Artikel | Omschrijving | Vast tarief | Variabel tarief |
Paragraaf 1 Algemene bepalingen |
Artikel 2.1 Definities |
| Definities | | |
2.1.1 | Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. | | |
2.1.2 | In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. | | |
2.1.3 | In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: | | |
| binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; | | |
| binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; | | |
| Omgevingsoverleg: door middel van een omgevingsoverleg kan een intiatief voorafgaand aan het indienen van een aanvraag om een omgevingsvergunning aan de gemeente worden voorgelegd om van de gemeente te vernemen of en zo ja, op welke wijze het initiatief kan worden gerealiseerd. Het omgevingsoverleg heeft geen juridische status en is geen onderdeel van de wettelijke procedure. De wettelijke procedure start pas als een initiatiefnemer een aanvraag of melding indient. Er bestaan meerdere soorten omgevingsoverleg: vooroverleg, principeverzoek, een beoordeling aan de intaketafel en een beoordeling aan de omgevingstafel. | | |
| Informatieverzoek: een mondelinge/telefonische vraag of korte schriftelijke vraag om een indicatie of een initiatief past binnen de geldende regels van een bestemmingsplan en/of er een vergunning nodig is. Dit is alleen een indicatie, er vindt geen planbeoordeling plaats, met een tijdsindicatie van ongeveer 30 minuten . | | |
| Vooroverleg: een beoordeling door de gemeente Zutphen of een voorgenomen (bouw)plan vergunbaar is, voorafgaand aan het indienen van een aanvraag voor dat (bouw)plan. Een aanvraag om een vooroverleg is in behandeling genomen op het moment dat het verzoek om aanvraag om een vooroverleg is geregistreerd. Het vooroverleg eindigt bij het verstrekken van de bericht “afronding vooroverleg”. Indien dit voor de beoordeling van belang is, zal deze plaatsvinden in aanwezigheid van de initiatiefnemer. | | |
| Principeverzoek: voordat een definitieve aanvraag wordt ingediend en een procedure wordt doorlopen kan een initiatiefnemer aan de hand van een schriftelijk verzoek het college vragen om een voorlopig oordeel omtrent de kans op de verlening van de medewerking aan een voorgenomen (bouw)plan of aan een wijziging dan wel herziening van het omgevingsplan. Een aanvraag om een principeverzoek is in behandeling genomen op het moment dat het intiatief waarover het bestuurlijke standpunt wordt gevraagd is ontvangen en is geregistreerd. Het principeverzoek eindigt bij de schriftelijke mededeling van het collegebesluit op het verzoek van initiatiefnemer. | | |
| Intaketafel: De intaketafel is een beoordeling door de gemeente Zutphen van een initiatief dat niet past binnen de regels van het (tijdelijke) omgevingsplan. De intaketafel leidt tot een standpunt over de wenselijkheid van het initiatief, de eventuele medewerking en het vervolgproces. Een aanvraag om een beoordeling aan de intaketafel is in behandeling genomen op het moment dat het verzoek om een beoordeling aan de intaketafel is geregistreerd. De beoordeling aan de intaketafel eindigt bij het verstrekken van de bericht “afronding intaketafel”. Indien dit voor de beoordeling van belang is, zal deze plaatsvinden in aanwezigheid van de initiatiefnemer. | | |
| Omgevingstafel: de omgevingstafel is een overlegvorm voor initiatieven waarvan bij het intaketafelgesprek is geoordeeld dat deze onder voorwaarden mogelijk te realiseren zijn. Aan de omgevingstafel wordt een initatief besproken en beoordeeld door gemeentelijke en in voorkomende gevallen externe adviseurs en specialisten (ketenpartners) met als doel het initiatief zodanig vorm te geven dat aan de voorwaarden om deze te kunnen realiseren is voldaan en te komen tot een realiseerbaar plan. Een aanvraag om een beoordeling aan de omgevingstafel is in behandeling genomen op het moment dat het verzoek om een beoordeling aan de omgevingstafel is geregistreerd. De beoordeling aan de omgevingstafel eindigt bij het verstrekken van de brief “afronding omgevingstafel”. Indien dit voor de beoordeling van belang is, zal deze plaatsvinden in aanwezigheid van de initiatiefnemer. | | |
2.1.4 | In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting. | | |
2.1.5 | In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de aannemingssom inclusief de omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV Hoge Raad 01-02-2019, ECLI:HR:2019:143), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom, inclusief de omzetbelasting), of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken. Als het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, inclusief de omzetbelasting. | | |
2.1.6 | De controle van de opgegeven aanleg-, bouw- en sloopkosten vindt plaats op basis van de jaarlijkse uitgave van het Nederlands Bouwkosten Instituut “Basisbedragen gebouwen”. | | |
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
| Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: | | |
a. | omgevingsoverleg; | | |
b. | een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; | | |
c. | een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; | | |
d. | toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; | | |
e. | een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; | | |
f. | intrekking van een omgevingsvergunning; | | |
g. | wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; | | |
