Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Elburg

Nota voorkomen en bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik gemeente Elburg 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieElburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota voorkomen en bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik gemeente Elburg 2023
CiteertitelNota voorkomen en bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik Elburg 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4:83 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-202301-01-2023Nieuwe regeling

18-12-2023

gmb-2023-550575

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota voorkomen en bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik gemeente Elburg 2023

De raad van de gemeente Elburg;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2023;

overwegende dat,

het gewenst is om een beleidsregels vast te stellen omtrent het voorkomen en bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht; artikel 4.3.2 van de Nota Rechtmatigheidsverantwoording gemeente Elburg 2023;

b e s l u i t vast te stellen de volgende beleidsregels: Nota voorkomen en bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik gemeente Elburg 2023

Hoofdstuk 1. Inleiding

Artikel 1

Gemeentelijke regelingen kunnen gevoelig zijn voor misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O). Dit is bijvoorbeeld het geval als de verplichting om een heffing te betalen of de aanspraak op een uitkering of voorziening (en de hoogte en duur daarvan) afhankelijk is van gegevens die mensen zelf verstrekken. Daarnaast kunnen gemeentelijke medewerkers in de verleiding komen handelingen te verrichten of juist na te laten ten behoeve van persoonlijk gewin. In het laatste geval is sprake van fraude. Het begrip fraude onderscheidt zich van het begrip M&O. Fraude vindt, vanuit het perspectief van de gemeente, primair plaats door betrokkenen van de gemeentelijke organisatie (ofwel van binnenuit) en M&O door derden ten opzichte van de gemeente (ofwel van buitenaf). Voor het voorkomen van en omgang met fraude is de nota fraudepreventiebeleid aan de orde. Voor M&O is de voorliggende nota voorkomen en bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke regelingen van toepassing. 

 

Met ingang van 2023 geeft het college een rechtmatigheidsverantwoording af. Hier toetst het college op het voorwaarden-, het begrotings- en het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium. De Kadernota Rechtmatigheid van de commissie BBV geeft aan wat een gemeente minimaal moet doen rond beleid voor misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O).

Om misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden te voorkomen zijn beheersmaatregelen nodig. Deze worden vertaald in een nota voorkomen en bestrijden van M&O. De nota is een uiteenzetting van het algemene, integrale beleid van de gemeente Elburg inzake het voorkomen en de bestrijden van M&O. De uitwerking van het M&O-beleid vindt plaats in de specifieke regelingen en bijbehorende verordeningen en processen. Toetsing heeft een plaats in de interne controle. Overigens zijn de meeste regelingen gebonden aan wettelijke eisen en minimumnormen voor het nemen van maatregelen ter bestrijding van fraude en misbruik.

 

In deze nota worden de bestaande beheersmaatregelen beschouwd. De risico’s van misbruik of oneigenlijk gebruik zijn bepalend voor de maatregelen die worden gehanteerd. Met deze nota zetten we als Elburg geen nieuwe lijn in. De nota vormt een verzameling en vastlegging van de beheersmaatregelen in de huidige praktijk.

Daarbij moet in ogenschouw worden genomen dat het M&O-beleid niet statisch is. Wijziging in wet- en regelgeving kunnen vragen om aanpassingen.

 

Met het opstellen van deze nota geven we uitvoering aan de Financiële verordening en de Nota rechtmatigheidsverantwoording. Wanneer het college concludeert dat het M&O-beleid (op onderdelen) niet actueel is en/of dat er geen M&O-beleid bestaat of het M&O-beleid feitelijk niet wordt nageleefd dan vermeldt het college dit in de paragraaf bedrijfsvoering. Daadwerkelijke afwijkingen als gevolg van misbruik worden, voor zover deze niet het getrouwheidsaspect raken, betrokken bij het opstellen van de rechtmatigheidsverantwoording.

 

Daarnaast geven we invulling aan het advies van de accountant om een nota over M&O-beleid op te stellen.

