Organisatie | Heumen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening gemeentelijke rekenkamer Heumen 2023 |
Citeertitel | Verordening gemeentelijke rekenkamer Heumen 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 14-12-2023 |
De raad van de gemeente Heumen in openbare vergadering bijeen;
Gelezen het voorstel van de werkgroep rekenkamer van 21 november 2023;
Gelet op hoofdstuk IVa, artikel 81k en 149 van de Gemeentewet;
De Verordening gemeentelijke rekenkamer Heumen 2023 vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van de Verordening rekenkamer gemeente Heumen 2022.
Hoofdstuk 2 Taken, samenstelling en bevoegdheden rekenkamer
De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur, alsmede van (gesubsidieerde) instellingen waarvan de activiteiten mede door de gemeente worden bekostigd. Een door de rekenkamer ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid, van de wet.
De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de rekenkamer, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de door de rekenkamer ingeschakelde onderzoekers, de griffier en de gemeentesecretaris.
Alvorens de functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de rekenkamer in de vergadering van de raad, in handen van de voorzitter van de raad, de volgende eed of verklaring en belofte af:
“ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de rekenkamer benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks nog middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de rekenkamer naar eer en geweten zal vervullen.
Zo waarlijk helpe mij God almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)
Hoofdstuk 3 De werkwijze van de rekenkamer
Artikel 11 uitvoering onderzoek en bevoegdheden
De rekenkamer is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamer gestelde termijn te verstrekken.
De rekenkamer stelt de betrokkene(n) in de gelegenheid om binnen een door de rekenkamer te stellen termijn, die ten minste drie weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamer kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van het onderzoek is of is geweest. De rekenkamer bepaalt wie verder als betrokkenen aangemerkt worden.
De rekenkamer stelt het college van B&W in de gelegenheid om binnen een door de rekenkamer te stellen termijn, die tenminste drie weken bedraagt, te reageren op het concept-onderzoeksrapport. Deze reactie wordt, eventueel voorzien van een nawoord door de rekenkamer, opgenomen in het onderzoeksrapport.
Na vaststelling door de rekenkamer worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijzen van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden en op de gemeentelijke website geplaatst.
Artikel 12 Ambtelijk secretaris
De secretaris is belast met het secretariaat van de rekenkamer en de werkgroep. Onder de werkzaamheden van de secretaris worden gerekend: de agendaplanning, het agenderen en versturen van vergaderstukken, de verslaglegging, de vorming van dossiers, het beheer van het budget en het bijstaan van de rekenkamer bij de uitvoering van haar werkzaamheden.
De rekenkamer vergadert in beslotenheid. De rapporten zijn openbaar. Op grond van artikel 5.1 van de Wet open overheid kan de rekenkamer rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamer en degenen die ten behoeve van de rekenkamer werkzaam zijn of zijn geweest, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Behoeft geen nadere toelichting.
Conform artikel 81f, eerste lid, van de wet, mogen enkel externen (waaronder niet-raadsleden en niet-commissieleden) deel uitmaken van de rekenkamer.
In de voortgangsgesprekken van de werkgroep met de (voorzitter) van de rekenkamer komt o.a. de interactie met de raad, de werkwijze van de rekenkamer, zelfevaluatie en de omgang met de raad aan bod. Door een goede interactie wordt een relatie opgebouwd,
De rekenkamer toetst conform artikel 182, eerste lid, van de wet, op de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur.
De werkgroep rekenkamer is belast met de werving en selectie van de leden van de rekenkamer. De werkgroep werft en selecteert op basis van twee profielen: het voorzittersprofiel en het ledenprofiel. De profielen worden opgesteld door de werkgroep in overleg met de griffier. De werkgroep werft eerst een voorzitter. Voorafgaand aan de voordracht van de leden van de rekenkamer overlegt de werkgroep met de voorzitter.
De benoeming voor zes jaar is conform artikel 81c, eerste lid, van de wet.
In het overleg met de raad informeert de rekenkamer naar de onderzoek wensen en – ambitie van de raad en organiseert ten minste één keer per jaar een overleg met de raad om de onderzoek wensen en –ambitie van de raad te bespreken.
Behoeft geen nadere toelichting.
In geval dat een onderzoek met (een) andere gemeente(n) wordt gedaan, kan een lid zijn werkzaamheden niet verrichtten als het lid werkzaam is voor (een van) deze gemeente(n).
Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid hen op non-activiteit te stellen.
In dit artikel is de vergoeding vastgelegd die de leden van de rekenkamer voor hun werkzaamheden ontvangen. Op grond van artikel 81k van de wet stelt de raad de vergoeding voor de werkzaamheden van de leden vast.
De rekenkamer is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het aan haar ter beschikking gestelde budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Deze zelfstandigheid van de rekenkamer ten opzichte van de raad is een borg voor een behoorlijke uitvoering van haar taak. De rekenkamer is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad.
De rekenkamer dient onafhankelijk te zijn en om dit te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De rekenkamer is niet verplicht een verzoek van (delen van de) benoemde partijen in te willigen.
Indien de rekenkamer besluit om een goed gemotiveerd verzoek niet in te willigen zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren en deze kenbaar maken aan de verzoeker(s).
Om te waarborgen dat de rekenkamer bij de uitvoering van haar onderzoeken over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is op grond van artikel 183 van de wet voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren.
Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte betrokkene(n) de kans en voldoende tijd krijgt/krijgen om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) conceptonderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betrokkene(n) worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de concept conclusies en -aanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen.
De rekenkamer brengt een definitief rapport en een nota met conclusies en aanbevelingen naar buiten.
Afhankelijk van de onderzoek ambitie van de raad kan extern onderzoek of een QuickScan gedaan worden of een combinatie hiervan. Indien nodig kan de samenwerking gezocht worden met andere rekenkamers.
In de Gemeentewet is geregeld dat burgemeester en wethouders op voordracht van de voorzitter of het enige lid van de rekenkamer besluit tot het aangaan van arbeidsovereenkomsten met zoveel ambtenaren van de rekenkamer als nodig zijn voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 81j, tweede lid). De ambtenaren die werkzaamheden verrichten voor de rekenkamer, verrichten niet tevens werkzaamheden voor een ander orgaan van de gemeente, met uitzondering van de op de griffie werkzame ambtenaren (artikel 81j, derde lid). Dit betekent dat griffiemedewerkers deels voor de griffie en deels voor de rekenkamer kunnen werken. Vanwege de onafhankelijke positie van de rekenkamer zijn de ambtenaren, inclusief dus de griffiemedewerkers, voor werkzaamheden voor de rekenkamer uitsluitend verantwoording schuldig aan de rekenkamer (artikel 81j, vierde lid).
De rapporten van de rekenkamer zijn in beginsel openbaar, maar op grond van de belangen genoemd in artikel 5.1 van de Wet open overheid kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt door de rekenkamer.
Op grond van artikel 185, derde lid, van de wet, stelt de rekenkamer elk jaar vóór 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.