Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heumen

Verordening gemeentelijke rekenkamer Heumen 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeumen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening gemeentelijke rekenkamer Heumen 2023
CiteertitelVerordening gemeentelijke rekenkamer Heumen 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. hoofdstuk IVa van de Gemeentewet
  2. artikel 81k van de Gemeentewet
  3. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

14-12-2023

gmb-2023-553119

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening gemeentelijke rekenkamer Heumen 2023

 

De raad van de gemeente Heumen in openbare vergadering bijeen;

 

Gelezen het voorstel van de werkgroep rekenkamer van 21 november 2023;

 

Gelet op hoofdstuk IVa, artikel 81k en 149 van de Gemeentewet;

 

 

Besluit

 

De Verordening gemeentelijke rekenkamer Heumen 2023 vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van de Verordening rekenkamer gemeente Heumen 2022.

 

 

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1  

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: de Gemeentewet.

  • b.

    Rekenkamer: de rekenkamer van de gemeente Heumen zoals bedoeld in artikel 2 van deze verordening;

  • c.

    Doelmatigheid: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • d.

    Doeltreffendheid; de mate waarin met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten zijn bereikt;

  • e.

    Rechtmatigheid: de mate waarin rechtsregels op correcte wijze zijn geïnterpreteerd en toegepast;

  • f.

    Voorzitter: de voorzitter van de rekenkamer;

  • g.

    Lid: een lid van de rekenkamer;

  • h.

    Werkgroep: de werkgroep rekenkamer gemeente Heumen bestaand uit een vertegenwoordiging vanuit de raad.

 

Hoofdstuk 2 Taken, samenstelling en bevoegdheden rekenkamer

Artikel 2 Rekenkamer

  • 1.

    Er is een rekenkamer Heumen die door de raad wordt ingesteld en aangeduid als rekenkamer.

  • 2.

    De rekenkamer bestaat uit drie leden, waaronder een voorzitter.

  • 3.

    Als intermediair tussen raad en rekenkamer fungeert de werkgroep, bestaand uit 3 raadsleden. De werkgroep voert tenminste tweemaal per jaar een voortgangsgesprek met de leden van de rekenkamer met als onderwerpen de werkwijze en de interactie en omgang met de raad.

 

Artikel 3 Taken

De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur, alsmede van (gesubsidieerde) instellingen waarvan de activiteiten mede door de gemeente worden bekostigd. Een door de rekenkamer ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid, van de wet.

 

Artikel 4 Benoeming leden

  • 1.

    De raad benoemt de leden, waaronder de voorzitter, op aanbeveling van de werkgroep. Zij worden voor een periode van zes jaar benoemd en kunnen éénmaal worden herbenoemd.

  • 2.

    De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de rekenkamer, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de door de rekenkamer ingeschakelde onderzoekers, de griffier en de gemeentesecretaris.

  • 3.

    De rekenkamer organiseert ten minste één keer per jaar een overleg met de raad om de onderzoek wensen en –ambitie van de raad te bespreken.

  • 4.

    Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid in de rekenkamer op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

 

Artikel 5 Eed

Alvorens de functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de rekenkamer in de vergadering van de raad, in handen van de voorzitter van de raad, de volgende eed of verklaring en belofte af:

“ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de rekenkamer benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.

Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks nog middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de rekenkamer naar eer en geweten zal vervullen.

Zo waarlijk helpe mij God almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)

 

Artikel 6 Verboden betrekkingen

  • 1.

    Ter toetsing van de bepalingen van hoofdstuk IVa artikel 81f, van de wet, doen de leden van de rekenkamer jaarlijks aan de voorzitter van de raad schriftelijke opgave van de andere functies dan het lidmaatschap van de rekenkamer die zij vervullen.

  • 2.

    De leden van de rekenkamer verrichten geen andere werkzaamheden voor een gemeente in geval een gezamenlijk onderzoek met desbetreffende gemeente wordt gedaan.