Hoofdstuk 2. Begrippen en afbakening

Artikel 2  

Misbruik en oneigenlijk gebruik is één van de drie aspecten waarop de rechtmatigheids-verantwoording betrekking heeft. Bij misbruik betreft het een onrechtmatige handeling. Bij oneigenlijk gebruik wordt feitelijk gehandeld in overeenstemming met wet- en regelgeving. Daarmee zijn dergelijke handelingen niet onrechtmatig. Wel is sprake van handelen in strijd met het doel en de strekking van de weten regelgeving en daarom is het relevant in het kader van onrechtmatigheid.

 

De commissie BBV heeft in de Kadernota Rechtmatigheid de volgende definities van misbruik en oneigenlijk gebruik opgenomen.

 

Definitie misbruik:

Het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens met als doel ten onrechte overheidssubsidies of -uitkeringen te verkrijgen of niet dan wel een te laag bedrag aan heffingen aan de overheid te betalen. Het betreft hier een bewuste misleiding om onrechtmatig of onwettig voordeel te behalen. Misbruik kan gelijk worden gesteld met het plegen van fraude om zich onrechtmatig overheidsgelden toe te eigenen.

Niet elke misstap (fout) geldt als misbruik. Bij het maken van fouten is er meestal geen sprake van een opzettelijke handeling. Daarnaast is het begrip misleiding van betekenis in deze definitie. Misleiding heeft betrekking op het bewust verborgen houden van het misbruik.

 

Definitie oneigenlijk gebruik:

Het door het aangaan van rechtshandelingen, al dan niet gecombineerd met feitelijke handelingen, verkrijgen van overheidsbijdragen of het niet dan wel tot een te laag bedrag betalen van heffingen aan de overheid, in overeenstemming met de bewoordingen van de regelgeving maar in strijd met het doel en de strekking daarvan.

 

Conclusie: misbruik is onrechtmatig, oneigenlijk gebruik is dat niet. 

 

De afbakening van het M&O beleid is extern gericht, namelijk op de inwoner, instelling of organisatie die via de gemeente gebruik maakt van overheidsregelingen. Interne regelingen vallen niet onder de werking van dit beleid. Interne regelingen worden wat betreft eventueel misbruik of oneigenlijk gebruik onder het gemeentelijke integriteitsbeleid geschaard. Het M&O beleid ziet verder toe op de publiekrechtelijke taakuitoefening van ons als gemeente. Privaatrechtelijk handelen, zoals de aan- en verkoop en de (ver)huur van vastgoed en gronden en het oneigenlijk gebruik van gemeentelijke gronden, vormt geen onderdeel van dit beleid.

Hoofdstuk 3. Doelstellingen en uitgangspunten

Artikel 3  

In aanvulling op de argumenten voor het opstellen M&O-beleid die in de inleiding staan beschreven, betreft dit hoofdstuk de doelstelling van de nota M&O-beleid (3.1), de uitgangspunten voor het M&O-beleid die de Gemeente Elburg hanteert (3.2), integriteit versus M&O (3.3) en rollen en verantwoordelijkheden rondom M&O-beleid (3.4).

Paragraaf 3.1 Waarom M&O beleid?

Artikel 3.1  

Het doel van het M&O-beleid is tweeledig. In eerste instantie is het doel M&O van gemeentelijke regelingen te voorkomen (preventief beleid). In tweede instantie ligt de focus op het achteraf controleren en zo nodig het bijstellen van beleidskaders en het repareren of zelfs bestraffen van M&O (repressief beleid).

 

Op dit moment maken specifieke (beheers)maatregelen in het kader van M&O-beleid al onderdeel uit van de diverse processen van de gemeente zoals het proces van subsidieverstrekking en vergunningverlening. De M&O-maatregelen die voortvloeien vanuit landelijke wetgeving en lokale verordeningen zijn daarmee verankerd in de administratieve organisatie van Elburg. Daarop aanvullend is het wenselijk overkoepelende algemene kaders vast te leggen in een nota M&O-beleid. Redenen hiervoor zijn:

  • a.

