Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Papendrecht

Delegatiebesluit omgevingsplan Papendrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePapendrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDelegatiebesluit omgevingsplan Papendrecht
CiteertitelDelegatiebesluit omgevingsplan Papendrecht
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156 van de Gemeentewet
  2. afdeling 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

14-12-2023

gmb-2023-554392

Tekst van de regeling

Intitulé

Delegatiebesluit omgevingsplan Papendrecht

 

 

De raad van de gemeente Papendrecht;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2023;

 

gelet op artikel 156 van de Gemeentewet;

 

gelet op artikel 2.8 en 4.14, vijfde lid Omgevingswet;

 

gelet op afdeling 10.1.2 Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende dat;

 

  • de Omgevingswet mogelijkheden biedt voor delegatie in het kader van het omgevingsplan;

 

  • door middel van dit delegatiebesluit een aantal (praktische) zaken gedelegeerd worden van de gemeenteraad aan het college van burgemeester en wethouders (hierna: college), om besluitvorming en dienstverlening te versnellen (efficiëntie);

 

  • dit delegatiebesluit de kaderstellende en controlerende taak van de gemeenteraad en de uitvoerende taak van het college ten goede komt;

 

  • het college de gemeenteraad zal informeren wanneer zij gebruik heeft gemaakt van de delegatiebevoegdheden, dit zal op jaarlijkse basis gebeuren. Bij het nemen van een voorbereidingsbesluit zal de gemeenteraad daarover apart worden geïnformeerd;

 

  • binnen twee jaar na vaststelling van dit besluit een evaluatie plaatsvindt omtrent de opgenomen delegatiebevoegdheden en de uitvoering daarvan. Hiervoor doet het college aan de gemeenteraad een overzicht toekomen van alle tot dan toe verwerkte besluiten/wijzigingen in het omgevingsplan

 

Besluit:

 

Vast te stellen het navolgende:

 

Delegatiebesluit omgevingsplan Papendrecht

 

Artikel 1.Delegeren bevoegdheden vaststellen omgevingsplan

De gemeenteraad delegeert de bevoegdheid tot wijzigen van het omgevingsplan in de volgende gevallen aan het college:

  • 1.

    Het toevoegen en/ of aanpassen van begripsbepalingen voor zover deze geen wezenlijke wijzigingen voor de fysieke leefomgeving tot gevolg hebben;

  • 2.

    het verwerken van kaderstellend beleid en/of beleidsregels in het omgevingsplan;

  • 3.

    het verwerken van, in afwijking van het omgevingsplan, verleende omgevingsvergunningen die onherroepelijk in werking zijn getreden in het omgevingsplan;

  • 4.

    het aanpassen van informatieproducten van het omgevingsplan;

  • 5.

    het actualiseren/aanpassen van het omgevingsplan aan veranderende wet- en regelgeving en beleidsnormen voor zover hier geen beleidsvrijheid meer is toegekend;

  • 6.

    het corrigeren van verschrijvingen, verkeerde verwijzingen, inventarisatiefouten en andere aanpassingen van administratieve aard in het omgevingsplan;

  • 7.

    het aanwijzen, aanpassen en schrappen van beeldbepalende panden en gemeentelijke monumenten;

  • 8.

    het toevoegen van die onderdelen uit de gemeentelijke verordeningen die beleidsneutraal overgeheveld gaan worden naar het omgevingsplan;

  • 9.

    het aanpassen van het omgevingsplan voor zover dit passend is binnen de wijzigingsvoorwaarden zoals bedoeld was in art. 3.6, eerste lid onder a en b Wet ruimtelijke ordening; de zogenaamde wijzigingsbevoegdheden en uitwerkingsplichten in de eerdere bestemmingsplannen;

  • 10.

    het wijzigen van het omgevingsplan ter uitvoering van een uitspraak van de Raad van State;

  • 11.

    het wijzigen van de toelichting van het omgevingsplan;

  • 12.

    het nemen van een voorbereidingsbesluit met het oog op de voorbereiding van in het omgevingsplan te stellen regels.

Artikel 2 – Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet.

  • 2.

    Deze regeling komt in de plaats van het raadsbesluit tot 'Delegatie bevoegdheid wijziging omgevingsplan' d.d. 2 december 2021.

Artikel 3 – Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als 'Delegatiebesluit omgevingsplan Papendrecht'.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 december 2023,

De griffier, de voorzitter,

G.A. van Egmond, M.J.M. van Driel

Toelichting

Artikel 1 – Delegeren bevoegdheden vaststellen omgevingsplan

 

Eerste lid

Het toevoegen en/ of aanpassen van begripsbepalingen voor zover deze geen wezenlijke wijzigingen voor de fysieke leefomgeving tot gevolg hebben;

Zowel het gemeentelijk omgevingsplan, de provinciale omgevingsverordening als de waterschapsverordening worden via het DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet) voor iedereen digitaal raadpleegbaar. In al deze plannen en verordeningen worden begripsbepalingen opgenomen. Hierbij dient een uniform begrippenapparaat verzekerd te worden. Dit zal ervoor zorgen dat wel eens een begripsbepaling aangepast of toegevoegd moet worden aan het omgevingsplan.

Om een uniform begrippenapparaat te waarborgen is voor landelijk gebruik een Stelselcatologus opgesteld. Als deze begripsbepalingen de harmonisatie ten goede komen, kunnen deze ook overgenomen worden in het omgevingsplan. Daarnaast is het mogelijk dat er begripsbepalingen in het omgevingsplan worden toegevoegd of aangepast om de ‘leesbaarheid’ te verbeteren.

In voornoemde gevallen gaat het niet om het aanpassen of toevoegen van begripsbepalingen die effecten (kunnen) hebben op de fysieke leefomgeving en/of nadelige of beperkende effecten tot gevolg hebben voor inwoners of initiatiefnemers of inhoudelijk besproken moet worden.

 

Tweede lid

het verwerken van kaderstellend beleid en/of beleidsregels in het omgevingsplan;

Bij kaderstellend beleid kan gedacht worden aan de door de gemeenteraad vastgestelde omgevingsvisie, ruimtelijke visies, ruimtelijke (stedenbouwkundige) plannen, startnotities, beleidsnota’s, beleidsvisies en kaders met inbegrip van daarmee naar aard en strekking te vergelijken documenten. Deze voorbeelden zijn overigens niet uitputtend bedoeld.

Het omgevingsplan bevat regels die niet alleen de ruimtelijke ordening betreffen, maar over de gehele fysieke leefomgeving gaan. Het is dan ook mogelijk om onderwerpen die in het kaderstellend beleid opgenomen zijn en de fysieke leefomgeving betreffen, te vertalen naar regels in het omgevingsplan.

Wanneer de gemeenteraad beleidsregels heeft vastgesteld die door vertaald dienen te worden in het omgevingsplan, kan het college dit doen. Het gaat immers om het vertalen van kaderstellend beleid dat de gemeenteraad heeft vastgesteld. Een dergelijke aanpassing van delen van het omgevingsplan is aan te merken als uitvoering en daarmee ligt delegatie aan het college voor de hand.

 

Derde lid

het verwerken van, in afwijking van het omgevingsplan, verleende omgevingsvergunningen die onherroepelijk in werking zijn getreden in het omgevingsplan;

Sommige ontwikkelingen zijn niet mogelijk op basis van het omgevingsplan. Als een ontwikkeling wenselijk is kan dit mogelijk gemaakt worden door middel van een wijziging van het omgevingsplan of door een omgevingsvergunning voor een Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (hierna: BOPA). Het college heeft de bevoegdheid om binnen de kaders van de Omgevingsvisie te besluiten tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een BOPA.

De Omgevingswet bepaalt dat de gemeenteraad vergunningen voor afwijkactiviteiten binnen vijf jaar moet verwerken in het omgevingsplan.

De gemeenteraad stuurt op hoofdlijnen. Het vertalen van verleende omgevingsvergunningen is een administratieve handeling en om deze reden wordt dit gedelegeerd.

 

Vierde lid

het actualiseren/aanpassen van informatieproducten van het omgevingsplan;

Met de term informatieproducten worden aanvullende gegevens over bijvoorbeeld geluid, bodem en water bedoeld, maar ook aantallen, oppervlaktes en afmetingen. Informatieproducten geven feitelijke informatie over de omgeving, zodat gebruikers kunnen zien wat de mogelijkheden zijn op een specifieke locatie. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een lijst bij het omgevingsplan die voor een specifieke locatie het max m2 van een activiteit aangeeft, aantal parkeerplaatsen, een lijst met de waardevolle bomen, etc. Een informatieproduct kan gebruikt worden om een vergunningaanvraag makkelijker te maken.

