Organisatie | Zwolle |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | ERFGOEDVERORDENING ZWOLLE 2024 |
Citeertitel | Erfgoedverordening Zwolle 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening |
Externe bijlage | toelichting erfgoedverordening |
Geen
artikel 3.16 van de Erfgoedwet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 18-12-2023 | rb 18-12.2023 |
Artikel 2 Gemeentelijk erfgoedregister
Het gemeentelijk erfgoedregister bevat:
gegevens over door het college van de minister ontvangen afschriften van de inschrijving van een rijksmonument in het rijksmonumentenregister als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet en instructies als bedoeld in artikel 2.34, vierde lid, van de Omgevingswet betreffende een locatie met de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- en dorpsgezicht;
Hoofdstuk 2 Aanwijzing gemeentelijke monumenten
Artikel 8 Aanwijzing als voorlopig gemeentelijk monument
Hoofdstuk 3 is van overeenkomstige toepassing vanaf het moment dat zakelijk gerechtigden schriftelijk in kennis worden gesteld van het besluit van het college tot aanwijzing van het monument of archeologisch monument als voorlopig gemeentelijk monument. Artikel 7 is van overeenkomstige toepassing op deze aanwijzing.
Artikel 9 Wijzigen van de aanwijzing
Een aanwijzing vervalt met ingang van de dag waarop het gemeentelijk monument of het archeologisch monument waarop de aanwijzing betrekking heeft is ingeschreven in het rijksmonumentenregister of een provinciaal erfgoedregister als bedoeld in artikel 3.17, derde lid, van de Erfgoedwet of een omgevingsverordening als bedoeld in artikel 2.6 van de Omgevingswet. Het vervallen van de aanwijzing wordt onverwijld bijgehouden in het gemeentelijk erfgoedregister.
Hoofdstuk 3 Instandhouding van gemeentelijke monumenten en archeologische gemeentelijke monumenten
Artikel 10 Instandhoudingsbepaling
Het is verboden een gemeentelijk monument of een gemeentelijk archeologisch monument te beschadigen of te vernielen, of daaraan onderhoud te onthouden dat voor de instandhouding daarvan noodzakelijk is.
Artikel 11 Omgevingsvergunning gemeentelijk monument en archeologisch gemeentelijk monument
Het eerste lid is niet van toepassing op:
de uitvoering van normaal onderhoud, voor zover materiaalsoort, vormgeving, detaillering, profilering, en kleur van het monument niet wijzigt, en voor zover de aanleg van een tuin, park of andere aanleg niet wijzigt, waarbij sprake is van een technische noodzaak voor het vervangen of herstellen van materiaal op beperkte schaal en de aangetaste delen worden vervangen of hersteld;
Het college kan in het belang van de monumentenzorg nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden aan een gemeentelijk monument. Deze regels kunnen mede inhouden een vrijstelling van het verbod, bedoeld in het eerste lid, of een plicht tot het melden van handelingen bedoeld in het tweede lid.
Artikel 12 Vergunningverlening
Een omgevingsvergunning voor een kerkelijk monument als bedoeld in artikel 1.1. van de Erfgoedwet wordt niet verleend zonder overeenstemming met de eigenaar voor zover het gaat om een beslissing waarbij wezenlijke belangen van het belijden van de godsdienst of levensovertuiging in dat monument in het geding zijn.
Hoofdstuk 4 Instandhouding van archeologisch erfgoed
Artikel 14 Opgraving en begeleiding
Het college kan in het belang van het archeologisch erfgoed nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden. In de nadere regels neemt het college bepalingen op met betrekking tot het toezicht op de feitelijke uitvoering van het plan van aanpak. Tijdens het onderzoek dienen aanwijzingen van het college in acht te worden genomen.
Hoofdstuk 6 Slot- en overgangsbepalingen
Artikel 19 Intrekking oude verordening
Bij inwerkingtreding van deze verordening wordt de Erfgoedverordening 2010 ingetrokken.