h. | een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. | | |
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
2.3.1 | De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. | | |
2.3.2 | Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. | | |
2.3.3 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. | | |
2.3.4 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. | | |
2.3.5 | Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. | | |
2.3.6 | In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | | |
Paragraaf 2 Voorfase |
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg |
2.4.1 | Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: | | |
a. | voor een informatieverzoek: | gratis | |
b. | voor een vooroverleg: | € 410,00 | |
c. | voor een principeverzoek: | € 1050,00 | |
d. | voor een beoordeling aan de intaketafel: | € 205,00 | |
e. | voor een beoordeling aan de omgevingstafel | | |
| voor een eerste beoordeling | € 820,00 | |
| voor elke volgende beoordeling: | € 410,00 | |
2.4.3 | voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een schriftelijke verklaring dat voor een voorgenomen initiatief geen omgevingsvergunning is vereist, of om een schriftelijke verklaring dat een voorgenomen initiatief past binnen de geldende regels van het (tijdelijke) omgevingsplan: | € 110,00 | |
2.4.4 | Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een omgevingsoverleg een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor het omgevingsoverleg vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten. | | |
2.4.5 | De tarieven vermeld in het eerste en tweede lid worden niet in rekening gebracht als kostenverhaal op andere wijze is overeengekomen. | | |
Paragraaf 3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | | |
a. | Als de bouwkosten minder dan € 1.000.000,- bedragen : | | 1,750% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 256,25 | |
b. | als de bouwkosten € 1.000.000,- tot € 10.000.000,- bedragen | € 17.500,00 | |
| vermeerderd met | | 1,500% |
| van de bouwkosten vanaf € 1.000.000,- | | |
c. | als de bouwkosten € 10.000.000,- of meer bedragen | € 152.500,00 | |
| vermeerderd met | | 1,250% |
| van de bouwkosten vanaf € 10.000.000.- | | |
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | | |
2.6.1 | voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit: | € 573,33 | |
2.6.2 | voor een omgevingsplanactiviteit die uitsluitend bestaat uit het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk en waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit, bedraagt het tarief in afwijking van het eerste lid: | € 666,35 | |
2.6.3 | De tarieven genoemd onder het eerste en tweede lid worden in voorkomende gevallen verhoogd als volgt: | | |
a. | als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met: | € 467,25 | |
b. | als sprake is van toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, zoals bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, verhoogd met: | € 4.555,65 | |
2.6.4 | Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het tarief verhoogd met: | | |
a. | voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in de Beleidsregels buitenplanse afwijkingsmogelijkheden 2021 Zutphen: | € 336,55 | |
b. | voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder a: | € 5.889,35 | |
c. | De tarieven vermeld in lid 4 onder a en b worden niet in rekening gebracht als kostenverhaal al op andere wijze is overeengekomen. | | |
2.6.5 | Als de aanvraag betrekking heeft op het plaatsen van zonnecollectoren en/of zonnepanelen op, aan of bij een pand gelegen binnen het beschermd stadsgezicht en/of een beschermd monument en het plan voldoet aan de voorwaarden van artikel 2.29, onder d van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving worden de bouwkosten die betrekking hebben op de zonnecollectoren en/of zonnepanelen niet betrokken in de bepaling van de bouwkosten die als grondslag dienen voor de bepaling van de hoogte van de leges op grond de artikelen 2.5 en 2.6, lid 1. | | |
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 106,65 | |
Paragraaf 4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
2.8.1 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | | |
a. | voor een binnenplanse dan wel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van hoofdstuk 5 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2021 of afdeling 3.8 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit al dan niet met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht | | |
| 1˚ voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: | € 508,00 | |
| 2˚ voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | € 350,00 | |
2.8.2 | Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met: | € 467,25 | |
2.8.3 | Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2021 of Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2023 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: | | |
a. | als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en | | |
b. | als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven. | | |
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | | |
a. | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: | € 508,00 | |
b. | voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | € 350,00 | |
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
2.10.1 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | | |
a. | voor een binnenplanse danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel [20] van de [citeertitel gemeentelijke erfgoedverordening] in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit al dan niet met gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: | € 106,65 | |
2.10.2 | Als de aanvraag betrekking heeft op een activiteit m.b.t. een krachtens de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2021 of Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2023 aangewezen karakteristiek of beeldondersteunend (bouw)werk of aangewezen gebied met cultuurhistorische waarden, waarvoor een omgevingsvergunning of ontheffing vereist is, wordt het tarief zoals vermeld in het eerste lid vermeerderd met: | € 467,25 | |
2.10.3 | Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven. | | |
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 1.168,10 | |
Paragraaf 5 Milieubelastende activiteiten |
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 2.516,81 | |
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | | |
a. | voor één milieubelastende activiteit: | € 2.996,81 | |
b. | voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3 | € 4.436,81 | |
c. | voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3 | € 5.876,81 | |
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | | |
a. | voor één milieubelastende activiteit: | € 4.436,81 | |
b. | voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3 | € 6.596,81 | |
c. | voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3 | € 8.756,81 | |
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | | |
a. | voor één milieubelastende activiteit: | € 4.436,81 | |
b. | voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3 | € 6.596,81 | |
c. | voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3 | € 8.756,81 | |
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | | |
a. | voor één milieubelastende activiteit: | € 2.996,81 | |
b. | voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3 | € 4.436,81 | |
c. | voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3 | € 5.876,81 | |
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 2,996,81 | |
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving) |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | | |
a. | voor één milieubelastende activiteit: | € 2.996,81 | |
b. | voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3 | € 4.436,81 | |
c. | voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3 | € 5.876,81 | |
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 2.996,81 | |
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten |
2.20.1 | Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een categorie valt en de aanvraag om een omgevingsvergunning heeft op al deze categorieën betrekking, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast. | | |
2.20.2 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt. | | |
Paragraaf 6 Lozingsactiviteiten |
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 500,81 | |
| | | |
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 500,81 | |
Paragraaf 7 Aanlegactiviteiten |
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
| Gereserveerd | | |
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
| Gereserveerd | | |
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
| Gereserveerd | | |
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel [2:12] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 108,15 | |
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 11:3 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2021 of artikel 3.4.1.3 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 106,65 | |
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 146,01 | |
Paragraaf 8 Overige activiteiten |
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie |
| Gereserveerd | | |
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
| Gereserveerd | | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in hoofdstuk 4 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2021 of afdeling 3.9 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | | |
a. | als het gaat om maximaal 3 bomen | € 106,65 | |
b. | als het gaat om meer dan 3 bomen: | € 388,90 | |
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in hoofdstuk 10 Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2021 of in afdeling 3.5 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten | € 106,65 | |
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg] |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 11:1 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2021 of artikel 3.4.1.1 van de Verordening Fysieke Leefomgeving 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | | |
a. | als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,: | € 75,00 | |
b. | als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: | € 75,00 | |
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in hoofdstuk 2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2021 of paragraaf 3.7.2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 60,60 | |
Artikel 2.34 Andere activiteiten |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: | | |
| betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 350,43 | |
Paragraaf 9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
| Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: | | |
a. | voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: | | |
1. | het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; | | |
2. | bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; | | |
3. | het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of | | |
4. | het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; | | |
| per maatwerkvoorschrift: | € 292,03 | |
b. | in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: | € 292,03 | |
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
2.36.1 | Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: | | |
| één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: | € 1.652,81 | |
2.36.2 | Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: | € 1.652,81 | |
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
2.37.1 | Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: | € 934,48 | |
Paragraaf 10 Gelijkwaardigheid |
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
2.38.1 | Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: | | |
a. | een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: | € 467,25 | |
b. | een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: | € 467,25 | |
c. | een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: | € 2.516,81 | |
d. | een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief: | € 934,48 | |
Paragraaf 11 Overige tarieven |
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: | € 256,25 | |
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
| Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. | | |
| tenzij er sprake is van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project in welk geval het tarief bedraagt: | € 150,00 | |
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: | € 467,25 | |
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: | gratis | |
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens |
| Gereserveerd | | |
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten |
| De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. | | |
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: | € 10.513,04 | |
| tenzij kostenverhaal op andere wijze is overeengekomen. | | |
Artikel 2.45.1 Omgevingsplanactiviteit: Geluidwaarde of trillingsterkte |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit betreffende het vaststellen van een hogere geluidwaarde of trillingsterkte als bedoeld in het Besluit kwaliteit leefomgeving | € 1.500,00 | |
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: | € 934,48 | |
Paragraaf 12 Modaliteiten |
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: | | 10,000% |
| met een maximum verhoging van: | € 1.000,00 | |
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
| Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: | | |
a. | als sprake is van een milieubelastende activiteit: | € 1.076,81 | |
b. | als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: | € 5.840,58 | |
c. | als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: | € 5.840,58 | |
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten |
| Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: | | |
a. | voor de beoordeling van een milieukundig historisch, verkennend of nader bodemonderzoekbodemrapport (eenvoudig): | € 576,00 | |
| voor de beoordeling van een milieukundig historisch, aanvullend of nader bodemonderzoeksrapport (complex): | € 1.152,00 | |
b. | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: | € 576,00 | |
c. | voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: | € 768,00 | |
d. | voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: | € 576,00 | |
e. | voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: | € 576,00 | |
f. | voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): | € 3.072,00 | |
g. | voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: | € 768,00 | |
Artikel 2.50 Advies |
2.50.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: | | |
a. | voor een advies van de gemeenteraad: | € 1.184,30 | |
b. | voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: | | |
| als de bouwkosten minder dan € 500.000,- bedragen : | | 0,190% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 100,00 | |
| als de bouwkosten € 500.000,- tot € 1.000.000,- bedragen: | € 950,00 | |
| vermeerderd met | | 0,120% |
| van de bouwkosten vanaf € 500.000,- | | |
| als de bouwkosten € 1.000.000,- tot € 2.500.000,- bedragen : | € 1.550,00 | |
| vermeerderd met | | 0,080% |
| van de bouwkosten vanaf € 1.000.000,-: | | |
| als de bouwkosten € 2.500.000,- tot € 5.000.000,- bedragen : | € 2.750,00 | |
| vermeerderd met | | 0,050% |
| van de bouwkosten vanaf € 2.500.000,- | | |
| als de bouwkosten € 5.000.000,- of meer bedragen : | € 4.000,00 | |
| vermeerderd met | | 0,025% |
| van de bouwkosten vanaf € 5.000.000,- | | |
c. | indien het te toetsen intiatief nieuwbouw woningen, niet zijnde étage- of galerijwoningen e.d, betreft van meer dan vijf gelijke woningen in één complex en hiervoor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] moet worden uitgebracht dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet wordt het tarief zoals vermeld in het eerste lid onder b in rekening gebracht, met dien verstande dat voor de bepaling van de hoogte van de bouwkosten in afwijking van artikel 2.1, vijfde lid, wordt uitgegaan van | | |
i. | indien het een complex betreft van 6 tot en met 10 gelijke woningen: de bouwkosten van 5 woningen | | |
