Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regel (inclusief financieel besluit) Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrecht 2024 |
Citeertitel | Nadere regel (inclusief financieel besluit) Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrecht 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 156, derde lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | Actualisering Nadere regel (inclusief financieel besluit) Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrecht 2024 | 19-12-2023 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
De begrippen in de Nadere regel (inclusief financieel besluit) Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrecht (hierna: deze Nadere regel) worden gebruikt in dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo), de geldende Verordening maatschappelijke ondersteuning en de geldende Beleidsregel Verordening maatschappelijke ondersteuning.
In het geval van wijzigingen of nadrukkelijke vervanging van wetten, verordeningen en richtlijnen (hierna: regelgeving), die zijn vermeld in deze Nadere regel, door andere regelgeving worden alle verwijzingen in deze Nadere regel naar deze regelgeving geacht te zijn naar de gewijzigde dan wel vervangen regelgeving.
Artikel 4 Gedifferentieerd tarief
Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:
Instellingstarief: het tarief voor de maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb indien de ingekochte ondersteuning wordt geleverd door gekwalificeerd personeel dat in loondienst is bij een erkende zorginstelling waarbij de bij de sector behorende cao nageleefd wordt. In dit tarief is rekening gehouden met de werkgeverslasten die gebruikelijk zijn voor een dergelijke zorginstelling. Onder ZZP tarief wordt verstaan het tarief voor de maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb waarbij de ondersteuning wordt geleverd door een persoon die beroepsmatig is gekwalificeerd voor de betreffende ondersteuning.
Ook personen die werkzaam zijn binnen een collectief van zelfstandig werkende professionals vallen onder het ZZP tarief én zorginstellingen die de in de sector geldende cao niet naleven. In al deze situaties is sprake van het ontbreken van of minder werkgeverslasten waardoor, als gevolg van aannemelijke minderkosten, het maximale tarief wordt verlaagd met 17%.
Voor collectief (openbaar) vervoer, zoals de regiotaxi, wordt een bijdrage per rit gevraagd conform artikel 4.1.2 lid 3 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrecht. Deze bijdrage bestaat uit een instaptarief en een tarief per gereden kilometer. De hoogte van deze ritbijdrage wordt voor een jaar vastgesteld en gepubliceerd op de website van Regiotaxi.
Hoofdstuk 2 Bedragen Persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorziening gemeentetaken Wmo
Bedragen persoonsgebonden budget voor de maatwerkvoorziening Hulp bij het huishouden
Bedragen persoonsgebonden budget voor de maatwerkvoorziening Individuele begeleiding
Bedragen persoonsgebonden budget voor de maatwerkvoorziening Begeleiding in een groep
Bedragen persoonsgebonden budget voor de maatwerkvoorziening Kortdurend Verblijf
Hoofdstuk 3. Bedragen Persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorziening beschermd wonen
Hoofdstuk 4 Bedragen Eenmalig Persoonsgebonden budget en Financiële tegemoetkoming maatwerkvoorziening Wmo
De Nadere regel (inclusief financieel besluit) Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrecht 2023 wordt ingetrokken op het moment dat de nadere regel genoemd in artikel 10 in werking treedt.
Eerder toegekende bedragen voor een pgb blijven in stand tot de individuele toekenning Wmo afloopt, herzien wordt of ingetrokken wordt.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, in de vergadering van 19 december 2023.
De burgemeester,
Sharon A.M. Dijksma
De secretaris,
Michiel J. Ruis
Kwaliteitseisen voor hulpverleners informeel tarief
De voorziening wordt veilig verstrekt
Een hulpverlener is in het bezit van een relevante Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) (screeningsprofiel ‘Gezondheidszorg en Welzijn van mens en dier’ dan wel zijn relevante opvolger) die bij aanvang van de ondersteuning niet ouder is dan drie jaar. De kosten van de VOG zijn niet voor rekening van de gemeente en kunnen niet worden betaald uit de pgb gelden.
Een hulpverlener wordt niet onderzocht (lopend onderzoek) door de Gemeente Utrecht, politie, justitie of de Inspectie voor de Gezondheidszorg voor zaken die van invloed zijn op de te bieden ondersteuning. Tevens mag er geen sprake zijn van een justitiële maatregel die van invloed kan zijn op de te bieden ondersteuning. Indien er sprake is van een lopend onderzoek dient toestemming voor het leveren van zorg te worden gevraagd bij de aanvraag voor het pgb.
De voorziening wordt doeltreffend verstrekt
Een hulpverlener verleent de ondersteuning op basis van het maatwerk-/ondersteuningsplan dan wel onderzoeksverslag/ zorgplan en bijbehorende pgb (budget)plan. Deze plannen zijn door de toegang in overleg met de cliënt opgesteld. Het geeft planmatig aan welke activiteiten worden ingezet om de doelen te realiseren. Het moet aannemelijk zijn dat deze activiteiten uitgevoerd zullen worden en dat deze activiteiten adequaat zijn om de doelen te realiseren. Aan de toetsing van het ondersteuningsplan aanvullende zorg van een hulpverlener informeel tarief worden minder strenge eisen gesteld dan aan het ondersteuningsplan van een professionele hulpverlener. Voor hulp bij huishouden mag het pgb-plan met afsprakenoverzicht gebruikt worden als het ondersteuningsplan van de hulpverlener.
Een hulpverlener dient in de directe omgeving van de cliënt de zorg te kunnen bieden. Dit moet tot uiting komen in het ondersteuningsplan van de hulpverlener. Ook moet de hulpverlener passende en aantoonbare kennis hebben van lokaal beschikbare voorzieningen. De woonplaats van de hulpverlener mag geen belemmering vormen voor een adequate hulpverlening aan de cliënt.
De voorziening wordt cliëntgericht verstrekt
Algemene eisen en uitsluitingsgronden
Een hulpverlener kan van hulpverlening worden uitgesloten vanwege ondeskundige zorg, het handelen in strijd met relevante wetgeving of beleidsregels, misleiding en/of fraude en overtredingen op alle onder genoemde terreinen, in de afgelopen drie jaar voorafgaand aan de start van de zorgverlening:
Kwaliteitseisen voor hulpverleners zzp- en instellingstarief
De voorziening wordt veilig verstrekt
Een zzp’er beschikt over een relevante VOG (screeningsprofiel ‘Gezondheidszorg en Welzijn van mens en dier’ dan wel zijn relevante opvolger) die bij aanvang van de ondersteuning niet ouder is dan drie jaar.
Medewerkers en stagiaires van instellingen die in contact kunnen komen met cliënten zijn ook in het bezit van een VOG (screeningsprofiel ‘Gezondheidszorg en Welzijn van mens en dier’ dan wel zijn relevante opvolger) welke niet eerder is afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop betrokkene voor de zorgaanbieder ging werken. De instelling verlangt van haar werknemers een nieuwe VOG op het moment dat redelijkerwijs het vermoeden bestaat dat daar aanleiding toe is.
Een zzp’er of (medewerker van een) instelling is in het bezit van, en werkt volgens, een calamiteitenprotocol. In geval van een calamiteit dient de zzp’er of (medewerker van de) instelling dit, zo mogelijk, te melden aan de cliënt en in ieder geval aan de Wmo toezichthouder. De gemeente stelt dan een onderzoek in.
Een zzp’er of (medewerker van) een instelling die ondersteuning gaat leveren wordt niet onderzocht (lopend onderzoek) door de Gemeente Utrecht, politie, justitie of de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) voor zaken die van invloed zijn op de te bieden ondersteuning. Tevens mag er geen sprake zijn van een justitiële maatregel die van invloed kan zijn op de te bieden ondersteuning. Indien er sprake is van een lopend onderzoek dient toestemming voor het leveren van zorg te worden gevraagd bij de aanvraag voor het pgb.
De voorziening wordt doeltreffend verstrekt
Een zzp’er of (een medewerker van) een instelling verleent de ondersteuning op basis van een maatwerk-/ondersteuningsplan en bijbehorende pgb plan. Deze plannen zijn in overleg met de cliënt opgesteld. Het geeft planmatig aan welke activiteiten worden ingezet om de doelen te realiseren. Het moet aannemelijk zijn dat deze activiteiten uitgevoerd zullen worden en dat deze activiteiten adequaat zijn om de doelen te realiseren. Voor hulp bij huishouden mag het pgb plan met afsprakenoverzicht gebruikt worden als het ondersteuningsplan van de hulpverlener.
Een zzp’er of (medewerker van een) instelling houdt een deugdelijke administratie bij waarbij in ieder geval inkomsten, uitgaven, verplichtingen, cliëntdossiers en verantwoording (waaronder registratie ondersteuning, agenda en planning betreffende medewerker) te herleiden zijn naar bron en bestemming.
Een zzp’er of (medewerker van een) instelling dient in de directe omgeving van de cliënt de zorg te kunnen bieden. Dit moet tot uiting komen in het ondersteuningsplan van de hulpverlener. De fysieke standplaats van een professionele hulpverlener mag geen belemmering vormen voor een adequate hulpverlening aan de cliënt. Ook moet de professionele hulpverlener bij de zorgverlening aantoonbare en passende kennis hebben van lokaal beschikbare voorzieningen.
De zzp’er of (medewerker van een) instelling neemt bij het verlenen van de dienstverlening de eisen in acht die volgens de algemeen aanvaarde professionele standaard redelijkerwijs mogen worden gesteld. De professionals die bij een instelling in dienst zijn, zijn vakbekwaam en houden zich aan de voor hun geldende beroepscode.
Als de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) of een vergelijkbaar orgaan een rapport heeft uitgebracht over een zzp’er of (medewerker van een) instelling in de laatste twaalf maanden voorafgaand aan de zorgverlening, dan stelt de zzp’er of (medewerker van) de instelling de cliënt (of diens pgb-vertegenwoordiger) èn de toezichthoudende ambtena(a)r(en) daarvan op de hoogte. Gedurende de periode van levering van de ondersteuning stelt de zzp’er of (medewerker van de) instelling de client (of diens pgb-vertegenwoordiger) èn de toezichthoudende ambtena(a)ren onverwijld in kennis van ieder dergelijk rapport dat nieuw wordt uitgebracht.
De zzp’er of instelling draagt zorg voor scholingsbeleid dat garandeert dat de medewerkers of stagiaires op het benodigde professionele niveau kunnen blijven werken. Voor zzp’ers geldt dat zij moeten kunnen aantonen dat zij voldoende tijd besteden aan deskundigheidsbevordering, coaching en/of intervisie om hun deskundigheid op het benodigde professionele niveau te houden. Deskundigheidsbevordering behoeft meer inzet naarmate de geleverde ondersteuning complexer is.
Een zzp’er of (medewerker van een) instelling dient over een aantoonbaar werkzaam kwaliteitssysteem te beschikken. Dit kan bijvoorbeeld blijken uit een certificaat van de volgende keurmerken: ISO 9001, NEN-EN 15224, HKZ, Prezo of Kiwa (zzp en kleine ondernemers). Bij het ontbreken van een dergelijk certificaat moet op een andere manier aangetoond worden een werkend systeem te hebben voor het beheersen, bewaken, borgen en verbeteren van de kwaliteit van de ondersteuning.
Alle eisen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en alle aanvullende eisen die vanuit de gemeente worden gesteld aan een zzp’er of (medewerker van een) instelling gelden evenzeer voor onderaannemers als voor hoofdaannemers. Hoofdaannemers zijn volledig aansprakelijk voor de zorgverlening die zij in onder aanneming laten uitvoeren.
De voorziening wordt cliëntgericht verstrekt
Algemene eisen en uitsluitingsgronden
Een zzp’er of instelling voldoet aan de wettelijke kwaliteitscriteria. Indien de kwaliteitscriteria zijn beoordeeld door het college en het college is van oordeel dat de zzp’er of instelling niet voldoet aan de kwaliteitstoets, worden gedurende 1 jaar (vanaf moment van constatering van niet voldoen) geen pgb’s toegekend waarbij de betreffende zzp’er of instelling partij is. Als na afloop van dat jaar de kwaliteit zodanig verbeterd is dat wel aan de eisen wordt voldaan, kan via een cliëntaanvraag de zzp’er of instelling weer worden voorgesteld en zal deze opnieuw aan de kwaliteitseisen getoetst worden.
Een zzp’er of instelling dient volledige medewerking te verlenen aan toezicht en aangekondigd en onaangekondigd onderzoek door de gemeente (of daartoe aangewezen derden) op inhoudelijke kwaliteit en op presentie- en financiële administratie, waaronder in ieder geval begrepen: formele- en materiële onderzoeken, kwaliteitsonderzoeken, rechtmatigheid- en doelmatigheid onderzoeken, onderzoeken n.a.v. calamiteiten/geweldsincidenten, detailcontroles, fysieke controles op locatie en fraudeonderzoeken. De screening kan onder meer bestaan uit het laten overleggen van schriftelijke bewijsstukken die aantonen dat hij aan de geschiktheidseisen en/of kwaliteitseisen voldoet, waaronder een VOG; het doen van onderzoek in diverse bronnen; het vragen van een Bibob-advies bij het Landelijk Bureau Bibob.
Een zzp’er of instelling kan van hulpverlening worden uitgesloten vanwege ondeskundige zorg, het handelen in strijd met relevante wetgeving of beleidsregels, misleiding en/of fraude en overtredingen op alle onder genoemde terreinen, in de afgelopen drie jaar voorafgaand aan de start van de zorgverlening: