Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Geertruidenberg

Verordening subsidiëring van woonconsumentengroepen en/of -organisaties 2000

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGeertruidenberg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening subsidiëring van woonconsumentengroepen en/of -organisaties 2000
CiteertitelVerordening subsidiëring van woonconsumentengroepen en/of -organisaties 2000
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Bij brief, verzonden op 6 oktober 1999, bekendgemaakt aan plaatselijke huurdersverenigignen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 168, 1969

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2000Nieuwe regeling.

30-09-1999

Onbekend.

1999-09-30 nr. 7

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening subsidiëring van woonconsumentengroepen en/of -organisaties 2000

Nr. 7

 

De raad van de gemeente GEERTRUIDENBERG;

 

gelet op artikel 168 en 169 van de gemeentewet;

 

mede gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Geertruidenberg van 17 augustus 1999, nr. 5;

 

BESLUIT

 

vast te stellen de navolgende

"Verordening subsidiëring van woonconsumentengroepen en/of -organisaties  

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1  

In deze verordening wordt verstaan onder:     a.   woonconsumenten:              § bewoners, waartoe in ieder geval behoren huurders en eigenaar-bewoners, en              § woning-zoekenden, waartoe in ieder geval behoren kandidaat-huurders en kandidaat-                 kopers;     b.   woonconsumenten-organisatie:           een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie, die blijkens de statuten, de structuur en            de werkwijze, zonder winstoogmerk, werkzaam is op het terrein van de volkshuisvesting            ten behoeve van woonconsumenten;     c.   activiteiten:           werkzaamheden die verricht worden door een groep woonconsumenten, door            woonconsumentenorganisaties of door derden, die gericht zijn op het versterken van de            positie van woonconsumenten in de volkshuisvesting of die gericht zijn op de realisering            van een concreet project ten behoeve van woonconsumenten;     d.   apparaatskosten:           kosten voor secretariële werkzaamheden, de benodigde apparatuur en materialen, die een            woonconsumentenorganisatie maakt ten behoeve van activiteiten;     e.   benodigde woonconsumentensubsidie:           de door de aanvrager benodigde woonconsumentensubsidie is de door de aanvrager            aantoonbaar gemaakte subsidiebehoefte, die bestaat uit de kosten van een activiteit,            verminderd met de voor dat doel verkregen andere gelden (van derden) en ver-minderd met            de gelden uit eigen middelen;     f.    voorlopige subsidie:           de met toepassing van deze verordening verleende geldelijke bijdrage of op geld            waardeerbare voorlopig vastgestelde bijdrage van de gemeente aan een groep            woonconsumenten of aan een woonconsumentenorganisatie, gebaseerd op de            ingediende begroting;     g.   definitieve subsidie:           de met toepassing van deze verordening verleende geldelijke of op geld waardeerbare            definitief vastgestelde bijdrage van de gemeente aan een groep woonconsumenten of aan            een woonconsumentenorganisatie, gebaseerd op de ingediende rekeningen en            betalingsbewijzen.

 

Artikel 2  

De gemeenteraad neemt jaarlijks een besluit, waarin een bedrag wordt vastgesteld voor de subsidiëring van woonconsumentengroepen en woonconsumentenorganisaties.

Artikel 3  

Van het in het vorig artikel genoemde bedrag is in geval van subsidiëring van zowel activiteiten als apparaatskosten:     § minimaal 2/3 bestemd voor subsidiëring van activiteiten en is     § maximaal 1/3 gedeelte bestemd voor de subsidiëring van apparaatskosten van         woonconsumentenorganisaties.

 

Hoofdstuk 2 Bepalingen met betrekking tot het toekennen van subsidie

Artikel 4  

  • 1

    Een woonconsumentenorganisatie of een groep woonconsumenten kan bij burgemeester en wethouders een aanvraag indienen voor het toekennen van subsidie ten behoeve van een activiteit. 

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen op basis van de in het eerste lid genoemde aanvraag subsidie toekennen aan een groep woonconsumenten of aan een woonconsumentenorganisatie 

Artikel 5  

  • 1

    Een woonconsumenten-organisatie kan bij burgemeester en wethouders een aanvraag indienen voor het toekennen van subsidie als tegemoetkoming in de apparaatskosten 

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen op basis van de in het eerste lid genoemde aanvraag subsidie toekennen aan een woonconsumentenorganisatie 

Artikel 6  

  • 1

    Burgemeester en wethouders houden bij hun beslissing op een aanvraag rekening met steun die op grond van een andere regeling aan de aanvrager is of kan worden toegekend 

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de subsidietoekenning voorschriften verbinden.

  • 3

    Indien het bedrag, dat als subsidie voor een activiteit is toegekend, door de aanvrager - nadat de activiteit verwezenlijkt is - van derden kan worden ontvangen, dan is de aanvrager verplicht om dit bedrag op verzoek van burgemeester en wethouders aan de gemeente geheel of gedeeltelijk terug te storten. Dit teruggestorte bedrag wordt toegevoegd aan het op grond van artikel 2 door de gemeenteraad vastgestelde bedrag voor de subsidiëring van woonconsumenten en woonconsumenten(-organisaties). 

  • 4

    Voor een woonconsumentengroep geldt een subsidiemaximum van f. 2.000,00 per jaar ten behoeve van aantoonbaar noodzakelijke activiteitskosten en voor een woonconsumentenorganisatie geldt een subsidie-maximum van f. 3.000,00 (ten behoeve van maximaal f. 1.000,00 aantoonbaar noodzakelijke apparaatskosten en minimaal f. 2.000,00 aantoon- baar noodzakelijke activiteitskosten 

  • 5

    Burgemeester en wethouders kennen slechts subsidie toe voor zover het hiervoor door de gemeenteraad vastgestelde bedrag toereikend is. 

  • 6

    Indien het door burgemeester en wethouders onder de aanvragers jaarlijks te verdelen subsidiebudget kleiner is dan hetgeen er aangevraagd wordt, zal iedere aanvraag met een gelijk percentage worden gekort.

     

Hoofdstuk 3 Bepalingen met betrekking tot aanvragen voor subsidiëring van activiteiten

Artikel 1  

De aanvrager dient voor het aanvragen van subsidie gebruik te maken van het daarvoor door burgemeester en wet- houders beschikbaar te stellen standaard aanvraagformulier 

Artikel 2  

Een aanvraag voor het toekennen van subsidie ten behoeve van een of meerdere activiteiten dient voorzien te zijn van:     a.   een overzichtelijke begroting van de verwachte kosten;     b.   een overzicht waarin per activiteit is aangegeven de te verwachten kosten, welke andere            financiële middelen men voor die activiteit krijgt van anderen, voor welk deel van de kosten            de aanvrager zelf voorziet door middel van eigen middelen en voor welk resterend deel zij            niet zonder gemeentelijke financiële middelen kan; 

Artikel 3  

Een aanvraag voor het toekennen van subsidie ten behoeve van een activiteit dient te zijn ingediend voor 1 november van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarop de aanvraag van toepassing is. 

Artikel 4  

Een aanvraag ingediend door een groep woonconsumenten dient door alle tot de groep behorende woonconsumenten te worden ondertekend. 

Artikel 5  

Een aanvraag voor het toekennen van subsidie ten behoeve van een activiteit dient voorzien te zijn van een toelichting, waaruit blijkt:     a.   welke woonconsumenten (naam, adres, telefoon en handtekening) deel uitmaken van de            woonconsumentengroep dan wel de woonconsumentenorganisatie die subsidie            aanvragen;     b.   ten behoeve van welke woonconsumenten en welk doel de activiteit verricht wordt;     c.   wie de activiteit zal uitvoeren en dat de activiteit gericht is op het versterken van de positie van            woonconsumenten of op het realiseren van een concreet project ten behoeve van             woonconsumenten 

Artikel 6  

In de aanvraag dient vermeld te worden aan wie de voorlopige subsidie uitbetaald moet worden.

Artikel 8  

  • 1

    De aanvrager dient voor het aanvragen van subsidie gebruik te maken van het daarvoor door burgemeester en wethouders beschikbaar te stellen standaard-aanvraagformulier 

  • 2

    Een aanvraag voor het toekennen van subsidie als tegemoetkoming in de apparaatskosten dient vergezeld te gaan van:     a.   een overzichtelijke en gespecificeerde begroting van de inkomsten en uitgaven van de betreffende woonconsumentenorganisatie voor het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft;           kunnen aanvragen is de in het artikel genoemde subsidieverhouding van toepassing, omdat het bij subsidiëring vooral van belang is dat de nadruk op de te ondernemen activiteiten dient te liggen 

Artikel 6 lid 5;

Gezien het feit dat de praktijk in den lande veelal uitwijst dat het door de diverse aanvragers aangevraagde bedrag hoger is dan het totaal beschikbare subsidiebedrag, is het noodzakelijk in een dergelijk geval de beschikbare subsidie evenredig te verdelen onder de aanvragers. Door deze maatregel zal het totaal te honoreren subsidiebedrag nimmer hoger zijn dan het jaarlijks beschikbare subsidiebedrag

Artikel 7 lid 1;

Om enerzijds de aanvragers tegemoet te komen en anderzijds heldere en zoveel mogelijk gestandaardiseerde subsidieaanvragen in ontvangst te kunnen nemen, dienen aanvragers gebruik te maken van het speciaal daarvoor ontwikkelde standaard aanvraagformulier. Aanvragers lopen daardoor minder risico dat hun aanvraag niet voldoet aan de door burgemeester en wethouders gestelde subsidiecriteria.

Artikel 3 lid 3

De praktijk in den lande heeft uitgewezen dat het werken met twee tijdvakken onduidelijk is en voor de aanvragers zeer verwarrend kan werken. Uit de landelijke praktijk blijkt dat aanvragen voor zowel de activiteitkosten als de apparaatskosten gelijktijdig worden gedaan. Om voor de diverse woonconsumenten een zo helder en eenvoudig mogelijke procedure te creëren is gekozen voor de hantering van één tijdvak, te weten van 1 januari tot en met 31 december.

De aanvraag voor beide subsidievormen dient dan ook ingediend te zijn op één datum. Het moment van betaling kan in overleg met de aanvrager plaatsvinden: op zijn vroegst in januari en op zijn laatst in het midden 

Artikel 9  

De begrotingstermijn loopt van 1 januari tot en met 31 december (één tijdvak).

 

Artikel 14  

Om de subsidieaanvrager tijdig zekerheid te geven over de toekenning van de voorlopige subsidie, dient het college over de voorlopige subsidie in elk geval te beslissen in het jaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar waarvoor subsidie is aangevraagd. Op deze wijze is iedere aanvrager op de hoogte voor 1 januari van het jaar waarvoor de subsidie is aangevraagd. Bovendien betreft het zowel de subsidiëring van activiteitskosten als de subsidiëring van de apparaatskosten

Artikel 16  

Door het feit dat in deze verordening met slechts één tijdvak wordt gewerkt en de subsidie voor activiteiten en de apparaatskosten op hetzelfde moment worden toegekend, worden beide subsidievormen terstond als voorschot betaalbaar gesteld. Dit vanwege zowel praktische redenen als het optimaal tegemoetkomen in de wensen van de woonconsument. Daar staat tegenover, dat de toegekende subsidie niet hoger kan worden dan door burgemeester en wethouders, conform het in artikel 15 genoemde

Artikel 17  

In deze verordening wordt een onderscheid gemaakt tussen "voorlopige subsidie" en "definitieve subsidie". Aan de hand van de rekeningen en betalingsbewijzen wordt bij de verantwoording van de kosten de definitieve subsidie vastgesteld.

Artikel 19  

In dit artikel wordt aangegeven hoe wordt omgegaan met niet bestede gelden uit het afgelopen begrotingsjaar. Op deze manier wordt bewerkstelligd, dat de beschikbare gelden optimaal benut worden. Eventuele overschotten vloeien weer terug naar de Algemene Middelen.

Artikel 23  

     1.   Dit artikel geeft aan hoe de nieuwe verordening aangehaald kan worden en de datum van            ingang.     2.   Dit artikel geeft een overzicht waarin voor wat betreft de aan te vragen apparaatskosten is            aangegeven wat de te verwachten kosten zijn, welke andere financiële middelen men            voor die apparaatskosten van anderen krijgt, in welk deel van de kosten de aanvrager            zelf voorziet door middel van eigen middelen en voor welk resterend deel van die kosten            zij niet zonder gemeentelijke financiële middelen kan.     3.   Een aanvraag voor het toekennen van subsidie ten behoeve van apparaatskosten dient             voorzien te zijn van een toelichting, waaruit blijkt:            a.   dat de bekostiging van de apparaatskosten geen betrekking heeft op indiviuele                   belangen van leden van de organisatie;            b.   waarom gemeentelijke tegemoetkoming in de kosten van die apparaatskosten                   noodzakelijk is.     4.   Een aanvraag voor het toekennen van subsidie als tegemoetkoming in de apparaatskosten            dient te zijn ingediend voor 1 november van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar            waarop de aanvraag van toepassing is.     5.   Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de wijze waarop de            subsidie dient te worden aangevraagd. 

Hoofdstuk 4 Bepalingen met betrekking tot de afhandeling van aanvragen

Artikel 9  

Een begrotingsjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december

Artikel 10  

Het door de gemeenteraad op grond van de artikelen 2 en 3 vastgestelde bedrag ten behoeve van de subsidiëring van activiteiten enlof apparaatskosten loopt over het in artikel 9 vermelde

Artikel 11  

Jaarlijks vóór 1 december van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarop de aanvraag van toepassing is plegen burgemeester en wethouders zonodig overleg met de in artikel 4 genoemde belanghebbenden omtrent de raming van de in artikel 10 bedoelde bedragen.

Artikel 12  

Burgemeester en wethouders beslissen binnen één maand na het in artikel 11 bedoelde overleg.

Artikel 13  

Als tijdstip van ontvangst van een aanvraag voor de toekenning van subsidie voor activiteiten of voor apparaatskosten geldt het moment waarop de aanvraag aan de in deze verordening gegeven voorschriften voldoet.

Artikel 14  

Burgemeester en wethouders beslissen over alle aanvragen voor subsidiëring van activiteitskosten en/of apparaatskosten in het jaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar waarvoor subsidie is aangevraagd

Artikel 15  

  • 1

    De beslissing over een aanvraag voor de toekenning van subsidie voor activiteiten en/of voor apparaatskosten wordt schriftelijk door burgemeester en wethouders aan de aanvrager meegedeeld. 

  • 2

    Burgemeester en wethouders geven in deze beslissing aan:     § het toegekende voorlopige subsidiebedrag;     § welke voorschriften aan de subsidie zijn verbonden 

Hoofdstuk 5 Bepalingen met betrekking tot de uitbetaling van subsidie

Artikel 16  

Het bedrag, dat burgemeester en wethouders hebben toegekend als voorlopige subsidie, wordt terstond als voorschot betaalbaar gesteld. Het voorschot kan niet hoger worden dan door burgemeester en wethouders, conform het in artikel 15 genoemde besluit, is vastgesteld.

Artikel 17  

De aanvrager dient binnen 4 maanden na de beëindiging van het begrotingsjaar waarover de voorlopige subsidie is verleend alle rekeningen en betalingsbewijzen te hebben ingediend alsmede een jaarverslag van het tijdvak waarvoor subsidie is aangevraagd te hebben verstrekt. Op basis van het door de aanvrager verplicht te verstrekken:     § activiteitenoverzicht met alle in het subsidiejaar verrichte activiteiten;     § het werkelijke kostenoverzicht over het subsidiejaar;     § de rekeningen en betalingsbewijzen van het subsidiejaar, waarmee aangetoond dient te          worden dat de activiteitenkosten en/of          apparaatskosten van de in de begroting opgenomen kosten daadwerkelijk zijn gemaakt (ten         behoeve van de zaken waarvoor burgemeester en wethouders de subsidie hebben         toegekend), wordt de definitieve subsidie vastgesteld. 

Hoofdstuk 6 Bepalingen met betrekking tot de niet bestede subsidie

Artikel 18  

Indien aan de hand van de betalingsbewijzen blijkt, dat de activiteitenkosten en/of apparaatskosten van de in de begroting opgenomen kosten uiteindelijk lager blijken en daardoor het verstrekte voorschot hoger is dan de werkelijk gemaakte kosten, dan is de aanvrager verplicht het resterende bedrag terug te storten aan de gemeente

Artikel 19  

Indien burgemeester en wethouders het door de gemeenteraad op grond van artikel 2 vastgestelde bedrag aan het eind van een begrotingsjaar niet geheel besteed hebben, vloeit het resterende bedrag terug naar de Algemene Middelen.

