Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Geertruidenberg

Wegsleepverordening Geertruidenberg 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGeertruidenberg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWegsleepverordening Geertruidenberg 2024
CiteertitelWegsleepverordening Geertruidenberg 2024.
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpWegsleepverordening Geertruidenberg 2024.

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

artikel 149 Gemeentewet, artikel 170, eerste lid en artikel 173, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen;

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

artikel 149 Gemeentewet, artikel 170, eerste lid en artikel 173, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen;

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-2023Nieuwe regeling

14-12-2023

gmb-2023-551675

Tekst van de regeling

Intitulé

Wegsleepverordening Geertruidenberg 2024

De raad van de gemeente GEERTRUIDENBERG;

 

Mede gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2023;

 

gelet op het bepaalde in artikel 149 Gemeentewet, artikel 170, eerste lid en artikel 173, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen;

 

overwegende dat het wenselijk is om in voorkomende gevallen op de weg staande voertuigen (inclusief fietsen, bromfietsen en andere voertuigen) te kunnen verwijderen, over te brengen en in bewaring te stellen;

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de: Wegsleepverordening Geertruidenberg 2024.

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • A.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • B.

    wet: de Wegenverkeerswet 1994;

  • C.

    besluit: het Besluit wegslepen van voertuigen;

  • D.

    voertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1 RVV 1990;

  • E.

    motorrijtuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet;

  • F.

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • G.

    Bergingsspecialist: degene die belast is met de verwijdering van het voertuig.

  • H.

    Etmaal/dag: een periode van 24 uur, welke begint op het moment van in bewaring nemen van een voertuig.

  •  

Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c, van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen, voor zover ze behoren tot een van de in de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten wegen en weggedeelten.

 

Artikel 3 Plaats van bewaring voertuigen en openingstijden

  • 1.

    Als plaats van bewaring van lichte voertuigen wordt aangewezen:

  • A.

    Ten behoeve van motorrijtuigen en andere voertuigen, met uitzondering van de onder b. genoemde voertuigen:

  • het terrein gelegen aan Keizersveer 1, 4941 TA te Raamsdonksveer;

  • B.

    Ten behoeve van fietsen, bromfietsen en andersoortige voertuigen:

  • het terrein van de gemeente Geertruidenberg, gelegen aan de Julianalaan 103a, 4941 JC te Raamsdonksveer.

  • 2.

    Het college kan bij nader besluit een andere geschikte locatie van de bergingsspecialist aanwijzen als plaats van bewaring als bedoeld in lid 1 onder a. Daarbij wordt uitgegaan van de dichtstbij gelegen beschikbare locatie van de bergingsspecialist, gerekend vanaf de wegsleeplocatie of ten hoogste de eerstvolgende dichtbij gelegen locatie.

  • 3.

    A. De openingstijden van de in het eerste lid onder a., en onder het tweede lid bedoelde bewaarplaats(en) worden vastgesteld door de bergingsspecialist.

  • B. De openingstijden van de in het eerste lid onder b. bedoelde bewaarplaats(en) worden door het college vastgesteld.

  •  

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

  • 1.

    De kosten voor werkzaamheden met betrekking tot voertuigen c.q. motorrijtuigen <3.500 kg (personen- en bestelwagens) bedragen:

  • A.

    €218,23 per opdracht (hierna genoemd: het rekentarief);

  • B.

    0% van het rekentarief indien een opdracht binnen 5 minuten wordt geannuleerd door of namens de gemeente;

  • C.

    60% van het rekentarief aan voorrijdkosten indien de kentekenhouder/bestuurder bij zijn voertuig is en deze kan vertrekken voordat de bergingsspecialist ter plaatse komt. Dit bedrag komt dan ten laste van de gemeente;

  • D.

    60% van het rekentarief aan voorrijdkosten indien de kentekenhouder/bestuurder bij zijn voertuig komt nadat de bergingsspecialist ter plaatse is, en deze binnen 15 minuten de betaling kan voldoen. Zo niet, dan volgt er alsnog een overbrenging van het voertuig en zijn de volledige wegsleepvergoeding en bewaarkosten verschuldigd;

  • E.

    dit rekentarief wordt vermeerderd met een toeslag van 25% wanneer het slepen plaatsvindt in een van de volgende tijdvakken:

    • i.

      een weekend;

    • ii.

      het dagelijkse tijdvak dat valt tussen 18:00 uur en 08:00 uur;

    • iii.

      officiële feestdagen, te weten:

  • 1.