Wanneer door een melding of verleende vergunning bijvoorbeeld een voornoemd aantal of een waardevolle boom van de lijst van bijzondere bomen wordt verwijderd, dan wordt deze lijst (het informatieproduct) aangepast.

Aangezien het gaat om het aanpassen van feitelijke gegevens zoals aantallen en oppervlaktes, ligt het voor de hand om aanpassingen aan informatieproducten van het omgevingsplan te delegeren aan het college.

 

Vijfde lid

het actualiseren/aanpassen van het omgevingsplan aan veranderende wet- en regelgeving en beleidsnormen voor zover hier geen beleidsvrijheid meer is toegekend;

Wet– en regelgeving en normen uit beleidsstukken wijzigen regelmatig. Dit komt door wijzigingen in inzicht, normstellingen, meetmethoden, naamgeving, vervallen van wetgeving, etc. Dit kan ertoe leiden dat deze referenties en verwijzingen (naar wetgeving) die in het omgevingsplan zijn opgenomen, aangepast moet worden.

Ook gaat het om gewijzigde wet- en regelgeving van hogerhand, waar we geen invloed op hebben en geen beleidsvrijheid meer is toegekend. Denk bijvoorbeeld aan de wijziging van gebieden met archeologische waarden omdat het archeologisch beleid is aangepast. Dit zijn zaken die vervolgens ook aangepast moeten worden in het omgevingsplan.

Om de procedure voor het aanpassen van het omgevingsplan in deze situaties sneller te laten verlopen, ligt het voor de hand op deze aanpassingen te delegeren aan het college.

 

Zesde lid

het corrigeren van verschrijvingen, verkeerde verwijzingen, inventarisatiefouten en andere aanpassingen van administratieve aard in het omgevingsplan;

Het gaat hier om technische aanpassingen waarbij inhoudelijke besluitvorming niet is vereist. Delegatie van dit onderdeel aan het college ligt hier voor de hand.

 

Zevende lid

het aanwijzen, aanpassen en schrappen van beeldbepalende panden en gemeentelijke monumenten;

Beeldbepalende panden en gemeentelijke monumenten moeten volgens de Omgevingswet in het omgevingsplan opgenomen worden. Het aanwijzen van een beeldbepalend pand of een gemeentelijk monument is volgens de 'Erfgoedverordening Papendrecht' een collegebevoegdheid.

In het kader van de Omgevingswet dienen verordeningen voor 1 januari 2032 in het omgevingsplan opgenomen te worden. Tot het moment dat het tijdelijk omgevingsplan wordt omgezet in een permanent omgevingsplan en alle gemeentelijke verordeningen hierin opgenomen zijn, kunnen nieuwe beeldbepalende panden en gemeentelijke monumenten nog worden aangewezen op grond van de gemeentelijke Erfgoedverordening.

Na de overgangsperiode tot 1 januari 2032 zal het aanwijzen van beeldbepalende panden en gemeentelijke monumenten geregeld worden door deze op te nemen in het omgevingsplan. Aangezien de bevoegdheid tot het aanwijzen van beeldbepalende panden en gemeentelijke monumenten al bij het college ligt, ligt het voor de hand dat het college ook verantwoordelijk is voor het aanpassen van het omgevingsplan door het opnemen van een aangewezen beeldbepalend pand of gemeentelijk monument.

 

Achtste lid

het toevoegen van die onderdelen uit de gemeentelijke verordeningen die beleidsneutraal overgeheveld gaan worden naar het omgevingsplan;

De Omgevingswet bevat voor de gemeenteraad de verplichting om voor het gehele gemeentelijk grondgebied één omgevingsplan vast te stellen waarin regels over de fysieke leefomgeving zijn opgenomen. Deze verplichting geldt ook voor bepaalde regels over de fysieke leefomgeving die nu nog in gemeentelijke verordeningen zijn gesteld.

Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet blijven deze verordeningen gelden naast het omgevingsplan. Gemeenten moeten in de overgangsperiode tot 1 januari 2032 deze verordeningen opnemen in het omgevingsplan. Aangezien deze verordeningen destijds al door de gemeenteraad zijn vastgesteld, heeft inhoudelijke afweging al plaatsgevonden. De beleidsneutrale doorvertaling van de regels uit de verordeningen naar het omgevingsplan betreft puur de uitvoering en kan door het college gebeuren. Indien sprake is van een inhoudelijke beleidswijziging, blijft de gemeenteraad bevoegd gezag.

 

Negende lid

Het aanpassen van het omgevingsplan voor zover dit passend is binnen de wijzigingsvoorwaarden zoals bedoeld was in art. 3.6, eerste lid onder a en b Wet ruimtelijke ordening; de zogenaamde wijzigingsbevoegdheden en uitwerkingsplichten in de eerdere bestemmingsplannen;

Onder de huidige Wet ruimtelijke ordening is de gemeenteraad het bevoegd gezag om een bestemmingsplan vast te stellen. Het college is het bevoegd gezag als er een wijzigingsbevoegdheid- of uitwerkingsplicht in het bestemmingsplan is opgenomen om het bestemmingsplan te wijzigen. De Omgevingswet kent deze wijzigings- of uitwerkingsplicht niet. Het college kan dus na inwerkingtreding van de Omgevingswet geen wijzigingsplan of uitwerkingsplan meer vaststellen.

Om de huidige mogelijkheden in het bestemmingsplan ook straks in het omgevingsplan te behouden is het wenselijk dat de wijzigingsbevoegdheden- en uitwerkingsplichten behouden blijven. Dit wordt hiermee gedaan door wijziging van het omgevingsplan in deze gevallen aan het college te delegeren.

 

Tiende lid

het wijzigen van het omgevingsplan ter uitvoering van een uitspraak van de Raad van State;

Indien uit een uitspraak van de Raad van State blijkt dat een deel van het omgevingsplan gewijzigd moet worden is het van belang dat dit binnen de gestelde termijn gebeurt. Daarnaast hebben we hier als gemeente verder geen zeggenschap over en dienen we dit over te nemen.

Om de procedure voor het aanpassen van het omgevingsplan in deze situaties sneller te laten verlopen ligt het voor de hand op deze aanpassingen te delegeren aan het college.

 

Elfde lid

het actualiseren/aanpassen van de toelichting van het omgevingsplan;

Het gaat hier om grammaticale en tekstuele aanpassingen en toevoegingen die resulteren in een duidelijkere en beter leesbare toelichting. Het betreffen hier aanpassingen die geen wezenlijke invloed op de fysieke leefomgeving tot gevolg hebben.

 

Twaalfde lid

het nemen van een voorbereidingsbesluit met het oog op de voorbereiding van in het omgevingsplan te stellen regels.

Een voorbereidingsbesluit is een verklaring dat een wijziging van een plan wordt voorbereid, waarmee een aanhoudingsplicht geldt voor bouw- en aanlegactiviteiten. Een voorbereidingsbesluit kan nu genomen worden voor een bestemmingsplan maar dit is ook een optie bij het omgevingsplan straks. Hierdoor wordt voor het gebied waarvoor het besluit wordt genomen de bestaande situatie als het ware tijdelijk bevroren totdat het omgevingsplan is gewijzigd. Met het nemen van een voorbereidingsbesluit wordt voorkomen dat een initiatiefnemer kort voor aanpassing van het omgevingsplan bewust een vergunningaanvraag indient die in strijd is met de voorgenomen aanpassing. De noodzaak tot het nemen van een voorbereidingsbesluit komt niet vaak voor, maar wanneer dit nodig is, is het belangrijk dat er snel gehandeld kan worden. Gelet op de vergaderfrequentie van de gemeenteraad in relatie tot die van het college en de daarbij horende aanlevertermijnen, kan het college zo sneller acteren.

Om die reden is in de Omgevingswet een delegatiemogelijkheid opgenomen voor de bevoegdheid tot het nemen van een voorbereidingsbesluit (artikel 4.14 Ow). De achterliggende gedachte van de wetgever is hierbij geweest dat het college een omgevingsplan voorbereidt en daarmee dan ook goed in staat is om op een effectieve wijze een voorbereidingsbesluit te nemen.