Hoofdstuk 7 Het toezicht op de werkzaamheden en het financieel beheer

Artikel 20  

  • 1

    Een woonconsumentengroep of -organisatie, die subsidie krijgt op grond van deze verordening, is verplicht te behoeve van burgemeester en wethouders:     a.   inzage te geven in haar boekhouding en administratie;     b.   inzichtelijk te maken voor welke activiteiten/doelen de voor dat jaar verstrekte            subsidie is besteed;     c.   alle inlichtingen te verstrekken, desgewenst schriftelijk, welk van haar in het            belang van een goede controle op het financiële beheer en de administratie            worden gevraagd;     d.   alle inlichtingen te verstrekken, welke worden gevraagd in het belang van de            beoordeling van de doelmatigheid en rechtmatigheid van de besteding van de            subsidie 

  • 2

    De woonconsumentengroep of -organisatie draagt er zorg voor, dat de financiële administratie zodanig is ingericht, dat er op eenvoudige wijze inzicht kan worden verkregen in haar boekhouding 

  • 3

    De woonconsumentengroep of -organisatie volgt de aanwijzingen op, welke haar in het belang van een goede administratie en financiële controle door of vanwege burgemeester en wethouders worden gegeven.

     

Hoofdstuk 8 Het stopzetten c.q. terugvorderen van de subsidie

Artikel 21  

Burgemeester en wethouders kunnen een verleende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen en de aanvrager van verdere subsidietoekenning uitsluiten indien:     a.   de aan het toekennen van de subsidie verbonden voorschriften niet worden of zijn nageleefd            dan wel kennelijk wordt of is gehandeld in strijd met de bedoeling daarvan;     b.   opzettelijk onjuiste gegevens worden of zijn verstrekt of juiste gegevens worden of zijn            achtergehouden 

Hoofdstuk 9  

Artikel 22  

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders, indien naar hun oordeel strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot een onaanvaardbare beslissing, afwijken van de bepalingen van deze verordening

Geertruidenberg, 30 september 1999

 

De Raad voornoemd,

 

De secretaris,                                                    De burgemeester,H.P.F. Stijnen                                                 W.A. Letschert

 

1  

In deze toelichting wordt artikelsgewijs ingegaan op zaken die een korte toelichting behoeven.

 

Algemeen:De verordening is qua leesbaarheid en overzichtelijkheid mogelijk gemaakt door onderscheid te maken in:     § Bepalingen met betrekking tot het toekennen van subsidie;     § Bepalingen met betrekking tot aanvragen voor subsidiëring van activiteiten;     § Bepalingen met betrekking tot aanvragen voor subsidiëring van apparaatskosten;     § Bepalingen met betrekking tot de afhandeling van aanvragen;     § Bepalingen met betrekking tot de uitbetaling van subsidie;     § Bepalingen met betrekking tot de niet bestede subsidie;     § Bepalingen met betrekking tot het toezicht op de werkzaamheden en het financieel beheer;     § Bepalingen met betrekking tot het stopzetten c.q. terugvorderen van de subsidie

 

In de delen van de verordening, betrekking hebbend op de bepalingen met betrekking tot aanvragen voor subsidiëringvan activiteiten en bepalingen met betrekking tot aanvragen voor subsidiëring van apparaatskosten wordt duidelijk datalleen woonconsumentenorganisaties in aanmerking kunnen komen voor subsidiëring van apparaatskosten.

 

Artikel 3:Gezien het feit dat enkel woonconsumentenorganisaties zowel subsidie voor activiteiten als subsidie voor apparaatskosten

 

 

 

AANVRAAGFORMULIER VOOR SUBSIDIËRING VAN WOONCONSUMENTEN-GROEPEN EN/OF -ORGANISATIES):

 

Aanvraag-formulier subsidie Woonconsumenten

 

Aan: Burgemeester en Wethouders van de gemeente GEERTRUIDENBERG

 

Voor de woonconsumenten-groep/

-organisatie : _________________________________________________

 

verzoekt ondergetekende,

naam en voorletters : _________________________________________________

straat en huisnummer : _________________________________________________

postcode en woonplaats : _________________________________________________in de hoedanigheid vanq Woonconsumentengroep, zoals bedoeld in artikel 1. lid a van de verordening;q Woonconsumenten-organisatie, zoals bedoeld in artikel 1, lid b van de verordening;

 

het gemeentebestuur van Geertruidenberg in aanmerking te mogen komen voor een subsidie in de kosten ten behoeve van de hieronder aangekruiste activiteiten c.q. apparaatskosten op grond van de "Verordening subsidiéring van woonconsu­menten-groepen en/of -organisates 2000", indien aan de voorwaarden is voldaan, die gesteld zijn in de onderhavige verordening.

 

Een groep woonconsumenten kan alleen subsidie aanvragen voor activiteiten.Een woonconsumenten-organisatie kan subsidie aanvragen voor zowel activiteiten als apparaatskosten.

 

DE KOSTEN BETREFFEN:0 Activiteitskosten, betreffende:

Conform de verordening is deze aanvraag voor het toekennen voor subsidie ten behoeve van bovenvermeldeactiviteiten voorzien van:1. een begroting van de te verwachten kosten en2. een toelichting waaruit blijkt:   · ten behoeve van welke woonconsumenten de activiteit/activiteiten verricht wordt/worden;   · wie de activiteit/activiteiten zal/zullen uitvoeren en   · dat de activiteit/activiteiten gericht is/zijn op het versterken van de positie van wooncon-     sumenten of op het realiseren van een concreet project ten behoeve van woonconsumen-     ten.

 

De genoemde toelichting heeft onze groep woonconsumenten/woonconsumenten-organisate toegevoegd in Bijlage ....

 

Apparaatskosten voor de periode 1-1-19.. tot en met 31-12-19.., betreffende:q kosten voor secretariële werkzaamheden (gespecificeerd in Bijlage _____ )q kosten voor de benodigde apparatuur (gespecificeerd in Bijlage _____ )q kosten voor de benodigde materialen (gespecificeerd in Bijlage _____ )q …………………………………………… (gespecfiiceerd in Bijlage _____ )

 

Conform de verordening is deze aanvraag voor het toekennen voor subsidie ten behoeve van bovenvermelde apparaatskosten voorzien van een gespecificeerde begroting van inkomsten en uitgaven voor het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Daarbij zijn de apparaatskosten gespecificeerd, zoals hierboven is aangegeven.

 

Ondergetekende verklaart:· te hebben ingeleverd:ü een gespecificeerde begroting van de te verwachten kosten ten behoeve van een activiteit (of activiteiten);ü een bijbehorende toelichting;ü indien van toepassing, een gespecificeerde begroting van de te verwachten uitgaven ten behoeve van de apparaatskosten.· na uitvoering van de activiteiten en/of beëindiging van de in het betreffende begrotingsjaar gemaakte apparaatskosten, alle op deze activiteiten c.q. apparaatskosten betrekking hebbende rekeningen met betalingsbewijzen en/of materiaalbonnen, alsmede alle overige daarop betrekking hebbende gegevens te zullen inleveren;· dat, indien na controle en goedkeuring van de vereiste bescheiden blijkt dat het toegekende subsidie-bedrag maar ten dele is benut, de te veel genoten subsidie per omgaande door hem/haar terug zal worden gestort;· bekend te zijn met alle voorschriften en bepalingen, welke ter zake voor het toekennen van een bijdrage ineens zijn gesteld in de "Verordening subsidiëring woonconsumenten-groepen en/of -organisaties 2000" en deze te zullen naleven.

 

De aangevraagde subsidie moet worden uitbetaald aan:

Naam :___________________________________________________________________

 

Adres :___________________________________________________________________

 

Postcode : ____________________ Woonplaats: ___________________________________

 

Bank/gironummer:_____________________________________________________________

 

 

Aldus naar waarheid ingevuld

 

te : ___________________________ datum: ____________________________

handtekening : ________________________________

Conform artikel 7, lid 4 van de verordening dient een subsidie-aanvraag van een groep woonconsumenten te worden ondertekend door alle tot de groep behorende woonconsumenten.

 

Mede-ondertekenaars.

 

naam: _________________________________ Handtekening:_______________________

naam: _________________________________ Handtekening:_______________________

naam: _________________________________ Handtekening:_______________________

naam: _________________________________ Handtekening:_______________________

 

EVENTUELE OPMERKINGEN/BIJZONDERHEDEN: