Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zutphen

Verordening van de raad van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het heffen van leges 2024 (Legesverordening gemeente Zutphen 2024)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZutphen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de raad van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het heffen van leges 2024 (Legesverordening gemeente Zutphen 2024)
CiteertitelLegesverordening gemeente Zutphen 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Legesverordening gemeente Zutphen 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet
  3. artikel 7 van de Paspoortwet
  4. artikel 13.1a van de Omgevingswet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-03-202401-01-2024Tarieventabel nr 1.1.3, 1.35.5, 2.6.4, 2.7 en 2.9

26-02-2024

gmb-2024-126380

611917
28-12-202321-03-2024Nieuwe regeling.

11-12-2023

gmb-2023-554300

611917

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de raad van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het heffen van leges 2024 (Legesverordening gemeente Zutphen 2024)

 

 

De raad van de gemeente Zutphen,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2023 met nummer 611917;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b. van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de:

 

Verordening van de raad van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het heffen van leges 2024 (Legesverordening gemeente Zutphen 2024)

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een gehele dag wordt aangemerkt;

  • c.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • d.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • e.

    maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • f.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen voor een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument, een en ander zoals bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

 

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene voor wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • b.

    exemplaren van de raadsagenda, preadviezen, raadsbesluiten en raadsnotulen aan de in de gemeenteraad zitting hebbende politieke partijen, tot een maximum van vier exemplaren;

  • c.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

Artikel 5 Tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota, ander schriftuur of elektronisch bericht.

 

Artikel 7 Tijdstip van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald als de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling of elektronisch wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 28 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

 

Artikel 8 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

 

Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden, wijziging verordening

Het college kan deze verordening wijzigen als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde Rijkswet- en regelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft: onderdeel akten Burgerlijke stand; Reisdocumenten; Rijbewijzen; Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen op papier; Verklaring omtrent gedrag; Wet op de kansspelen,

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet al bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

 

Artikel 10 Datum van ingang heffing

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

 

Artikel 11 Overgangsrecht

De Legesverordening gemeente Zutphen 2023, zoals vastgesteld bij besluit van 13 december 2022 en de daarbij behorende tarieventabel, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2024, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking.

 

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening gemeente Zutphen 2024.

 

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van

de raad van de gemeente Zutphen,

gehouden op: 11 december 2023

De voorzitter, de griffier,

 

 

Tarieventabel behorende bij de Legesverordening gemeente Zutphen 2024

 

 

Tarieventabel behorende bij de Legesverordening gemeente Zutphen 2024

 

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

 

Paragraaf 1 Burgerlijke stand

Paragraaf 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Paragraaf 3 Rijbewijzen

Paragraaf 4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Paragraaf 5 Bestuursstukken

Paragraaf 6 Vastgoedinformatie

Paragraaf 7 Overige publiekszaken

Paragraaf 8 Gemeentearchief

Paragraaf 9 Bijzondere wetten

Paragraaf 10 Diversen

 

Hoofdstuk 2 Omgevingswet

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Paragraaf 2 Voorfase

Paragraaf 3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Paragraaf 4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Paragraaf 5 Milieubelastende activiteiten

Paragraaf 6 Lozingsactiviteiten

Paragraaf 7 Aanlegactiviteiten

Paragraaf 8 Overige activiteiten

Paragraaf 9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Paragraaf 10 Gelijkwaardigheid

Paragraaf 11 Overige tarieven

Paragraaf 12 Modaliteiten

Paragraaf 13 Vermindering

Paragraaf 14 Teruggaaf

 

Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn

 

Paragraaf 1 Horeca

Paragraaf 2 Seksbedrijven

Paragraaf 3 Winkeltijdenwet

Paragraaf 4 Organiseren evenement of markt

Paragraaf 5 Standplaatsen

Paragraaf 6 Huisvestingswet 2014

Paragraaf 7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

 

Artikel

Omschrijving

Verkooptarief

Paragraaf 1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 

Voor het voltrekken van een huwelijk op een andere tijd en wijze dan op grond van artikel 4 van de Wet van 23 april 1879, Stb.nr. 72 c (Wet rechten burgerlijke stand 1879), sedertdien gewijzigd, voor kosteloze voltrekking is bepaald en het registreren van het partnerschap (voor de gemeente Zutphen op maandag om 09.00 en 09.30 uur kosteloos) bedraagt het tarief:

 

1.1.1

het Stadhuis van Zutphen

 

a.

op maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 uur en 17.00 uur, behoudens het vermelde onder b

€ 399,15

b.

op maandag tot en met vrijdag tussen 17.00 uur en 20.00 uur

€ 870,15

c.

op zaterdag tussen 10.00 uur en 15.00 uur

€ 870,15

d.

op zon- en algemeen erkende feestdagen tussen 10.00 uur en 15.00 uur

€ 1.074,60

e.

wanneer het voltrekken c.q. registreren plaats heeft op een niet onder a. tot en met d. genoemd tijdstip

€ 1.430,85

1.1.2

op een eenmalig aangewezen locatie als huis der gemeente

 

a.

op maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 uur en 17.00 uur

€ 333,05

b.

op maandag tot en met vrijdag tussen 17.00 uur en 20.00 uur

€ 414,05

c.

op zaterdag tussen 10.00 uur en 15.00 uur

€ 414,05

d.

op zon- en algemeen erkende feestdagen tussen 10.00 uur en 15.00 uur

€ 478,85

e.

wanneer het voltrekken c.q. registreren plaats heeft op een niet onder a. tot en met d. genoemd tijdstip

€ 752,70

1.1.3

Budgethuwelijk

 

