Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Den Helder

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, houdende regels over de beoordeling toereikendheid verplichte participatie omgevingsvergunning (Beleidsregels beoordeling toereikendheid verplichte participatie omgevingsvergunning Den Helder 2024)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDen Helder
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, houdende regels over de beoordeling toereikendheid verplichte participatie omgevingsvergunning (Beleidsregels beoordeling toereikendheid verplichte participatie omgevingsvergunning Den Helder 2024)
CiteertitelBeleidsregels beoordeling toereikendheid verplichte participatie omgevingsvergunning Den Helder 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Artikel 8.1.1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving
  2. Artikel 7.4 van de Omgevingsregeling
  3. Artikel 16.55, lid 7, van de Omgevingswet
  4. artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  5. Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder, houdende de lijst met gevallen waarin verplichte participatie door de initiatiefnemer geldt bij een aanvraag om omgevingsvergunning
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

19-12-2023

gmb-2023-554276

2023-053214

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, houdende regels over de beoordeling toereikendheid verplichte participatie omgevingsvergunning (Beleidsregels beoordeling toereikendheid verplichte participatie omgevingsvergunning Den Helder 2024)

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder;

 

gelet op artikel 8.1.1. van het Besluit kwaliteit leefomgeving, artikel 7.4 van de Omgevingsregeling, artikel 16.55, lid 7, van de Omgevingswet, artikel 4:5, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht & besluit van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder, houdende de lijst met gevallen waarin verplichte participatie door de initiatiefnemer geldt bij een aanvraag om omgevingsvergunning;

 

overwegende dat de Omgevingswet op 1 januari 2024 in werking treedt;

 

besluit:

 

de volgende beleidsregels vast te stellen.

 

 

Beleidsregels beoordeling toereikendheid verplichte participatie omgevingsvergunning Den Helder 2024

 

 

Inleiding

Met de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2024 wordt de Omgevingsregeling van kracht. In de Omgevingsregeling is opgenomen dat bij de aanvraag wordt aangegeven of burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de aanvraag zijn betrokken. Het betrekken van deze partijen is een vorm van participatie. Bij een initiatief met grote impact op de omgeving zal uitgebreidere participatie nodig zijn. De participatie-inspanning van de aanvrager moet dus in verhouding zijn (proportioneel) ten opzichte van de aangevraagde activiteit. Het college kan beoordelen of de aanvrager in redelijkheid heeft kunnen volstaan met de uitgevoerde participatie. Bij die beoordeling wordt gebruikgemaakt van deze beleidsregel.

 

Aandachtspunt is dat de gemeente Den Helder met de beleidsregels geen extra eisen mag stellen of criteria mag opleggen aan de vorm van de participatie door de initiatiefnemer. De beleidsregels gaan alleen over de eigen beoordeling.

 

Met deze beleidsregel wordt duidelijk welke participatie de gemeente Den Helder gewenst vindt bij verschillende initiatieven. Deze beleidsregel kan gebruikt worden om te beoordelen of de aanvrager in redelijkheid heeft kunnen volstaan met de uitgevoerde participatie. De gewenste participatie is gekoppeld aan de impact van een initiatief. Een initiatiefnemer kan aan de hand van drie categorieën met een 5-puntsschaal de impact berekenen. Na de berekening volgt een uitslag waarmee de initiatiefnemer weet wat het door de gemeente Den Helder gewenste participatieniveau is.

 

Hoofdstuk 1 Gewenste participatie bij aanvraag omgevingsvergunning

Artikel 1 Toepassingsbereik

Deze beleidsregel is van toepassing in het geval van verplichte participatie door de initiatiefnemer bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten zoals aangegeven door in het Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder, houdende de lijst met gevallen waarin verplichte participatie door de initiatiefnemer geldt bij een aanvraag om omgevingsvergunning.

Artikel 2 Beoordelingssystematiek

Het niveau van participatie dient passend te zijn bij de impact van het initiatief. Om dit te beoordelen maken we gebruik van de volgende beoordelingssystematiek.

Als er meerdere aspecten tegelijk gelden dient het hoogste puntenaantal te worden aangehouden.

 

Mate van verandering

Verandering

Score

Verandering aan bestaand gebouw, inclusief aan of op bijgebouwen

1 punt

Functiewijziging

2 punten

Nieuw gebouw (nieuwe woning, bedrijfs- of winkelpand)

3 punten

Bouw meerdere gebouwen (maximaal 10) of bouw nieuw gebouw met functiewijziging

4 punten

Bouw meerdere gebouwen (minimaal 11)

5 punten

 

Hinder van het initiatief

Hinder

Score

Niet

1 punt

Weinig

2 punten

Redelijk

3 punten

Veel

4 punten

Heel veel

5 punten

 

 

Omvang van de verandering qua grondoppervlakte

Omvang

Score

Minder dan 250m2

1 punt

Tussen de 250m2 en 500m2

2 punten

Tussen de 500m2 en 1000m2

3 punten

Tussen de 1000m2 en 5000m2

4 punten

Meer dan 5000m2

5 punten

 

Door de score uit de drie tabellen op te tellen komt er een totaalscore. De totaalscore is gekoppeld aan een participatieniveau. Dit is weergegeven in de onderstaande tabel.

 

Totaalscore

Participatieniveau met bijbehorende omschrijving

3 tot en met 5 punten

Informeren direct betrokkenen:

Bij deze score is het vereist dat de initiatiefnemer de direct betrokkenen heeft geïnformeerd over het initiatief en de zorgen van de direct betrokkenen heeft geïnventariseerd.

 

6 tot en met 10 punten

Participatie met directe omgeving

Bij deze score is het vereist dat de initiatiefnemer actieve gelegenheid tot participatie heeft geboden aan de directe omgeving en hun belangen heeft meegewogen. Van de initiatiefnemer wordt geëist dat deze heeft verantwoord en beargumenteerd hoe belanghebbenden duidelijk een gelegenheid hebben gekregen om te participeren.

 

11 tot en met 15 punten

Intensief participeren

Bij deze score is het vereist dat de initiatiefnemer een brede groep betrokkenen heeft geïnformeerd en een openbare gelegenheid heeft geboden voor betrokkenen om te participeren. Participanten hebben actieve ruimte gekregen om bij te dragen, bijvoorbeeld door ideeën en alternatieven aan te dragen en deze zijn meegenomen in de afwegingen rondom het initiatief. De initiatiefnemer heeft teruggekoppeld aan de participanten wat er met de informatie uit het participatietraject is gedaan.

 

Artikel 3 Beoordeling participatieniveau

Het college controleert en beoordeelt het participatieniveau van de aanvraag. Het niveau van participatie wordt niet als passend bij het initiatief beoordeeld wanneer de initiatiefnemer een lager participatieniveau heeft gekozen dan uit de beoordelingssystematiek uit artikel 2 volgt óf blijkt dat niet is voldaan aan de eisen bij het betreffende participatieniveau.

Als de aanvrager niet of onvoldoende aan participatie heeft gedaan, kan het college de aanvraag omgevingsvergunning buiten behandeling laten. Er is dan niet voldaan aan een wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag (artikel 4:5, lid 1, onder a, Algemene wet bestuursrecht (Awb)). De aanvrager zal wel eerst de gelegenheid krijgen het gebrek te herstellen (artikel 4:5, lid 1, van de Awb). Als binnen de daarvoor gestelde termijn niet alsnog door de aanvrager wordt aangetoond dat er voor de aangevraagde omgevingsvergunning een afdoende (te beoordelen aan de hand van deze beleidsregel) participatietraject is doorlopen, wordt besloten om de omgevingsvergunningaanvraag niet in behandeling te nemen.

Artikel 4 Afwijken van de beleidsregels

In bijzondere omstandigheden kan van deze beleidsregels worden afgeweken.

Hoofdstuk 2 Slotbepalingen

Artikel 5 Inwerkingtreding

De Beleidsregels beoordeling toereikendheid verplichte participatie omgevingsvergunning Den Helder 2024 treden in werking op 1 januari 2024.

Artikel 6 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregels beoordeling toereikendheid verplichte participatie omgevingsvergunning Den Helder 2024.

Aldus besloten in de collegevergadering van 19 december 2023.

burgemeester,

J.A. (Jan) de Boer MSc.

secretaris,

M.J. (Marc) Pothast

Toelichting bij de Beleidsregels beoordeling toereikendheid verplichte participatie omgevingsvergunning Den Helder 2024

 

Algemeen

 

In het kader van de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2024 is deze beleidsregel opgesteld. Met de invoering van de Omgevingswet wordt ook de Omgevingsregeling van kracht. In de Omgevingsregeling is opgenomen dat bij de aanvraag wordt aangegeven of burgers, bedrijven,

maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van de aanvraag zijn

betrokken. Het betrekken van deze partijen is een vorm van participatie. De initiatiefnemer heeft de plicht (artikel 7.4 van de omgevingsregeling) om bij de aanvraag van een omgevingsvergunning aan te geven:

  • Of de aanvrager aan participatie heeft gedaan

  • Zo ja: hoe de aanvrager aan participatie heeft gedaan en wat de resultaten zijn van de participatie door de aanvrager

Dit aanvraagvereiste omvat geen verplichting voor de initiatiefnemer om aan participatie te doen. Participatie door de initiatiefnemer bij de voorbereiding van een omgevingsvergunning is vrijwillig op 1 uitzondering na (artikel 16.55, lid 7, van de Omgevingswet). De gemeenteraad van Den Helder heeft een lijst met gevallen van verplichte participatie vastgesteld. Een initiatiefnemer met een aanvraag die onder deze lijst valt, moet verplicht participeren.

 

Bij een initiatief met grote impact op de omgeving zal uitgebreidere participatie nodig zijn. De participatie-inspanning van de aanvrager moet dus in verhouding zijn (proportioneel) ten opzichte van de aangevraagde activiteit. Het college kan beoordelen of de aanvrager in redelijkheid heeft kunnen volstaan met de uitgevoerde participatie. Bij die beoordeling kan gebruik gemaakt worden van deze beleidsregel.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 2 Beoordelingssystematiek

 

De hinder van een initiatief bij realisatie, zoals beschreven in categorie twee van artikel 2, wordt op de volgende manier beoordeeld:

 

Niet:

Geen hinder of zeer beperkte hinder zoals geluid, privacy, stank of lichtinval tot en met aangrenzende percelen. Een voorbeeld van een initiatief in deze categorie is een dakkapel of erfafscheiding.

Weinig:

Mogelijke beperkte hinder zoals toename van onder andere geluid, stank, verkeersbeweging en/of geparkeerde voertuigen in de straat. Een voorbeeld van een initiatief in deze categorie is het realiseren van een aanbouw of een extra verdieping.

Redelijk:

Mogelijke hinder zoals toename van onder andere geluid, stank, uitzichtbelemmering, verkeersbeweging en/of geparkeerde voertuigen in de buurt. Een voorbeeld van een initiatief in deze categorie is het bouwen van één woning of het wijzigen van het gebruik van een pand wat geen bijzondere status heeft.

Veel:

Mogelijk hinder zoals toename van onder andere geluid, stank, uitzichtbelemmering, natuur in de wijk. Een voorbeeld van een initiatief in deze categorie is het bouwen van meerdere woningen met een maximum van 10, het wijzigen van het gebruik van een pand met een bijzondere status of het bouwen van een bouwwerk op een bestemming buiten landelijk gebied waar dit bouwwerk niet is toegestaan.

Heel veel:

Mogelijk hinder zoals toename van onder andere geluid, stank, uitzichtbelemmering, verkeersbeweging en/of geparkeerde voertuigen en hinder voor het milieu, natuur en de gezondheid van de mens en dier in de omgeving. Een voorbeeld van een initiatief in deze categorie met heel veel hinder is het bouwen van een woonwijk.

 

Voor het begrip hinder wordt verwezen naar de regels van het Burgerlijk Wetboek (BW) en wat is bepaald in jurisprudentie omtrent hinder in het private en publieke recht.