2014 ingetrokken.

Artikel 21. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024

     

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering op 7 december 2023

de griffier,

J. Vinke

de voorzitter,

G.G.J. Rensen