 

In aanwezigheid van maximaal 8 personen inclusief bruidspaar Op afspraak

€ 109,30

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

1.2.1

Voor het omzetten van een partnerschap in een huwelijk zonder ceremonie

€ 51,90

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

1.3.1

voor de voltrekking van een huwelijk in een bijzonder huis als bedoeld in art. 64 Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

€ 379,45

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

 

Gereserveerd

 

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

1.5.1

Voor het eenmalig benoemen van een al beëdigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, niet zijnde buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand benoemd door de gemeente Zutphen

€ 157,25

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

1.6.1

Voor het verschaffen van één of meerdere getuigen bij de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige

€ 33,15

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

1.7.1

wanneer het voltrekken van een huwelijk c.q. het laten registreren van een partnerschap geen doorgang vindt is een tarief verschuldigd van

€ 162,10

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

1.8.1

Trouw- of partnerboekje

€ 29,35

1.8.2

Luxe versie trouwboekje

€ 31,45

1.8.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van inlichtingen betreffende met naam aangeduide personen uit de registers van de burgerlijke stand per inlichting

€ 5,10

1.8.5

Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doen van nasporingen in de registers van de Burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 8,45

1.8.6

Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand of zoals dit Besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

 

Paragraaf 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

1.9.1

De tarieven bedragen voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van de in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden genoemde documenten, de daarvoor in dat artikel vermelde maximumtarieven, naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,05.

 

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

1.10.1

De tarieven bedragen voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van de in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden genoemde documenten, de daarvoor in dat artikel vermelde maximumtarieven, naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,05.

 

Paragraaf 3 Rijbewijzen

Artikel 1.12 Rijbewijzen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

1.12.1

tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer genoemde bedrag, vermeerderd met het in het artikel van het Reglement rijbewijzen genoemde bedrag, waarbij de som van deze bedragen naar beneden wordt afgerond op een veelvoud van € 0,05.

 

Artikel 1.13 Modaliteiten

1.13.1

Het tarief genoemd in onderdeel 1.12.1 wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met het bedrag genoemd in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer en verminderd met het bedrag genoemd in bijlage VI onder afdracht van gemeenten van die Regeling;

 

1.13.2

Het tarief bedraagt ter zake van het uitreiken van een formulier voor eigen verklaring betreffende de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorvoertuigen

€ 3,45

1.13.3

Het tarief bedraagt voor extra werkzaamheden in verband met vermissing van een rijbewijs

€ 37,55

Paragraaf 4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

1.14.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder een verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent een persoon voor wie de Basisregistratie personen, persoonsgegevens moet worden geraadpleegd

 

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

Het tarief bedraagt

 

1.15.1

voor een uittreksel uit de Basisregistratie personen:

 

a.

per verstrekking (internet), per persoon

€ 14,35

b.

per verstrekking (aan de balie) per persoon

€ 14,35

c.

per verstrekking (schriftelijk) per persoon

€ 17,00

Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens

 

Gereserveerd

 

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

1.17.1

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot verstrekking van gegevens als bedoeld in artikel 17 van het Besluit basisregistratie personen, het bedrag zoals dat is opgenomen in artikel 10 van de Regeling basisregistratie personen.

 

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

Het tarief bedraagt

 

1.18.1

ter zake van het op verzoek doornemen van de BRP of het persoonsregister, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 7,90

 

De leges worden voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvrager aan de aanvrager ter kennis gebracht. De aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de legeskosten aan aanvrager zijn meegedeeld.

 

Paragraaf 5 Bestuursstukken

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.19.1

een exemplaar van de programmabegroting

€ 71,75

1.19.2

een exemplaar van de bijlage van de programmabegroting

€ 30,50

1.19.3

een exemplaar van de jaarrekening

€ 71,75

1.19.4

een exemplaar van de productenraming

€ 20,00

1.19.5

een exemplaar van het jaarverslag

€ 20,10

1.19.6

op verzoek toezenden van: losse notulen van een najaarsvergadering, inclusief portokosten

€ 10,05

Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.20.1

tot het verstrekken per jaar (inclusief portokosten) van een abonnement:

 

a.

op de complete raadsbundel (agenda's raad, forum en alle bijbehorende stukken), inclusief besluitenlijst voorgaande raad, elke twee weken

€ 189,20

b.

op de agenda's van raad en forum, de verslagen van de voorgaande forumvergadering en de besluitenlijst voorgaande forumvergadering en de besluitenlijst voorgaande raad, elke twee weken

€ 136,50

c.

op de agenda's van raad en forum inclusief besluitenlijst voorgaande raad, elke twee weken

€ 94,85

Paragraaf 6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.21.1

ter zake van het verlenen van inzage in de perceelskaarten, per perceelskaart

€ 6,55

1.21.2

tot het verstrekken van een fotokopie

€ 0,40

1.21.3

tot het verstrekken van een lichtdruk

€ 3,85

Artikel 1.22 Informatie uit registers

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.22.1

ter zake van het doen van nasporingen in het gemeentelijk kadaster voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 13,90

a.

Verstrekken van informatie aan derden ten behoeve van taxaties onroerend goed c.a.

€ 93,65

b.

Verstrekken van bodeminformatie of Historische onderzoek aan derden (bijvoorbeeld adviesbureaus, makelaars, particulieren) ten behoeve van uiteenlopende redenen (aan-/ verkoop, verzekeringen, taxaties enz..)

€ 93,65

1.22.2

ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen omtrent de kadastrale, dan wel de plaatselijke aanduiding, per inlichting

€ 12,35

Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.23.1

tot het verstrekken van een uittreksel uit het register Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen (WKPB)

€ 12,75

1.23.2

tot het verstrekken van een uittreksel uit de registratie WKPB

€ 12,80

1.23.3

voor een verklaring dat uit het register blijkt dat op het betreffende aangevraagde perceel geen publiekrechtelijke beperkingen van toepassing zijn:

€ 12,80

1.23.4

voor het verstrekken van informatie over niet-gemeentelijke beperkingen waarbij raadpleging van Kadaster-on-line noodzakelijk is, worden de kosten van deze raadpleging volledig doorberekend

 

1.23.5

voor een procedure ter vaststelling van een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidshinder

€ 823,45

1.23.6

voor het registreren van hogere geluidswaarden

€ 88,00

Paragraaf 7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24 Gemeentegarantie

 

Gereserveerd

 

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.25.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag: de in de Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden genoemde bedragen

€ 41,35

1.25.2

tot het verkrijgen van een verklaring van in leven zijn

€ 14,35

1.25.3

tot het verkrijgen van een verklaring van Nederlanderschap

€ 14,35

1.25.4

tot het legaliseren van een handtekening

€ 5,40

1.25.5

voor het waarmerken van een fotokopie

€ 5,40

1.25.6

tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening

€ 242,80

1.25.7

wanneer het aanvragen van een dienst uit Hoofdstuk 1 van deze verordening op verzoek gepaard gaat met een huisbezoek is boven de eerder vermelde tarieven een extra bedrag verschuldigd van

€ 76,70

Paragraaf 8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

 

Het tarief bedraagt voor

 

1.26.1

het op verzoek doen van naspeuringen van in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 20,20

 

Opvraag kopie uit akten (historische) burgerlijke stand of DTB-register, exclusief kosten fotokopie, alleen met opgave van concrete datum

€ 7,85

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

1.27.1

tot verkrijging van: Reproducties: fotokopie / afdruk readerprinter / print/digitale scan

 

a.

Formaat A4 per stuk

€ 0,40

b.

Formaat A3 per stuk

€ 0,95

c.

Kopie bouwtekening, zwart wit, op één blad

€ 10,95

d.

Kopie bouwtekening, kleur, op één blad (op aanvraag)

 

e.

Digitale foto’s, Gemaakt door medewerker, per stuk

€ 5,20

f.

foto’s branden op cd rom (inclusief cd rom)

€ 6,65

g.

Professionele digitale foto (op aanvraag)

 

1.27.2

Inbewaringgeving van particuliere archieven, per strekkende meter per jaar (op aanvraag)

 

 

Schenking van particuliere archieven (gratis)

 

1.27.3

tot verkrijging van een eenmalig repro- en publicatierecht per object ten behoeve van gedrukte publicatie op het internet:

 

a.

bij publicatie in een oplage van meer dan 50 exemplaren of op internet

€ 32,50

b.

Ten behoeve van tentoonstellingen, per afdruk of projectie

 

c.

bij tentoonstellingen korter dan één maand

€ 6,45

d.

bij tentoonstellingen langer dan één maand

€ 32,35

Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.28.1

Uitlening bibliotheek

 

a.

één boek

€ 1,25

b.

een 5-strippenkaart

€ 3,55

c.

een 10-strippenkaart

€ 5,95

d.

boete bij overschrijding uitleentermijn per boek per week of deel daarvan

€ 1,25

1.28.2

Rondleiding door gebouw en depot, max. 20 personen (op aanvraag)

 

1.28.3

Administratiekosten op basis van brievenbuspost, inclusief porto

€ 7,85

a.

Verzendkosten pakketpost (kostprijs)

 

b.

Verpakkingskosten (kostprijs)

 

Paragraaf 9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

 

Gereserveerd

 

Artikel 1.30 Leegstandwet

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.30.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Leegstandwet

€ 96,70

1.30.2

tot verlenging van de vergunning, als bedoeld onder 1.30.1.

€ 48,35

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag

 

1.31.1

tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning, als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen (Stb.1964,483)

 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

b.

voor een periode van twaalf maanden voor 2 kansspelautomaten

€ 90,50

c.

Voor een periode van 4 jaar voor één kansspelautomaat,

€ 226,50

d

voor een periode van 4 jaar voor twee kansspelautomaten: € 90,50 + (aantal kansspelautomaten x € 136,00)

€ 362,50

1.31.2

tot het verkrijgen van een vergunning, als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 40,50

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

1.32.1

in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Verordening fysieke leefomgeving gemeente Zutphen, omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

€ 551,20

1.32.2

in verband met het verkrijgen van een melding, als bedoeld in de Verordening fysieke leefomgeving gemeente Zutphen, omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden van minder ingrijpende aard (tracés tot en met 25 m1) en spoedeisende werkzaamheden:

€ 110,35

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.33.1

tot het verkrijgen van een ontheffing, als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb.459)

€ 46,30

1.33.2

tot het verkrijgen van een ontheffing, als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 in combinatie met een parkeerontheffing ten behoeve van betaalde en vergunninghoudersparkeerplaatsen.

 

a.

voor een periode van maximaal 1 dag

€ 15,65

b.

voor een periode van maximaal 1 week

€ 38,70

c.

voor een periode van maximaal 1 maand

€ 68,50

d.

voor een periode van maximaal 3 maanden

€ 159,60

e.

voor een periode van maximaal 6 maanden

€ 314,90

f.

voor een periode van maximaal 9 maanden

€ 459,70

g.

voor een periode van maximaal 1 jaar

€ 625,00

1.33.3

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling Voertuigen (Stb 2009, 184)

€ 39,75

1.33.4

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (Stb. 2001,201)

€ 157,05

1.33.5

voor het verstrekken van een duplicaat-parkeervergunning c.q. duplicaat-ontheffing voor een parkeerlocatie

€ 13,05

Paragraaf 10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.34.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 0,40

1.34.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, digitale scans, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

a.