    Vanuit de financiële verordening en meer nog specifiek vanuit de nota rechtmatigheidsverantwoording volgt het M&O-beleid. In de rechtmatigheidsverantwoording toetst het college op drie criteria: het voorwaardencriterium; het begrotingscriterium; het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium.

  • b.

    Het college zorgt voor de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van

  • c.

    gemeentelijke regelingen en eigendommen. Het M&O-criterium is het criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en gemeentelijke eigendommen bij financiële beheershandelingen.

  • d.

    Het vastleggen van algemeen M&O-beleid draagt niet alleen bij aan de transparantie en consistentie van gemeentelijk beleid. Het is ook behulpzaam bij het maken van afwegingen in hoeverre extra beheersmaatregelen en controles nodig en tegelijkertijd doeltreffend zijn. Maatregelen die veel geld en energie kosten, maar slechts beperkt financieel nut opleveren, kunnen daarmee worden voorkomen.

  • e.

    De werking van beheersmaatregelen en interne controle is voor een belangrijk deel afhankelijk van de integriteit van medewerkers. Het is mogelijk dat in de contacten tussen medewerkers en belanghebbenden bestaande procedures en interne controles onvoldoende effectief zijn. Het is dan ook goed om in aanvulling op reguliere beheersmaatregelen alert te zijn op deze risico’s. M&O-beleid draagt bij aan het herkennen van zwakke plekken in de administratieve organisatie en de interne controle (AO/IC).

Paragraaf 3.2 Uitgangspunten

Artikel 3.2  

Bij het beschrijven van het M&O-beleid in deze nota hanteren we een aantal uitgangspunten die we binnen de gemeente Elburg belangrijk vinden:

  • a.

    We werken vanuit een basishouding van vertrouwen in een juiste omgang met gemeentelijke regelingen door haar inwoners en instellingen/bedrijven;

  • b.

    Maatregelen die we treffen ter bevordering van een juist gebruik van gemeentelijke regelingen zijn proportioneel. Dat wil zeggen dat zij in verhouding staan tot de risico’s die worden gelopen;

  • c.

    Voorkomen is beter dan genezen. De inzet van beleid en maatregelen is met name gericht op preventie van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen;

  • d.

    Van derden ontvangen gegevens worden indien mogelijk geverifieerd;

  • e.

    Na constatering van een overtreding herstellen we de rechtmatige situatie zo snel mogelijk en zo nodig en indien mogelijk bestraffen we dit;

  • f.

    De leidinggevende waar de betreffende regelingen worden uitgevoerd, is verantwoordelijk voor het treffen van M&O beheersmaatregelen en de naleving ervan;

  • g.

    Het M&O beleid actualiseren we periodiek op basis van ontwikkelingen in wet- en regelgeving en ervaring met de maatregelen en controles;

  • h.

    In die gevallen dat taken zijn uitbesteed of zijn overgedragen aan een verbonden partij, wordt door ons aanvullend geen uitvoering gegeven aan toetsing op misbruik of oneigenlijk gebruik. Daarvoor zijn de betreffende organisaties verantwoordelijk.

Paragraaf 3.3 Rollen en verantwoordelijkheden

Artikel 3.3  

Deze nota vormt een kapstok voor de opsomming van bestaand beleid en bevat geen nieuwe regels. Rollen en verantwoordelijkheden zijn in lijn met de inrichtingsprincipes van de organisatie.

 

De leidinggevende waar de betreffende regeling wordt uitgevoerd is verantwoordelijk voor het actueel houden van het specifieke M&O beleid en het treffen van passende M&O beheersmaatregelen voor zijn of haar specifieke risicoprocessen. De gemeentesecretaris ziet erop toe dat de leidinggevenden deze taak oppakken en dat waar nodig risico's tijdig worden besproken.

 

De Interne Controle functionaris voert door middel van de verbijzonderde interne controle (VIC) de beoordeling uit op het financieel rechtmatig handelen op procesniveau waaronder het vaststellen dat het M&O-beleid is nageleefd en verstrekt input voor de rapportage over het financieel rechtmatig handelen in de rechtmatigheidsverantwoording als ook paragraaf bedrijfsvoering.

 

Het college vervult een kader stellende rol door het beleid en de periodieke actualisaties daarvan vast te stellen. Daarnaast legt het college middels de rechtmatigheidsverantwoording en paragraaf bedrijfsvoering verantwoording af aan de raad voor het financieel rechtmatig handelen.

Hoofdstuk 4. Beheersmaatregelen

Artikel 4  

Bepaalde regelingen en processen (of onderdelen daarvan) dragen het risico van misbruik of oneigenlijk gebruik met zich mee. Dat is in het bijzonder het geval als er sprake is van afhankelijkheid van gegevens die derden aan de gemeente verstrekken. Wettelijke eisen en minimumnormen vereisen maatregelen ter bestrijding van fraude en misbruik. Dat zijn maatregelen uit landelijke wetgeving en lokale regelgeving die worden ingezet.

Daarnaast zijn extra beheersmaatregelen denkbaar die het risico van misbruik en oneigenlijk

gebruik verder terugdringen.

 

Ook interne beheersmaatregelen zijn relevant. Het gaat dan om zaken zoals functiescheiding, toegangsrechten tot applicaties, regelmatige controle daarvan, het vastleggen van gebeurtenissen in log-ins en rapportages over deze maatregelen.

 

In de maatregelen maken we een onderscheid tussen preventieve en repressieve maatregelen (of een mix daarvan).

Paragraaf 4.1 Preventieve beheersmaatregelen

Artikel 4.1  

Preventieve maatregelen zijn maatregelen die liggen vóór het moment van beschikken, betalen of ontvangen van een voorziening, vergunning of uitkering. Preventieve maatregelen betreffen regelgeving, voorlichting en controle in het proces tijdens de uitvoering. Zij zijn gericht op het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen.

Tijdens de beleidsvoorbereiding signaleren medewerkers of er sprake is van een voor M&O gevoelig beleidsterrein. Het gaat in principe om alle beleidsterreinen waarbij producten en/of diensten voor een burger of een maatschappelijke organisatie (financiële) voordelen kunnen opleveren. Indien dit het geval is, worden de mogelijkheden van preventieve beheersmaatregelen beoordeeld.

Artikel 4.1.1 Maatregelen ‘Regelgeving’

Heldere en eenduidige regelgeving beperkt de ruimte voor misbruik en oneigenlijk gebruik.

Onder regelgeving wordt verstaan: verordeningen, beleidsregels, nadere regels en richtlijnen van de gemeente zoals vastgelegd in processen en interne afspraken. Adequate en handhaafbare regelgeving is een belangrijke beheersmaatregel in het kader van M&O beleid en voldoet in dat verband aan de volgende eisen:

  • a.

    eenvoud, inzichtelijkheid en begrijpelijkheid;

  • b.

    er gelden eenduidige definities;

  • c.

    het doel en de doelgroep van de regeling is nauwkeurig bepaald, alsmede de ((categorieën van) persoons)gegevens die noodzakelijk zijn om het doel te bereiken;

  • d.

    rechten, plichten en voorwaarden zijn opgenomen;

  • e.

    er zijn geen overbodige en/of met elkaar strijdige bepalingen;

  • f.

    de afhankelijkheid van gegevens afkomstig van derden is zoveel mogelijk beperkt;

  • g.

    mogelijke maatregelen of mogelijke sancties bij geconstateerd misbruik en oneigenlijk gebruik zijn in de regeling opgenomen;

  • h.

    ingangsdata en overgangsregels zijn in de regeling opgenomen.

Artikel 4.1.2 Maatregel ‘Voorlichting’

Wet- en regelgeving brengen we door voorlichting onder de aandacht van belanghebbenden (inwoners, bedrijven en instellingen). We dienen informatie te verstrekken over het bestaan van een regeling, aard en doel van de regeling, de specifieke doelgroep, geldende voorwaarden en controle- en sanctiebeleid. Voorlichting draagt in preventieve zin bij aan het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van een regeling, zeker als we ook duidelijk communiceren over mogelijke sancties.

