Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Woudenberg

Beleidsregels Schuldhulpverlening Gemeente Woudenberg 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWoudenberg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Schuldhulpverlening Gemeente Woudenberg 2023
CiteertitelBeleidsregels schuldhulpverlening gemeente Woudenberg 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 2 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
  2. artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-12-2023nieuwe regeling

12-12-2023

gmb-2023-552910

Z.342193/D.258171

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Schuldhulpverlening Gemeente Woudenberg 2023

Gelet op artikel 2 en artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, Besluit het college van burgemeester en wethouders vast te stellen de volgende beleidsregels:

 

 

 

Beleidsregels Schuldhulpverlening Gemeente Woudenberg

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      wet: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

    • b.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudenberg;

    • c.

      ingezetene: inwoner van 18 jaar en ouder, die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij de gemeente Woudenberg is ingeschreven;

    • d.

      verzoeker: ingezetene die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening;

    • e.

      aanvrager: verzoeker die een aanvraag heeft ingediend voor een schuldhulpverlening;

    • f.

      schulphulp-verlening: Integrale schuldhulpverlening is het actief ondersteunen van een inwoner bij het vinden van een oplossing voor zijn/haar financiële problemen, maar ook bij het vinden van een oplossing voor de eventuele oorzaken hiervan of voor omstandigheden die verhinderen dat de financiële problemen kunnen worden opgelost. Integrale schuldhulpverlening houdt daarnaast in dat zoveel mogelijk voorkomen wordt dat problematische schulden ontstaan (preventie) en terugkeren (nazorg).

    • g.

      schuldregelings-traject: een minnelijk traject in vorm van schuldbemiddeling, schuldsanering of betalingsregeling, gericht op het oplossen van schulden;

    • h.

      problematische schuld: Er is sprake van een problematische schuld als een huishouden meer aan afbetalingen/leningen moet aflossen dan de aflossingscapaciteit die bij het schuldregelen wordt gehanteerd en als met die aflossingscapaciteit in 36 maanden minder dan de totale schuld kan worden afgelost.

    • i.

      plan van aanpak: plan van aanpak: trajectomschrijving met producten en diensten (in- en extern) die de klant wordt aangeboden, gekoppeld aan de beschikking;

    • j.

      NVVK: Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet;

    • k.

      wsnp Wet schuldsanering natuurlijke personen

Artikel 2. Doelgroep schuldhulpverlening

Tot de doelgroep behoren alle inwoners van de gemeente van 18 jaar of ouder waarvan voorzien wordt dat zij niet kunnen voortgaan met het nakomen van hun financiële verplichtingen, met uitzondering van zelfstandig ondernemers.

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

  • 1.

    Het college verleent aan aanvrager schuldhulpverlening indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het college, kan een aanvraag worden geweigerd.

  • 2.

    De noodzaak voor schuldhulpverlening wordt in een beschikking vastgesteld. In het plan van aanpak “schuldhulpverlening” dat onderdeel is van de beschikking, wordt het aanbod bestaande uit een schuldregelingstraject gemotiveerd.

  • 3.

    De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:

    • a.

      zwaarte en/of omvang van de schulden;

    • b.

      psychosociale situatie;

    • c.

      houding en gedrag van verzoeker (bv. motivatie);

    • d.

      een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

  • 4.

    Wanneer in het jaar voorafgaand aan de aanvraag voor schuldhulpverlening sprake is geweest van verwijtbaar gedrag of gedrag ten aanzien van het laten ontstaan van schulden of financiële problemen kan verzoeker een wachttijd voor het starten van een schuldregeling worden opgelegd van maximaal een jaar.

Artikel 4. Budgetbeheer

  • 1.

    Budgetbeheer wordt toegekend voor maximaal achttien maanden mits dit uitzicht biedt op zelfredzaamheid binnen achttien maanden. Van deze termijn kan worden afgeweken als de schuldhulpverlener dat noodzakelijk acht.

  • 2.

    De kosten van budgetbeheer worden na achttien maanden bij de verzoeker in rekening gebracht, tenzij:

    • a.

      De schuldhulpverlener vaststelt dat het noodzakelijk is de termijn van achttien maanden te verlengen

  • 3.

    Als de verzoeker geen hoofdtraject schuldhulpverlening (nodig) heeft, maar zelf budgetbeheer wenst, brengt de gemeente de kosten daarvan bij de verzoeker in rekening.

Artikel 5. Verplichtingen

  • 1.

    Verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

  • 2.

    Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverlenings- traject. De medewerking bestaat onder andere uit het nakomen van afspraken, het meewerken aan de uitvoering van het schuldhulpverleningstrajecten het zich houden aan de bepalingen van de schuldregelingsovereenkomst.

  • 3.

    Verzoeker maakt geen nieuwe schulden.

  • 4.

    Verzoeker heeft een inspanningsplicht om het (gezins)inkomen te verhogen en deze inspanning aantoonbaar maken.

  • 5.

    Naast deze algemene verplichtingen, kan het college in de beschikking in individuele gevallen aanvullende bijzondere verplichtingen opnemen.

Artikel 6. Weigeringsgronden

  • 1.

    Het college weigert een aanbod schuldhulpverlening als:

    • a.

      verzoeker niet tot de doelgroep zoals bedoeld in artikel 2 van deze beleidsregels behoort;

    • b.

      schuldhulpverlening niet noodzakelijk wordt geacht.

    • c.

      het college vaststelt dat er sprake is van een (op dat moment) niet regelbare schuld of niet regelbare schuldenaar;

    • d.

      verzoeker in staat van faillissement verkeert dan wel de wettelijke schuldsanering van toepassing is verklaard op verzoeker;

    • e.

      niet voldaan wordt aan de Algemene Voorwaarden van het NVVK om voor schuldhulpverlening in aanmerking te komen;

    • f.

      verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 6 en 7 van de wet.

  • 2.

    Aan dit besluit gaat een hersteltermijn vooraf. Deze hersteltermijn is niet van toepassing wanneer er sprake is van een weigering op grond van onderdeel a, b, c, d of f.

Artikel 7. Beëindigingsgronden

  • 1.

    Het college besluit tot beëindiging van de schuldhulpverlening als:

    • a.

      het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond of is toegelaten aan een traject binnen de wnsp;

    • b.

      het college de schuldhulpverlening niet langer noodzakelijk acht;

    • c.

      de geboden hulpverlening volgens het college, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker, niet (langer) passend is. Hiervan dient in de beschikking een éénduidige motivering benoemd te worden om welke omstandigheden het gaat en waarom het niet langer passend is;

    • d.

      er sprake is van een niet regelbare schuld;

    • e.

      belanghebbende niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 6 en 7 van de wet, artikel 5 van deze beleidsregels, of de beschikking dan wel zijn verplichtingen voortvloeiende uit de bepalingen in de overeenkomst en de Algemene Voorwaarden niet of in onvoldoende mate nakomt.

    • f.

      belanghebbende zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt.;

    • g.

      de verzoeker naar een andere gemeente verhuist, tenzij er sprake is van een lopende schuldregeling.

    • h.

      Er zal niet eerder tot beëindiging worden overgegaan dan nadat belanghebbende een redelijke hersteltermijn van twee weken is geboden om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen met uitzondering van sub f en g van dit artikel

    • i.

      Op verzoek van de aanvrager;

Artikel 9. Nazorg

  • 1.

    Het college bepaalt na afloop van een schuldregelingstraject het aanbod en de duur van de nazorg.

  • 2.

    De vorm waarin de gemeente nazorg aanbiedt, is gebaseerd op een analyse van het daaraan voorafgaande traject, de onderliggende problematiek en de verdere prognose.

  • 3.

    De verplichtingen, zoals neergelegd in artikel 5 van deze beleidsregels, zijn onverminderd van toepassing op het onderhavige artikel.

Artikel 10. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1.

    In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan in zeer bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregels treden op 12 december 2023 in werking en worden aangehaald als: “Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Woudenberg 2023”.

Toelichting  

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel spreekt voor zich.

Lid f: budgetbeheer kan onderdeel zijn van schuldhulpverlening, maar het hoeft niet.

 

Artikel 2. Doelgroep schuldhulpverlening

Tot de doelgroep behoren alle inwoners van de gemeente van 18 jaar of ouder waarvan voorzien wordt dat zij niet kunnen voortgaan met het nakomen van hun financiële verplichtingen. De Wgs beschrijft de voorwaarden die voor vreemdelingen gelden om voor integrale SHV in aanmerking te komen: een rechtmatig verblijf volgens de Vreemdelingenwet.

In het kader van preventie is de doelgroep breder: vanaf 8 jaar is het gemiddelde getalbegrip dusdanig dat financiële educatie een goede investering in financiële zelfredzaamheid is.

 

Gezinnen met minderjarige kinderen

Gezinnen met minderjarige kinderen vormen een specifieke doelgroep die extra aandacht verdient vanwege de kwetsbare positie van kinderen. Hoewel een huisuitzetting altijd ingrijpend is, is de impact nog veel groter als er jonge kinderen bij betrokken zijn. In Woudenberg wordt er contact gezocht met elke inwoner in een financiële crisissituatie1 om te zoeken naar een oplossing. Als het een gezin met minderjarige kinderen betreft, wordt daarnaast altijd het Sociaal Team ingeschakeld. Het Sociaal Team kijkt of het gezin bekend is bij hulpverlenende instanties en onderneemt in samenspraak met de schuldhulpverlener actie om in contact te komen met het betreffende gezin. Ook als er geen kinderen zijn, maar er is sprake van multiproblematiek, wordt het Sociaal Team in overleg met de klant ingeschakeld.

Als er geen sprake van een crisissituatie is, gaat het gezin de reguliere SHV in. De schuldhulpverlener heeft daarbij aandacht voor een optimaal gebruik van voorzieningen (bijvoorbeeld een sportvergoeding voor kinderen van minima).

Woudenberg heeft een minimabeleid waarbij in het bijzonder aandacht is voor kinderen.

 

Zelfstandigen

De reguliere schuldhulpverlening voorziet niet in het regelen van schulden van zelfstandigen vanwege het ontbreken van specifieke deskundigheid. Ex-zelfstandigen worden wel geholpen. Daarnaast kan het Bbz (besluit bijstandsverlening zelfstandigen) in veel gevallen uitkomst bieden. Als een bedrijf in zichzelf levensvatbaar is, maar bv. tijdelijk niet genoeg winst maakt, kan een lening en/of een periodieke uitkering voor levensonderhoud worden verstrekt. Gemeente Barneveld voert het Bbz uit voor inwoners van Woudenberg.

In een enkel geval valt een ondernemer met schulden buiten de boot: als het bedrijf beëindigd wordt, maar nog niet alle stukken beschikbaar zijn en de bedrijfsafhandeling complex is. In deze situaties wordt doorgaans specialistische hulp ingeschakeld voor het regelen van de schulden. Gemiddeld wordt in Woudenberg daar eens per twee jaar gebruik van gemaakt. Per situatie moet beoordeeld worden welke oplossing het meest passend is. De eerste voorlichting en advisering verloopt via het spreekuur SHV.

 

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

Lid 1 en 2:

 

Hierin is aangegeven dat het college schuldhulpverlening verleent indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulpverlening achterwege blijven. Anderzijds wordt middels dit lid, evenals lid 2, recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat schuldhulpverlening selectief en gericht ingezet dient te worden. Daar waar sprake is van een schuldenpakket dat zich niet laat regelen in combinatie met een onregelbare verzoeker, kan een aanvraag worden geweigerd.

Dit artikel toont de kern van schuldhulpverlening nieuwe stijl: een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening. Het gaat om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen.

 

Lid 3:

 

In lid 3 van dit artikel worden 4 factoren genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schuldhulpverlening aanbiedt:

  • a.

    zwaarte en/of omvang van de schulden;

  • b.

    psycho-sociale situatie;

  • c.

    houding en gedrag van de aanvrager (motivatie);

  • d.

    een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

Dit is geen limitatieve opsomming. Beoordeling vindt gemotiveerd plaats door het college.

 

Toelichting ad a:

Om een aanbod voor een schuldregeling te krijgen wordt een problematische schuldensituatie meegewogen. Er zijn verschillende definities van problematische schulden in omloop. Onze definitie is in de lijn met de definitie die het NVVK hanteert in de Gedragscode Schuldhulpverlening van 2021.

 

Een problematische schuldsituatie is de situatie waarin te voorzien is dat een natuurlijke persoon schulden niet zal kunnen blijven afbetalen of is gestopt met afbetalen. In ieder geval een situatie waarin niet binnen 36 maanden alle openstaande vorderingen betaald kunnen worden (met een betalingsregeling)

 

Toelichting ad b en c:

Het aanbod schuldhulpverlening wordt afgestemd op de persoonlijke en financiële situatie van de belanghebbende. In sommige gevallen kan het college niet of nauwelijks iets betekenen voor een aanvrager. Als iemand zo verslaafd is dat hij nieuwe schulden blijft maken dan kan dit een schuldhulpverleningstraject belemmeren. Bij beoordeling van het doen van een aanbod vindt een analyse plaats waarbij gekeken wordt of:

 

  • -

    er sprake is van een regelbare schuld (aanvrager heeft bijvoorbeeld geen fraudevorderingen of niet-saneerbare CJIB boetes dan wel omstandigheden waarbij de hoogte van de vorderingen niet kan worden vastgesteld zoals bij een nog lopende scheidingsprocedure) en/of;

  • -

    er sprake is van een regelbare schuldenaar (aanvrager houdt zich onder andere aan afspraken en is gemotiveerd).

Toelichting ad d:

 

Als het college besluit geen aanbod te doen, dan vindt waar mogelijk overdracht naar flankerende hulpverlening plaats.

 

Lid 4:

 

Met verwijtbaar of onverantwoord leengedrag wordt bedoeld dat belanghebbende zich redelijkerwijs had kunnen realiseren dat de lening niet kan worden afgelost. Bijvoorbeeld wanneer verzoeker een nieuwe lening is aangegaan terwijl er al betalingsproblemen waren. Een ander voorbeeld is wanneer verzoeker een maximale lening voor inrichtingskosten via sociale zaken is aangegaan en vervolgens in hetzelfde jaar, een andere lening of krediet is aangegaan voor het kopen consumptiegoederen. Er is sprake van verminderde verwijtbaarheid wanneer het onverantwoorde leengedrag voortkomt uit bijvoorbeeld psychiatrische problematiek, in dergelijke gevallen kan geen of een kortere wachttijd worden opgelegd.

 

Artikel 4. Budgetbeheer

Budgetbeheer heeft als doel de financiële situatie van de hulpvrager te stabiliseren en hem/haar te coachen naar zelfredzaamheid. In beginsel is anderhalf een jaar voldoende om tot zelfredzaamheid te komen. Als het binnen die termijn niet lukt, moet ingeschat worden of dit alsnog in korte tijd lukt, of dat beschermingsbewind aan de orde is. Het kan ook nodig zijn de termijn van twaalf maanden te verlengen omdat er een aanvraag beschermingsbewind loopt, en de periode tot het besluit van de rechter overbrugd moet worden.

Aan de verlenging is bewust geen termijn gekoppeld. De praktijk van schuldhulpverlening laat zich niet altijd vatten in vaste termijnen. De noodzakelijke verlenging wordt door de schuldhulpverlener bepaald.

 

Als er geen hoofdtraject schuldhulpverlening is, is budgetbeheer vaak niet nodig. In een enkel geval komt het voor dat iemand toch graag in budgetbeheer wil. Als de schuldhulpverlener daartoe geen noodzaak ziet, komen de kosten van intake en maandbeheer voor rekening van de hulpvrager.

 

Artikel 5. Verplichtingen

Lid 1:

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven en medewerking te verlenen. Dit geldt zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.

 

Lid 2:

Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming.

Gedurende het proces waarbij de hulpvraag wordt vastgesteld en een inventarisatie van de mogelijkheden van dienstverlening plaatsvindt, is het noodzakelijk dat de belanghebbende een aantal voorwaarden en verplichtingen nakomt. Deze worden in een beschikking bevestigd. Afspraken niet zijnde voorwaarden en verplichtingen kunnen ook schriftelijk worden gedaan. Dit om pragmatische redenen en het behouden van een slagvaardige werkwijze.

 

Lid 3:

Bij het verbod op het maken van nieuwe schulden wordt ook bedoeld het nakomen van lopende betalingsverplichtingen, het aangaan van abonnementen op bijvoorbeeld tijdschriften of mobiele telefonie, etc. Als er bijvoorbeeld sprake is van schuld als gevolg van naheffing energielast en deze is niet disproportioneel, dan hoeft dergelijke schuld geen gevolgen te hebben voor het schuldhulpverleningstraject.

 

Lid 4:

De inspanningsplicht om het (gezins)inkomen te verhogen kan door het verkrijgen of uitbreiden van arbeid en door het aanvragen van inkomensvoorzieningen, alimentatie, heffingskortingen en belastingteruggave. Om schuldhulpverlening te doen slagen is de medewerking en de inzet van de verzoeker nodig.

 

Lid 6:

Schuldhulpverlening is maatwerk en om te komen tot het beoogde eindresultaat is de inzet van middelen en instrumenten per persoon verschillend. Naast de algemene uit de wet en voorgaand lid voortvloeiende verplichtingen kan het ook aan de orde zijn dat er nog extra verplichtingen, bijvoorbeeld met betrekking tot flankerende hulp, opgelegd moeten worden om het eindresultaat van een zo bestendig mogelijke, schuldenvrije situatie te bereiken. Een limitatieve opsomming hiervan is ongewenst omdat het aantal (combinaties van) instrumenten uiteenlopend is.

 

Artikel 6. Weigeringsgronden

Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 5 kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt, conform lid 2, verzoeker eenmaal een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn conform de Algemene wet bestuursrecht. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting. Deze hersteltermijn is niet aan de orde wanneer er geen sprake meer kan zijn van een herstel. Zoals wanneer een verkeerd traject is ingezet ten gevolge van het achterhouden van informatie of het verstrekken van onjuiste informatie of wanneer verzoeker zich jegens de medewerker heeft misdragen.

Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid vereist het opleggen van een hersteltermijn maatwerk.

 

Sub c: Daar waar sprake is van een schuldenpakket dat zich niet laat regelen in combinatie met een niet regelbare verzoeker, kan een aanvraag worden geweigerd. Dit kan aan de orde zijn bij bepaalde vorderingen die ontstaan zijn als gevolg van ter kwade trouw handelen of ingeval er nog geen uitspraak is gedaan in een scheiding in combinatie met een nog niet inzichtelijk schuldenpakket.

Indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt wordt niet overgegaan tot weigering. Informatie, advies en/of een doorverwijzing staan open voor iedere verzoeker.

 

Artikel 7. Beëindigingsgronden

In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd.

 

Sub a: Dit behelst het goed doorlopen van een schuldregelingstraject met de daarbij benodigde nazorg.

 

Sub b en c: Het college toetst en beslist tijdens het schuldhulpverleningstraject naar bevinding of de vorm van hulpverlening nog aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar. Indien dat niet langer het geval is, wordt het traject beëindigd.

 

Sub d: Daar waar sprake is van een schuldenpakket dat zich niet laat regelen in combinatie met een niet regelbare verzoeker, kan een aanvraag worden geweigerd. Dit kan aan de orde zijn bij bepaalde vorderingen die ontstaan zijn als gevolg van ter kwade trouw handelen of ingeval er nog geen uitspraak is gedaan in een scheiding in combinatie met een nog niet inzichtelijk schuldenpakket.

Indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt wordt niet overgegaan tot weigering. Informatie, advies en/of een doorverwijzing staan open voor iedere verzoeker.

 

Sub f: Indien een belanghebbende zich verbaal of fysiek misdraagt, dan wordt een waarschuwing gegeven. Bij herhaling wordt de schuldhulpverlening beëindigd.

Indien een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt door intimidatie (uitoefenen van psychische druk) zaakgericht fysiek geweld (vernielingen), mensgericht fysiek geweld of een combinatie van agressievormen tegenover het college of zijn ambtenaren, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de schuldhulpverlening, dan wordt de schuldhulpverlening zonder voorafgaande waarschuwing direct beëindigd.

Aangifte bij de politie kan aan de orde zijn.

 

Sub g: spreekt voor zich

 

Sub h: spreekt voor zich

 

Artikel 8. Recidive – hernieuwde aanvraag

Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schuldhulpverlening in relatie tot eerdere trajecten / contacten schuldhulpverlening, zijn in dit artikel regels gesteld.

Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen.

 

Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening telt de verleende schuldhulpverlening en/of de contacten daaromtrent vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee.

 

We kiezen voor een termijn van twee jaar omdat dit een redelijke termijn is. Binnen twee jaar kan veel gebeuren, waardoor het niet altijd onredelijk is dat iemand terugkomt voor schuldhulpverlening.

 

De grote beleidsvrijheid zoals aan de gemeente gegeven om een dergelijke recidivebepaling op te nemen, ontslaat de gemeente niet van de verplichting om, daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de burger, af te wijken van het bepaalde van artikel 8 indien nodig (ingevolge artikel 10: de hardheidsclausule). Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als de burger ernstige psychische problemen heeft. Uitgangspunt is en blijft evenwel het bepaalde in artikel 8.

 

Er is bewust voor gekozen de kosten van budgetbeheer of advies niet in rekening te brengen bij de recidivist. De reden hiervoor is dat er vaak beslag ligt, waardoor er geen ruimte is in het inkomen voor een eigen bijdrage.

Ook is er bewust voor gekozen wel budgetbeheer aan te bieden, met als doel stabilisatie en het voorkomen van crisissituaties.

 

Artikel 9. Nazorg

Nazorg is een onderdeel van het schuldhulpverleningstraject en start na afronding van de schuldregeling. Het is gericht op het voorkomen van terugval in oude gewoonten, die leidden tot het ontstaan van een (problematische) schuldensituatie, en draagt bij aan een bestendige financiële toekomst.

De klant wordt zowel voorafgaand aan het nazorgtraject als tijdens dit traject aangespoord om zelf een actieve houding aan te nemen. De vorm, waarin de gemeente nazorg biedt, is gebaseerd op een analyse van het daaraan voorafgaande traject, de onderliggende problematiek, de inmiddels bereikte resultaten en de prognose voor de toekomst. Dit wordt in een plan van aanpak “nazorg” omschreven. Nazorg duurt maximaal 12 maanden of zoveel korter naar het oordeel van het college.

Net als de voorgaande fases is ook de fase nazorg maatwerk en zal de inzet van middelen en instrumenten per persoon verschillend zijn. Een limitatieve opsomming hiervan is daarom niet aan de orde.

 

Artikel 10. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

Dit artikel geeft ruimte aan het college om in onvoorziene gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze beleidsregels.

 

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.


1

Dit betreft m.n. dreigende uithuiszettingen. Bij dreigende afsluiting van gas en elektra wordt de gemeente geïnformeerd over de ophanden zijnde afsluiting en wordt de inwoner uitgenodigd voor SHV. De meeste mensen zijn echter niet bekend bij SHV, en dus evenmin of er kinderen zijn. de meeste mensen melden zich ook niet voor SHV, en hebben waarschijnlijk voldoende eigen kracht of netwerk om de problemen op te lossen.