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,40

b.

per pagina op papier van A3-formaat

€ 0,95

c.

Indien een vergoeding in rekening wordt gebracht voor het verstrekken van kopieën van ander materiaal dat gegevens bevat, bedraagt deze niet meer dan de kostprijs

 

1.34.3

Documenten ((al dan niet gewaarmerkte) afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, digitale scans) op grond van artikel 7, eerste lid, aanhef en onder a. van de Wet openbaarheid van bestuur:

 

a.

tot 6 pagina’s A4 enkelzijdig

gratis

b.

voor 6 tot en met 13 pagina’s A4 enkelzijdig

€ 5,30

c.

voor 14 of meer pagina’s A4 enkelzijdig, per pagina

€ 0,40

d.

per pagina op papier van een ander formaat enkelzijdig

€ 0,95

1.34.4

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de onderdelen 1.34.1.1 en 1.34.1.2 genoemde stukken, groter dan A3-formaat voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

€ 13,15

a.

vermeerderd met

€ 4,30

b.

voor elke 1000 cm², waarmee de oppervlakte van de kaart, tekening of lichtdruk de 1000 cm² te boven gaat

 

1.34.5

Indien een vergoeding in rekening wordt gebracht voor het verstrekken van kopieën van ander materiaal dat gegevens bevat, bedraagt deze niet meer dan de kostprijs

 

1.34.6

een beschikking, stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 5,60

1.34.7

computerlijs van een leeftijdsopbouwstatistiek van de gehele gemeente

€ 40,00

1.34.8

computerlijst van een leeftijdsopbouwstatistiek van een bepaalde wijk of stemdistrict

€ 12,15

1.34.9

een computerlijst, anders dan bedoeld onder 1.34.7 of 1.34.8, per regel. De leges genoemd onder 1.34.8 worden voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de legeskosten aan aanvrager zijn meegedeeld.

€ 0,50

Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

1.35.1

van een aanvraag ter verkrijging van een niet in dit hoofdstuk genoemde verklaring

€ 6,75

1.35.2

van een aanvraag voor het verstrekken van een duplicaat grafbewijs

€ 13,95

1.35.3

van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge hoofdstuk 3, 4 en 5 van de Verordening op het Stads- en Landschapsschoon (handelsreclame, verlichting, het wijzigen van de gevel en het opslaan van oude materialen, caravans e.d.)

€ 70,85

1.35.4

van een aanvraag ter verkrijging c.q. toestemming voor het gebruik van de openbare ruimte ten behoeve van het plaatsen van onder andere bouwprojecten zoals steigers, puinbakken, containers, keetcontainers, verhuisliften, pompinstallaties, eco-toiletten, stenen, cement, zand en tegels

€ 50,20

 

van een aanvraag ter verkrijging c.q. toestemming voor overig gebruik openbare ruimte

€ 31,75

1.35.5

van een aanvraag voor een optie voor de Nederlandse nationaliteit of een aanvraag tot naturalisatie, zoals deze is opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002, dan wel recentelijk is gewijzigd

 

1.35.6

het in exploitatie nemen van een kindercentrum (kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, peuterspeelzaal) of gastouderbureau als bedoelt in artikel 1.45, eerste lid dan wel artikel 2.2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

€ 1.371,70

a.

het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

€ 512,75

b.

het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen op een tweede locatie

€ 285,25

1.35.7

Indien de in 1.35.6 bedoelde aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van twee weken na het in behandeling nemen ervan, bedraagt de teruggaaf van de op grond van die onderdelen voor de betreffende aanvraag verschuldigde leges:

79,30%

1.35.8

Indien de in 1.35.6 bedoelde aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van tien weken na het in behandeling nemen ervan, of wordt afgewezen op grond van de inspectie voor aanvang exploitatie, bedraagt de teruggaaf van de op grond van die onderdelen voor de betreffende aanvraag verschuldigde leges:

52,85%

 

Hoofdstuk 2

 

Artikel

Omschrijving

Vast tarief

Variabel tarief

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

 

Definities

 

 

2.1.1

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

 

2.1.2

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

 

2.1.3

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

 

 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

 

 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

 

 

Omgevingsoverleg: door middel van een omgevingsoverleg kan een intiatief voorafgaand aan het indienen van een aanvraag om een omgevingsvergunning aan de gemeente worden voorgelegd om van de gemeente te vernemen of en zo ja, op welke wijze het initiatief kan worden gerealiseerd. Het omgevingsoverleg heeft geen juridische status en is geen onderdeel van de wettelijke procedure. De wettelijke procedure start pas als een initiatiefnemer een aanvraag of melding indient. Er bestaan meerdere soorten omgevingsoverleg: vooroverleg, principeverzoek, een beoordeling aan de intaketafel en een beoordeling aan de omgevingstafel.

 

 

 

Informatieverzoek: een mondelinge/telefonische vraag of korte schriftelijke vraag om een indicatie of een initiatief past binnen de geldende regels van een bestemmingsplan en/of er een vergunning nodig is. Dit is alleen een indicatie, er vindt geen planbeoordeling plaats, met een tijdsindicatie van ongeveer 30 minuten .

 

 

 

Vooroverleg: een beoordeling door de gemeente Zutphen of een voorgenomen (bouw)plan vergunbaar is, voorafgaand aan het indienen van een aanvraag voor dat (bouw)plan. Een aanvraag om een vooroverleg is in behandeling genomen op het moment dat het verzoek om aanvraag om een vooroverleg is geregistreerd. Het vooroverleg eindigt bij het verstrekken van de bericht “afronding vooroverleg”. Indien dit voor de beoordeling van belang is, zal deze plaatsvinden in aanwezigheid van de initiatiefnemer.

 

 

 

Principeverzoek: voordat een definitieve aanvraag wordt ingediend en een procedure wordt doorlopen kan een initiatiefnemer aan de hand van een schriftelijk verzoek het college vragen om een voorlopig oordeel omtrent de kans op de verlening van de medewerking aan een voorgenomen (bouw)plan of aan een wijziging dan wel herziening van het omgevingsplan. Een aanvraag om een principeverzoek is in behandeling genomen op het moment dat het intiatief waarover het bestuurlijke standpunt wordt gevraagd is ontvangen en is geregistreerd. Het principeverzoek eindigt bij de schriftelijke mededeling van het collegebesluit op het verzoek van initiatiefnemer. 

 

 

 

Intaketafel: De intaketafel is een beoordeling door de gemeente Zutphen van een initiatief dat niet past binnen de regels van het (tijdelijke) omgevingsplan. De intaketafel leidt tot een standpunt over de wenselijkheid van het initiatief, de eventuele medewerking en het vervolgproces. Een aanvraag om een beoordeling aan de intaketafel is in behandeling genomen op het moment dat het verzoek om een beoordeling aan de intaketafel is geregistreerd. De beoordeling aan de intaketafel eindigt bij het verstrekken van de bericht “afronding intaketafel”. Indien dit voor de beoordeling van belang is, zal deze plaatsvinden in aanwezigheid van de initiatiefnemer.

 

 

 

Omgevingstafel: de omgevingstafel is een overlegvorm voor initiatieven waarvan bij het intaketafelgesprek is geoordeeld dat deze onder voorwaarden mogelijk te realiseren zijn. Aan de omgevingstafel wordt een initatief besproken en beoordeeld door gemeentelijke en in voorkomende gevallen externe adviseurs en specialisten (ketenpartners) met als doel het initiatief zodanig vorm te geven dat aan de voorwaarden om deze te kunnen realiseren is voldaan en te komen tot een realiseerbaar plan. Een aanvraag om een beoordeling aan de omgevingstafel is in behandeling genomen op het moment dat het verzoek om een beoordeling aan de omgevingstafel is geregistreerd. De beoordeling aan de omgevingstafel eindigt bij het verstrekken van de brief “afronding omgevingstafel”. Indien dit voor de beoordeling van belang is, zal deze plaatsvinden in aanwezigheid van de initiatiefnemer.

 

 

2.1.4

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

 

2.1.5

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de aannemingssom inclusief de omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV Hoge Raad 01-02-2019, ECLI:HR:2019:143), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom, inclusief de omzetbelasting), of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken. Als het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, inclusief de omzetbelasting.

 

 

2.1.6

De controle van de opgegeven aanleg-, bouw- en sloopkosten vindt plaats op basis van de jaarlijkse uitgave van het Nederlands Bouwkosten Instituut “Basisbedragen gebouwen”.

 

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

a.

omgevingsoverleg;

 

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

2.3.1

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

 

2.3.2

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

 

2.3.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

 

2.3.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

 

2.3.5

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

 

2.3.6

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

Paragraaf 2 Voorfase

 

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

2.4.1

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

 

a.

voor een informatieverzoek:

gratis

 

b.

voor een vooroverleg:

€ 410,00

 

c.

voor een principeverzoek:

€ 1050,00

 

d.

voor een beoordeling aan de intaketafel:

€ 205,00

 

e.

voor een beoordeling aan de omgevingstafel

 

 

 

voor een eerste beoordeling

€ 820,00

 

 

voor elke volgende beoordeling:

€ 410,00

 

2.4.3

voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een schriftelijke verklaring dat voor een voorgenomen initiatief geen omgevingsvergunning is vereist, of om een schriftelijke verklaring dat een voorgenomen initiatief past binnen de geldende regels van het (tijdelijke) omgevingsplan:

€ 110,00

 

2.4.4

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een omgevingsoverleg een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor het omgevingsoverleg vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten.

 

 

2.4.5

De tarieven vermeld in het eerste en tweede lid worden niet in rekening gebracht als kostenverhaal op andere wijze is overeengekomen.

 

 

Paragraaf 3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

Als de bouwkosten minder dan € 1.000.000,- bedragen :

 

1,750%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 256,25

 

b.

als de bouwkosten € 1.000.000,- tot € 10.000.000,- bedragen

€ 17.500,00

 

 

vermeerderd met

 

1,500%

 

van de bouwkosten vanaf € 1.000.000,-

 

 

c.

als de bouwkosten € 10.000.000,- of meer bedragen

€ 152.500,00

 

 

vermeerderd met

 

1,250%

 

van de bouwkosten vanaf € 10.000.000.-

 

 

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

2.6.1

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit:

€ 573,33

 

2.6.2

voor een omgevingsplanactiviteit die uitsluitend bestaat uit het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk en waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit, bedraagt het tarief in afwijking van het eerste lid:

€ 666,35

 

2.6.3

De tarieven genoemd onder het eerste en tweede lid worden in voorkomende gevallen verhoogd als volgt:

 

 

a.

als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

€ 467,25

 

b.

als sprake is van toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, zoals bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, verhoogd met:

€ 4.555,65

 

2.6.4

Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het tarief verhoogd met:

 

 

a.

voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in de Beleidsregels buitenplanse afwijkingsmogelijkheden 2021 Zutphen:

€ 336,55

 

b.

voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder a:

€ 5.889,35

 

c.

De tarieven vermeld in lid 4 onder a en b worden niet in rekening gebracht als kostenverhaal al op andere wijze is overeengekomen.

 

 

2.6.5

Als de aanvraag betrekking heeft op het plaatsen van zonnecollectoren en/of zonnepanelen op, aan of bij een pand gelegen binnen het beschermd stadsgezicht en/of een beschermd monument en het plan voldoet aan de voorwaarden van artikel 2.29, onder d van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving worden de bouwkosten die betrekking hebben op de zonnecollectoren en/of zonnepanelen niet betrokken in de bepaling van de bouwkosten die als grondslag dienen voor de bepaling van de hoogte van de leges op grond de artikelen 2.5 en 2.6, lid 1.

 

 

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 106,65

 

Paragraaf 4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

2.8.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor een binnenplanse dan wel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van hoofdstuk 5 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2021 of afdeling 3.8 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit al dan niet met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht

 

 

 

1˚ voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 508,00

 

 

2˚ voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 350,00

 

2.8.2

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 467,25

 

2.8.3

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2021 of Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2023 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

 

 

a.

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

 

 

b.

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

 

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 508,00

 

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 350,00

 

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.10.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor een binnenplanse danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel [20] van de [citeertitel gemeentelijke erfgoedverordening] in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit al dan niet met gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 106,65

 

2.10.2

Als de aanvraag betrekking heeft op een activiteit m.b.t. een krachtens de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2021 of Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2023 aangewezen karakteristiek of beeldondersteunend (bouw)werk of aangewezen gebied met cultuurhistorische waarden, waarvoor een omgevingsvergunning of ontheffing vereist is, wordt het tarief zoals vermeld in het eerste lid vermeerderd met:

€ 467,25

 

2.10.3

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

 

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.168,10

 

Paragraaf 5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2.516,81

 

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.996,81

 

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3

€ 4.436,81

 

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3

€ 5.876,81

 

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.436,81

 

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3

€ 6.596,81

 

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3

€ 8.756,81

 

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.436,81

 

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3

€ 6.596,81

 

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3

€ 8.756,81

 

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor één milieubelastende activiteit: 

€ 2.996,81

 

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3

€ 4.436,81

 

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3

€ 5.876,81

 

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2,996,81

 

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.996,81

 

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3

€ 4.436,81

 

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3

€ 5.876,81

 

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2.996,81

 

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

2.20.1

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een categorie valt en de aanvraag om een omgevingsvergunning heeft op al deze categorieën betrekking, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

 

 

2.20.2

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

 

Paragraaf 6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 500,81

 

 

 

 

 

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 500,81

 

Paragraaf 7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

 

Gereserveerd

 

 

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

 

Gereserveerd

 

 

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

Gereserveerd

 

 

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel [2:12] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 108,15

 

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 11:3 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2021 of artikel 3.4.1.3 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 106,65

 

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 146,01

 

Paragraaf 8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

 

Gereserveerd

 

 

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

Gereserveerd

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in hoofdstuk 4 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2021 of afdeling 3.9 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

als het gaat om maximaal 3 bomen

€ 106,65

 

b.

als het gaat om meer dan 3 bomen:

€ 388,90

 

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in hoofdstuk 10 Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2021 of in afdeling 3.5 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 106,65

 

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg]

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 11:1 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2021 of artikel 3.4.1.1 van de Verordening Fysieke Leefomgeving 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:

€ 75,00

 

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 75,00

 

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in hoofdstuk 2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Zutphen 2021 of paragraaf 3.7.2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 60,60

 

Artikel 2.34 Andere activiteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

 

 

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 350,43

 

Paragraaf 9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

 

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

 

 

1.

het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 

 

 

2.

bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

 

3.

het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

 

 

4.

het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

 

 

per maatwerkvoorschrift:

€ 292,03

 

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 292,03

 

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

2.36.1

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 

 

 

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 1.652,81

 

2.36.2

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.652,81

 

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

2.37.1

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 934,48

 

Paragraaf 10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel

2.38.1

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

€ 467,25

 

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief:

€ 467,25

 

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 2.516,81

 

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief:

€ 934,48

 

Paragraaf 11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 256,25

 

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

 

 

tenzij er sprake is van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project in welk geval het tarief bedraagt:

€ 150,00

 

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 467,25

 

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

gratis

 

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

 

Gereserveerd

 

 

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

 

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 10.513,04

 

 

tenzij kostenverhaal op andere wijze is overeengekomen.

 

 

Artikel 2.45.1 Omgevingsplanactiviteit: Geluidwaarde of trillingsterkte

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit betreffende het vaststellen van een hogere geluidwaarde of trillingsterkte als bedoeld in het Besluit kwaliteit leefomgeving

€ 1.500,00

 

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 934,48

 

Paragraaf 12 Modaliteiten

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

 

10,000%

 

met een maximum verhoging van:

€ 1.000,00

 

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 1.076,81

 

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 5.840,58

 

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 5.840,58

 

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig historisch, verkennend of nader bodemonderzoekbodemrapport (eenvoudig):

€ 576,00

 

 

voor de beoordeling van een milieukundig historisch, aanvullend of nader bodemonderzoeksrapport (complex):

€ 1.152,00

 

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 576,00

 

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 768,00

 

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 576,00

 

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 576,00

 

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 3.072,00

 

