Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rhenen

Gemeente Rhenen - Beleidsregel Wet goed verhuurderschap gemeente Rhenen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRhenen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGemeente Rhenen - Beleidsregel Wet goed verhuurderschap gemeente Rhenen
CiteertitelBeleidsregel Wet goed verhuurderschap gemeente Rhenen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 125, tweede lid, van de Gemeentewet
  2. Wet goed verhuurderschap
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

12-12-2023

gmb-2023-552118

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeente Rhenen - Beleidsregel Wet goed verhuurderschap gemeente Rhenen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Rhenen,

 

Gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83, 1:3, vierde lid en 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 125, tweede lid, van de Gemeentewet en de Wet goed verhuurderschap;

 

Overwegende dat:

 

  • De algehele schaarste op de woningmarkt de positie van huurders verzwakt en dit regel-matig leidt tot misstanden waartegen huurders zich lastig kunnen verweren;

  • Zij op grond van artikel 18, derde lid, van de Wet goed verhuurderschap bevoegd zijn tot het opleggen van bestuurlijke boetes als bedoeld in artikel 19 van de wet bij overtredingen van het handelen in strijd met de regels van goed verhuurderschap;

  • De Wet goed verhuurderschap de gemeente instrumenten biedt om goed verhuur¬derschap te bevorderen en ongewenste verhuurgedragingen krachtig en effectief aan te pakken.

 

Besluiten

vast te stellen de volgende Beleidsregel goed verhuurderschap gemeente Rhenen.

 

 

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      wet: Wet goed verhuurderschap;

    • b.

      woonruimte: Een besloten ruimte die, al dan niet tezamen met een of meer andere ruim¬ten, bestemd of geschikt is voor bewoning, alsmede een kavel die bestemd is voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de open¬bare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten (artikel 1 Wet goed verhuurderschap);

    • c.

      verblijfsruimte: Een gebouw of deel van een gebouw dat bestemd is of gebruikt wordt voor de huisvesting van arbeidsmigranten (artikel 1 Wet goed verhuurderschap).

 

Artikel 2 Reikwijdte

Deze beleidsregel is van toepassing op alle woon- en verblijfsruimten gelegen in de gemeente Rhenen.

 

Artikel 3 Last onder dwangsom en bestuursdwang

  • 1.

    Bij vaststelling van een eerste overtreding van het handelen in strijd met de regels van goed verhuurderschap op basis van artikel 2 van de wet, geven burgemeester en wethouders eerst een waarschuwing, tenzij de overtreding, volgens burgemeester en wethouders, zo ernstig is dat ter beëindiging ervan een last onder bestuursdwang opgelegd moet worden;

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen een last onder dwangsom opleggen ter beëindiging van de overtreding van het handelen in overeenstemming met de regels van goed verhuurderschap op basis van artikel 2 van de wet, of van de verboden bedoeld in artikel 12, derde lid, van de wet.

  • 3.

    Als de kans op herhaling groot is, kunnen burgemeester en wethouders een last onder bestuursdwang opleggen.

 

Artikel 4 Bestuurlijke boete

  • 1.

    Voor overtreding van het handelen in strijd met de regels van goed verhuurderschap op basis van artikel 2 van de wet, of van de verboden bedoeld in artikel 12, derde lid, van de wet, kunnen burgemeester en wethouders een bestuurlijke boete opleggen;

  • 2.

    Geconstateerde overtredingen waarvoor een bestuurlijke boete op grond van artikel 19 van de wet is opgelegd worden door het college in beginsel openbaar gemaakt. Dit geldt ook ten aanzien van een bestuurlijke boete bij recidive. Van openbaarmaking wordt afgezien indien het belang van de openbaarmaking naar het oordeel van het college niet opweegt tegen de belangen, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, onderdeel c of d, van de Wet open overheid. De namen van betrokken natuurlijke personen worden niet openbaar gemaakt, indien het belang van openbaarmaking naar het oordeel van de burgemeester en wethouders niet opweegt tegen het belang, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, onderdeel e, van de Wet open overheid;

  • 3.

    Bij toepassing van het gestelde in het eerste lid van dit artikel hanteren burgemeester en wethouders de boetes als vermeld in bijlage 1 van deze beleidsregel. Er wordt onderscheid gemaakt tussen bedrijfsmatige verhuurders en andere verhuurders. De boetes bij recidive zijn zwaarder;

  • 4.

    Van een bedrijfsmatige exploitatie is in de volgende gevallen sprake:

    • a.

      De overtreder (onder)verhuurt aantoonbaar of is in het bezit van meerdere woonruimten. Uit de omvang van de exploitatie blijkt het bedrijfsmatige aspect. Iemand die zich bedrijfsmatig bezighoudt met exploitatie van woonruimte(n) behoort de regelgeving te kennen;

    • b.

      De overtreder houdt zich beroepsmatig bezig met regelgeving omtrent huisvesting en exploitatie van onroerende zaken. Hieronder vallen in ieder geval: vastgoedontwikkelaars, makelaars, woning- en kamerbemiddelingsbureaus, sleutelbedrijven en bedrijven die zich bezighouden met huisvesting van hun eigen werknemers. Het bedrijfsmatige aspect van de exploitatie vloeit voort uit de aard van het bedrijf of beroep van de overtreder;

    • c.

      De overtreder (onder)verhuurt de woonruimte voor een prijs hoger dan de marktconforme vastgestelde huurprijs.

  • 5.

    In het geval dat een overtreding van het handelen in strijd met de regels van goed verhuurderschap op basis van artikel 2 van de wet tevens ook strafbaar is, vindt op basis van artikel 5:44 van de Algemene wet bestuursrecht een overleg plaats tussen burgemeester en wethouders en het Openbaar Ministerie;

  • 6.

    In het overleg, als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, van deze beleidsregel, maken burgemeester en wethouders in samenspraak met het Openbaar ministerie de afweging onder welke omstandigheden wordt gekozen voor een bestuurlijke en/of strafrechtelijke afdoening.

 

 

Artikel 5 Inwerkingtreding en Citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2024;

  • 2.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als Beleidsregel Wet goed verhuurderschap gemeente Rhenen.

 

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Rhenen, in de vergadering van 12 december 2023.

de heer P. Bonthuis de heer drs. J.A. van der Pas

secretaris burgemeester

Bijlage 1: Boetetabel

 

Bedrijfsmatige verhuur

Overige verhuur

Overtreding van artikelen

Toelichting artikel

Eerste overtreding

Recidive

Eerste overtreding

Recidive

gericht op het voldoen aan de administratieve eisen

Artikel 2, tweede lid, onder d

Niet schriftelijk vastleggen van de huurovereenkomst

€ 5.000,-

€ 10.000,-

€ 1.000,-

€ 5.000,-

Artikel 2, tweede lid, onder d

Niet schriftelijk verstrekken van diverse informatie aan de huurder

€ 5.000,-

€ 10.000,-

€ 1.000,-

€ 5.000,-

Artikel 2, derde lid, onder b

Informatie niet verstrekt in een taal waarin de arbeidsmigrant helder kan communiceren

€ 5.000,-

€ 10.000,-

€ 1.000,-

€ 5.000,-

gericht tegen onrechtmatig financieel gewin

Artikel 2, tweede lid, onder c

In rekening brengen van een te hoge waarborgsom

€ 10.000,-

€ 20.000,-

€ 5.000,-

€ 10.000,-

Artikel 2, tweede lid, onder f

In rekening brengen van onrechtmatige servicekosten

€ 10.000,-

€ 20.000,-

€ 5.000,-

€ 10.000,-

Artikel 2, vierde lid

Berekenen van dubbele bemiddelingskosten

€ 10.000,-

€ 20.000,-

€ 5.000,-

€ 10.000,-

gericht op het voorkomen van misstanden bij verhuur

Artikel 2, tweede lid, onder a

Iedere vorm van ongerechtvaardigd onderscheid in de selectieprocedure

€ 20.000,-

€ 40.000,-

€ 10.000,-

€ 20.000,-

Artikel 2, tweede lid, onder b

Iedere vorm van intimidatie

€ 20.000,-

€ 40.000,-

€ 10.000,-

€ 20.000,-

Artikel 2, derde lid, onder a

Huurovereenkomst niet afzonderlijk van arbeidsovereenkomst

€ 20.000,-

€ 40.000,-

€ 10.000,-

€ 20.000,-