Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Helmond

Beleidsregel Waterberging bij ruimtelijke ontwikkelingen van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHelmond
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel Waterberging bij ruimtelijke ontwikkelingen van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond
CiteertitelBeleidsregel Waterberging bij ruimtelijke ontwikkelingen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-12-2023nieuwe regeling

12-12-2023

gmb-2023-552603

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel Waterberging bij ruimtelijke ontwikkelingen van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond

Burgemeester en wethouders van Helmond,

 

gelet op het bepaalde in:

  • hoofdstuk 4, titel 4.3, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 160, eerste lid, onderdeel van de Gemeentewet;

  • artikel 3.41 Interim Omgevingsverordening Provincie Noord-Brabant;

  • de Omgevingsvisie Helmond.

Besluiten:

Vast te stellen de Beleidsregel Waterberging bij ruimtelijke ontwikkelingen.

 

Inleiding

Om in 2050 klimaatadaptief te zijn hebben we voor nieuwe ontwikkelingen duidelijke regels nodig. We merken dat er bij veel ruimtelijke ontwikkelingen al rekening wordt gehouden met een waterrobuuste inrichting, maar nog lang niet overal. Een toetsingskader met concrete regels voor waterberging kan er voor zorgen dat alle gebiedsontwikkelingen klimaatadaptief worden gerealiseerd.

 

In het Water en Rioleringsplan (WRP) is omschreven hoe wordt omgegaan met waterberging in verschillende situaties: bestaand gebied, reconstructies/herinrichtingen van publiek terrein, bouwontwikkelingen en gebiedsontwikkelingen. In deze beleidsregel worden de normen en richtlijnen van bouw- en gebiedsontwikkelingen nader beschreven.

 

De specifieke eisen met betrekking tot de realisatie van waterberging hebben op grond van het bestemmingsplan ‘Paraplubestemmingsplan waterberging 2024’ te gelden als een voorwaardelijke verplichting. Bij de invoering van de Omgevingswet gaan de regels uit dit paraplubestemmingsplan volgens het overgangsrecht automatisch op in het omgevingsplan (art. 4.6 van de Invoeringswet Omgevingswet). Als instrument ter bepaling van de waterbergingsopgave is de online rekentool waterbergingsopgave ontwikkeld, dat onderdeel is van deze beleidsregel.

Uitgangspunten

  • 1.

    De normen en richtlijnen voor waterberging, opgenomen in de onderhavige beleidsregel en de bijbehorende rekentool zijn van toepassing op ruimtelijke ontwikkelingen (zowel nieuwbouw als herbouw) daar waar, conform een geldend (paraplu)bestemmingsplan, een voorwaardelijke verplichting waterberging is opgenomen.

  • 2.

    Het juridisch kader van de voorwaardelijke verplichting waterberging is het bestemmingsplan ‘Paraplubestemmingsplan waterberging 2024’. Na inwerkingtreding van de Omgevingswet zullen deze planregels in het omgevingsplan overgaan.

  • 3.

    Deze beleidsregel met bijbehorende online rekentool waterbergingsopgave is integraal onderdeel van de planologische procedures en wordt operationeel in het intake en vergunningenproces.

  • 4.

    Groene maatregelen worden beloond met een lagere waterbergingsopgave. Door de wateropgave te combineren met groene maatregelen wordt de sponswerking van de stad verbeterd en daarom is minder fysieke waterberging nodig. Groene maatregelen dragen bij aan het tegengaan van verdroging, verminderen van hittestress en het vergroten van de biodiversiteit.

  • 5.

    De online rekentool waterbergingsopgave is dynamisch van aard, dat wil zeggen dat deze regelmatig wordt verbeterd. Het moment van indienen van de omgevingsvergunning is bepalend voor de versie van de rekentool die gebruikt moet worden. Deze versie is altijd op onze website te vinden.

Normen en richtlijnen waterberging bij ruimtelijke ontwikkelingen zoals vermeld in het WRP

Artikel 1  

Hemelwater afkomstig van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen op privaat terrein dient tijdelijk te worden geborgen voordat het vertraagd afgevoerd mag worden naar de bodem, open water en/of het gemeentelijke rioolstelsel. Voor iedere m² verharding in het plangebied dient in basis 60 liter per m² verharding (60 mm) binnen datzelfde plangebied te worden gecreëerd. Deze opgave kan verminderen als gekozen wordt voor groene maatregelen zoals omschreven in artikel 2.