ii. | indien het een complex betreft van 11 tot en met 20 gelijke woningen: de bouwkosten van 6 woningen | | |
iii. | indien het een complex betreft van 21 tot en met 30 gelijke woningen: de bouwkosten van 8 woningen | | |
iv. | indien het een complex betreft van 31 tot en met 40 gelijke woningen: de bouwkosten van 10 woningen | | |
v. | indien het een complex betreft van 41 tot en met 50 gelijke woningen: de bouwkosten van 12 woningen | | |
d. | Etage- en galerijwoningen e.d. worden als één bouwblok beschouwd. Het tarief wordt dan berekend over de totale bouwsom van het bouwblok. | | |
e. | voor een advies van de brede adviescommissie Ruimtelijke kwaliteit als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] in verband met reclameobjecten, per adviesaanvraag: | € 100,00 | |
f. | voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] dat betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet in combinatie met één extra discipline wordt het tarief zoals vermeld in het eerste lid onder b verhoogd met: 80% | | |
g. | voor een advies van de brede adviescommissie Ruimtelijke kwaliteit als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] dat betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet in combinatie met meerdere extra discipline wordt het tarief zoals vermeld in het eerste lid onder b verhoogd met: 120% | | |
h. | voor een advies van de brede adviescommissie Ruimtelijke kwaliteit als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b tot en met g: | | |
i. | voor het opstellen van een bouwhistorisch advies uitgebracht door de erfgoedadviseur: | € 934,48 | |
j. | voor een advies van een onafhankelijk agrarisch deskundige: het bedrag dat de agrarisch deskundige aan de gemeente in rekening brengt voor het betreffende advies. Dit bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
k. | voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met e: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2.50.2 | Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
Artikel 2.51 Instemming |
2.51.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.. | | |
2.51.2 | Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
Paragraaf 13 Vermindering |
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg |
| | | |
2.52.1 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: | | 100,000% |
| van de voor het omgevingsoverleg geheven leges, met uitzondering van de leges voor een principeverzoek op grond van artikel 2.4, eerste lid, sub c en de leges op grond van artikel 2.4, derde en vierde lid. | | |
2.52.2 | Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: | | |
a. | voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; | | |
b. | in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en | | |
c. | binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. | | |
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag |
| Gereserveerd | | |
Paragraaf 14 Teruggaaf |
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
| Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | | 75,000% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. | | |
| met dien verstande dat ten minste verschuldigd blijft: | € 110,00 | |
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
| Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: | | 50,000% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. | | |
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | | |
a. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: | | 75,000% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; | | |
b. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; | | 50,000% |
c. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: | | 25,000% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. | | |
d. | In afwijking van de voorgaande onderdelen van dit artikel bedraagt de teruggaaf, indien de aanvraag op verzoek van de gemeente wordt ingetrokken: | | 100,000% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. | | |
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | | |
a. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen [zes] weken na de indiening van de aanvraag: | | 75,000% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; | | |
b. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: | | 50,000% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; | | |
c. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: | | 25,000% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; | | |
d. | In afwijking van de voorgaande onderdelen van dit artikel bedraagt de teruggaaf, indien de aanvraag op verzoek van de gemeente wordt ingetrokken: | | 100,000% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; | | |
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
| Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: | | 20,000% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. | | |
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
a. | Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | | 25,000% |
| van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. | | |
b. | Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. | | |
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
| In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. | | |
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf |
| Een bedrag minder dan € 104,05 wordt niet teruggegeven. | | |