 

Artikel 7 Einde van het lidmaatschap

  • 1.

    De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2.

    Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamer;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbemensing tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      indien het lid naar oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen;

    • f.

      na het aflopen van de benoemingsperiode als bedoeld in artikel 4, lid 1;

    • g.

      indien de wettelijke verplichting voor het hebben van een rekenkamer wordt opgeheven en de raad besluit tot opheffing hiervan.

  • 3.

    De leden van de rekenkamer kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of andere gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie naar behoren te vervullen.

 

Artikel 8 Vergoeding voor werkzaamheden

  • 1.

    De leden van de rekenkamer ontvangen een vaste maandelijkse bruto vergoeding voor hun werkzaamheden van respectievelijk €180,00 (voorzitter) en €160,00 (lid).

  • 2.

    De vergoedingen genoemd in het eerste lid zijn inclusief reis-, verblijf- en overige kosten.

  • 3.

    Indien leden zelf onderzoek uitvoeren als bedoeld in artikel 12, lid 4, ontvangen zij een aanvullende vergoeding van €35,- per aan het onderzoek besteed uur.

  • 4.

    De in lid 1 en 3 bedoelde bedragen worden jaarlijks geïndexeerd. De vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd met dezelfde indexering die geldt voor de vergoeding voor raadsleden.

  • 5.

    De vergoedingen genoemd in dit artikel komen ten laste van het budget van de rekenkamer.

 

Artikel 9 Budget

  • 1.

    De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen voor de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen van de leden;

    • b.

      de ambtelijk secretaris inclusief de facilitaire kosten;

    • c.

      het uitbesteden van het onderzoek en daarmee gepaard gaande kosten;

    • d.

      administratieve ondersteuning;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de rekenkamer nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3.

    De rekenkamer is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

  • 4.

    Het budget wordt jaarlijks op de voor de gemeente Heumen gebruikelijke wijze geïndexeerd.

 

Hoofdstuk 3 De werkwijze van de rekenkamer

Artikel 10 Onderzoeksopzet

  • 1.

    De rekenkamer onderzoekt de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid van het gemeentebestuur.

  • 2.

    De rekenkamer stelt jaarlijks voor 1 november, het onderzoeksprogramma vast en beslist welke onderwerpen worden onderzocht.

  • 3.

    De rekenkamer bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet inclusief begroting vast.

  • 4.

    De rekenkamer stuurt de onderzoeksopzet na vaststelling ter kennisname aan de raad en het college.

  • 5.

    Het aandragen van onderwerpen voor onderzoek, voorzien van een nadere motivering, kan worden gedaan door:

    • a.

      leden van de rekenkamer;

    • b.

      de gemeenteraad als geheel of delen daarvan;

    • c.

      inwoners van de gemeente Heumen.

  • 6.

    Ingeval van een verzoek bericht de rekenkamer de verzoeker(s) binnen drie maanden gemotiveerd in hoeverre daaraan wordt voldaan.

 

Artikel 11 uitvoering onderzoek en bevoegdheden

  • 1.

    De rekenkamer is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    Indien daartoe redenen aanwezig zijn is de rekenkamer bevoegd de raad tussentijds te informeren aangaande het onderzoek.

  • 3.

    Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamer, met inachtneming van het beschikbare budget, personen of bureaus inhuren. De rekenkamer is verantwoordelijk voor de begeleiding van de externe partij.

  • 4.

    De rekenkamer kan er ook voor kiezen om in eigen beheer een onderzoek uit te voeren. De leden ontvangen voor de hieraan verbonden door hen zelf verrichte werkzaamheden een vergoeding van € 35,- per aan het onderzoek besteed uur.

  • 5.

    De rekenkamer is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamer gestelde termijn te verstrekken.

  • 6.

    De rekenkamer stelt de betrokkene(n) in de gelegenheid om binnen een door de rekenkamer te stellen termijn, die ten minste drie weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamer kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van het onderzoek is of is geweest. De rekenkamer bepaalt wie verder als betrokkenen aangemerkt worden.

  • 7.

    De rekenkamer stelt het college van B&W in de gelegenheid om binnen een door de rekenkamer te stellen termijn, die tenminste drie weken bedraagt, te reageren op het concept-onderzoeksrapport. Deze reactie wordt, eventueel voorzien van een nawoord door de rekenkamer, opgenomen in het onderzoeksrapport.

  • 8.

    Na vaststelling door de rekenkamer worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijzen van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden en op de gemeentelijke website geplaatst.

  • 9.

    Het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen zijn openbaar.

  • 10.

    Als onderdeel van het Reglement van Orde zoals bedoeld in artikel 81i, eerste lid van de Gemeentewet, stelt de rekenkamer een onderzoeksprotocol vast voor de onderzoekswerkzaamheden en wijze van communiceren over het onderzoek.

 

Artikel 12 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    De rekenkamer heeft een ambtelijk secretaris.

  • 2.

    De werkgeverscommissie wijst de ambtelijk secretaris aan op voordracht van de rekenkamer.

  • 3.

    De secretaris is belast met het secretariaat van de rekenkamer en de werkgroep. Onder de werkzaamheden van de secretaris worden gerekend: de agendaplanning, het agenderen en versturen van vergaderstukken, de verslaglegging, de vorming van dossiers, het beheer van het budget en het bijstaan van de rekenkamer bij de uitvoering van haar werkzaamheden.

  • 4.

    De ambtelijk secretaris is verantwoording verschuldigd aan de rekenkamer over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 5.

    De werkgeverscommissie is bevoegd om, op voorstel van de rekenkamer, een regeling te treffen voor de vervanging van de ambtelijk secretaris.

 

Artikel 13 Vergaderingen

  • 1.

    De rekenkamer vergadert periodiek op door haar te bepalen dagen en tijdstippen.

  • 2.

    In bijzondere gevallen belegt de voorzitter in afwijking van die regel een vergadering. Hij gaat daartoe in elk geval over wanneer een lid hem dat onder opgaaf van redenen heeft gevraagd.

  • 3.

    De rekenkamer vergadert in beslotenheid. De rapporten zijn openbaar. Op grond van artikel 5.1 van de Wet open overheid kan de rekenkamer rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamer en degenen die ten behoeve van de rekenkamer werkzaam zijn of zijn geweest, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

  • 4.

    De rekenkamer kan openbare, informatieve vergaderingen beleggen.

  • 5.

    De ambtelijk secretaris maakt verslag van de vergaderingen.

  • 6.

    De rekenkamer besluit bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem heeft. Bij het staken van de stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

 

Artikel 14 Jaarverslag

De rekenkamer stelt elk jaar vóór 1 april een jaarverslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar. Het vastgestelde jaarverslag wordt ter kennisname verzonden aan de raad.

 

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 15 Intrekken oude verordening

De Verordening rekenkamer Heumen 2022 wordt ingetrokken.

 

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening gemeentelijke rekenkamer Heumen 2023”.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2023,

 

drs. M.J.H.N. Collombon

Griffier

mr. J.W.M.S. Minses

Voorzitter

 

 

Toelichting

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1

Behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 2

Conform artikel 81f, eerste lid, van de wet, mogen enkel externen (waaronder niet-raadsleden en niet-commissieleden) deel uitmaken van de rekenkamer.

In de voortgangsgesprekken van de werkgroep met de (voorzitter) van de rekenkamer komt o.a. de interactie met de raad, de werkwijze van de rekenkamer, zelfevaluatie en de omgang met de raad aan bod. Door een goede interactie wordt een relatie opgebouwd,

 

Artikel 3

De rekenkamer toetst conform artikel 182, eerste lid, van de wet, op de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur.