    Nieuwjaarsdag;

  • 2.

    Goede vrijdag;

  • 3.

    1e paasdag;

  • 4.

    2e paasdag;

  • 5.

    Koningsdag;

  • 6.

    Bevrijdingsdag;

  • 7.

    Hemelvaartsdag;

  • 8.

    1e pinksterdag;

  • 9.

    2e pinksterdag;

  • 10.

    1e kerstdag;

  • 11.

    2e kerstdag.

  • F.

    15% van het rekentarief inclusief eventuele toeslag voor het op de dag van de afsleep in bewaring nemen van een voertuig, inclusief de stalling voor het lopende etmaal (tot en met 23:59 uur van de lopende dag);

  • G.

    8% van het rekentarief voor elk volgend etmaal dat een voertuig in bewaring verkeert;

  • H.

    40% van het rekentarief bij afgifte van een voertuig binnen een tijdvak, genoemd in dit artikellid onder e.

  • 2.

    De kosten voor werkzaamheden met betrekking tot voertuigen c.q. motorrijtuigen >3.500 kg bedragen:

  • A.

    200% van het rekentarief per uur, met een minimum van 2 uur;

  • B.

    0% van het rekentarief indien een opdracht binnen 5 minuten wordt geannuleerd door of namens de gemeente;

  • C.

    dit rekentarief wordt vermeerderd met een toeslag van 50% per uur wanneer het slepen plaatsvindt in een van de volgende tijdvakken:

    • i.

      een weekend;

    • ii.

      het dagelijkse tijdvak dat valt tussen 18:00 uur en 08:00 uur;

    • iii.

      officiële feestdagen, te weten:

  • 1.

    Nieuwjaarsdag;

  • 2.

    Goede vrijdag;

  • 3.

    1e paasdag;

  • 4.

    2e paasdag;

  • 5.

    Koningsdag;

  • 6.

    Bevrijdingsdag;

  • 7.

    Hemelvaartsdag;

  • 8.

    1e pinksterdag;

  • 9.

    2e pinksterdag;

  • 10.

    1e kerstdag;

  • 11.

    2e kerstdag.

  • D.

    30% van het rekentarief inclusief eventuele toeslag voor het op de dag van de afsleep in bewaring nemen van een voertuig, inclusief de stalling voor het lopende etmaal (tot en met 23:59 uur van de lopende dag);

  • E.

    16% van het rekentarief voor elk volgend etmaal dat een voertuig in bewaring verkeert;

  • F.

    40% van het rekentarief bij afgifte van een voertuig binnen een tijdvak, genoemd in dit artikellid onder c.

  • 3.

    Het rekentarief wordt jaarlijks aangepast overeenkomstig een jaarlijkse indexering op 1 april van elk jaar op basis van CBS Dienstenprijzen; commerciële dienstverlening en transport, index 2015=100, CPA2008 49411 “Goederenvervoer over de weg”, (of de door CBS aangemerkte opvolger hiervan) met het jaarcijfer over voorliggende jaar. (https://opendata.cbs.nl/#/CBS/nl/dataset/83760NED/table?ts=1681744144369). Deze indexering vindt voor het eerst plaats op 1 april 2024.

  • 4.

    Een voertuig met aanhanger wordt voor de toepassing van lid 1, beschouwd als twee voertuigen in de zin van artikel 1 van het RVV.

  • 5.

    De maximale tijd dat een voertuig in bewaring gesteld kan worden is 13 weken. Daarna is het college bevoegd het voertuig te (laten) verkopen aan derden, om niet in eigendom over te dragen of te laten vernietigen. Uit de opbrengsten worden de kosten voor berging en bewaring betaald. Een eventueel overschot dat na verkoop van het voertuig resteert komt ten goede van de eigenaar en indien deze niet te achterhalen is, aan de gemeente Geertruidenberg. Wanneer het zich laat aanzien dat de kosten van een en ander hoger zullen zijn dan de waarde van het voertuig, kan verkoop/eigendomsoverdracht om niet/vernietiging plaatsvinden binnen de termijn 13 weken, doch niet binnen 2 weken nadat een kopie van het proces verbaal aan de eigenaar/houder is verzonden mits deze bekend en/of te bereiken is.

 

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 130, vierde lid, artikel 164, zevende lid , en artikel 174, eerste lid van de wet, zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van bekendmaking in het elektronisch Gemeenteblad.

 

Artikel 7 Intrekking

Met het in werking treden van deze verordening wordt de Wegsleepverordening Geertruidenberg 2021 ingetrokken.

 

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Wegsleepverordening Geertruidenberg 2024.

 

Raamsdonksveer, 14 december 2023

De raad van Geertruidenberg,

de griffier, de voorzitter,

drs. K.M.C. Millenaar-Rammelaere, M. Witte

Algemene toelichting op de Wegsleepverordening Geertruidenberg 2024

In deze algemene toelichting worden concrete gevallen aangegeven waarin er sprake kan zijn van een wegsleepwaardige overtreding van de wegenverkeerswetgeving.

Artikel 170, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) geeft het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, waartoe de bevoegdheid behoort tot het overbrengen en in bewaring stellen van een op een weg staand voertuig, indien met het voertuig een bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 vastgesteld voorschrift wordt overtreden en bovendien verwijdering van het voertuig noodzakelijk is in verband met:

a. het belang van de veiligheid op de weg, of

b. het belang van de vrijheid van het verkeer, of

c. het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen.

De bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen is in de wet zelf geregeld. Voor het wegslepen van voertuigen “in het belang van de veiligheid op de weg” of “de vrijheid van het verkeer” hoeven geen wegen en weggedeelten te worden aangewezen. Van deze bevoegdheid kan op alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente gebruik worden gemaakt.

Artikel 173, tweede lid WVW 1994 geeft aan dat bij gemeentelijke verordening nadere regels worden gesteld ter uitvoering van de artikelen 170 tot en met 172 en het Besluit wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen.

Die regels betreffen in elk geval:

  • A.

    de aanwijzing van de plaats, onderscheidenlijk de plaatsen, waar verwijderde voertuigen in bewaring worden gesteld, en

  • B.

    de berekening van de kosten, verbonden aan de oplegging van een last onder bestuursdwang, en voorts

  • C.

    de aanwijzing van de weggedeelten en wegen, voor de bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onderdeel c.

  •  

Wegsleepwaardige overtredingen in verband met de verkeersveiligheid en doorstroming verkeer (artikel 170, eerste lid, aanhef en onder a en b WVW 1994), waarvoor bij verordening geen wegen of weggedeelten hoeven te worden aangewezen.

Hieronder worden verscheidene wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving genoemd, waarbij het motief ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer. Van geval tot geval zal beoordeeld moeten worden of de geconstateerde parkeerovertreding ook daadwerkelijk wegsleepwaardig is.

Gevallen waarin gemotiveerd kan worden overgegaan tot het verwijdering, overbrenging en inbewaring-stelling van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg en de vrijheid van het verkeer noodzakelijk kunnen zijn, kunnen zijn:

  • plaats op de weg (zie artikel 5 tot en met 7 en artikel 10 RVV 1990).

  • een voertuig is tot stilstand gebracht op een trottoir, voetpad of fietspad, tenzij het een fiets, bromfiets of invalidenvoertuig betreft

  •  

  • laten stilstaan (Zie artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990).

  • een voertuig is tot stilstand gebracht:

    • op een kruispunt, rotonde of een overweg;

    • op een fietsstrook of de rijbaan langs een fietsstrook;

    • op een oversteekplaats of binnen een afstand van 5 meter daarvan;

    • in een tunnel (indien van toepassing);

    • bij een bord bushalte ter hoogte van de geblokte markering of, indien die markering niet is aangebracht, op een afstand van minder dan 12 meter van het bord, tenzij het stilstaan dient voor het onmiddellijk in- en uitstappen van passagiers;

    • op de rijbaan langs een busstrook;

    • op een busbaan of een busstrook met uitzondering van een lijnbus;

    • op de rijbaan, inclusief de invoeg- en uitrijstrook, van een autosnelweg of autoweg, of – behoudens in noodgevallen- op de vluchtstrook, de vluchthaven of de berm van zo’n weg.

  •  

  • een voertuig is geparkeerd:

    • bij een kruispunt op een afstand van minder dan 5 meter daarvan;

    • buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg;

    • op een wijze waardoor er sprake is van dubbel parkeren;

    • binnen een erf, waarbij – voorzover het een motorvoertuig betreft – geen gebruik is gemaakt van de parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangewezen;

    • op een weg waarvoor een geslotenverklaring geldt;

    • zonder dat de voorgeschreven voertuigverlichting in werking is gesteld.

  •  

  • bevel of aanwijzing (Zie artikel 82 RVV 1990).

Een voertuig is tot stilstand gebracht in strijd met een bevel of een aanwijzing, gegeven door een daartoe bevoegd en als zodanig kenbare ambtenaar of ander persoon;

 

  • gevaarlijk of hinderlijk gedrag (Zie artikel 5 WVW 1994, het zogenaamde kapstokartikel).

Een voertuig is overigens zodanig tot stilstand gebracht of geparkeerd dat gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd.

 

Wegsleepwaardige overtredingen in verband met de verkeersveiligheid en doorstroming verkeer (artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c WVW 1994 en artikel 2 Besluit wegslepen van voertuigen) waarvoor bij verordening wegen of weggedeelten dienen te worden aangewezen.

In de toelichting op artikel 2 worden diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief niet zozeer ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer, maar wel bij het vrijhouden van wegen en weggedeelten. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is concreet aangegeven op welke soorten wegen en weggedeelten voertuigen mogen worden weggesleept in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten.

 

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1: Begripsomschrijving

In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven dat diverse malen in deze verordening terugkomt. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.

Ad d. Voertuig

Het begrip “voertuig”, zoals hier bedoeld is, en omschreven is in artikel 1, onder al van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990), is ruim. Hieronder vallen niet alleen motorvoertuigen, maar ook fietsen, bromfietsen, gehandicaptenvoertuigen, elektrisch aangedreven voertuigen met stroomtoevoer middels accu`s voor het verplaatsen van personen en goederen en wagens. Al deze voertuigen vallen derhalve onder de werking van deze wegsleepverordening.

Ad e. Motorrijtuig

Motorrijtuigen worden in de Wegenverkeerswet 1994 omschreven als “alle voertuigen, bestemd om anders dan langs spoorstaven te worden voortbewogen, uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het voertuig zelf aanwezig dan wel door elektrische tractie met stroomtoevoer van elders” (i.c. trolleybussen). Het begrip “motorrijtuig” is apart omschreven, omdat artikel 5 van de wegsleepverordening alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.

Ad g. Bergingsspecialist

De Bergingsspecialist is degene die belast is met de verwijdering van het voertuig. Voor de gemeente Geertruidenberg is dat Van Eijck Mobility BV en Van Eijck Truckberging B.V.

Ad h. Etmaal/dag

Een etmaal/dag, zoal hier bedoeld, begint op het moment van in bewaring nemen van een voertuig en eindigt 24 uur later.

 

Artikel 2: Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

Zoals hiervoor in het algemene deel van de toelichting is aangegeven, is de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet zelf geregeld. Voor het wegslepen van voertuigen “in het belang van de veiligheid op de weg” of “de vrijheid van het verkeer” hoeven geen wegen en weggedeelten te worden aangewezen (artikel 170, lid 1 WVW 1994). Van deze bevoegdheid kan op alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente gebruik worden gemaakt.

In dit artikel worden de wegen en weggedeelten aangewezen waar voertuigen kunnen worden verwijderd “in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten” (artikel 170 lid 1 onder c., juncto artikel 173 lid 1 onder a WVW 1994).

Voor de categorie andere voertuigen is de ruimste variant opgenomen en zijn alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen. De beperking daarbinnen is gelegen in artikel 2 van het “Besluit wegslepen van voertuigen”. Hierin wordt aangegeven voor welke soorten wegen en weggedeelten de aanwijzing kan gelden.

Concreet gaat het dan om:

  • Parkeerverbod (bord E1);

  • Parkeerverbod (onderbroken gele streep);

  • Verbod stil te staan (bord E2);

  • Verbod stil te staan (doorgetrokken gele streep);

  • Parkeergelegenheid (bord E4 – andere dan aangegeven voertuigcategorie);

  • Parkeergelegenheid (bord E4 – andere dan aangegeven groep voertuigen);

  • Parkeergelegenheid (bord E4 – andere dan aangegeven wijze van parkeren);

  • Parkeergelegenheid (bord E4 – op andere dan aangegeven dagen of uren);

  • Taxistandplaats, tevens parkeerverbod voor andere voertuigen (bord E5);

  • Gehandicaptenparkeerplaats (bord E6);

  • Parkeergelegenheid bestemd voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen, tevens parkeerverbod voor andere voertuigen (bord E7);

  • Parkeergelegenheid voor categorie of groep voertuigen zoals op het bord aangegeven, tevens parkeerverbod voor andere voertuigcategorieën (bord E8);

  • Parkeergelegenheid alleen bestemd voor vergunninghouders (bord E9);

  • Voetpad/voetgangersgebied (bord G7);

  • Voetgangersgebied (bord C1, gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee).

Kortom, een voertuig kan in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten slechts worden weggesleept wanneer deze wegen en weggedeelten behoren tot de soorten van wegen en weggedeelten, zoals bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen.

Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat een parkeerovertreding, zoals in deze bepaling bedoeld is, op zich niet zonder meer voldoende is om over te gaan tot het wegslepen en in bewaring stellen van een voertuig. Er dient sprake te zijn van een zogenaamde “wegsleepwaardige situatie”, die het toepassen van de spoedshalve uitvoering van de last tot bestuursdwang noodzakelijk maakt. Dat wil zeggen dat per geval moet worden beoordeeld of de specifieke overtreding het wegslepen en in bewaring stellen van het desbetreffende voertuig ook rechtvaardigt. Indien bij voorbeeld een voertuig midden in de nacht op een laad- en loshaven wordt geparkeerd, terwijl alle winkels en bedrijven dicht zijn, zal het normaal gesproken geen sprake zijn van een wegsleepwaardige situatie en zal niet weggesleept mogen worden. Het voertuig zal doorgaans pas mogen worden weggesleept wanneer de winkels en bedrijven weer open gaan of enige tijd daarvoor.

 

Artikel 3: Plaats bewaring voertuigen en openingstijden.

De inhoud van de bepaling spreekt voor zich. In dit artikel worden de locaties aangewezen waar de weggesleepte c.q. verwijderde voertuigen in bewaring worden genomen. Hier is een onderscheid gemaakt in locaties voor de beperkte categorie (fietsen, bromfietsen en dergelijke) en voor de overige (motor)voertuigen.

In het geval dat de aangewezen plaats van bewaring voor de overige (motor)voertuigen Keizersveer 1, 4941 TA te Raamsdonksveer niet meer beschikbaar is in verband met de werkzaamheden aan de A27, is in het tweede lid de mogelijkheid opgenomen dat het college een andere plaats van bewaring aanwijst. Hiervoor geldt het uitgangspunt dat de dichtstbij gelegen beschikbare locatie van de bergingsspecialist, gerekend van de wegsleeplocatie, of ten hoogste de eerstvolgende dichtbij gelegen locatie wordt aangewezen.

 

Artikel 4: Kosten overbrengen en bewaren voertuigen.

Volgens artikel 5:25, zesde lid Awb dient het bestuursorgaan de hoogte van de verschuldigde kosten vast te stellen. In de artikelen 13 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten van kosten die verbonden zijn aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen in rekening kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten die direct verband houden met het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, maar ook om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, renteverlies, WA-verzekering en dergelijke. Deze kosten zijn vertaald naar algemeen geldende tarieven. Dit voorkomt dat bij elke wegsleepactie opnieuw een kostenberekening moet worden gemaakt. Artikel 14 van het Besluit wegslepen van voertuigen geeft aan dat de tarieven kunnen worden opgenomen in de gemeentelijke verordening.

De kosten van de bestuursdwang dienen bij beschikking te worden vastgesteld. De verschuldigde kosten voor het toepassen van bestuursdwang dienen dan ook te worden aangemerkt als een bestuursrechtelijke geldschuld als bedoeld in titel 4.4 Awb. Het is immers een geldschuld die voortvloeit uit een besluit dat vatbaar is voor bezwaar of beroep. Wat betreft de wijze en tijdstip van betaling van de bestuursrechtelijke geldschuld, en de inning daarvan bevat titel 4.4 Awb een wettelijke regeling. Hiervan kan worden afgeweken bij beschikking danwel wettelijk voorschrift. Hieronder wordt ook de gemeentelijke wegsleepverordening begrepen.

Tarieven

De kosten worden in onderstaande situaties als volgt berekend1:

Rekentarief basisjaar 2022: indexcijfer 124,70 van basistarief € 175,00 (basisjaar 2015) = 218,23 https://opendata.cbs.nl/#/CBS/nl/dataset/83760NED/table?dl=702FF

Legenda:

Tarieftijden (de meldtijd = bepalend voor tarieftijd):

  • Tarieftijd 1: ma-vr 08:00-18:00;

  • Tarieftijd 2: ma-vr 18:00-08:00, weekenden, feestdagen 2

 

• Feestdagen:

  • Nieuwjaarsdag

  • goede vrijdag

  • 1e en 2e paasdag

  • Koningsdag

  • Bevrijdingsdag

  • Hemelvaartsdag

  • 1e en 2e pinksterdag

  • 1e en 2e kerstdag

  •  

Voertuigen tot 3500kg eigen gewicht

Omschrijving

%

Basis voor %

Eenheidsprijs

Wegsleepverordening tarieftijd 1

100%

van rekentarief

€ 218,23

Wegsleepverordening Toeslag tarieftijd 2

25%

van rekentarief

€ 54,56

Voorrijdkosten

60%

van rekentarief

€ 130,94

Bewaring + adm. fee tot 23:59 dag afsleep

15%

van rekentarief

€ 32,73

Bewaarkosten elk volgend etmaal

8%

van rekentarief

€ 17,46

Afgiftevergoeding vanaf bewaarplaats in tarieftijd 2 (toeslag)

40%

van rekentarief

€ 87,29

Voertuigen vanaf 3500kg eigen gewicht

Omschrijving

%

Basis voor %

Eenheidsprijs

Wegsleepverordening per uur, minimum 2 u in tarieftijd 1*

200%

van rekentarief

€ 436,45

Wegsleepverordening Toeslag tarieftijd 2*

50%

van rekentarief

€ 109,11

Bewaring + adm. fee tot 23:59 dag afsleep

30%

van rekentarief

€ 65,47

Bewaarkosten elk volgend etmaal

16%

van rekentarief

€ 34,92

Afgiftevergoeding vanaf bewaarplaats in tarieftijd 2 (toeslag)

40%

van rekentarief

€ 87,29

Afhandeling bij niet ophalen van een voertuig

Expertisevergoeding afvoer voertuig

 

10%

van dagwaarde

Afvoervergoeding demontage

5%

van dagwaarde

Bijzondere milieukosten

100%

Doorbelasting

Restopbrengst voertuig (btw onbelast) creditering

100%

Doorbelasting

 

Indexering

In het derde lid van dit artikel is bepaald dat het tarief mag worden geïndexeerd, voor het eerst op 1 april 2024. Indexering geschiedt op basis van CBS Dienstenprijzen; commerciële dienstverlening en transport, index 2015=100, CPA2008 49411 “Goederenvervoer over de weg”, (of de door CBS aangemerkte opvolger hiervan) met het jaarcijfer over voorliggende jaar.

Voorrijden en slepen

  • Indien een opdracht binnen 5 minuten wordt geannuleerd door of namens de gemeente, is er geen sprake van enige vergoeding. De opdracht vervalt bij de bergingsspecialist (0% van het rekenbedrag wordt berekend).