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 768,00

 

Artikel 2.50 Advies

2.50.1

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 1.184,30

 

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

 

 

 

als de bouwkosten minder dan € 500.000,- bedragen :

 

0,190%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 100,00

 

 

als de bouwkosten € 500.000,- tot € 1.000.000,- bedragen:

€ 950,00

 

 

vermeerderd met

 

0,120%

 

van de bouwkosten vanaf € 500.000,-

 

 

 

als de bouwkosten € 1.000.000,- tot € 2.500.000,- bedragen :

€ 1.550,00

 

 

vermeerderd met

 

0,080%

 

van de bouwkosten vanaf € 1.000.000,-:

 

 

 

als de bouwkosten € 2.500.000,- tot € 5.000.000,- bedragen :

€ 2.750,00

 

 

vermeerderd met

 

0,050%

 

van de bouwkosten vanaf € 2.500.000,-

 

 

 

als de bouwkosten € 5.000.000,- of meer bedragen :

€ 4.000,00

 

 

vermeerderd met

 

0,025%

 

van de bouwkosten vanaf € 5.000.000,-

 

 

c.

indien het te toetsen intiatief nieuwbouw woningen, niet zijnde étage- of galerijwoningen e.d, betreft van meer dan vijf gelijke woningen in één complex en hiervoor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] moet worden uitgebracht dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet wordt het tarief zoals vermeld in het eerste lid onder b in rekening gebracht, met dien verstande dat voor de bepaling van de hoogte van de bouwkosten in afwijking van artikel 2.1, vijfde lid, wordt uitgegaan van

 

 

i.

indien het een complex betreft van 6 tot en met 10 gelijke woningen: de bouwkosten van 5 woningen

 

 

ii.

indien het een complex betreft van 11 tot en met 20 gelijke woningen: de bouwkosten van 6 woningen

 

 

iii.

indien het een complex betreft van 21 tot en met 30 gelijke woningen: de bouwkosten van 8 woningen

 

 

iv.

indien het een complex betreft van 31 tot en met 40 gelijke woningen: de bouwkosten van 10 woningen

 

 

v.

indien het een complex betreft van 41 tot en met 50 gelijke woningen: de bouwkosten van 12 woningen

 

 

d.

Etage- en galerijwoningen e.d. worden als één bouwblok beschouwd. Het tarief wordt dan berekend over de totale bouwsom van het bouwblok.

 

 

e.

voor een advies van de brede adviescommissie Ruimtelijke kwaliteit als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] in verband met reclameobjecten, per adviesaanvraag:

€ 100,00

 

f.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] dat betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet in combinatie met één extra discipline wordt het tarief zoals vermeld in het eerste lid onder b verhoogd met: 80%

 

 

g.

voor een advies van de brede adviescommissie Ruimtelijke kwaliteit als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] dat betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet in combinatie met meerdere extra discipline wordt het tarief zoals vermeld in het eerste lid onder b verhoogd met: 120%

 

 

h.

voor een advies van de brede adviescommissie Ruimtelijke kwaliteit als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b tot en met g:

 

 

i.

voor het opstellen van een bouwhistorisch advies uitgebracht door de erfgoedadviseur: 

€ 934,48

 

j.

voor een advies van een onafhankelijk agrarisch deskundige: het bedrag dat de agrarisch deskundige aan de gemeente in rekening brengt voor het betreffende advies. Dit bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

k.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met e: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

2.50.2

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Artikel 2.51 Instemming

2.51.1

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn..

 

 

2.51.2

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Paragraaf 13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

 

 

 

 

2.52.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

 

100,000%

 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges, met uitzondering van de leges voor een principeverzoek op grond van artikel 2.4, eerste lid, sub c en de leges op grond van artikel 2.4, derde en vierde lid.

 

 

2.52.2

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

 

 

a.

voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

 

 

b.

in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

 

 

c.

binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

 

Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag

 

Gereserveerd

 

 

Paragraaf 14 Teruggaaf

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

75,000%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

 

 

met dien verstande dat ten minste verschuldigd blijft:

€ 110,00

 

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: 

 

50,000%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

 

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: 

 

75,000%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

50,000%

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: 

 

25,000%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

 

d.

In afwijking van de voorgaande onderdelen van dit artikel bedraagt de teruggaaf, indien de aanvraag op verzoek van de gemeente wordt ingetrokken:

 

100,000%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

 

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen [zes] weken na de indiening van de aanvraag:

 

75,000%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

 

50,000%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

 

25,000%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

 

d.

In afwijking van de voorgaande onderdelen van dit artikel bedraagt de teruggaaf, indien de aanvraag op verzoek van de gemeente wordt ingetrokken:

 

100,000%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

 

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

 

20,000%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

 

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

25,000%

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

 

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

 

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 104,05 wordt niet teruggegeven.

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn

 

Artikel

Omschrijving

Verkooptarief

Paragraaf 1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag 

 

3.1.1

tot het verkrijgen van een exploitatievergunning op grond van artikel 2:28 van de APV

€ 211,35

a.

indien de vergunning tevens een terras omvat verhoogd met

€ 52,85

b.

indien de vergunning tevens omvat het geopend hebben van het horecabedrijf in afwijking van het sluitingsuur op grond van artikel 2:29 van de APV

€ 115,40

c.

Voor het wijzigen van een vergunning op grond van artikel 2:28 van de APV

€ 44,60

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

3.2.1

tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid van de Alcoholwet

€ 211,35

3.2.2

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 29,95

3.2.3

tot het verkrijgen van een door de burgemeester te verlenen gedoogbeschikking voor een coffeeshop

€ 422,70

Paragraaf 2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

3.3.1

ter verkrijging van een vergunning voor het exploiteren van een seksinrichting of escortbedrijf als bedoeld in artikel 3:4 van de APV

€ 1.021,45

3.3.2

Het tarief bedraagt voor inspectie GGD

€ 496,80

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

 

Gereserveerd

 

Paragraaf 3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

3.5.1

Voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

€ 5,45

3.5.2

voor een ontheffing in het kader van artikel 3 van de Winkeltijdenverordening 

 

a.

voor 1 keer 

€ 23,70

b.

voor een jaar of langer

€ 118,05

3.5.3

tot het verlenen van toestemming om een in de vorige onderdelen bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 5,45

3.5.4

tot het intrekken of wijzigen van een in de vorige onderdelen bedoelde ontheffing

€ 5,45

Paragraaf 4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

3.6.1

ter verkrijging van een vergunning voor het houden van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de APV

 

a.

tot en met 1000 bezoekers

€ 88,45

b.

vanaf 1001 tot en met 5000 bezoekers

€ 176,90

c.

vanaf 5001 bezoekers

€ 471,80

3.6.2

tot wijziging van een evenementenvergunning met een bezoekersaantal:

 

a.

tot en met 1000 bezoekers

€ 44,30

b.

vanaf 1001 tot en met 5000 bezoekers

€ 88,60

c.

. vanaf 5000 bezoekers

€ 235,95

3.6.3

voor een ontheffing om op te treden als straatartiest als bedoeld in artikel 2:9 van de APV

€ 72,05

3.6.4

voor het houden van een openbare inzameling van geld of goederen

€ 24,95

3.6.5

ter verkrijging van een ontheffing voor het aanleggen of stoken van vuur in de open lucht

 

a.

van een paasvuur/ vreugdevuur

€ 33,75

b.

van snoeihout

€ 11,30

3.6.6

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:15 van de APV: een vergunning om in de gemeente te mogen venten, colporteren, opkopen of fotograferen op straat

 

a.

geldig voor één dag

€ 19,70

b.

geldig voor één week

€ 42,55

c.

geldig voor één maand

€ 82,75

d.

geldig voor zes maanden

€ 180,30

e.

geldig voor één jaar

€ 287,40

3.6.7

ter verkrijging van een vergunning c.q. ontheffing als bedoeld in artikel 4:6 van de A.P.V., voor het in de open lucht in werking hebben van een geluidsapparatuur of een toestel

 

a.

geldig voor één dag

€ 26,75

b.

geldig voor één week

€ 44,30

c.

geldig voor één maand

€ 85,85

d.

geldig voor zes maanden

€ 187,20

e.

geldig voor één jaar

€ 298,00

3.6.8

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 8:6 van de vfl.

€ 28,00

3.6.9

tot het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar voor de inrichting en gebruik van niet aangewezen luchtvaartterreinen

€ 36,85

Artikel 3.7 Organiseren markt

 

Gereserveerd

 

Paragraaf 5 Standplaatsen

Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

 

Gereserveerd

 

Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening markt

 

Gereserveerd

 

Artikel 3.10 Losse standplaatsen

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.10.1

tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:14 van de vfl (standplaatsvergunning):

€ 62,50

Paragraaf 6 Huisvestingswet 2014

Artikel 3.11 Vergunning onttrekken woonruimte

 

Gereserveerd

 

Artikel 3.12 Vergunning samenvoegen woonruimte

 

Gereserveerd

 

Artikel 3.13 Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

 

Gereserveerd

 

Artikel 3.14 Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

 

Gereserveerd

 

Artikel 3.15 Splitsingsvergunning

 

Gereserveerd

 

Artikel 3.16 Toeristische verhuur

 

Gereserveerd

 

Artikel 3.17 Verhuurvergunning opkoopbescherming

 

Gereserveerd

 

Paragraaf 7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.18 Niet benoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag 

 

3.18.1

om een andere, niet in deze titel benoemde beschikking

€ 174,50

3.18.2

 voor een omgevingsvergunning voor het in gebruik nemen of houden van een bouwwerk in met het oog op de brandveiligheid bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen als bedoeld in artikel 2.1 lid d van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht bedraagt:

€ 309,05

3.18.3

 als bij artikel 3.18.2 bedoeld, wordt het hiervoor genoemde bedrag verhoogd voor bouwwerken en inrichtingen met een gebruiksoppervlakte:

 

a.

> tot en met 100 m²

€ 242,40

b.

> vanaf 100 tot 500 m² vermeerderd met € 1,25 per m² boven 100 m²

€ 242,40

c.

> van 500 tot 2000 m² vermeerderd met € 0,64 per m² boven 500 m²

€ 863,65

d.

> vanaf 2000 tot en met 5000 m² vermeerderd met € 0,40 per m² boven 2000 m²

€ 2.058,15

e.

> vanaf 5000 tot en met 50.000 m² vermeerderd met € 0,040 per m² boven 5.000 m²

€ 3.510,55

f.

> boven de 50.000 m² vermeerderd met € 0,019 per m² boven 50.000 m2

€ 5.691,00

3.18.4

tot het verkrijgen van een deelvergunning (voor objecten waarvoor al een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.18.2 is afgegeven en die wijziging/verandering benodigen) een percentage van het betreffende legestarief dat wordt berekend over de oppervlakte van het gewijzigde/verbouwde gedeelte ten opzichte van de totale oppervlakte met als minimum

€ 309,05

 

 

Behoort bij besluit van de gemeenteraad van Zutphen van 11 december 2023.

De griffier,