Actieve voorlichting over het M&O-beleid via de gemeentesite en doelgroepgerichte brochures werkt stimulerend op de naleving van regelgeving. Ook interne voorlichting en communicatie over integriteitbeleid en gedragscodes helpt misbruik te voorkomen.

Artikel 4.1.3 Maatregel ‘Controle in het proces’

Controle in het proces tijdens de uitvoering is een middel om misbruik of oneigenlijk gebruik te signaleren. Mogelijke M&O gevallen nemen we al in een vroegtijdig stadium waar. Controle van gegevens voeren we uit tot aan het moment van betaling of beschikkingsverlening en geldt daarmee als preventieve maatregel.

Controle in het proces richt zich op de toetsing van de juistheid en volledigheid van gegevens die door derden zijn verstrekt. Door betrokkene(n) aangeleverde gegevens verifiëren we indien mogelijk, het liefst aan de hand van landelijke databases. Controles kunnen variëren van integraal (totale controle), steekproefsgewijs tot incidenteel.

 

De meeste aandacht wordt gegeven aan de regelingen en processtappen waar de risico’s het grootst zijn. In de meest risicovolle M&O-processen wordt het vier-ogenprincipe in beginsel toegepast. Voordat middelen worden toegekend, controleert een tweede medewerker dan of de werkzaamheden door de eerste medewerker zichtbaar, volledig en juist zijn uitgevoerd. Uitgangspunt is dat deze controles zichtbaar en navolgbaar worden vastgelegd.

Paragraaf 4.2 Repressieve maatregelen

Artikel 4.2  

Repressieve maatregelen zijn maatregelen die na het moment van beschikken, betalen of ontvangen worden genomen. Deze maatregelen zijn ingedeeld in twee categorieën: Controle achteraf; Correctie/sanctionering.

Artikel 4.2.1 Maatregel ‘Controle achteraf’

Repressieve controle vindt plaats nadat de betaling, ontvangst of beschikking is afgehandeld. Via controle achteraf kan misbruik en oneigenlijk gebruikt worden geconstateerd. Deze controles worden integraal, steekproefsgewijs of incidenteel uitgevoerd en maken ook onderdeel uit van de reguliere interne controle.

De invulling van de repressieve controle is afhankelijk van de aard en omvang van de doelgroep en het mogelijke risico op misbruik en oneigenlijk gebruik.

Voorbeelden van controles zijn het uitvoeren van periodieke risicoanalyse dan wel van een controleprogramma. De resultaten van de controle leiden zo nodig tot aanpassing van het controlebeleid of de regelgeving. In de uitvoering van de Verbijzonderde Interne Controle is expliciet aandacht voor M&O.

Artikel 4.2.2 Maatregel ‘Correctie / sanctionering’

In reactie op geconstateerd misbruik is adequaat sanctiebeleid van belang. Opgelegde sancties leiden tot een leereffect en hebben een preventieve werking. Sanctionering moet voldoen aan de norm van redelijkheid en billijkheid. Het uitgangspunt is dat de gemeente tenminste het behaalde voordeel terugvordert en indien nodig een boete oplegt.

Dat betekent terugvordering van te veel betaalde bedragen, naheffing van ten onrechte gederfde ontvangsten en intrekking van een onterecht verstrekte vergunning. In bepaalde gevallen ontbinden we een overeenkomst of trekken we een toekenning in als niet-financiële sancties. In geval van een fraude of diefstal wegen we af of we aangifte doen bij de politie.

Paragraaf 4.3 Evaluatie en verantwoording

Artikel 4.3  

Aan het einde van de beleidscyclus is evaluatie en verantwoording aan de orde. Deze hebben zowel een preventief als repressief karakter.

Artikel 4.3.1 Evaluatie

Evaluaties zijn nodig en nuttig voor zowel bestaande als nieuwe regelgeving. Evaluaties geven ook een indicatie van de effectiviteit van de genomen maatregelen ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik. Tegelijkertijd wordt zichtbaar in hoeverre de controlemogelijkheden toereikend zijn. M&O-gevoelige regelingen worden met een zekere regelmaat geëvalueerd.

Artikel 4.3.2 Verantwoording

Conform de Financiële verordening van de gemeente Elburg en de nota rechtmatigheidsverantwoording draagt het college zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van een aantal bedrijfsonderdelen op misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke regelingen. In het jaarlijkse Intern controleplan wordt die toetsing meegenomen.

Wanneer het college concludeert dat het M&O-beleid (op onderdelen) niet actueel is, en/of dat er geen M&O-beleid bestaat, of het M&O-beleid feitelijk niet wordt nageleefd, dan vermeldt het college dit in de paragraaf bedrijfsvoering.

Daadwerkelijke afwijkingen als gevolg van misbruik worden, voor zover deze niet het getrouwheidsaspect raken, betrokken bij het opstellen van de rechtmatigheidsverantwoording.

Hoofdstuk 5. Risicogebieden en intensiteit

Artikel 5  

M&O-beleid passen we toe bij regelingen waar een risico bestaat op misbruik en oneigenlijk gebruik. Afhankelijk van de misbruikgevoeligheid van een regeling wordt de intensiteit van de inzet van beheersmaatregelen bepaald.

In dit hoofdstuk beschrijven we de risicoprocessen waarop M&O-beleid van toepassing is. Daarbij benoemen en onderbouwen we de intensiteit van de inzet van het M&O-beleid. Bij een laag risico zijn weinig of geen aanvullende maatregelen nodig en volstaat het basis M&O-beleid. Bij een regeling met een hoger risico wordt het specifieke M&O-beleid en de te nemen maatregelen strenger om zo het restrisico te verminderen.

Paragraaf 5.1 Intensiteit van M&O beleid

Artikel 5.1  

De intensiteit van het M&O-beleid bestaat uit drie categorieën:

Artikel 5.1.1 Streng M&O-beleid

Bij streng M&O-beleid volstaan reguliere maatregelen op het gebied van de AO/IC niet. Reguliere maatregelen zijn bijvoorbeeld het aanbrengen van functiescheidingen binnen processen en het uitvoeren van periodieke interne controles.

 

Voor regelingen die vallen onder streng beleid zijn ter bestrijding van het risico van M&O specifieke en aanvullende (controle)maatregelen noodzakelijk. Enerzijds gaat het om maatregelen in de preventieve en voorwaardenscheppende sfeer, zoals een aanvrager van een voorziening verplichten mee te werken aan het toetsen van aangeleverde gegevens. Anderzijds betreft het maatregelen in de repressieve sfeer, zoals het frequenter uitvoeren van steekproeven en strikter handhaven.

Artikel 5.1.2 Gematigd M&O-beleid

Er is sprake van gematigd M&O-beleid als enige waakzaamheid bij een regeling geboden is. Gematigd beleid leidt tot het nemen van aanvullende maatregelen in de preventieve en voorwaardenscheppende sfeer. Voorbeelden zijn actieve en begrijpelijke voorlichting en het (extra) kritisch beoordelen van de onderbouwing van informatie die door een aanvrager is aangeleverd.

Artikel 5.1.3 Basis M&O-beleid

Wanneer sprake is van basis M&O-beleid zijn geen aanvullende maatregelen noodzakelijk ter bestrijding van risico’s inzake M&O. Incidentele controle op misbruik en oneigenlijk gebruik kan plaatsvinden.

Paragraaf 5.2 Risicogebieden

Artikel 5.2  

Regelingen waarbij de informatie van andere partijen bepalend is voor het verlenen en vaststellen van de (hoogte van) voorzieningen, subsidies, heffingen, belastingen en vergunningen zijn gevoelig voor misbruik en oneigenlijk gebruik.

In Elburg is een aantal aandachtsgebieden of processen op basis van de geschetste interne en externe risicofactoren aangemerkt als M&O-gevoelig. Dat wil zeggen dat het voorkomen van M&O specifiek op dat gebied van belang wordt geacht. Het betreft regelingen waarbij derden een aanmerkelijk (financieel) belang hebben en waarbij de gemeente in grote mate afhankelijk is van door diezelfde derden verstrekte gegevens. Het betreft zeven aandachtsgebieden die hierna besproken worden:

Artikel 5.2.1 Verstrekken van uitkeringen (streng M&O beleid)

De meeste inkomensoverdrachten in het kader van werk en inkomen (Participatiewet, Besluit bijstandverlening zelfstandigen, minima-regelingen en schulddienstverlening) vormen feitelijk een open-einde-regeling. Indien de cliënt aan de voorwaarden voldoet, is de gemeente gehouden een uitkering te verschaffen. Gezien de sterke persoonlijke belangen van iemand die een uitkering aanvraagt, is het risico van onbetrouwbare gegevensverstrekking aanwezig. Daarbij komt dat de betrouwbaarheid van de gegevens van de cliënt bepalend is voor het verdere proces en het vaststellen van het recht op en de hoogte en duur van inkomenscompensatie.

Artikel 5.2.2 Verstrekken voorzieningen WMO en JW (streng M&O beleid)

In het kader van de Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet verstrekt de gemeente, indien de cliënt aan bepaalde voorwaarden voldoet, individuele voorzieningen. Ook huisartsen, zorgspecialisten en gecertificeerde instellingen mogen voorzieningen verstrekken die de gemeente vervolgens betaalt. Zoals ook bij inkomensoverdrachten het geval is, betreft het verstrekken van deze voorzieningen een open-einde-regeling. De informatieverstrekking door de belanghebbende is van belang voor het vaststellen van recht, hoogte en duur van de voorziening. Tevens is de gemeente afhankelijk van informatie van zorgaanbieders over door hen geleverde zorg. De taken met betrekking tot de uitvoering van de jeugdwet zijn grotendeels ondergebracht bij Meerinzicht. Alles overziend, zijn er voldoende redenen om een streng M&O-beleid te voeren. Dit laat onverlet dat er vanuit de gemeente wordt gewerkt vanuit de gedachte dat de klant centraal staat en dat in dat verband ook steeds het gesprek en het overleg met mensen worden gevoerd. Dit overleg komt een adequate dienstverlening ten goede en is een aanvullende waarborg dat de juiste gegevens op tafel komen.

Artikel 5.2.3 Vergunningenverlening (streng M&O beleid)

Vergunningverlening heeft betrekking op wezenlijke overheidstaken en er spelen vaak grote publieke belangen met mogelijke (financiële en politiek-bestuurlijke) gevolgen. De aanvrager van een vergunning kan gelet op de grote afhankelijkheid van de gemeente bij het al dan niet verkrijgen van een vergunning baat hebben bij het verstrekken van onjuiste informatie. In de praktijk vindt (ambtelijk) overleg met aanvragers en overtreders plaats. Dat is niet alleen een waardevol communicatiemoment met inwoners en bedrijven/instellingen, maar ook een belangrijk middel om te waarborgen dat de juiste informatie op tafel komt en onnodige controles en mogelijke sancties worden voorkomen.

De sterke afhankelijkheid die een aanvrager heeft ten opzichte van de gemeente voor het verkrijgen van een vergunning leidt tot risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik. Immers een aanvrager kan baat hebben bij het verstrekken van onjuiste informatie of het beïnvloeden van de ambtenaar die de aanvraag beoordeelt. Dit leidt tot het voeren van streng M&O-beleid voor vergunningverlening.

Artikel 5.2.4 Verstrekken subsidies (streng – gematigd M&O beleid)

In beginsel worden subsidies alleen verstrekt op basis van de geldende subsidieverordening(en). Bij het verstrekken van subsidies is de gemeente grotendeels afhankelijk van de betrouwbaarheid van de door instellingen verstrekte gegevens. Gezien het aanmerkelijk financiële belang dat veelal met subsidieverlening is gemoeid, wordt een gematigd tot streng M&O-beleid gevoerd. Dit is mede afhankelijk van de hoogte van de subsidie.

Artikel 5.2.5 Inkoop een aanbesteding (gematigd M&O beleid)

Met inkoop en aanbesteding kan een aanmerkelijk financieel belang gemoeid zijn. Wet- en regelgeving, alsmede gemeentelijke inkoopbeleid bevatten al de nodige waarborgen op het gebied van misbruik en oneigenlijk gebruik. Reeds van toepassing zijnde interne controles op transacties zijn eveneens een waarborg dat deze juist en volledig zijn. Ook interne budget- en functiescheidingen zijn van toepassing.

Artikel 5.2.6 Belastinginkomsten (gematigd M&O beleid)

De belangrijkste belastingen die de gemeente heft zijn OZB, afvalstoffen- en rioolheffing. De gemeente heft belastingen op basis van objectieve gegevens die bijvoorbeeld via bevolkingsregister, kadaster en taxateurs worden aangereikt. Daarnaast is de interne controle op belastinginkomsten goed te organiseren, waarbij het aanbrengen van voldoende functiescheidingen van belang is. Het nemen van aanvullende maatregelen op het gebied van M&O lijkt voor belastingeninkomsten niet nodig.

Toch is er een onderdeel van belastingen waarbij de gemeente afhankelijk is van informatie van niet geheel onafhankelijke derden. Een voorbeeld hiervan is de toeristenbelasting en havengelden. Het is voor de gemeente lastig te toetsen hoeveel mensen daadwerkelijk op een camping of park in Elburg hebben overnacht. Derhalve is op het gebied van belastinginkomsten een gematigd M&O beleid van toepassing.

Artikel 5.2.7 Integriteit van relaties (gematigd M&O beleid)

De integriteit van medewerkers en bestuurders in de contacten met belanghebbenden is een punt van aandacht in het M&O-beleid. Het integriteitbeleid en de gedragscodes zijn behulpzaam bij het voorkomen van integriteitschendingen en biedt handvatten voor medewerkers in de omgang en samenwerking met relaties van de gemeente. In Elburg is gekozen voor gematigd M&O-beleid inzake integriteit. In de preventieve sfeer zijn noodzakelijke maatregelen genomen en in de organisatie ingebed. Vanwege de impact van integriteitschendingen wordt echter niet overgegaan tot basisbeleid.

Artikel 5.2.8 Inburgering (basis M&O beleid)

Het doel van de Wet inburgering 2021 is dat inburgeringsplichtigen zo snel mogelijk meedoen in Nederland. Inburgeringsplichtigen moeten zo snel als mogelijk de taal leren, richting werk worden geactiveerd en volwaardig aan de Nederlandse samenleving gaan deelnemen. Gemeenten hebben de regie over de uitvoering van de inburgering en hebben de wettelijke plicht om ervoor zorg te dragen dat er aan de inburgeringsplichtige asielstatushouder tijdig een inburgeringsaanbod wordt gedaan. En dat ze daarnaast zo snel mogelijk werk vinden. Het is mogelijk dat er onjuiste gegevens worden verstrekt en/of ingevoerd. Een andere risico is dat om een certificaat wordt afgegeven zonder dat aan een inburgeringsprogramma is deelgenomen. Gezien het geringe aantal inburgeringsplichtigen in de gemeente Elburg, is er veelal sprake van direct contact en toezicht. Daarom is een basis M&O beleid van toepassing.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 6.1 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze nota treedt in werking op 1 januari 2023.

2. Deze nota wordt aangehaald als: Nota voorkomen en bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruikElburg2023.

 

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Elburg in de vergadering van 18 december 2023.

De voorzitter, ir. J.N. Rozendaal

De griffier, mr. D.H.A.A. Kassing