De raad van de gemeente Molenlanden
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 juni 2021
gelet op artikel 2.8 , artikel 4.17 en artikel 16.15a van de Omgevingswet en de artikelen 10:13 t/m 10:19 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
gevallen van buitenplanse omgevingsplanactiviteiten aan te wijzen waarvoor de raad als adviseur zoals bedoeld in artikel 16.15a, lid b onder 1˚ van de Omgevingswet wordt aangewezen.
Artikel 1 Adviesrecht
Het college dient advies aan de gemeenteraad te vragen over de onderstaande gevallen van aanvragen voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit. Deze gevallen zijn genummerd van 1 t/m 6.
Categorieën
Een uitzondering op het bovenstaande is indien een aanvraag valt onder een van de categorieën 1 t/m 5 op deze lijst adviesrecht EN er is reeds door de raad vastgesteld:
- a.
- b.
Stedenbouwkundige randvoorwaarden
- c.
- d.
- e.
- f.
of daarmee te vergelijken ruimtelijk kaders
Dit houdt in dat wanneer een kader zoals genoemd onder a. t/m f. is vastgesteld, er bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit die valt onder een van de categorieën 1 t/m 5, GEEN advies van de raad nodig is.
Toelichting: Indien de raad reeds de ruimtelijke kaders heeft vastgesteld, is het college
gehouden aan deze kaders. De vergunningsaanvraag dient dan uiteraard te voldoen aan deze
kaders.
- 1.
Het realiseren, vergroten, wijzigen van woningen en/of bijbehorende bebouwing en andere voorzieningen, indien het aantal te realiseren woningen meer is dan:
- a.
zeven woningen binnen BSD
- b.
Onder realisering van woningbouw wordt in deze categorie mede begrepen het wijzigen van
het gebruik van een gebouw naar woning(en).
Toelichting: Een realisatie van zeven woningen in kernen of drie woningen in het buitengebied is over het algemeen planologisch gezien van beperkte impact en hoeft in veel gevallen niet regionaal afgestemd te worden. Grootschalige(re) bouwprojecten kunnen hier gelet op het maximum niet onder geschaard worden en worden voor advies voorgelegd aan de raad. Beleid zoals de Woonvisie Molenlanden of ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit dient uiteraard ook te
worden toegepast bij gevallen waarvoor geen advies aan de raad gevraagd hoeft te worden.
Daarnaast geldt in alle gevallen de algemeen geldende voorwaarde van een evenwichtige
toedeling van functies aan locaties.
- 2.
Het realiseren, (ver)bouwen of wijzigen van:
- a.
maatschappelijke voorzieningen
- b.
recreatieve voorzieningen
- c.
voorzieningen ten behoeve van sport
zowel binnen als buiten BSD, indien de maximale oppervlakte met meer dan 1500m² toeneemt.
Deze oppervlakte wordt berekend met inbegrip van onbebouwde gronden.
Toelichting: Een doelstelling is het niveau van maatschappelijke en recreatieve voorzieningen
en sportvoorzieningen op peil te houden, waar dat verantwoord en mogelijk is. Deze
activiteiten vinden plaats in het kader van het algemeen belang en komen veelal voort uit
sectoraal raadsbeleid. Deze ontwikkelingen kunnen vanwege het maatschappelijk belang, op
basis van deze lijst, zonder nadere heroverweging door de raad worden gerealiseerd.
- 3.
Het realiseren, (ver)bouwen of wijzigen van commerciële voorzieningen (o.m. winkels, kantoren, bedrijfsruimten) indien:
- a.
binnen BSD, de vloeroppervlakte aan voorzieningen met meer dan 1500 m² toeneemt, met inbegrip van bijbehorend terrein, bijbehorende bebouwing en andere voorzieningen.
- b.
buiten BSD, de vloeroppervlakte aan voorzieningen met meer dan 250 m² toeneemt, met inbegrip van bijbehorend terrein, bijbehorende bebouwing en andere voorzieningen.
- 4.
Aanleg van nieuwe en aanpassing van bestaande REGIONALE EN BOVENREGIONALE weg- en
waterinfrastructuur en bijbehorende voorzieningen en bouwwerken, zowel binnen als buiten
Toelichting: Aanpassing van de openbare ruimte en in het bijzonder de optimalisatie van de
verkeersafwikkeling, het oppervlaktewaterbeheer en openbare groenvoorzieningen op lokaal
niveau vindt plaats in het kader van het algemeen belang en komen veelal voort uit sectoraal
raadsbeleid, zoals 'Duurzame buitenruimte' of het GVVP. Deze ontwikkelingen kunnen vanwege
het maatschappelijk belang zonder nadere heroverweging door de raad worden uitgevoerd.
Deze regeling heeft uitsluitend betrekking op bovenlokale infrastructurele voorzieningen, zoals
regionale en bovenregionale wegen.
- 5.
Complexe gevallen, te weten de aanleg of de bouw van:
- •
Zonnevelden, zonneparken, constructies om op het maaiveld zonnepanelen te plaatsen
- •
- •
Ontwikkelingen onder of in de stralingszone van een hoogspanningsmast
Toelichting: In een aantal gevallen zijn windmolens toegestaan in het omgevingsplan.
Vergunningsaanvragen voor die windmolens worden niet voor advies aan de raad voorgelegd.
Er is geen grondslag en geen aanleiding om die vergunningsaanvragen voor advies aan de raad
voor te leggen. Alleen wanneer het gaat om een aanvraag voor een windmolen die niet in past
in het omgevingsplan en die beschouwd dient te worden als een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, moet advies aan de raad worden gevraagd.
- 6.
Het vangnet: Aanvragen voor ontwikkelingen waarvoor nog geen beleid is vastgesteld door de raad.
Toelichting: Het gaat hierbij om een nieuw onderwerp die nog niet eerder in de gemeente Molenlanden is voorgekomen of die nog niet voorzien is en waarover de raad nog geen standpunt in heeft kunnen nemen.
Artikel 2 Informeren
De gemeenteraad zal plannen voorgelegd krijgen wanneer deze op genoemde lijst zijn genoemd.
Artikel 3 Evaluatie
De Omgevingswet gaat uit van de beleidscyclus: na kaderstelling volgt uitvoering en monitoring,
gevolgd door evaluatie en het eventueel bijstellen van de kaders. Op basis van deze cyclus
wordt voorgesteld ook de lijst adviesrecht te monitoren, evalueren en eventueel bij te stellen.
Artikel 4 Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.
Artikel 5 Citeertitel
Dit besluit kan worden aangehaald als “Lijst met gevallen waarvoor advies van de gemeenteraad nodig is voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 16.15a lid b. onder 1 Omgevingswet’”.