Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hardenberg

Besluiten Omgevingswet over omgevingsplan en omgevingsvergunning

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHardenberg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluiten Omgevingswet over omgevingsplan en omgevingsvergunning
CiteertitelBesluiten Omgevingswet over omgevingsplan en omgevingsvergunning
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 3:21 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

19-12-2023

gmb-2023-553480

389921

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluiten Omgevingswet over omgevingsplan en omgevingsvergunning

De raad van de gemeente Hardenberg;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 oktober 2023;

gelet op de artikelen 2.8, 4.14, 16.15a, 16.55 van de Omgevingswet en artikel 3.21 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

 

 

  • 1.

    over het aanvragen van een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

    • a.

      de raad als adviseur op te laten treden bij activiteiten die zijn opgenomen in bijlage A;

    • b.

      bij activiteiten die zijn opgenomen in bijlage A, participatie van en overleg met derden verplicht te stellen, voordat een aanvraag waarvoor het college van burgemeester en wethouders bevoegd gezag is, kan worden ingediend;

  • 2.

    over het omgevingsplan:

    • a.

      de bevoegdheid tot het vaststellen van delen van het omgevingsplan te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders onder de voorwaarden zoals opgenomen in bijlage B;

    • b.

      de bevoegdheid tot het nemen van een voorbereidingsbesluit te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders;

    • c.

      te bepalen dat de raad geïnformeerd wordt over de genomen besluiten zoals genoemd onder 2a en 2b;

  • 3.

    vast te stellen een coördinatiebesluit onder de voorwaarden zoals opgenomen in bijlage C;

  • 4.

    te bepalen dat dit besluit in werking treedt op 1 januari 2024.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hardenberg van 19 december 2023.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

F.G.S. Droste M.W. Offinga

Bijlage A, behorende bij besluitonderdeel 1a en 1b, gevallen van activiteiten voor adviesrecht raad en voor verplichte participatie

  •  

  • 1.

    Wonen

    • 1.1

      Het bouwen van meer dan 11 woningen binnen de bebouwde kom.

    • 1.2

      Het bouwen van meer dan 2 woningen buiten de bebouwde kom op gronden die zijn gelegen buiten bestaande erven, behalve wanneer de aanvraag in overeenstemming is met een door de gemeenteraad vastgesteld beleidskader.

  • 2.

    Bedrijven

    • 2.1

      Het vestigen van een bedrijf buiten de bebouwde kom op gronden die zijn gelegen buiten een bestaand bedrijfsterrein of bedrijfsperceel, behalve wanneer de aanvraag in overeenstemming is met een door de gemeenteraad vastgesteld beleidskader.

    • 2.2

      Het uitbreiden van een bedrijf buiten de bebouwde kom met meer dan 20% van het bestemmingsvlak/werkingsgebied, op gronden die zijn gelegen buiten een bestaand bedrijfsterrein of bedrijfsperceel, behalve wanneer de aanvraag in overeenstemming is met een door de gemeenteraad vastgesteld beleidskader.

  • 3.

    Agrarische bedrijven

    • 3.1

      Het vestigen van een agrarisch bedrijf op gronden die zijn gelegen buiten een bestaand of voormalig agrarisch bedrijfsperceel, behalve wanneer de aanvraag in overeenstemming is met een door de gemeenteraad vastgesteld beleidskader.

    • 3.2

      Het uitbreiden van een agrarisch bedrijf met meer dan 20% van het bestemmingsvlak/werkingsgebied, op gronden die zijn gelegen buiten een bestaand agrarisch bedrijfsperceel, behalve wanneer de aanvraag in overeenstemming is met een door de gemeenteraad vastgesteld beleidskader.

  • 4.

    Energieprojecten

    • 4.1

      Het oprichten van een opstelling van zonnepanelen, windturbines en andere installaties voor duurzame energie, behalve wanneer deze worden gesitueerd op een bestaand perceel van een (agrarisch) bedrijf

    • 4.2

      Het uitbreiden van een opstelling van zonnepanelen, windturbines en andere installaties voor duurzame energie met meer dan 20% van het bestemmingsvlak/werkingsgebied, op gronden die zijn gelegen buiten een bestaand perceel voor deze energieopstellingen.

  • 5.

    Bijzondere doeleinden

    • 5.1

      Het vestigen van een educatieve, sociale en/of medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve en welzijnsvoorziening en een overige maatschappelijke voorziening, buiten de bebouwde kom, behalve wanneer de aanvraag in overeenstemming is met een door de gemeenteraad vastgesteld beleidskader.

    • 5.2

      Het uitbreiden van een educatieve, sociale en/of medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve en welzijnsvoorziening en een overige maatschappelijke voorziening, buiten de bebouwde kom, met meer dan 20% van het bestemmingsvlak/werkingsgebied, op gronden die zijn gelegen buiten een bestaand perceel voor deze voorzieningen, behalve wanneer de aanvraag in overeenstemming is met een door de gemeenteraad vastgesteld beleidskader.

 

Bijlage B, behorende bij besluitonderdeel 2a, voorwaarden delegatiebesluit omgevingsplan

 

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd delen van het omgevingsplan vast te stellen, wanneer:

  • 1.

    de delen van het omgevingsplan die op grond van het overgangsrecht als omgevingsplan gelden en betrekking hebben op de delen van bestemmingsplannen die een wijzigingsbevoegdheid en/of een uitwerkingsplicht (artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening) bevatten, met nakoming van de hieraan gestelde voorwaarden;

  • 2.

    het in overeenstemming brengen van het omgevingsplan met een omgevingsvergunning voor een voortdurende buitenplanse omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 4.17 van de Omgevingswet;

  • 3.

    het wijzigen van het omgevingsplan met regels die in overeenstemming zijn met een door de gemeenteraad vastgesteld beleidskader;

  • 4.

    het beleidsneutraal overzetten van regels uit het Invoeringsbesluit Omgevingswet naar het omgevingsplan (Bruidsschat Omgevingsplan);

  • 5.

    het beleidsneutraal overzetten van onderdelen uit gemeentelijke verordeningen naar het omgevingsplan;

  • 6.

    het juridisch-technisch en redactioneel aanpassen en corrigeren van verschrijvingen en verkeerde verwijzingen, voor zover deze geen wezenlijke wijzigingen voor de fysieke leefomgeving tot gevolg hebben.

Bijlage C, behorende bij besluitonderdeel 3, voorwaarden coördinatiebesluit Omgevingswet

  •  

  • 1.

    Met het oog op de doelen van de Omgevingswet en voor het optimaliseren van gebruiksruimte in een gebied, is afdeling 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing op het coördinatiebesluit.

  • 2.

    In de volgende gevallen en onder de volgende condities draagt het college van burgemeester en wethouders bij aan een gecoördineerde voorbereiding en bekendmaking van besluiten:

    • a.

      een besluit om een wijziging van het omgevingsplan vast te stellen, ambtshalve of op aanvraag en een besluit op een aanvraag om een omgevingsvergunning en;

    • b.

      een ander besluit als dat bij de coördinatie wordt betrokken en verband houdt met een aanvraag om een omgevingsvergunning of een besluit tot wijziging van het omgevingsplan en;

    • c.

      in het geval van een besluit op aanvraag, een aanvrager schriftelijk heeft verzocht om een gecoördineerde voorbereiding.

  • 3.

    In de volgende gevallen is een gecoördineerde voorbereiding niet mogelijk:

    • a.

      indien aanvrager niet bereid is een overeenkomst tot kostenverhaal aan te gaan in de zin van artikel 13.13 Omgevingswet;

    • b.

      indien aanvrager niet bereid is een schadevergoedingsovereenkomst nadeelcompensatie aan te gaan in de zin van artikel 13.3c Omgevingswet.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders is het aangewezen coördinerend orgaan in de zin van artikel 3.21 van de Algemene wet bestuursrecht.