Organisatie | Elburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening delen van informatie onder geheimhouding |
Citeertitel | Verordening delen van informatie onder geheimhouding |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting Verordening delen van informatie onder |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-12-2023 | nieuwe regeling | 18-12-2023 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
Commissie: een commissie waarin raadsleden zitting hebben en die is ingesteld door de gemeenteraad op basis van artikel 82 Gemeentewet of een op grond van artikel 83 Gemeentewet ingestelde bestuurscommissie waaraan bevoegdheden van de gemeenteraad zijn overgedragen of een op grond van artikel 84 Gemeentewet ingestelde ‘overige’ adviescommissie(s);
Artikel 2 Delen geheime informatie door raad met de commissie
De gemeenteraad deelt informatie vanuit het college of de burgemeester waar geheimhouding op ligt zo veel mogelijk met de leden van een commissie. Ten aanzien van de raadscommissies geldt dit voor alle informatie die aan de gemeenteraad is verstrekt en voor de leden van de bestuurscommissie en de overige commissie voor informatie die relevant is voor de werkzaamheden waar die commissies mee zijn belast.
Artikel 4 Delegatie besluit aanvraag beschikbaar stellen publieke informatie
De raad delegeert aan het college zijn bevoegdheid te besluiten op aanvragen gedaan op basis van artikel 4.1 van de Woo om publieke informatie beschikbaar te stellen. Deze delegatie geldt voor alle publieke informatie die onder verantwoording berust van de raad of commissie, inclusief de informatie waar geheimhouding op rust.
Artikel 5 Termijn geheimhouding
Bij het opheffen van de geheimhouding, welke is opgelegd op basis van artikel 87 Gemeentewet, en is gedeeld met de gemeenteraad, heft de gemeenteraad de geheimhouding niet eerder op dan nadat het college of de burgemeester in staat is gesteld binnen een redelijke termijn een zienswijze in te dienen.