Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oldenzaal

Verordening van de raad van de gemeente Oldenzaal houdende bepalingen over het aansluiten op het openbaar afvalwaterriool

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOldenzaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de raad van de gemeente Oldenzaal houdende bepalingen over het aansluiten op het openbaar afvalwaterriool
CiteertitelAansluitverordening riolering Oldenzaal 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2023nieuwe regeling

18-12-2023

gmb-2023-550962

INTB-23-06162

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de raad van de gemeente Oldenzaal houdende bepalingen over het aansluiten op het openbaar afvalwaterriool

De raad van de gemeente Oldenzaal,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 2023 met nr INTB-23-06162;

 

gelet op artikel(en) 149 Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de:

 

Verordening van de raad van de gemeente Oldenzaal houdende bepalingen over het aansluiten op het openbaar afvalwaterriool.

Artikel 1 – Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    afvalwater: al het water afkomstig van een perceel, met uitzondering van hemel- en grondwater;

  • b.

    bedrijfsafvalwater: al het afvalwater dat niet voldoet aan de definitie van huishoudelijk afvalwater vanwege kwaliteit en kwantiteit;

  • c.

    bronneringswater: grondwater, onttrokken ten behoeve van tijdelijke verlaging van de grondwaterstand;

  • d.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;

  • e.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • f.

    controleput: een put waarmee toegang wordt verschaft tot het riool voor het reinigen en inspecteren van rioolaansluitingen;

  • g.

    drukriolering: het openbaar riool voor de afvoer van afvalwater, met uitzondering van hemelwater, waarbij het transport door het riool plaats vindt door middel van met pompinstallaties veroorzaakte druk;

  • h.

    gescheiden stelsel: het openbaar riool met een buizenstelsel voor de afvoer van hemelwater en een buizenstelsel voor de afvoer van afvalwater;

  • i.

    hemelwater: water dat uit de hemel valt zoals: regen, sneeuw, hagel en dauw;

  • j.

    huishoudelijk afvalwater: afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden;

  • k.

    IBA: een voorziening voor een Individuele Behandeling van Afvalwater waarmee afvalwater lokaal wordt gezuiverd;

  • l.

    melding: een melding voor het tot stand brengen of wijzigen van een aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool voor een particulier perceel;

  • m.

    nieuwbouw: nieuwbouw, herbouw of uitbreiding van bestaande woningen en bedrijven. Zowel in inbreiding- als uitbreidingslocaties, met uitzondering van gevallen waarvoor geen omgevingsvergunning is vereist.

    Het betreffen hier grootschalige werkzaamheden. Bij herbouw moet gedacht worden aan werkzaamheden met sloop tot aan maaiveld. Als voorbeeld: bij een renovatie van een dak voor verduurzaming is de verordening niet van toepassing. Wordt de gehele woning gesloopt tot aan maaiveld, dan is de verordening wel van toepassing;

  • n.

    openbaar riool: voorziening voor de afvoer en inzameling van afvalwater en / of hemelwater in beheer bij de gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen, kolk- en perceelaansluitingen en installaties van overeenkomstige aard;

  • o.

    overnamepunt: de locatie waar het particulier riool overgaat in de perceelaansluiting;

  • p.

    particulier riool: De binnen de kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel gelegen binnen, buiten- of terrein rioolleidingen tot aan het overnamepunt;

  • q.

    perceel: een door het Kadaster begrensd stuk grond dat toebehoort aan een eigenaar;

  • r.

    perceelaansluiting: het riool en voorzieningen die deel uitmaken van dit riool, tussen de inlaat op het openbaar riool en het overnamepunt op de perceelgrens;

  • s.

    projectontwikkeling: de ontwikkeling van 5 of meer percelen die aangesloten moeten worden op het openbaar riool;

  • t.

    rechthebbende: de eigenaar of zakelijk gerechtigde van een perceel, dan wel diens rechtverkrijgende onder algemene of bijzondere titel;

  • u.

    storing: onvolkomenheden in of aan een riool zoals breuk, lekkage of wortel- ingroei waardoor het functioneren van het riool afneemt of stopt;

  • v.

    vacuümriolering; het openbaar riool voor de afvoer van afvalwater, met uitzondering van hemelwater, waarbij het transport door het riool plaats vindt door middel van een vacuüm;

  • w.

    vergunning: een vergunning voor het tot stand te brengen of wijzigen van een aansluiting voor het lozen van bedrijfsafvalwater, projectontwikkeling of bronneringswater op het openbaar riool;

  • x.

    verstopping: een belemmering in het riool waardoor de afvoerende functie van een riool sterk afneemt of stopt.

Artikel 2 – Begrenzing openbaar riool

  • 1.

    Het college is belast met de aanleg, het beheer en het onderhoud van het openbaar riool.

  • 2.

    Het college kan buizen en bijbehorende werken voor de afvoer en inzameling van afvalwater, hemelwater op niet-openbare grond aanwijzen als openbaar riool en in die situaties streven naar het aangaan van een overeenkomst met de betrokken grondeigenaar over afspraken betreffende beheer en onderhoud van buizen en bijbehorende werken.

  • 3.

    Ieder niet openbaar riool is een particulier riool.

Artikel 3 – Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging

  • 1.

    Het beheer en onderhoud van het openbaar riool wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en is voor rekening van de gemeente.

  • 2.

    Bij wijziging door de gemeente van de hoogteligging van het overnamepunt of bij aanpassen van de perceelaansluiting ten gevolge van een wijziging in het openbaar riool wordt de rechthebbende hierover door de gemeente in kennis gesteld en dient de rechthebbende ervoor te zorgen dat het particulier riool hierop kan worden aangesloten op een zodanige wijze dat de afvoer vanuit het perceel ongehinderd plaats kan vinden.

  • 3.

    De kosten voor eventuele aanpassingen van het particuliere riool ten gevolge van hetgeen in lid 2 is gesteld komen voor rekening van de gemeente en worden vooraf door gemeente en rechthebbende overeengekomen.

Artikel 4 – Verstoppingen en storingen

  • 1.

    Bij een verstopping of een storing in de riolering onderzoekt de rechthebbende of het een verstopping of een storing betreft in het particulier riool of in het openbaar riool.

  • 2.

    Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek blijkt dat er sprake is van een verstopping of storing in het particulier riool dient de rechthebbende deze verstopping of storing zelf te verhelpen op eigen kosten.

  • 3.

    Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek blijkt dat sprake is van een verstopping of storing in het openbaar riool, neemt de rechthebbende met overleg van bewijs van de verstopping of storing in het openbaar riool contact op met de gemeente voor het uitvoeren van de werkzaamheden.

  • 4.

    Indien bij het door de gemeente verrichten van de werkzaamheden wordt geconstateerd dat de verstopping of storing is veroorzaakt door onjuist gebruik, zoals bedoeld in artikel 5, vanuit het particulier riool, dan zullen de kosten voor de werkzaamheden aan de rechthebbende in rekening worden gebracht.

  • 5.

    In geval van de in lid 3 bedoelde situatie zijn de door rechthebbende gemaakte onderzoekskosten naar redelijkheid en billijkheid voor rekening van de gemeente. De rechthebbende kan de gemeente aansprakelijk stellen voor de gemaakte kosten met overleg van bewijs van de gemaakte kosten.

Artikel 5 – Verboden gebruik

Het is verboden om:

  • 1.

    hemelwater te lozen op een IBA of op druk- en vacuümriolering;

  • 2.

    hemelwater aan te sluiten op de drukriolering; en

  • 3.

    het riool op een onjuiste manier te gebruiken. Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval begrepen:

    • a.

      het lozen van stoffen die, vanwege hun aard en samenstelling, verstoppingen in de riolering kunnen veroorzaken;

    • b.

      het lozen van stoffen die, door hun aard of concentratie, de constructie van de riolering kunnen aantasten;

    • c.

      het lozen van stoffen die, door de hoeveelheid, de doelmatige werking van de riolering kunnen beïnvloeden.

Artikel 6 – Aansluitverplichting

  • 1.

    Een perceel waar afvalwater vrij komt wordt aangesloten op het openbaar riool.

  • 2.

    In het geval er geen openbaar riool aanwezig is, wordt in overleg met de gemeente het perceel op een IBA aangesloten. Dit betreffen in ieder geval de situaties waar lokale behandeling van het afvalwater doelmatiger is.

  • 3.

    Per perceel wordt er één perceelaansluiting voor afvalwater aangelegd.

  • 4.

    In afwijking van het derde lid worden meerdere perceelaansluitingen toegestaan bij:

    • a.

      appartementengebouwen;

    • b.

      technische beperkingen voor of doelmatigheidsoverwegingen bij het aansluiten van grotere diameters dan 160 mm.

  • 5.

    Het college kan ontheffing verlenen van artikel 6.

Artikel 7 – Meldingsplicht

  • 1.

    Indien geen sprake is van een aansluiting zoals bedoeld in artikel 8, is het verboden een aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand te brengen of te wijzigen zonder dit ten minste zes weken en maximaal zes maanden voor het begin van de werkzaamheden te melden.

  • 2.

    Het college kan voor de start van de werkzaamheden maatwerkvoorschriften stellen met betrekking tot:

    • a.

      het tot stand brengen van de aansluiting;

    • b.

      het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de aansluiting; en

    • c.

      sloopwerkzaamheden op het perceel van de rechthebbende.

Artikel 8 – Vergunningsplicht

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning een aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand te brengen of te wijzigen voor het lozen van bedrijfsafvalwater en een projectontwikkeling.

  • 2.

    Het is verboden zonder vergunning bronneringswater te lozen op het openbaar riool.

  • 3.

    Het college kan vergunningsvoorschriften stellen met betrekking tot:

    • a.

      het tot stand brengen van de aansluiting;

    • b.

      het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de aansluiting;

    • c.

      sloopwerkzaamheden op het perceel van de rechthebbende;

    • d.

      de periode waarvoor de vergunning wordt verleend indien de aansluiting is bedoeld voor de afvoer van bronneringswater of indien het een tijdelijke aansluiting betreft;

    • e.

      de locatie waar bronneringswater wordt geloosd;

    • f.

      het aanbrengen van debietmeters, zuiveringsinstallaties, afsluiters en veiligheidsmaatregelen bij lozing van bronneringswater;

    • g.

      het aanleggen van een buffervoorziening in het geval van een toename van de afvoercapaciteit.

  • 4.

    Het college besluit binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 5.

    Indien de rechthebbende binnen zes maanden na verlening van de vergunning geen verzoek heeft gedaan de aansluiting of wijziging van de aansluiting waarop die aansluitvergunning betrekking heeft, uit te voeren, vervalt de vergunning van rechtswege.

Artikel 9 – Gegevens en bescheiden

  • 1.

    De melding en de vergunningsaanvraag worden schriftelijk met een daartoe bestemd formulier bij het college ingediend door de rechthebbende van het aan te sluiten perceel.

  • 2.

    De vergunningsaanvraag wordt slechts in behandeling genomen nadat bij de aanvraag alle in het aanvraagformulier gevraagde gegevens zijn verstrekt. Bij ontbreken van gegevens wordt de rechthebbende daarover geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld deze gegevens binnen vier weken na kennisgeving daarvan alsnog aan te vullen.

Artikel 10 – Weigering van de vergunning

  • 1.

    Een vergunning kan slechts worden geweigerd indien aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van de aansluiting vanwege technische, juridische of milieuhygiënische redenen bezwaarlijk is.

  • 2.

    Aansluiting op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting is in ieder geval bezwaarlijk indien:

    • a.

      het openbaar riool ter plaatse niet over voldoende capaciteit beschikt om de hoeveelheid te lozen vloeistoffen te kunnen afvoeren;

    • b.

      het een lozing van afvalwater betreft dat door aard, concentratie en/of samenstelling de goede werking van het openbaar riool kan belemmeren of de constructie aan kan tasten.

    • c.

      een omgevingsvergunning voor het aan te sluiten bouwwerk op het perceel is geweigerd;

    • d.

      het te lozen bronneringswater:

      • i.

        niet dusdanig is vervuild dat lozing op openbaar riool noodzakelijk is;

      • ii.

        een debiet heeft van minder dan 10 m3 per uur over een maximale periode van twee kalenderweken en binnen 100 meter op een oppervlaktewater geloosd kan worden;

      • iii.

        een debiet heeft van meer dan 10 m3 per uur of langer duurt dan twee kalenderweken en binnen 300 meter op een oppervlaktewater geloosd kan worden.

Artikel 11 – Voorwaarden aansluiten op openbaar riool

Het particulier riool voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    De leidingen voldoen aan de eisen gesteld in de normbladen en/of KOMO-keur.

  • 2.

    De kleuren van de leidingen zijn groen voor hemelwaterriool en bruin voor de overige afvoeren.

  • 3.

    De sleuf of sleuven waarin de riolering op eigen terrein is gelegd, worden pas gedicht nadat de leiding(en) door de behandelend ambtenaar van de gemeente is of zijn gecontroleerd en toestemming heeft gegeven tot het dichten.

  • 4.

    Binnen 0,5 meter vanuit de erfgrens op particulier terrein dient een controleput geplaatst worden, die direct vanaf maaiveld toegankelijk is. Wanneer dat niet mogelijk is, plaatst de gemeente in de openbare grond op kosten van de aanvrager een ontstoppingsstuk.

  • 5.

    Het particulier riool mag niet dieper liggen dan 75 cm onder het maaiveld, gerekend vanaf bovenkant verharding tot onderkant van de afvoerbuis.

Artikel 12 – Aansluiting

  • 1.

    De rechthebbende die een vergunning heeft of een melding heeft gedaan, legt of wijzigt zelf de perceelaansluiting.

  • 2.

    Het bouwwerk dient wind- en waterdicht te zijn voordat de aansluiting tot stand komt.

  • 3.

    Het aan te sluiten particulier riool dient aanwezig te zijn conform de melding of de aanvraag van de vergunning en de daarop verleende vergunning.

Artikel 13 - Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang dat deze regeling beoogd te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 14 - Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college dan wel door het college aan te wijzen personen.

Artikel 15 – Overgangsrecht

  • 1.

    De aanvragen tot aansluiting of wijziging van een aansluiting die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend vallen onder de bepalingen van deze verordening.

  • 2.

    Op aansluitingen van een particulier riool op het openbaar riool, die op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening krachtens de tot dan toe geldende regelgeving en voorschriften reeds zijn aangelegd, zijn de bepalingen van deze verordening van toepassing.

  • 3.

    Bij strijd van deze verordening met bepalingen in overeenkomsten gesloten tussen de gemeente en rechthebbende, prevaleert het bepaalde in deze overeenkomsten.

Artikel 16 – Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Aansluitverordening riolering Oldenzaal 2023’.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2023

de griffier,

I.C.M. IJland

de voorzitter,

P.G. Welman

Toelichting  

 

Algemeen

Door het vaststellen van de aansluitverordening heeft de gemeente Oldenzaal tot doel om aanvullend op de bestaande wet- en regelgeving regels te stellen over het aansluiten van percelen op het openbaar riool.

 

Het aansluitvoorschrift in het Bouwbesluit 2012 en de lozingsregels in onder meer het Besluit lozing afvalwater huishoudens zijn in beginsel voldoende om ongewenste lozingen te voorkomen en de ligging van particuliere riolen te sturen. De gemeente heeft echter de mogelijkheid om hier aanvullende bepalingen voor op te stellen. De onderhavige verordening is daarom aanvullend en is niet in strijd met plichten die elders zijn vastgelegd. Bij strijd zou de hogere regeling – de “lozingsbesluiten” en het Bouwbesluit – voorgaan.

 

Artikel 1 - Begripsbepalingen

In dit artikel worden de in deze verordening gehanteerde begrippen omschreven.

 

Artikel 2 - Begrenzing openbaar riool

Eerste lid

De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de gemeentelijke zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Voor de afvalwaterketen is dat het verzamelen en transporteren van afvalwater via het openbaar riool. Voor de instandhouding van het openbaar riool is de gemeente daarom verantwoordelijk voor het aanleggen, wijzigen, beheren en onderhouden.

 

Tweede lid

Het kan voorkomen dat de conditie van buizen en bijhorende werken voor de afvoer en inzameling van afval- en hemelwater op niet- openbare grond belangrijk is voor de juiste werking van het openbaar rioolsysteem. De gemeente maakt in dat geval afspraken met de rechthebbende over beheer en onderhoud van het betreffend riool. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn op industrieterreinen waar meerdere bedrijven zijn gevestigd, maar waarvan de grond in eigendom is van een private exploitant.

 

Derde lid

Zover sprake is van een particulier riool houdt de verantwoordelijkheid van de gemeente op. De particulier is verantwoordelijk voor de goede staat en werking van zijn eigen riool. De gemeente kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor de aanleg, wijziging, beheer of onderhoud van het particulier riool behoudens eventuele aansluitverplichtingen.

 

Artikel 3 – Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging

Het beheer en onderhoud van het openbaar riool waarvoor de gemeente verantwoordelijk is wordt door en voor rekening van de gemeente uitgevoerd tot het aansluitpunt. Het kan voorkomen dat door onderhoud, renovatie en vervanging van het riool dit ook gevolgen heeft voor de aansluiting en ligging van het particulier riool. Indien dergelijke wijzigingen nodig zijn is de rechthebbende gehouden deze werkzaamheden uit te voeren om weer aangesloten te kunnen worden op het openbaar riool. De gemaakte kosten zijn voor rekening van de gemeente, omdat de kosten van de rechthebbende gemaakt zijn als gevolg van de publieke taak van de gemeente.

 

Artikel 4 - Verstoppingen en storingen

Via een controleput is het mogelijk te constateren of de verstopping of storing in het openbaar riool of particulier riool zit. Deze zal dus altijd goed bereikbaar moeten zijn. In beginsel is de rechthebbende zelf verantwoordelijk voor het constateren, lokaliseren en oplossen van verstoppingen en storingen. Indien is geconstateerd dat de storing in het openbaar riool zit, dan moet de rechthebbende contact opnemen met de gemeente. De gemeente stuurt dan een aannemer (of de eigen buitendienst) om het probleem te verhelpen. Alleen diegene heeft een vergunning om te werken in openbaar terrein en is dus de enige die indien nodig de verstopping of storing mag verhelpen, het openbaar riool mag opgraven en hier werkzaamheden aan mag verrichten.

 

De door de rechthebbende gemaakte kosten in het vooronderzoek zijn voor rekening van de gemeente als het probleem in het openbaar riool of de perceelaansluiting is gelegen. Mocht blijken dat de verstopping of verstoring veroorzaakt is door de rechthebbende dan heeft de gemeente een verhaalsrecht van de door de gemeente gemaakte kosten op de rechthebbende.

 

Artikel 5 – Verboden gebruik

Eerste lid

Voor panden die op drukriolering worden aangesloten geldt dat er alleen afvalwater op drukriolering geloosd mag worden. Lozing van (schoon) hemelwater of grondwater op het drukriool is verboden in verband met een adequate en zoveel mogelijk storingsvrije werking van het drukrioolsysteem. Drukriolering wordt voornamelijk toegepast in het buitengebied. Dit geldt eveneens voor vacuümriolering.

In het buitengebied wordt vooralsnog geen gebruik gemaakt van IBA’s. Om te voorkomen dat eventuele toekomstige IBA’s de maximale capaciteit bereiken als het gevolg van grote hoeveelheden hemelwater of grondwater is het ook niet toegestaan hemelwater of grondwater te lozen op IBA’s.

 

Tweede lid

Het hemelwater mag niet worden aangesloten op de drukriolering. Hierbij wordt aangesloten bij hetgeen op p. 32 van het GRP 2021 – 2025 is bepaald. Hemelwater op de drukriolering is ongewenst, belemmert een doelmatige werking van het stelsel en kan leiden tot storingen van vervuild water. Indien daar aanleiding toe is, zal de gemeente onderzoek verrichten naar mogelijke foutieve aansluitingen.

 

Derde lid

Het is niet toegestaan het riool op een wijze te gebruiken dat kan leiden tot verstoppingen of storingen. Omdat niet limitatief is aan te geven onder welke omstandigheden verstoppingen en storingen kunnen optreden is een algemeen lozingsverbod opgenomen voor stoffen die hiertoe kunnen leiden.

 

Artikel 6 – Aansluitverplichting

Eerste lid

Voor zover bekend bij de gemeente zijn (bijna) alle percelen in de gemeente aangesloten op de riolering. Mocht dit onverhoopt niet het geval zijn dan is de rechthebbende verplicht alsnog aan te sluiten op het riool (het college heeft op grond van het vijfde lid nog wel de mogelijkheid om ontheffing te verlenen). In de praktijk zal deze regel voornamelijk van toepassing zijn op nieuwbouw.

 

Tweede lid

Alle percelen binnen het gemeentelijk gebeid, waar afvalwater vrijkomt, moeten van een rioolaansluiting zijn voorzien, uitgezonderd in situaties waar lokale behandeling doelmatiger is. Met deze bepaling wordt aangesloten op hetgeen in bijlage 5, doelstelling 1 van het GRP 2021 – 2025 is bepaald.

 

Artikel 7 – Meldingsplicht

Eerste lid

De aansluitingen van woningen op het openbaar riool zijn in vrijwel alle gevallen standaard en eenvoudig uit te voeren. Om die reden is ervoor gekozen om geen vergunning te eisen. Een melding volstaat.

 

Tweede lid

De melding moet minimaal zes weken voor de start van de werkzaamheden voor het aansluiten zijn gedaan. Dit geeft de gemeente zes weken de tijd de melding te controleren om in het geval van bijzonderheden nog eventueel maatwerkvoorschriften op te stellen.

 

Artikel 8 – Vergunningsplicht

De “lozingsbesluiten” en het Bouwbesluit zijn in beginsel voldoende om ongewenste lozingen te voorkomen en de ligging van particuliere riolen te sturen. De gemeente heeft echter de mogelijkheid om hier aanvullende bepalingen voor op te stellen. Deze vergunningplicht is daarom aanvullend en is niet in strijd met plichten die elders zijn vastgelegd. Bij strijd zou de hogere regeling voorgaan.

Het aansluiten van een perceel waar vanaf bedrijfsafvalwater wordt geloosd, sprake is van projectontwikkeling of waar een (tijdelijke) aansluiting vanwege bronneringswater nodig is, zijn doorgaans complexere aansluitingen en verdienen meer aandacht. Als een bedrijf bijvoorbeeld met serieuze hoeveelheden afvalwater komt wil je dit als gemeente kunnen toetsen. Om die reden is ervoor gekozen de rechthebbende een vergunning aan te laten vragen. Hiermee tracht de gemeente een zo goed als mogelijk functionerend rioolstelsel in werking te houden. Het gaat hier dus puur om de aansluiting voor bedrijfsafvalwater en/of projectontwikkeling als aanvulling op bestaande wet- en regelgeving.

 

Artikel 9 – Gegevens en bescheiden

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 10 – Weigering van de vergunning

Een weigering van de aansluitvergunning is op basis van technische, juridische of milieuhygiënische weigeringsgronden. Een technische weigeringsgrond is bijvoorbeeld de hoogteligging of toename van de afvoercapaciteit waardoor het stelsel overbelast raakt. Een milieuhygiënische weigeringsgrond is bijvoorbeeld de lozing van betreffende stoffen op het openbaar riool. Een juridische weigeringsgronden is bijvoorbeeld dat de verlening van andere benodigde vergunningen, zoals de omgevingsvergunning, is geweigerd.

 

Artikel 11 – Voorwaarden particulier riool

Tweede lid

Hemelwater wordt zoveel als mogelijk op eigen terrein vastgehouden en geïnfiltreerd. Indien (bij een extreme regenbui) hemelwater afgevoerd dient te worden naar het openbaar riool dan gebeurt dat bij voorkeur oppervlakkig via het maaiveld. Mocht oppervlakkige afvoer niet mogelijk zijn dan dient de kleur van de rioolbuis voor afvoer van hemelwater toegepast te worden zoals in het tweede lid is aangegeven.

 

Artikel 12 – Aansluiting

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 13 - Hardheidsclausule

Om te voorkomen dat toepassing van de bepalingen van deze verordening in een concreet geval zou leiden tot een beslissing in strijd met de redelijkheid en billijkheid is een mogelijkheid geboden om af te wijken van de bepalingen in deze verordening.

 

Artikel 14 - Toezicht

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 15 – Overgangsrecht

Eerste lid

Aanvragen tot aansluiting of wijziging van een aansluiting die na inwerkingtreding van de verordening in behandeling worden genomen, worden behandeld volgens de regeling in de verordening.

 

Tweede lid

Op alle reeds bestaande aansluitingen zijn met deze verordening de bepalingen met betrekking tot het beheer en onderhoud en de zorgplicht bij verwijdering en sloop van toepassing verklaard. Hierbij mag uiteraard geen strijd ontstaan met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

 

Derde lid

Omdat het denkbaar is dat in het verleden met perceeleigenaren overeenkomsten zijn gesloten waarin afspraken zijn gemaakt die strijd opleveren met de aansluitverordening, is in lid 3 vastgelegd dat in dergelijke situaties de bepalingen van de overeenkomst prevaleren.

 

Artikel 16 - Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.