 

Artikel 4

De werkgroep rekenkamer is belast met de werving en selectie van de leden van de rekenkamer. De werkgroep werft en selecteert op basis van twee profielen: het voorzittersprofiel en het ledenprofiel. De profielen worden opgesteld door de werkgroep in overleg met de griffier. De werkgroep werft eerst een voorzitter. Voorafgaand aan de voordracht van de leden van de rekenkamer overlegt de werkgroep met de voorzitter.

De benoeming voor zes jaar is conform artikel 81c, eerste lid, van de wet.

In het overleg met de raad informeert de rekenkamer naar de onderzoek wensen en – ambitie van de raad en organiseert ten minste één keer per jaar een overleg met de raad om de onderzoek wensen en –ambitie van de raad te bespreken.

 

Artikel 5

Behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 6

In geval dat een onderzoek met (een) andere gemeente(n) wordt gedaan, kan een lid zijn werkzaamheden niet verrichtten als het lid werkzaam is voor (een van) deze gemeente(n).

 

Artikel 7

Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid hen op non-activiteit te stellen.

 

Artikel 8

In dit artikel is de vergoeding vastgelegd die de leden van de rekenkamer voor hun werkzaamheden ontvangen. Op grond van artikel 81k van de wet stelt de raad de vergoeding voor de werkzaamheden van de leden vast.

 

Artikel 9

De rekenkamer is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het aan haar ter beschikking gestelde budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Deze zelfstandigheid van de rekenkamer ten opzichte van de raad is een borg voor een behoorlijke uitvoering van haar taak. De rekenkamer is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad.

 

Artikel 10

De rekenkamer dient onafhankelijk te zijn en om dit te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De rekenkamer is niet verplicht een verzoek van (delen van de) benoemde partijen in te willigen.

Indien de rekenkamer besluit om een goed gemotiveerd verzoek niet in te willigen zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren en deze kenbaar maken aan de verzoeker(s).

 

Artikel 11

Om te waarborgen dat de rekenkamer bij de uitvoering van haar onderzoeken over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is op grond van artikel 183 van de wet voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren.

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte betrokkene(n) de kans en voldoende tijd krijgt/krijgen om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) conceptonderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betrokkene(n) worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de concept conclusies en -aanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen.

De rekenkamer brengt een definitief rapport en een nota met conclusies en aanbevelingen naar buiten.

Afhankelijk van de onderzoek ambitie van de raad kan extern onderzoek of een QuickScan gedaan worden of een combinatie hiervan. Indien nodig kan de samenwerking gezocht worden met andere rekenkamers.

 

Artikel 12

In de Gemeentewet is geregeld dat burgemeester en wethouders op voordracht van de voorzitter of het enige lid van de rekenkamer besluit tot het aangaan van arbeidsovereenkomsten met zoveel ambtenaren van de rekenkamer als nodig zijn voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 81j, tweede lid). De ambtenaren die werkzaamheden verrichten voor de rekenkamer, verrichten niet tevens werkzaamheden voor een ander orgaan van de gemeente, met uitzondering van de op de griffie werkzame ambtenaren (artikel 81j, derde lid). Dit betekent dat griffiemedewerkers deels voor de griffie en deels voor de rekenkamer kunnen werken. Vanwege de onafhankelijke positie van de rekenkamer zijn de ambtenaren, inclusief dus de griffiemedewerkers, voor werkzaamheden voor de rekenkamer uitsluitend verantwoording schuldig aan de rekenkamer (artikel 81j, vierde lid).

 

Artikel 13

De rapporten van de rekenkamer zijn in beginsel openbaar, maar op grond van de belangen genoemd in artikel 5.1 van de Wet open overheid kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt door de rekenkamer.

 

Artikel 14

Op grond van artikel 185, derde lid, van de wet, stelt de rekenkamer elk jaar vóór 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.

 

Artikel 15

Behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 16

Behoeft geen nadere toelichting.