Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerlen

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Heerlen houdende regels omtrent de afvoer van hemelwater gemeente Heerlen (hemelwaterverordening gemeente Heerlen 2023)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerlen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Heerlen houdende regels omtrent de afvoer van hemelwater gemeente Heerlen (hemelwaterverordening gemeente Heerlen 2023)
CiteertitelHemelwaterverordening Heerlen 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpNatuur en milieu

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

nieuwe regeling

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 10.32a van de Wet milieubeheer

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-12-2023nieuwe regeling

20-12-2023

gmb-2023-550276

OBM-23000249

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Heerlen houdende regels omtrent de afvoer van hemelwater gemeente Heerlen (hemelwaterverordening gemeente Heerlen 2023)

 

 

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1 Definities

In de verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Afkoppelen: het scheiden van vuilwater en regenwater waardoor het rioolstelsel en de rioolwaterzuivering niet onnodig worden belast met regenwater en overstorten op het oppervlaktewater afnemen.

  • b.

    Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties anders dan een schip dat wordt gebruikt voor verblijf van personen en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart.

  • c.

    College: het college van burgemeester en wethouders van Gemeente Heerlen.

  • d.

    Gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

  • e.

    Gemengd riool: de openbare riolering voor de inzameling en transport van zowel afvalwater als hemel en/of grondwater.

  • f.

    GRP: Gemeentelijk Rioleringsplan c.q. Watertakenplan.

  • g.

    Half verharding: onsamenhangend materiaal dat meer draagkracht levert dan de originele grond. Voorbeelden van half verhardingsmaterialen zijn grind, gebroken puin (menggranulaat) en gebroken natuursteen.

  • h.

    Hemelwatervoorziening: infiltratie- of bergingsvoorziening voor uitsluitend de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater, niet zijnde een openbaar vuilwaterriool in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast;

  • i.

    Infiltratie: het proces waarbij hemelwater wegzakt in de bodem.

  • j.

    j K-waarde: doorlatendheid van de bodem.

  • k.

    m-mv : meter beneden maaiveld.

  • l.

    Regenwaterriool of hemelwaterriool: de openbare riolering voor de inzameling, transport en verwerking van uitsluitend afvloeiend hemelwater, grondwater, of een menging van hemel en grondwater.

  • m.

    Ruimtelijk initiatief: Elke (bouw)werk, aanbouw, verbouw, gebiedsontwikkeling, aanleg, herinrichting van particulier, bedrijf, instelling of overheid.

  • n.

    (nieuw) verhard oppervlak: verharding van daken en bestrating, niet zijnde half verharding. Bij de bepaling van de oppervlakte van het verhard oppervlak wordt gemeten door middel van projectie in het horizontale vlak. Bestaand verhard oppervlak dat niet wordt gewijzigd wordt niet meegerekend als (nieuw)verhard oppervlak. Alleen het nieuw te realiseren en vervangend verhard oppervlak wordt meegerekend. Wanneer er sprake is van (gedeeltelijke) sloop en nieuwbouw wordt het totale nieuw te realiseren verhard oppervlak gerekend als verhard oppervlak en niet alleen de uitbreiding. Renovatie van daken valt niet onder nieuw / vervangend verhard oppervlak.

  • o.

    Vuilwaterriool: de openbare riolering voor de inzameling en transport van uitsluitend afvalwater, dus géén hemelwater en / of grondwater.

  • p.

    Watertoets: een watertoets is een instrument dat waterhuishoudkundige belangen laat meewegen bij het opstellen van ruimtelijke plannen en besluiten. De watertoets is sinds 2003 verplicht bij bepaalde ruimtelijke ingrepen die een significant effect hebben op de waterhuishouding. De watertoets omvat een infiltratieonderzoek gecombineerd met de dimensionering van het hemelwatersysteem. De watertoets dient door de gemeente en het waterschap beoordeeld en goedgekeurd te worden.

 

Paragraaf 2 afkoppelen

 

Artikel 2 Verplichting tot waterberging algemeen

  • 1.

    Met het oog op het beperken van wateroverlast wordt in het gehele grondgebied van de gemeente Heerlen geen hemelwater vanaf nieuwe ruimtelijke initiatieven in een openbaar riool geloosd, tenzij een hemelwatervoorziening is aangebracht en in stand wordt gehouden.

  • 2.

    Ruimtelijke initiatieven waarbij sprake is van nieuw en /of vervangend aangebracht verhard oppervlak kleiner of gelijk aan 100 m2 vallen buiten deze verplichting.

  • 3.

    Ruimtelijke initiatieven waarbij sprake is van nieuw en /of vervangend aangebracht verhard oppervlak groter dan 100 m2, maar kleiner of gelijk aan 200 m2 moeten het hemelwater gescheiden aanbieden ter plaatse van de erfgrens.

  • 4.

    Voor ruimtelijke initiatieven waarbij sprake is van nieuw en /of vervangend aangebracht verhard oppervlak groter dan 200 m2 wordt de voorkeurstabel afkoppelen Provincie Limburg gehanteerd:

  • 1.

    hergebruik;

  • 2.

    infiltratie;

  • 3.

    gescheiden aanbieden middels berging en een vertraagde afvoer

  • 5.

    Het hemelwater dient binnen de grenzen van het plangebied /projectgebied / bouwperceel verwerkt te worden.

  • 6.

    Voor de maatgevende bui waarop de hemelwatervoorziening gedimensioneerd moet worden gelden de volgende uitgangspunten:

    • a.

      Voor indirecte lozingen op het oppervlaktewater wordt door het bevoegd gezag dezelfde normen gehanteerd als de normen die Waterschap Limburg hanteert op grond van de Keur en de “beleidsregel van het dagelijks bestuur van Waterschap Limburg hou-dende regels van de keur Beleidsregels Keur waterschap Limburg 2019 deel 1” (hoofdstuk 10) of diens rechtsopvolgers;

    • b.

      Voor lozingen op een gemengd riool is het Watertakenplan 2020 - 2024 of diens rechtsopvolger van toepassing.

  • 7.

    De hemelwatervoorziening moet worden voorzien van een bodempas-sage, tenzij er geen uitlogende materialen worden toegepast.

  • 8.

    De hemelwatervoorziening mag worden voorzien van een noodoverlaat / aansluiting die, conform onderstaande verplichte voorkeursvolgorde, aangesloten wordt op:

  • 1.

    Het oppervlaktewatersysteem;

  • 2.

    Regenwaterriool;

  • 3.

    Gemengd riool;

  • 4.

    Aansluiting op vuilwaterriool is niet toegestaan.

  • 9.

    Voor een aansluiting op de riolering is een aansluitvergunning noodzakelijk.

 

Artikel 3 Onderzoek

  • 1.

    Uitvoering van een infiltratieonderzoek naar de doorlatendheid van de bodem is verplicht bij initiatieven met nieuw en / of vervangend verhard oppervlak groter dan 200m2:

    • a.

      K-waarden dienen in het veld c.q. middels laboratoriumproeven gemeten te worden.

    • b.

      Het infiltratieonderzoek dient inzicht te geven in de laagopbouw en bijbehorende doorlatendheid van de bodem tot een diepte van 10,0 m-mv.

    • c.

      Het infiltratieonderzoek dient inzicht te geven in de grondwaterstand d.m.v. meting (peilbuis)

    • d.

      Het infiltratieonderzoek dient uitgebreid te worden met een risico analyse ten aanzien van de na-ijlende effecten van de mijnbouw wanneer dit nodig wordt geacht conform de beslisbomen in bijlage 1.

 

Artikel 4 infiltratie

  • 1.

    Het aanbrengen van een infiltratievoorziening als hemelwatervoorziening is verplicht bij:

    • a.

      Een K-waarde groter of gelijk aan 0,1 m/dag, en

    • b.

      Een grondwaterstand dieper dan 1,20 m-mv.

  • 2.

    De leeglooptijd van de infiltratievoorziening bedraagt maximaal 24 uur bij een maatgevende bui van 35 mm. Bij een maatgevende bui van 80 mm bedraagt de leeglooptijd maximaal 48 uur.

  • 3.

    Infiltratie is niet toegestaan:

    • a.

      In grondwater onttrekkingsgebieden

    • b.

      In grondwater beschermingsgebieden

    • c.

      Dieper dan 10 m-mv

    • d.

      Op locaties met (ernstige) bodemverontreiniging

    • e.

      Op locaties waar mijnsteenlagen aanwezig zijn, tenzij deze laag ter plaatse van de infiltratievoorziening in zijn geheel verwijderd wordt.

    • f.

      Op locaties waar infiltratie een negatief effect kan hebben op de na-ijlende effecten van mijnbouw conform de beslisbomen in bijlage 1.

 

Artikel 5 Bergen en vertraagd afvoeren

  • 1.

    Bergen en vertraagd afvoeren is toegestaan bij:

    • a.

      Een K-waarde kleiner dan 0,1 m/dag en/of

    • b.

      Een grondwaterstand hoger dan 1,20 m-mv.

    • c.

      Locaties genoemd in artikel 4 lid 3.

  • 2.

    Bij bergen en vertraagd afvoeren gelden de volgende lozingseisen:

    • a.

      Bij verharde oppervlakten kleiner dan 1000m2: geknepen afvoer middels een debietbegrenzer met een maximaal debiet van 3,6 m3/uur.

    • b.

      Bij verharde oppervlakten groter of gelijk aan 1000m2: geknepen afvoer middels een debietbegrenzer met een maximaal debiet van 10 l/sec/ha.

    • c.

      Er zal door het bevoegd gezag een modelmatige toetsing plaatsvinden van het gemeentelijk rioolstelsel bij initiatieven met een verhard oppervlakte groter of gelijk aan 50.000m2. Het bevoegd gezag kan maatwerkvoorschriften opleggen dan wel kosten voor de aanpassing aan het gemeentelijk rioolstelsel op basis van werkelijk gemaakte kosten in rekening brengen bij de initiatiefnemer.

 

Artikel 6 Maatwerkvoorschrift

  • 1.

    Het bevoegd gezag kan maatwerkvoorschriften stellen over de inrichting en het beheer van de hemelwatervoorziening.

  • 2.

    Het college kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de verplichting om een hemelwatervoorziening aan te brengen, voor zover het aanbrengen van de hemelwatervoorziening redelijkerwijs niet mogelijk is.

 

Paragraaf 3 Overige bepalingen

 

Artikel 7 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen of groep van personen.

 

Artikel 8 Overgangsrecht

Artikel 2 t/m 6 is niet van toepassing op (principe)verzoeken om wijziging van het bestemmingsplan of aanvragen om omgevingsvergunning die zijn ingediend voor de formele inwerkingtreding van deze verordening en waarbij schriftelijk door het college expliciet instemming is gegeven over de voorwaarden inzake waterberging, infiltratie en/of afvoeren van hemelwater, gedurende de termijn waarvoor de principemedewerking is afgegeven, met een maximum van 1 jaar.

 

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking overeenkomstig de Wet elektronische publicaties.

 

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Hemelwaterverordening gemeente Heerlen 2023”.

 

 

Aldus besloten tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad van de gemeente Heerlen van 20 december 2023.

voorzitter,

drs. R. Wever

griffier,

drs. T.W. Zwemmer

Toelichting

 

Artikel 2

 

Lid 1

Via de regel om bij nieuwe ruimtelijke initiatieven te voorzien in een hemelwatervoorziening, wordt hemelwater langer vastgehouden op eigen terrein. Op die manier wordt de belasting op de openbare riolering geleidelijk aan teruggebracht.

 

Lid 2

Kleine initiatieven, kleiner of gelijk aan 100 m2 worden vrijgesteld van de watertoets. Kosten die gemaakt moeten worden voor het doorlopen van de procedure, het uitvoeren van een infiltratieonderzoek en de aanlegkosten van een hemelwatersysteem staan niet in verhouding tot de overige bouwkosten van het ruimtelijk plan. Vaak betreft het hier ook vergunningsvrije bouwwerken waardoor de aanleg van een hemelwater-systeem moeilijk controleerbaar en handhaafbaar is.

 

Lid 3

Ruimtelijke initiatieven groter dan 100 m2 maar kleiner of gelijk aan 200 m2 betreffen voornamelijk kleinschalige (particuliere) bouwprojecten. Het benodigd ruimtegebruik voor de verwerking van hemelwater in combinatie met relatief kleinere kavels zal er toe leiden dat infiltratievoorzieningen te dicht op (bestaande) bebouwing worden aangebracht. Dit zal vervolgens resulteren in een toename van wateroverlast en vochtproblemen in kelders en kruipruimten.

De infiltratievoorzieningen zullen vervolgens zonder medeweten van de gemeente worden ontmanteld. Dit heeft vervolgens een negatief effect op verdroging en op de piekbelasting van het rioolsysteem.

 

Vandaar dat er wordt gekozen om dergelijke kleine ruimtelijke initiatieven te ontzorgen. De initiatiefnemer dient het hemelwater gescheiden aan te bieden op de erfgrens. Het gescheiden aanbieden van hemelwater houdt in dat er twee buizen worden aangebracht. Één buis voor de afvoer van vuilwater (douche, wc, keuken) en één aparte buis voor de afvoer van hemelwater.

 

Lid 4

Ruimtelijke initiatieven groter dan 200 m2 zijn dermate van omvang dat een watertoets procedure doorlopen moet worden.

Om er zorg voor te dragen dat er voldoende ruimte wordt gereserveerd voor de verwerking van hemelwater is het noodzakelijk dat de watertoets in een vroeg stadium wordt uitgevoerd.

Hierbij wordt de voorkeurstabel afkoppelen van de provincie aangehouden.

 

Lid 5

Het geniet de voorkeur om het hemelwater te verwerken op de plek daar waar het valt.

 

Lid 6

Wanneer hemelwater rechtstreeks wordt geloosd op het oppervlaktewater is er sprake van een directe lozing en is Waterschap Limburg bevoegd gezag.

 

Wanneer het regenwater via een regenwaterriool, greppel e.d. wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater is er sprake van een indirecte lozing op het oppervlaktewater. De gemeente is dan bevoegd gezag. De maatgevende bui bedraagt in dergelijke gevallen momenteel 80mm in 2 uur. Deze norm is opgenomen in “Beleidsregel van het dagelijks bestuur van waterschap Limburg houdende regels van de Keur Beleidsregels Keur Waterschap Limburg deel 1” (hoofdstuk 10). Wanneer deze maatgevende bui door het waterschap wordt aangepast, zal deze conform vastgesteld beleid van het waterschap worden overgenomen.

 

Een capaciteit van 80 mm (80 liter per m2) betekent voor een perceel met een totaal verhard oppervlak van bijvoorbeeld 1000 m² (horizontaal gemeten) moet worden voorzien van een hemelwatervoorziening met een totale capaciteit van 1000 maal 80 liter, dit is 80.000 liter of 80 m³.

 

Wanneer er sprake is van een lozing op een gemengd stelsel is de gemeente het bevoegd gezag. De norm voor de maatgevende bui betreft momenteel 35 mm in 45 minuten met een doorkijk naar een bui van 45 mm in 30 minuten. Wanneer de norm voor deze maatgevende bui door de gemeente in het toekomstige Watertakenplan of diens opvolger wordt aangepast, zal deze conform vastgesteld beleid van de gemeente worden overgenomen.

 

Lid 7

Om verontreiniging van de bodem te voorkomen zal het hemelwater nagezuiverd moeten worden door een bodempassage, dan wel mogen er geen uitlogende materialen worden verwerkt.

 

Lid 8

Een hemelwatersysteem moet worden voorzien van een noodoverlaat / aansluiting tenzij aangetoond wordt dat bij volledige benutting van het systeem geen hinder/overlast ontstaat.

 

Lid 9

Bij extreme neerslag, die de verplichte waterbergingscapaciteit in het betreffende werkingsgebied te boven gaat, kan gebruik worden gemaakt van de gemeentelijke voorzieningen voor inzameling en transport van afvalwater. Bij voorkeur wordt het overtollige regenwater dan geloosd in het openbare hemelwaterstelsel. Het 8e lid maakt duidelijk dat de waterberging niet bedoeld is om alle mogelijke regenbuien op te vangen. De gemeente zorgt voor openbare voorzieningen als noodoverloop. Dit artikellid geeft invulling aan de wettelijke zorgplicht die de gemeente heeft voor het verwerken van hemelwater, als dat redelijkerwijs niet van de perceeleigenaar kan worden gevergd.

 

Artikel 3

 

Lid 1

Middels het doorlopen van een watertoets procedure wordt een duurzame verwerking van hemelwater binnen een ruimtelijk initiatief gewaarborgd.

 

De bodem in de regio Parkstad bestaat over het algemeen uit een toplaag, bestaande uit matig tot slecht doorlatende leem. Deze laag is enkele meters dik. Daaronder bevindt zich een goed doorlatende zand / grindlaag. Deze goed doorlatende laag is over het algemeen aanwezig binnen 10 m-mv. De grondwaterstand bevindt zich over het algemeen dieper dan 1,20 m-mv.

 

Om een goed inzicht te verkrijgen in de locatie specifieke omstandigheden is een infiltratieonderzoek noodzakelijk.

 

Ook dient er rekening gehouden te worden met eventuele na-ijlende effecten van de mijnbouw.

 

Artikel 4

 

Lid 1

Bij een k-waarde groter of gelijk aan 0,1 m/dag is de bodem matig doorlatend en wordt infiltratie mogelijk geacht en verplicht gesteld bij een grondwaterstand (GHG) dieper dan 1,20 m-mv.

 

Bij een K-waarde kleiner dan 0,1 m/dag is er sprake van een slecht doorlatende bodem en wordt bergen en vertraagd afvoeren toegestaan.

 

Bij het bepalen van de grenswaarde van de doorlatendheid is gebruik gemaakt van de classificatie zoals omschreven in het Cultuurtechnisch Vademecum, 2000:

 

K-waarde (m/dag)

Classificatie (*A)

<0,01

zeer slecht doorlatend

0,01-0,1

slecht doorlatend

0,1-0,5

matig doorlatend

0,5-1,0

vrij goed doorlatend

1,0-10

goed doorlatend

>10

zeer goed doorlatend

(*A) Classificatie k-waarde (m/d) (bron: Cultuurtechnisch Vademecum, 2000)

 

Lid 2

Afhankelijk van de maatgevende bui dient de hemelwatervoorziening binnen 24 uur c.q. 48 uur weer beschikbaar te zijn, zodat een opeenvolgende maatgevende regenbui wederom geborgen kan worden in de hemelwatervoorziening.

 

Lid 3

In sommige gevallen kan infiltratie van hemelwater negatieve effecten hebben op de omgeving. In dergelijke situaties is infiltratie van hemelwater niet gewenst.

 

Artikel 5

 

Lid 1 en 2

Bij een k-waarde kleiner 0,1 m/d en/of een grondwaterstand ondieper dan 1,20 m-mv wordt infiltratie niet meer als mogelijkheid gezien. Bergen en vertraagd afvoeren is dan toegestaan.

 

Om overbelasting van het oppervlaktewatersysteem en het rioolsysteem te voorkomen zijn er voorschriften opgenomen ten aanzien van maximale lozingsdebieten bij een vertraagde afvoer.

 

Om in de praktijk invulling te geven aan vertraagde afvoer bij kleine ruimtelijke initiatieven is er voor gekozen om de initiatieven tot 1.000m2 te voorzien van een knijpconstructie met een maximum debiet van 3,6 m3/uur.

 

Artikel 6

 

Lid 1

Het bevoegd gezag kan een maatwerkvoorschrift stellen over de inrichting en het beheer van een hemelwatervoorziening. Bij beheermaatregelen valt te denken aan bijvoorbeeld de manier van onderhouden van afvoerleidingen of infiltratiekratten, deze kunnen verstopt raken. Met een maatwerkvoorschrift kan de gemeente specifieke voorschriften geven over de inrichting en het beheer van een hemelwatervoorziening in concrete situaties. Het maatwerkvoorschrift is een besluit waartegen rechtsbescherming open staat.

 

Lid 2

Er zijn situaties denkbaar waarin het realiseren van de voorgeschreven hemelwatervoorziening erg lastig is, of zelfs onmogelijk is. Bijvoorbeeld ter plaatse van archeologisch waardevolle plekken. Een initiatiefnemer kan, in dit soort gevallen, een omgevingsvergunning aanvragen om geen hemelwatervoorziening aan te hoeven leggen. Dit is in lijn met de opdracht in art. 10.32a lid 2 Wm om geen lozingsverbod in te stellen als van de perceeleigenaar redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer kan worden gevergd.

 

Artikel 7

In artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt aangegeven dat onder toezichthouder wordt verstaan: een natuurlijk persoon, die bij of krachtens een wettelijk voorschrift is belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Een persoon die aangewezen is als toezichthouder beschikt in beginsel over alle in afdeling 5.2 van de Awb opgenomen bevoegdheden.

 

Artikel 8

Ruimtelijke initiatieven kennen vaak een lange doorlooptijd. Een overgangsregeling is daarom van belang om duidelijkheid en rechtszekerheid te bieden aan initiatiefnemers en belanghebbenden. (Principe)verzoeken om wijziging van het bestemmingsplan of aanvragen om omgevingsvergunning die worden ingediend voor de formele inwerkingtreding van de verordening en waarbij schriftelijk door het college expliciet instemming is gegeven over de voorwaarden inzake waterberging, infiltratie en / of afvoeren van hemelwater, hoeven niet te voldoen aan de eisen zoals opgenomen in artikel 2 t/m 6.

Dit geldt alleen voor de termijn waarvoor de principe medewerking is afgegeven, met een maximum van één jaar vanaf de datum van de schriftelijke mededeling door het college.

 

Bijlage 1: Na-ijleffecten mijnbouw

 

Infiltratie van hemelwater kan een negatief effect hebben op de na-ijlende effecten van de mijnbouw.

 

Om schade aan kwetsbare objecten of infrastructuur te voorkomen is het raadzaam om onder bepaalde omstandigheden geen infiltratie van hemelwater toe te passen.

 

In onderstaande beslisbomen is de afweging, of en wanneer infiltratie mogelijk is, schematisch weergegeven.

 

Daarbij wordt onder ondiepe infiltratie verstaan, het infiltreren van hemelwater via de onverzadigde zone in de bovengrond (tot 5 meter beneden maaiveld).

 

Diepte infiltratie is infiltratie, via bijvoorbeeld grindpalen of boringen, tot in de watervoerende laag in de ondergrond (vanaf 5,0 meter tot maximaal 10 meter beneden maaiveld).

 

In de beslisbomen wordt gesproken over:

- EK1 en EK2 zones;

- Invloedgebieden van industriële schachten;

- Kritische mijngangen;

- Mijndrempels.

 

Bovengenoemde zones en objecten zijn te raadplegen via de website: https://www.heerlen.nl/rioolaansluiting-aanvragen.html

 

Nadere uitleg over deze zones en objecten is te vinden in de rapportage in bijlage 2: na-ijlende effecten steenkoolwinning, onderzoek effecten en advies infiltratie d.d. 4 oktober 2023.

 

De invloed van infiltratie van hemelwater op de na-ijleffecten van de mijnbouw is zeer specialistische materie. Mocht u hulp of advies nodig hebben dan kunt u contact opnemen met de gemeente Heerlen, discipline water en riool 045-5605040.

 

Algemeen:

 

Ondiepe infiltratie

 

NB: Wanneer de grondwaterstand zich binnen 5 meter beneden maaiveld bevindt, wordt geadviseerd om een risicoanalyse uit te laten voeren door een gespecialiseerd bedrijf.

 

Diepte infiltratie: