Organisatie | Kaag en Braassem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2024 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Deze regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing 2023.
artikel 15.33 van de Wet milieubeheer
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-12-2023 | nieuwe regeling | 18-12-2023 |
Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 8. Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid moeten de aanslagen in gevallen, waarbij de belastingschuldige aan de gemeente een automatische incasso heeft verstrekt, in maximaal tien gelijke maandelijkse termijnen worden voldaan. De eerste termijn vervalt daarbij op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking in zoverre van hetgeen in het tweede lid is bepaald, worden, indien de belastingplicht eerst in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel de belasting later dan in de tweede maand van het belastingjaar wordt opgelegd, de termijnen van betaling bij automatische incasso beperkt tot het aantal volle termijnen dat nog van de genoemde tien gelijke termijnen resteert, met dien verstande dat een minimum aantal van zes termijnen overblijft.
Voor de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 en 2 van de tarieventabel wordt kwijtschelding verleend voor:
de belasting voor het ter lediging aanbieden één minicontainer van 140 liter of 240 liter voor restafval voor zover deze is berekend over het aantal aanbiedingen van deze minicontainer tot en met het aantal van 12 op basis van een heel kalenderjaar. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt dan wordt het aantal naar rato berekend. Waarbij wordt uitgegaan van 1 lediging per maand;
de belasting voor zover deze is berekend over het aantal malen dat toegang is gegeven tot een verzamelcontainer voor restafval tot en met het aantal van 52 op basis van een heel kalenderjaar. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt dan wordt het aantal naar rato berekend. Waarbij wordt uitgegaan van 1 ontgrendeling per week.
De ´Verordening afvalstoffenheffing 2023´, vastgesteld bij raadsbesluit van 19 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 18 december 2023.
de griffier,
T.P. Scherpenzeel
de voorzitter,
A. Heijstee-Bolt
behorende bij de “Verordening afvalstoffenheffing 2024”
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
Hoofdstuk 1. Maatstaven en jaarlijkse tarieven, vast bedrag
de belasting bedoeld in onderdeel 1.1. wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt) container van 240 liter /140 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per extra container met € 134,92
Hoofdstuk 2. Maatstaven en gedifferentieerde tarieven
Als tijdens enige inzamelbeurt door een calamiteit of door een technische storing de minicontainerherkenningsapparatuur of de minicontainerregistratieapparatuur op het inzamelvoertuig of de middelen waarmee de gegevens van de geledigde minicontainers worden opgeslagen niet naar behoren functioneren, wordt overgeschakeld op handmatige registratie van aangeboden en geledigde minicontainers aan de hand van de op de minicontainers aangebrachte visuele herkenningsmiddelen.
Hoofdstuk 3. Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing