Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Drechterland

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Drechterland 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDrechterland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Drechterland 2024
CiteertitelVerordening toeristenbelasting Drechterland 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Deze regeling vervangt de Verordening toeristenbelasting Drechterland 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147 van de Gemeentewet
  2. artikel 224 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-12-2023nieuwe regeling

18-12-2023

gmb-2023-552672

156687

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Drechterland 2024

De raad van de gemeente Drechterland;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d..

 

gelet op de artikelen 147 en 224 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Drechterland 2024

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto' toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan;

  • d.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan;

  • e.

    logiesverblijven: verblijven of gedeelten daarvan, niet zijnde verblijven als bedoeld onder a tot en met e, die voor overnachting ter beschikking worden gesteld aan derden.

  • f.

    overnachting: elk verblijf tussen 22.00 ’s-avonds en 06.00 ’s-morgens.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 4 van de Wet toetreding zorgaanbieders;

  • 2.

    van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het verblijf in of het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd;

  • 3.

    Van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het werkelijk aantal overnachtingen in het belastingjaar.

Artikel 6 Administratieverplichting

De belastingplichtige is verplicht om dagelijks een administratie bij te houden van het aantal personen aan wie hij gelegenheid biedt verblijf te houden. De belastingplichtige is gehouden op verzoek van de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaar als bedoeld in artikel 231, lid 2, onderdeel b, van de Gemeentewet deze administratie te tonen.

Artikel 7 Belastingtarief

Het tarief bedraagt € 1,60 per persoon, per overnachting

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting wordt bij wege van aanslag geheven, met uitzondering van hetgeen in het tweede lid is bepaald.

  • 2.

    De belasting geheven van belastingplichtigen als bedoeld in artikel 3, derde lid, kan ook door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving worden geheven. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid moet de belasting worden betaald in geval van een kennisgeving dat:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiking van de kennisgeving.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid onderdelen b. en d. van de Gemeentewet.

Artikel 12 Overgangsrecht

De “Verordening toeristenbelasting Drechterland 2023”, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 19 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Verordening toeristenbelasting Drechterland 2024

Aldus besloten door de raad van de gemeente Drechterland in zijn openbare vergadering van 18 december 2023.

De raad voornoemd,

de griffier,

A. van Langen

de voorzitter,

P.F. Dijkman