  • Indien de bergingsspecialist is gewaarschuwd en de eigenaar of houder is eerder ter plaatse dan de sleepauto, worden bij de gemeente alleen voorrijkosten in rekening gebracht.

  • Indien de bergingsspecialist ter plaatse is, en de eigenaar of houder komt ter plaatse voordat met het wegslepen een aanvang is genomen, worden bij de eigenaar alleen de voorrijkosten in rekening gebracht.

  • Indien de sleepauto ter plaatse is en de eigenaar of houder weigert de gemaakte voorrijkosten en sleepkosten te voldoen aan de bergingsspecialist, wordt het voertuig alsnog overgebracht naar de plaats van bewaring gelden alle hiervoor vermelde kosten van slepen, bewaring en administratieve kosten.

  • Voordat de bergingsspecialist met het wegslepen een aanvang neemt wordt het te slepen voertuig gefotografeerd. Dit dient te worden herhaald bij aflevering op de bewaarplaats. Dit om (onnodige) schadeclaims te voorkomen en/of te kunnen weerleggen.

Bewaren

  • Indien de bergingsspecialist een gesleept voertuig zonder daarvoor sleep- en/of bewaarkosten in rekening te brengen aan de eigenaar of houder teruggeeft, dan wel volstaat met een gedeeltelijke vordering van gemaakte kosten, wordt daarvan aantekening gemaakt in het bewaringsregister en wordt de reden daarvan vermeld.

  • Indien de eigenaar of houder zich bij de bergingsspecialist vervoegt en er is sprake van of

  • A.

    restitutie van de sleep- en/of bewaarkosten of een gedeelte daarvan of

  • B.

    uitbetaling van een batig saldo na verkoop,

wordt daarvan aantekening gemaakt in het bewaringsregister en wordt door de bergingsspecialist de uitbetaling geregeld.

 

Kennisgeving

De vergoeding, die verbonden is aan het verzenden van de kennisgeving van de overtreding en de beschikking inzake de inbewaringstelling, de verkoop, de eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van een voertuig, alsmede de in verband daarmee te verrichten taxatie, zullen afzonderlijk worden vastgesteld.

Artikel 5: Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Naast de in artikel 170, eerste lid WVW 1990 bedoelde gevallen zijn in deze wet nog twee gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een overtuig te laten wegslepen en in bewaring te laten stellen. Achtereenvolgens wordt hier gedoeld op:

  • Het niet afgeven van zijn rijbewijs, wanneer dit is ingevorderd, omdat iemand zijn motorrijtuig heeft bestuurd terwijl hij onder invloed was van drogerende stoffen of alcohol en dergelijke (zie artikel 130 en 164 WVW 1994);

  • De situatie dat een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is. Hierbij kan bij voorbeeld worden gedacht aan voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben of aan situaties dat er sprake kan zijn van het “knoeien” met kentekens in geval van autodiefstal.

Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring genomen, is er geen sprake van uitoefening van last onder bestuursdwang. Artikel 170, eerst lid WVW 1994, waarin de bevoegdheid van de last onder bestuursdwang is geregeld, is dan ook niet van toepassing verklaard in de genoemde gevallen. In feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt.

Wel heeft de wetgever voor deze gevallen diverse bepalingen uit hoofdstuk X. Bestuursdwang van de WVW 1994 (artikel 170 e.v.) van overeenkomstige toepassing verklaard. Daarom zijn de artikelen over de bewaarplaats(en) van voertuigen en openingstijden (artikel 3), alsmede de kosten van overbrengen en bewaren van voertuigen (artikel 4) voor deze gevallen van overeenkomstige toepassing verklaard.

 

Artikel 6, 7 en 8: Inwerkingtreding en citeertitel

Deze artikelen spreken voor zich.

 

 


1

Gebaseerd op het “Tariefblad uitvoering Wegsleepverordening van 01-04-2023 tot en met 31-03-2024” van de bergingsspecialist.

2

Dodenherdenking is hier niet specifiek benoemd omdat deze binnen de tarieftijd 2 (18:00-08:00 uur) valt.