Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stein

Verordening op de heffing en de invordering van leges Stein 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieStein
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges Stein 2024
CiteertitelLegesverordening Stein 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 156, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet
  4. artikel 7 van de Paspoortwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-12-2023Nieuwe regeling

09-11-2023

gmb-2023-553138

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Stein 2024

De Raad der gemeente Stein;

 

Gezien het voorstel inzake Belasting- en legesverordeningen 2024

 

(Gem. blad Afd. A ….., zaaknummer 20231017143970

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13 1a van de Omgevingswet;

 

besluit:

 

Vast te stellen de volgende verordening

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES STEIN 2024

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a)

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b)

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c)

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a)

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b)

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende ‘Tarieventabel 2024’.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a)

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b)

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

    • c)

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d)

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a)

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b)

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1)

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2)

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3)

      paragraaf 1.4 (schriftelijke verstrekking uit basisregistratiepersonen);

    • 4)

      artikel 1.7, onder a (verklaring omtrent gedrag);

    • 5)

      artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De Legesverordening Stein 2023 van 10 november 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Legesverordening Stein 2024".

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 9 november 2023

De Raad voornoemd,

de Griffier,

de Voorzitter,

Tarieventabel behorende bij de Legesverordening Stein 2024

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

 

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

 

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in Gemeentehuis:

a.

Compact maandag t/m donderdag van 09.00 tot 16.00 uur

€ 150,00

Compact vrijdag van 09.00 tot 16.00 uur

€ 210,00

Compact zaterdag van 09.00 tot 16.00 uur

€ 260,00

b.

Uitgebreid maandag t/m donderdag van 09.00 tot 16.00 uur

€ 325,00

Uitgebreid vrijdag van 09.00 tot 16.00 uur

€ 425,00

Uitgebreid zaterdag van 09.00 tot 16.00 uur

€ 550,00

Indien bij een uitgebreid huwelijk of registratie van partnerschap voor een externe locatie wordt gekozen, moeten de kosten van de locatie met de locatie eigenaar zelf worden besproken en verrekend.

c.

Op grond van artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand (van 23 april 1879 Stb 72) wordt op maandag om 09.00 uur en om 9.30 uur kosteloze huwelijksvoltrekkingen en registraties van partnerschap gesloten.

d.

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk zonder dat daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte, tijdens de openingsuren van de burgerlijke stand

€ 70,00

e.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een eenmalige benoeming als onbezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

€ 175,00

f.

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

een trouwboekje of partnerschapboekje

€ 30,00

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift, uittreksel of een meertalig uittreksel uit de akten van de burgerlijke stand.

Bedrag zoals door minister vastgesteld

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een huwelijkse bevoegdheid.

Bedrag zoals door minister vastgesteld

Voor gebruikmaking van ambtenaren als getuigen bij een huwelijksvoltrekking of geregistreerd partnerschap per ambtenaar.

€ 40,00

Annuleringskosten van een gereserveerde plechtigheid

50% van de totale leges

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

Artikel 1.2.1 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een nationaal paspoort:

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

Bedrag zoals door minister vastgesteld

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

Bedrag zoals door minister vastgesteld

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

Bedrag zoals door minister vastgesteld

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

Bedrag zoals door minister vastgesteld

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

Bedrag zoals door minister vastgesteld

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

Bedrag zoals door minister vastgesteld

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

Bedrag zoals door minister vastgesteld

Artikel 1.2.2 Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

Bedrag zoals door minister vastgesteld

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

Bedrag zoals door minister vastgesteld

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

Bedrag zoals door minister vastgesteld

Artikel 1.2.3 Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het bezorgen van een in de artikelen 1.2.1 en 1.2.2 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.2.1 en 1.2.2:

€ 16,72

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.3.1 Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

Bedrag zoals door minister vastgesteld

Artikel 1.3.2 Modaliteiten

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

Bedrag zoals door minister vastgesteld

2

Het tarief bedraagt voor het bezorgen van een in de artikelen 1.3.1 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.3.1:

€ 16,72

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen uit de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.4.1 Definities

Voor de toepassing van artikel 1.4 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

Artikel 1.4.2 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 9,50

2

Het op geautomatiseerde wijze verstrekken van inlichtingen, waarvoor de basisregistratie personen via een te vervaardigen selectie­programma moet worden doorlopen, per inlichting

€ 2,50

3

Het tarief voor een uittreksel uit de basisregistratie personen bedraagt

€ 17,00

4

Het tarief bedraagt voor het vervaardigen van incidentele overzichten en selecties uit de basisregistratie op basis van voorcalculatie per 30 minuten

€ 58,50

5

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 32,50

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

* Dit is het maximumtarief.

 

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

een afschrift van de gemeentebegroting:

€ 67,94

b.

een afschrift van de gemeenterekening:

€ 67,94

c.

een afschrift van het burgerjaarverslag:

€ 67,94

d.

een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina:

€ 3,02

e.

een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina:

€ 3,02

f.

een afschrift van het verslag van een vergadering van een raadscommissie, per pagina:

€ 3,02

g.

een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie, per pagina:

€ 3,02

i.

een afschrift van de Algemene plaatselijke Verordening

€ 55,02

j.

een afschrift van de bouwverordening inclusief de toelichting en nadere regelingen

€ 94,93

Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op:

a.

de verslagen van de raadsvergaderingen:

€ 35,84

b.

de stukken behorende bij de raadsvergaderingen:

€ 163,28

c.

de verslagen van de vergaderingen van een raadscommissie:

€ 35,84

d.

de stukken behorende bij de vergaderingen van een raadscommissie:

€ 163,28

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

 

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b:

a.

in formaat A4- of A3 formaat per bladzijde:

€ 16,78

Artikel 1.22 Informatie uit registers

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

a.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object:

€ 16,78

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.7 Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

bedrag zoals door minister vastgesteld

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 9,75

c.

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap

€ 17,50

d.

tot het verkrijgen van een attestatie de vita

bedrag zoals door minister vastgesteld

e.

Tot het verkrijgen van een verklaring uit de Basisregistratie Personen met de vermelding “Bewijs in leven zijn”

bedrag zoals door minister vastgesteld

f.

Het tarief bedraagt voor het niet verschijnen op een gemaakte afspraak zonder voorafgaande annulering

€ 20,00

g.

Tarief ten behoeve van overgangsregeling gecombineerde namen (latere vermelding aan geboorteakte)

Voor het eerste kind

€ 75,00

Voor elk volgend kind

€ 50,00

 

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 25,84

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

GERESERVEERD

Artikel 1.30 Leegstandwet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 92,85

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€ 46,40

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50;*

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50;*

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00;*

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€ 226,50;*

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,50;*

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00.*

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 75,35.

* Dit is het maximumtarief.

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet als het betreft:

a.

werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, kleiner dan 25 strekkende meter sleuflengte

€ 216,63

b.

werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, vanaf 25 strekkende meter sleuflengte

€ 365,53

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 97,22

b.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 178,00

c.

Voor de verlening van de eerste aanvraag, verlenging of wijziging waarvoor geen keuring noodzakelijk is:

€ 73,00

d.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 148 van de Wegenverkeerswet

€ 91,80

 

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 1,77

b.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 43,56

c.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 1,77

d.

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 2,08

2.

in formaat A3, per bladzijde:

€ 2,29

3.

in formaat A2 of A1, per bladzijde:

€ 11,05

4.

In formaat A0:

€ 11,88

5.

voor digitale topografie per ha:

€ 47,52

6.

vermeerderd met materiaalkosten CD-rom:

€ 3,33

7.

vermeerderd met de te verrichten werkzaamheden op basis van manuurtarief van per uur:

€ 110,35

8.

voor plotten van tekeningen uit digitaal bestand per ha:

€ 47,52

9.

vermeerderd met materiaalkosten: A0 - formaat

€ 17,30

10.

vermeerderd met materiaalkosten: papier A0 - formaat

€ 3,44

11.

vermeerderd met materiaalkosten: papier A1 - formaat

€ 1,77

12.

vermeerderd met de te verrichten werkzaamheden op basis van manuurtarief van per uur:

€ 110,35

Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen

GERESERVEERD

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

 

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemdeUniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

5.

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de normbouwkosten voor de bouwactiviteit, zoals opgenomen in de tarieventabel.

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

omgevingsoverleg;

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

1.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 97,65

2.

Tenzij de activiteit betrekking heeft op een milieubelastende activiteiten. Dan bedraagt het tarief:

€ 1.776,00

3.

Onverminderd het bepaalde in artikel 2.4 onder 1 en 2, bedraagt het tarief voor een nieuwe/extra welstandtoets:

€ 97,65

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

Ingeval de bouwkosten maximaal €1.000.000,00 bedragen: €39,75 per €1000,00 euro bouwkosten of gedeelte daarvan voor zover meer dan €500,00, met dien verstande dat de leges nooit minder bedragen dan €150,00;

b.

Ingeval de bouwkosten meer dan €1.000.000,00 bedragen: €39.750,00, plus 2,5% van het deel aan bouwkosten voor zover deze de €1.000.000,00 overschrijden. Oftewel:39.750 + 0,025 x (totale bouwkosten-1.000.000,00);

c.

Met dien verstande dat de totale legeskosten voor enkel de bouwactiviteit maximaal €250.000,00 bedragen.

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 380,20

1.

als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met:

€ 97,65

2.

als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

€ 114,40 voor een milieukundig bodemrapport

€633,00 voor een archeologisch bodemrapport

3.

als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met:

€ 380,20

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 380,20

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 380,20

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 200,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 200,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 200,00

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 277,40

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 277,40

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 277,40

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 277,40

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 277,40

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 277,40

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 277,40

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 277,40

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit

€ 277,40

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 277,40

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 277,40

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 380,20

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een reguliere vergunning:

€ 2.997,00

b.

voor een complexe vergunning:

€ 7.992,00

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een reguliere vergunning:

€ 2.997,00

b.

voor een complexe vergunning:

€ 7.992,00

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een reguliere vergunning:

€ 2.997,00

b.

voor een complexe vergunning:

€ 7.992,00

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een reguliere vergunning:

€ 2.997,00

b.

voor een complexe vergunning:

€ 7.992,00

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een reguliere vergunning:

€ 2.997,00

b.

voor een complexe vergunning:

€ 7.992,00

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een reguliere vergunning:

€ 2.997,00

b.

voor een complexe vergunning:

€ 7.992,00

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een reguliere vergunning:

€ 2.997,00

b.

voor een complexe vergunning:

€ 7.992,00

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een reguliere vergunning:

€ 2.997,00

b.

voor een complexe vergunning:

€ 7.992,00

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een reguliere vergunning:

b.

voor een complexe vergunning:

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een reguliere vergunning:

b.

voor een complexe vergunning:

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: Aanlegactiviteiten en uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, met betrekking tot aanlegactiviteiten en voor het uitvoeren van werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden, bedraagt het tarief:

€ 380,20

2.

Tenzij de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, dan wel bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2:7 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 50,30

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

Vervallen

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Vervallen

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Vervallen

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Vervallen

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten 

Vervallen

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

Vervallen

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening of op grond van omgevingsplan Erfgoed Stein bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor 1 t/m 5 bomen of houtopstand max 50 m2:

€ 50,30

b.

voor 6 t/m 10 bomen of houtopstand max 100 m2:

€ 100,65

c.

voor meer dan 10 bomen of houtopstand groter dan 100 m2:

€ 380,20

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

Vervallen

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg]

Vervallen

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:14 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

Voor incidentele standplaatsen, één dag of gedeelte daarvan:

€ 45,20

b.

Voor incidentele standplaatsen, elke dag langer, per dag extra:

€ 30,20

c.

Voor niet incidentele standplaatsen, per dagdeel (06.00-12.00 uur / 12.00-18.00 uur / 18.00-22.00 uur), per jaar:

€ 237,90

Artikel 2.34 Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 380,20

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 380,20

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 380,20

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 380,20

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Vervallen

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

1.

Als de aanvraag betrekking heeft op een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 1.998,00

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief:

€ 1998,00

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Vervallen

 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel 

Vervallen

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit wordt gelijkgesteld met het tarief van de oorspronkelijke omgevingsvergunning.

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

1. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

2. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een naar de omstandigheden beoordeeld geringe wijziging van het plan: 10 % van het eerder in rekening gebrachte bedrag met dien verstande dat de leges nooit minder bedragen dan €140,00.

3. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot de overschrijving van een omgevingsvergunning op naam van een ander dan op wiens naam deze vergunning was gesteld:

€67,85

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Vervallen

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

Vervallen

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

Vervallen

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€10.133,00

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 380,20

 

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

50%

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 4.995,00

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.553,00

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 114,40

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 633,00

c.

voor de beoordeling van een geluidrapport

€ 260,50

d.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 260,50

Artikel 2.50 Advies

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 621,65

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

€ 97,65

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:

€ 97,65

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 2.51 Instemming

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg met welstandtoets, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

€97,65

2.

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 150,00

Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag

Vervallen

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

100%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

50%.

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen 4 weken na de indiening van de aanvraag:

60 %

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een later tijdstip dan binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen

25 %

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

Indien er sprake is van intrekking van de aanvraag om omgevingsvergunning en het intrekken van de aanvraag het gevolg is van een schriftelijk advies van vergunningverlener om de aanvraag omgevingsvergunning in te trekken, dan bedraagt het tarief:

Met dien verstande dat de verschuldigde legeskosten voor deze aanvraag om omgevingsvergunning komen te vervallen.

€ 150,00

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

Vervallen

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

Vervallen

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 150,00 wordt niet teruggegeven.

Artikel 2.62 Duurzaamheidskorting op leges

a.

Indien een aanvraag omgevingsvergunning voor bedrijfsmatige nieuwbouwactiviteiten gepaard gaat met het aanbrengen of installeren van zonnepanelen, is een restitutie op de ten behoeve van deze aanvraag verschuldigde legeskosten mogelijk van €5,50 per m2 netto zonnepaneel. Dit tot ten hoogste 100% van de bij aanvraag verschuldigde leges.

b.

Om voor restitutie in aanmerking te komen dient de aanvrager van de betreffende omgevingsvergunning binnen een termijn van zes weken na de realisatie van de zonnepanelen een aanvraag in te dienen tot restitutie. Deze aanvraag dient te worden ingediend ter attentie van team VTH van de gemeente Stein

c.

De aanvrager om omgevingsvergunning dient al tijdens de aanvraagprocedure voor de omgevingsvergunning aan te geven dat hij mogelijk in aanmerking zal komen voor een legesteruggaaf.

d.

Het recht op en het bedrag aan restitutie wordt definitief bepaald na gereed melding van de bedrijfsmatige nieuwbouwactiviteit aan de hand van het gerealiseerde en ter plekke van gemeentewege geconstateerde totaal oppervlakte m2 zonnepanelen.

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

 

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

GERESERVEERD

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 264,50

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 44,60

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 44,60

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 44,60

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 44,60

f.

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het verstrekken van

alcoholvrije drank als bedoeld in de “Drank- en Horecaverordening

gemeente Stein”

€ 189,35

 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

GERESERVEERD

 

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 74,30

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 37,15

 

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.13 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

a.

een dag:

€ 44,60

b

voor elke aaneensluitende dag langer, per dag extra:

€ 29,30

c.

een optocht, niet zijnde een betoging, op de weg:

€ 14,40

e.

het basispakket evenement (dit bevat naast de evenementenvergunning, de ontheffing ingevolge artikel 35 Alcoholwet, de ontheffing ingevolge de Zondagswet en de

ontheffing geluidshinder) voor één dag:

€ 71,50

f.

het basispakket evenement voor elke aaneensluitende dag langer, per dag extra:

€ 14,40

Artikel 3.7 Organiseren markt

GERESERVEERD

 

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.8 Marktstandplaatsen

GERESERVEERD

Artikel 3.10 Losse standplaatsen

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5:14 van de

Algemene Plaatselijke Verordening (innemen standplaats)

bedraagt:

a.

voor incidentele standplaatsen, één dag of gedeelte daarvan:

€ 45,20

b.

voor incidentele standplaatsen, elke dag langer, per dag extra:

€ 30,20

c.

voor niet incidentele standplaatsen, per dagdeel (06.00-12.00 uur / 12.00-18.00 uur / 18.00-22.00 uur), per jaar:

€ 237,90

 

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 en Wet goed verhuurderschap

GERESERVEERD

 

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.19 Niet benoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 44,20.

 

Behoort bij besluit van de Raad der gemeente Stein d.d. 09 november 2023.

 

De griffier van gemeente Stein,