Artikel 2  

Waterbergingsvoorzieningen zijn bij voorkeur bovengrondse, groene maatregelen zoals groene daken of verlagingen in het maaiveld. Als het niet anders kan, wordt het water geborgen in een ondergrondse waterbergingsvoorziening. Groene maatregelen worden beloond met een lagere bergingsnorm. Dit omdat groene maatregelen bijdragen aan andere doelen, zoals het tegengaan van verdroging, het verminderen van hittestress en het vergroten van de biodiversiteit. Ter bepaling van de waterbergingsopgave is een online rekentool ontwikkeld. Hiermee is te bepalen wat de waterbergingsopgave is met informatie over de locatie, de plangrootte en de invulling van het plan.

Artikel 3  

De volgende uitzonderingen gelden:

  • a)

    bij bouwontwikkelingen met een plangrootte kleiner dan 200 m2 wordt geen waterbergingseis gesteld. Derhalve zal het resultaat in de rekentool 0 m³ zijn.

  • b)

    indien in de grondexploitatie al sprake is van gerealiseerde waterberging in de openbare ruimte, wordt de wateropgave zoals genoemd in artikel 1 verminderd met de al gerealiseerde waterberging en verminderd met stimulering van groene maatregelen, zoals bedoeld in artikel 2. In de rekentool wordt dit automatisch meegenomen.

Artikel 4  

Van het genoemde onder artikel 1 kan beargumenteerd worden afgeweken als aantoonbaar:

  • a)

    andere (maatschappelijke) belangen zwaarder wegen en we de risico’s en schade die daardoor ontstaan accepteren;

  • b)

    het doelmatiger is de waterbergingsopgave voor deze ontwikkeling in het omliggende gebied op te vangen en de realisatie hiervan gegarandeerd is via een overeenkomst.

Artikel 5  

Het geborgen hemelwater wordt verwerkt volgens de voorkeursvolgorde: benutten (gebruiken), lokaal infiltreren, vertraagd afvoeren naar oppervlaktewater, vertraagd afvoeren naar (regenwater)riolering.

Artikel 6  

Waterbergingsvoorzieningen moeten voldoen aan de onderstaande eisen:

  • Controleerbaar zijn op werking: dus zichtbaar of toegankelijk.

  • Mogelijkheid hebben tot reinigen, inspectie en onderhoud.

  • De bodem van de voorziening ligt boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG).

  • De voorziening moet voldoende waterberging bevatten, zoals bepaald wordt via de online rekentool. De hoeveelheid waterberging is afhankelijk van de locatie, de plangrootte en de invulling van het plangebied.

  • De voorziening moet binnen minimaal 10 uur en maximaal 48 uur leeg zijn (bij maximaal 2 mm neerslag per etmaal) door middel van watergebruik, infiltratie in de bodem of vertraagde afvoer.

  • Bij ondergrondse voorzieningen moet worden voorkomen dat vuil in de voorziening kan komen, door middel van een bladrooster in de goot, bladvanger in de regenpijp en een zandvangputje in de toevoerleiding.

  • De verwerking van het hemelwater moet altijd zodanig ontworpen worden dat het niet leidt tot wateroverlast.

  • Voor regensituaties waarbij meer regen valt dan de voorziening kan bergen, mag een bovengrondse overloopvoorziening worden gerealiseerd. Een overloopvoorziening moet ervoor zorgen dat overtollig water gecontroleerd naar een plek binnen het plangebied wordt afgevoerd waar het geen schade of overlast bij derden kan veroorzaken.

Normen en richtlijnen verder uitgelegd / uitgediept

De normen en richtlijnen voor waterberging zijn van toepassing bij nieuwbouw en herbouw waarbij een omgevingsvergunningsplicht geldt.

 

Transformatie (een gebouw aanpassen zonder dak of gevels te vervangen) en optopping (extra bouwlagen boven op gebouw realiseren) zijn vooralsnog vrij van een waterbergingsopgave, ook al is er sprake van een verplichte omgevingsvergunning. In de rekentool dient dan te worden aangegeven dat het dakvlak niet wijzigt.

 

De benodigde waterberging wordt berekend over alle in de ontwikkeling aangelegde verhardingen. Dit wil zeggen; dak-, terrein- en eventueel straatoppervlakken.

 

Er zijn bij bouwontwikkelingen twee momenten dat de rekentool wordt gebruikt: 1) (indien van toepassing) bij bestemmingsplanprocedures ter bepaling van de waterbergingsopgave en indicatieve ruimtelijke inpassing, en 2) bij de aanvraag van een omgevingsvergunning.

 

Er kan gemotiveerd worden afgeweken van de voorwaardelijke verplichting van het realiseren van waterberging. De motivering moet duidelijke argumenten bevatten waarom het realiseren van waterberging niet gewenst, niet mogelijk of niet doelmatig is en hoe compenserende maatregelen eventueel in de omgeving worden gerealiseerd. Hierbij moet ook gekeken worden naar de regels van het waterschap zoals gesteld in de Keur.

Rekentool

Als instrument ter bepaling van de waterbergingsopgave is de online rekentool waterbergingsopgave ontwikkeld. Website: www.helmond.nl/rekentool-waterberging

 

Principewerking van de rekentool

De rekentool waterbergingsopgave vraagt de oppervlakken in het plangebied te specificeren (oppervlakken dak, terreinverhardingen en groen). Hieruit berekent de tool de verhouding tussen verharding en groen en daarmee de waterbergingsopgave. Hoe groener het plan is, hoe meer het bijdraagt aan het herstellen van de sponswerking van de stad, des te kleiner de waterbergingsopgave is. In de tool kan worden ingevuld hoe de waterbergingsopgave wordt ingevuld. Op deze manier wordt in een vroegtijdig stadium bepaald hoe de water- (en indirect de) groeninvulling zal plaatsvinden.

 

De specificatie van maatregelen en oppervlakken vindt interactief plaats: de tool laat direct het effect van deze specificaties zien op de daaruit afgeleide totale waterbergingsopgave.

 

Vóór elke maatregel staat in de tool een i-symbool; door daarop te klikken wordt meer informatie over die maatregel gegeven zoals specifieke uitvoeringseisen en links naar achtergrondinformatie.

 

De tool doorloopt vier stappen:

  • 1.

    Invullen van de kerngegevens van het project

  • 2.

    Invullen hoe de oppervlakken worden ingevuld

  • 3.

    Invullen hoe de waterbergingsopgave wordt ingevuld

  • 4.

    Download het resultaat. Als een omgevingsvergunning wordt aangevraagd, voeg dit resultaat dan, inclusief uitwerking, bij die aanvraag.

Groene maatregelen en werking in rekentool

Met behulp van de rekentool berekent de initiatiefnemer hoe groot de waterbergingsopgave is en geeft hij aan op welke manier daar invulling aan wordt gegeven. Groene maatregelen worden daarbij gestimuleerd met een lagere waterbergingsopgave, omdat hierdoor de sponswerking van de stad wordt verbeterd. Het resultaat van een ingevulde rekentool wordt als bijlage toegevoegd bij de aanvraag van de omgevingsvergunning.

 

Stap 1: invullen kerngegevens en stap 2: invulling van oppervlakken

Bij het invullen van de kerngegevens (zoals locatie en totaal oppervlak van het plangebied) en de invulling daarvan (typen en grootte van (groen)daken, verhardingen en de groeninvulling) vertaalt de rekentool de oppervlakken naar ‘grijze’ en ‘groene’ oppervlakken. Op basis van de verhouding groen/grijs volgt een waterbergingsopgave.

 

In de volgende tabel is weergegeven hoe verschillende typen ‘grijze’ en ‘groene’ maatregelen meetellen in de rekentool waterbergingsopgave. Deze stimulering is gerelateerd aan de mate waarin zij bijdragen aan meerdere opgaven: opvangen hevige regen, grondwateraanvulling tegen droogte, verminderen hittestress, toename biodiversiteit.

 

Tabel: uitgangspunten voor groen/grijs-verhouding

Type oppervlak

Type invulling

1 m2 wordt gezien als

1 m2

m2 grijs

m2 groen

Dak

Traditioneel dak (schuin/plat/dakpannen/bitumen) (m2 gezien vanuit het platte vlak)

1

0

Groendak <30mm waterberging = 40% groen

0

0,4

Groendak >=30mm waterberging = 100% groen

0

1

Groendak >=45mm waterberging = 150% groen (*2)

0

1,5

Groendak >=60mm waterberging = 200% groen (*2)

0

2

Waterdak

1

0

Terrein verharding

Gesloten & open bestrating (bv asfalt/beton/klinkers/tegels)

1

0

Halfverharding (mits waterdoorlatend) (bv schelpen/gralux/grasbeton/grind)

0,5

0,5

Groen en water

Tuin inrichting onbekend, incl terras, inrit, etc (*3)

0,67

0,33

Tuin inrichting wel bekend. Groen/grijs zelf in te vullen.

Plantsoen (bij voorkeur struiken met bomen)

0

1

Water met bergende functie (bv wadi/verlaagd grasveld/sloot/vijver/waterpartij)

0

1

Ongewijzigd oppervlak (*1)

Ongewijzigd dakoppervlak (ook transformatie of optopping)

1

0

Ongewijzigd groen dat particulier eigendom is/blijft

0

1

Ongewijzigd groen dat gemeente eigendom is/wordt

0

1

Ongewijzigd grijs (dak/bestrating) dat particulier eigendom is/blijft

1

0

Ongewijzigd grijs (dak/bestrating) dat gemeente eigendom is/blijft

1

0

 

Opmerkingen bij voorgaande tabel

  • (*1)

    Ongewijzigd oppervlak telt niet mee in de berekening voor de groen/grijs verhouding. De opgave voor waterberging geldt alleen over aan te leggen verhardingen.

  • (*2)

    Groene daken met veel waterberging worden meer dan 100% gestimuleerd. 1 m2 wordt gezien als 1,5 of 2 m2, afhankelijk van de hoeveelheid waterberging in het groendak. In de berekening ontstaat een fictief totaaloppervlak dat groter is dan het daadwerkelijk oppervlak van het plangebied. Dit is alleen ten behoeve van de berekening van de groen/grijs-verhouding.

  • (*2)

    Uitgangspunt bij groene daken met waterberging >=45mm en >=60mm is dat deze worden uitgevoerd als ‘intensief groendak’. Dit wil zeggen met een substraatlaag van minimaal 5 cm dik met kruiden, struiken en eventueel bomen. Als dit niet het geval is, wordt de stimulering niet boven 100%.

  • (*2)

    Uitgangspunt bij groene daken is dat wordt aangetoond dat er een bewateringssyteem is voor het vitaal houden van het groen, ook in perioden van langdurige droogte. Als dit niet het geval is, wordt de stimulering niet boven 100%.

  • (*3)

    Uitgangspunt bij tuinen is dat deze voor 1/3e bestaan uit groen en 2/3e uit verhardingen. Hierbij wordt uitgegaan van verhardingen voor een inrit, terras, pad naar tuinhuis of poort aan de achterzijde van de tuin. Indien de inrichting wel bekend is, wordt in de online rekentool een invulmogelijkheid geboden om het percentage groen en verharding zelf aan te geven. Hiermee is meteen zichtbaar wat keuzes doen voor de wateropgave.

Na het invullen van de oppervlakken per type invulling berekent de online tool de groen/grijs-verhouding op basis van de volgende uitgangspunten:

 

Tabel: Te realiseren waterberging bij groen/grijs-verhouding.

Percentage groen binnen plangebied

Te realiseren waterberging in plangebied (mm)

Minimaal

Maximaal

0

10

60

10

20

55

20

30

50

30

40

45

40

50

40

50

60

35

60

100

30

 

Afhankelijk van de groen/grijs-verhouding wordt de waterbergingsopgave getoond. Het is mogelijk om eerder ingevulde getallen te wijzigen om de waterbergingsopgave te veranderen.

 

Stap 3: invullen hoe de waterbergingsopgave wordt ingevuld

In de derde stap van de online rekentool wordt ingegeven hoe de waterbergingsopgave wordt ingevuld. Dit bestaat uit twee delen: 1) realiseren van waterberging en 2) kiezen voor aanvullende groene maatregelen, die een extra stimulans krijgen.

 

Tabel: (extra) waterberging

Aanvullende waterberging

1 m3 wordt gezien als

Waterberging i.c.m. regenwaterbenutting

1,5

Waterberging op het dak (waterbergende laag)

1,2

Bovengrondse wateropslag (regenton, regenzuil, regenschutting, etc)

1,2

Waterberging op maaiveld (wadi/sloot/verlaagd groen)

1,2

Waterberging in ondergrondse voorzieningen (infiltratiekratten, waterbergend steenwol, grind, lavastenen)

1

 

Tabel: Aanvullende groene waterbergingsbeloningen

Aanvullende maatregelen (alleen mogelijk voor max. 5% van de originele waterbergings(rest)opgave)

Wordt gezien als ... m3 waterberging

Nieuwe boom (minimaal 6 m3 grondverbetering) --> = per boom

0,5

Gevelgroen --> = per m2 gevelgroen

0,02

 

Opmerkingen bij voorgaande tabellen:

  • Bovengrondse, groene maatregelen worden gestimuleerd. Ondergrondse waterberging niet. Bij de stimulering wordt ook rekening gehouden met de voorkeursvolgorde afkoppelen: regenwater benutten > regenwater infiltreren > regenwater bufferen en vertraagd afvoeren.

  • Aanvullende groene maatregelen dragen bij aan een klimaatadaptieve omgeving en tellen daarom mee in de stimulering.

  • Opgaven voor terreinverhardingen kunnen niet op het dak worden ingevuld, andersom wel.

  • Regenwater benutten voor tuinbewatering of huishoudwater (toiletspoeling, waswater) wordt het meest gestimuleerd, omdat het in de voorkeursvolgorde afkoppelen op de 1e plaats staat. Bij grote platte daken, bijvoorbeeld appartementencomplexen, is de stimulering 150%. Dit houdt in dat iedere kuub (1 m3) wordt gezien als 1,5 kuub. Aandachtspunt is dat er naast het benutten in de tuin of in het gebouw, ook waterberging beschikbaar is voor het opvangen van piekbuien. Uitgangspunt hierbij is dat dit 50% van de wateropgave is. Indien het bouwplan alleen de bouw van woningen betreft, kan de wateropgave ingevuld worden door het toepassen van hergebruiktank van 4500 liter per woning. Hiermee wordt de wateropgave volledig behaald, zonder dat aanvullende waterberging vereist is.

  • Regenwater bergen op dak (waterdaken) wordt 120% gestimuleerd. Waterdaken met veel waterberging is een vorm van multifunctioneel ruimtegebruik dat bijdraagt aan het opvangen van piekbuien, zorgt voor verminderen hittestress in het gebouw en te combineren is met andere duurzame maatregelen (zoals bijvoorbeeld zonnepanelen) en ontmoetingsfuncties.

  • Regenwater bergen in bovengrondse voorzieningen wordt 120% gestimuleerd. Deze maatregelen dragen bij aan de mogelijkheid om regenwater te benutten in droge tijden, bijvoorbeeld voor het bewateren van groen.

  • Regenwater bergen op maaiveld, bijvoorbeeld in wadi’s, vijvers of een verlaagd grasveld, worden 120% gestimuleerd. De combinatie tussen waterberging en groen zorgt voor een meer klimaatadaptieve en biodiverse inrichting.

  • Waterbergingsvoorzieningen die bedoeld zijn voor het opvangen van hevige en extreme regen, dienen tussen 10 uur en 48 uur weer leeg te zijn.

  • Stimulering voor bomen geldt alleen voor bomen die in openbare of gemeenschappelijke ruimtes zijn gesitueerd en voldoen aan de ‘Helmondse standaard aanplant bomen’

  • Gevelgroen wordt weergegeven in oppervlak (m2) van het verticaal vlak. Het gaat hier over het oppervlak (breedte x hoogte) van het gevelgroen bij aanleg.

Het is mogelijk om eerder ingevulde getallen van stappen 2 en 3 te wijzigen om op deze manier de gewenste invulling van de waterbergingsopgave te kiezen.

 

Stap 4: download het resultaat, werk het uit, en voeg het bij aanvraag omgevingsvergunning

De laatste stap van de rekentool is het resultaat downloaden. Dit wordt automatisch gegenereerd als pdf. Deze pdf kan worden toegevoegd aan de aanvraag omgevingsvergunning. Een schets toevoegen is verplicht. Op deze schets moet locatiespecifiek worden weergegeven wat de typen en hoeveelheid oppervlakken zijn (zoals vermeld in stap 2) en het type en de hoeveelheid waterberging (zoals vermeld in stap 3).

Relatie Keur (Waterschapsverordening)

Naast het gemeentelijk beleid is in specifieke situaties ook de Keur (waterschapsverordening onder de Omgevingswet) van toepassing. Deze stelt regels om versnelde afstroming van hemelwater naar het oppervlaktewatersysteem te voorkomen.

 

In situaties dat een bouwontwikkeling aan de criteria van de Keur voldoet, moet deze voldoen aan zowel de regels van de Keur als de voorwaardelijke verplichting van het paraplubestemmingsplan Waterberging 2024.

Artikel 7  

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 8  

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Waterberging bij ruimtelijke ontwikkelingen

Besloten in de vergadering van 12 december 2023

Burgemeester en wethouders van Helmond,

de burgemeester,

mevr. P.J.M.G. Blanksma-van den Heuvel.

de secretaris,

H.J. de Ruiter.