Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noord-Holland

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland van 12 december 2023, nr. 2151456/2151749 tot vaststelling van het Mandaatbesluit verlenen tegemoetkoming faunaschade 2024 Gedeputeerde Staten van Noord-Holland aan het IPO/BIJ12

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoord-Holland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBesluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland van 12 december 2023, nr. 2151456/2151749 tot vaststelling van het Mandaatbesluit verlenen tegemoetkoming faunaschade 2024 Gedeputeerde Staten van Noord-Holland aan het IPO/BIJ12
CiteertitelMandaatbesluit verlenen tegemoetkoming faunaschade 2024 Gedeputeerde Staten van Noord-Holland aan het IPO/BIJ12
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Besluit Mandaatbesluit verlenen tegemoetkoming faunaschade Gedeputeerde Staten van Noord Holland aan het IPO/BIJ12.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 158, eerste lid, van de Provinciewet
  2. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

12-12-2023

prb-2023-15444

nr. 2151456/2151749

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland van 12 december 2023, nr. 2151456/2151749 tot vaststelling van het Mandaatbesluit verlenen tegemoetkoming faunaschade 2024 Gedeputeerde Staten van Noord-Holland aan het IPO/BIJ12

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

 

Overwegende dat de gezamenlijke provincies verenigd in het IPO-bestuur bij de oprichting van BIJ12 in 2013 hebben besloten om de taken op het gebied van faunaschade onder te brengen bij BIJ12;

 

Overwegende dat in aansluiting op het besluit van 5 november 2015 van de Bestuurlijke Adviescommissie Vitaal Platteland van het IPO de gezamenlijke provincies akkoord zijn gegaan met het verlenen van mandaat op grond van artikel 6.1 van de Wet Natuurbescherming aan BIJ12;

 

Overwegende dat op 1 januari 2024 de Omgevingswet in werking treedt en om die reden het Mandaatbesluit verlenen tegemoetkoming faunaschade Gedeputeerde Staten van Noord Holland aan het IPO/BIJ12 dient te worden aangepast;

 

Overwegende dat onderhavig mandaat wordt verleend op grond van artikel 15.53 van de Omgevingswet;

 

Gelet op artikel 158, eerste lid, van de Provinciewet en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluiten vast te stellen:

 

Mandaatbesluit verlenen tegemoetkoming faunaschade 2024 Gedeputeerde Staten van Noord-Holland aan het IPO/BIJ12

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit mandaatbesluit wordt verstaan onder:

 

  • a.

    BIJ12: uitvoeringsorganisatie van de gezamenlijke provincies, zijnde onderdeel van de Vereniging het Interprovinciaal Overleg;

  • b.

    Directeur: Directeur van BIJ12;

  • c.

    Unitmanager: de Unitmanager van BIJ12, Unit Faunafonds;

  • d.

    Coördinator: de Coördinator Faunazaken van BIJ12, Unit Faunafonds;

  • e.

    Juristen: de adviseurs juridische zaken van BIJ12;

  • f.

    Administratief medewerkers: de administratief medewerkers van BIJ12.

Artikel 2 Directeur

  • 1.

    De Directeur, of diens waarnemer, is gemandateerd, gevolmachtigd en gemachtigd om namens Gedeputeerde Staten:

    • a.

      tegemoetkomingen als bedoeld in artikel 15.53 van de Omgevingswet te verlenen;

    • b.

      te beslissen op bezwaarschriften gericht tegen besluiten op grond van artikel 15.53 van de Omgevingswet;

    • c.

      te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de verschuldigdheid en de hoogte van een dwangsom bij niet tijdig beslissen op een aanvraag of bezwaarschrift, wettelijke rente en terugvordering bij onverschuldigde betaling in verband met besluiten als bedoeld in artikel 15.53 van de Omgevingswet.

    • d.

      (beslis)termijnen te verdagen, opschorten, en verlengen;

    • e.

      overige correspondentie te voeren in verband met het verlenen van tegemoetkomingen als bedoeld in artikel 15.53 van de Omgevingswet, niet zijnde besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht en niet zijnde besluiten waaraan een financiële verplichting is verbonden;

    • f.

      een formulier vast te stellen voor het indienen van een aanvraag om een tegemoetkoming;

    • g.

      taxatierichtlijnen vast te stellen ter uitvoering van de Beleidsregel tegemoetkoming schade Noord-Holland.

  • 2.

    De Directeur is gemandateerd, gevolmachtigd en gemachtigd om namens Gedeputeerde Staten medewerkers te machtigen om Gedeputeerde Staten te vertegenwoordigen in gedingen aanhangig bij de bestuursrechter in verband met besluiten als bedoeld in artikel 15.53 van de Omgevingswet.

  • 3.

    De Directeur is gemandateerd, gevolmachtigd en gemachtigd om in verband met besluiten als bedoeld in artikel 15.53 van de Omgevingswet namens Gedeputeerde Staten:

    • a.

      (hoger) beroep of verzet in te stellen;

    • b.

      verweerschriften te ondertekenen;

    • c.

      te verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen of om opheffing of schorsing van een voorlopige voorziening.

Artikel 3 Unitmanager

  • 1.

    De Unitmanager, of diens waarnemer, is gemandateerd, gevolmachtigd en gemachtigd om namens Gedeputeerde Staten:

    • a.

      tegemoetkomingen als bedoeld in artikel 15.53 van de Omgevingswet te verlenen;

    • b.

      te beslissen op bezwaarschriften gericht tegen besluiten op grond van artikel 15.53 van de Omgevingswet;

    • c.

      te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de verschuldigdheid en de hoogte van een dwangsom bij niet tijdig beslissen op een aanvraag of bezwaarschrift, wettelijke rente en terugvordering bij onverschuldigde betaling in verband met besluiten als bedoeld in artikel 15.53 van de Omgevingswet;

    • d.

      (beslis)termijnen te verdagen, opschorten en verlengen;

    • e.

      overige correspondentie te voeren in verband met het verlenen van tegemoetkomingen als bedoeld in artikel 15.53 van de Omgevingswet, niet zijnde besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht en niet zijnde besluiten waaraan een financiële verplichting is verbonden.

  • 2.

    De Unitmanager is gemandateerd, gevolmachtigd en gemachtigd om in verband met besluiten als bedoeld in artikel 15.53 van de Omgevingswet namens Gedeputeerde Staten:

    • a.

      (hoger) beroep of verzet in te stellen;

    • b.

      verweerschriften te ondertekenen;

    • c.

      te verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen of om opheffing of schorsing van een voorlopige voorziening.

Artikel 4 Coördinator

De Coördinator, of diens waarnemer, is gemandateerd, gevolmachtigd en gemachtigd om namens Gedeputeerde Staten:

  • a.

    te beslissen op aanvragen om het verlenen van een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 15.53 van de Omgevingswet en deze beslissingen te onderteken;

  • b.

    betalingen te verrichten in verband met tegemoetkomingen zoals bedoeld onder a;

  • c.

    te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de verschuldigdheid en de hoogte van een dwangsom bij niet tijdig beslissen op een aanvraag of bezwaarschrift, wettelijke rente en terug- vordering bij onverschuldigde betaling in verband met besluiten als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming.

  • d.

    (beslis)termijnen te verdagen, opschorten en verlengen;

  • e.

    overige correspondentie te voeren in verband met het verlenen van tegemoetkomingen als bedoeld in artikel 15.53 van de Omgevingswet, niet zijnde besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht en niet zijnde besluiten waaraan een financiële verplichting is verbonden.

Artikel 5 Juristen en Administratief medewerkers

De Juristen en Administratief medewerkers zijn gemandateerd, gevolmachtigd en gemachtigd om namens Gedeputeerde Staten:

  • a.

    (beslis)termijnen te verdagen, opschorten en verlengen;

  • b.

    overige correspondentie te voeren in verband met het verlenen van tegemoetkomingen als bedoeld in artikel 15.53 van de Omgevingswet, niet zijnde besluiten in de zin van de Al- gemene wet bestuursrecht en niet zijnde besluiten waaraan een financiële verplichting is verbonden.

Artikel 6 Instructies en informatieplicht

  • 1.

    De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij het te nemen besluit een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    De gemandateerde stelt de provincie in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan zij moet aannemen dat kennisneming door het college van Gedeputeerde Staten gewenst is. Hiervan is in ieder geval sprake als de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven.

  • 3.

    De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden, verleende volmachten of machtigingen geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht, alsmede de geldende beleids- en uitvoeringsregels.

  • 4.

    Op een bezwaarschrift wordt niet besloten door degene die bij de voorbereiding van het primaire besluit betrokken is geweest.

  • 5.

    De directeur neemt bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden instructies van Gedeputeerde Staten in acht. Partijen lichten elkaar over en weer in over de uitvoering van een instructie op een zodanig tijdstip dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.

  • 6.

    De directeur informeert Gedeputeerde Staten over de uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden via de Planning en Control-cyclus van BIJ12.

Artikel 7 Ondertekening

Indien op grond van het verleende mandaat besluiten worden genomen, luidt de ondertekening:

Gedeputeerde staten van Noord-Holland,

namens dezen,

gevolgd door: de handtekening en de naam van de functionaris.

Artikel 8 Slot- en overgangsbepaling

  • 1.

    Het besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Omgevingswet in werking treedt.

  • 2.

    Het Besluit Mandaatbesluit verlenen tegemoetkoming faunaschade Gedeputeerde Staten van Noord Holland aan het IPO/BIJ12 wordt ingetrokken en blijft van toepassing voor zover mandaat of machtiging is vereist bij de toepassing van overgangsrecht bij of krachtens de Omgevingswet.

  • 3.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit verlenen tegemoetkoming faunaschade 2024 Gedeputeerde Staten van Noord-Holland aan het IPO/BIJ12.

Haarlem, 12 december 2023

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

A.Th.H. van Dijk, voorzitter

M.J.H. van Kuijk, provinciesecretaris

Toelichting behorende bij het Mandaatbesluit verlenen tegemoetkoming faunaschade 2024

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland aan het IPO/BIJ12

De gezamenlijke provincies verenigd in het IPO-bestuur hebben bij de oprichting van BIJ12 in 2013 besloten om de taken op het gebied van faunaschade onder te brengen bij BIJ12. BIJ12 is een uitvoeringsorganisatie van de gezamenlijke provincie en maakt onderdeel uit van het IPO. Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet Natuurbescherming op 1 januari 2017 zijn bepaalde (fauna)taken van het rijk naar de provincies overgegaan.

Op 5 november 2015 is in de Bestuurlijke Adviescommissie Vitaal Platteland van het IPO besloten dat Gedeputeerde Staten van alle provincies de taken in het kader van de schadevergoeding faunaschade op grond van artikel 6.1 Wet Natuurbescherming mandateren aan BIJ12. BIJ12 doet de daadwerkelijke uitvoering c.q. afhandeling aanvragen en het hierop beschikken.

Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. De grondslag voor het onderhavige mandaat wijzigt. Voorheen was dit artikel 6.1 Wet Natuurbescherming. Na inwerkingtreding van de Omgevingswet, is deze grondslag te vinden in 15.53 van de Omgevingswet. De grondslag is inhoudelijk niet gewijzigd.

Dit besluit voorziet erin dat taken en bevoegdheden zoals voorheen gemandateerd waren, rechtmatig uitgevoerd kunnen blijven worden.