Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bergen op Zoom

Besluit van de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom inhoudende Mandaatbesluit Omgevingswet

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBergen op Zoom
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom inhoudende Mandaatbesluit Omgevingswet
Citeertitelmandaatbesluit Omgevingswet
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

12-12-2023

gmb-2023-549941

BW23-00762

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom inhoudende Mandaatbesluit Omgevingswet

 

 

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Bergen op Zoom, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft,

 

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en Afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht

(Awb);

 

Overwegende dat het uit het oogpunt van doelmatigheid, efficiency en een betere dienstverlening aan de burgers wenselijk is daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden van het college op te dragen aan het college ondergeschikte ambtenaren of aan anderen;

 

 

besluiten:

 

 

 

onverminderd het bepaalde in

de Regeling budgethouderschap gemeente Bergen op Zoom;

 

I. De uitoefening van de bevoegdheden die staan vermeld in de bij dit besluit behorende lijst met mandaten te verlenen aan de daarin genoemde functionarissen onder de daarbij vermelde specifieke bepalingen.

 

II. Ten aanzien van de uitoefening van de onder punt III van dit besluit bedoelde mandaten een aantal hieronder volgende algemene bepalingen vast te stellen;

 

III. Te bepalen dat dit besluit op 1 januari 2024 in werking treedt.

 

 

 

 

Bergen op Zoom, 12 december 2023

Het college van burgemeester en wethouders,

secretaris

Mr. drs. ing. M. van Vliet,

Locoburgemeester

D.P.E. Hopmans MSc.

Algemene bepalingen

 

Grenzen aan mandaat

1. Bij de verlening van mandaat houdt het college van burgemeester en wethouders in zijn algemeenheid rekening met de volgende uitgangspunten:

a. er moet sprake zijn van efficiëntie en tijdwinst;

b. besluiten dienen binnen daartoe bestemde budgetten te vallen;

c. de bevoegdheden in het kader van het budgethouderschap dienen in acht te worden

genomen.

 

2. Van mandaat mag geen gebruik worden gemaakt, indien:

a. het betreft bestuurlijk/politiek gevoelige zaken;

b. het besluit leidt tot afwijking van of aanvulling op het dan toe gevoerde beleid;

c. het besluit niet past binnen de daartoe bestemde budgetten of uit het besluit niet voorziene

financiële consequenties kunnen voortvloeien;

d. de betrokken portefeuillehouder, de burgemeester of algemeen directeur dit kenbaar heeft

gemaakt;

e. bij betrokkenheid van meerdere afdelingen één van de afdelingen over het te nemen

besluit een afwijkend of negatief advies heeft uitgebracht, danwel de budgethouder een

negatief advies heeft uitgebracht;

f. er persoonlijke betrokkenheid van de gemandateerde bij het te nemen besluit bestaat;

g. artikel 169, vierde lid van de Gemeentewet van toepassing is of indien de gemandateerde enige twijfel heeft of dit het geval is.

 

Reikwijdte mandaatverstrekking

Indien het college van burgemeester en wethouders mandaat verleent ten aanzien van de uitvoering van een bevoegdheid, geschiedt deze verlening in de ruimste zin van het woord. Naast het nemen van besluiten in positieve of negatieve zin wordt hieronder dan ook mede verstaan:

- het nemen van alle voorbereidingsbesluiten en het verrichten van alle voorbereidingshandelingen;

- het intrekken van besluiten (niet in kader van bestuurlijke handhaving tenzij uitdrukkelijk gemandateerd);

- het uitreiken van bewijs van ontvangst aanvragen etc.;

- het vaststellen van formulieren voor het indienen van aanvragen etc.

- verdagen en/of uitstellen;

- verzoeken om aanvullende informatie;

- verzoeken tot kosteloze advisering aan derden (politie, brandweer, nutsbedrijven, Kamer van Koophandel, Rijksdiensten etc.);

- verzoeken tot het betalen van legeskosten o.g.v. vastgestelde verordeningen;

- het voeren van correspondentie, die direct te maken heeft met de opgedragen taken;

- het verstrekken van inlichtingen over vastgesteld beleid;

- het stellen van nadere voorwaarden;

- het toekennen van bedragen in termijnen;

- het toekennen van voorschotten;

- het uitvoeren van selectie en gunning conform het inkoop en -aanbestedingsbeleid;

- het afleggen van verantwoording aan het rijk;

- het beslissen op verzoeken om schadevergoeding (zelfstandige en onzelfstandige schadebesluiten);

- het bekend maken van besluiten/beschikkingen, daar waar de verplichting daartoe in de wetgeving is opgenomen;

- het toezenden van besluiten/beschikkingen aan instanties, daar waar de verplichting daartoe in de wetgeving is opgenomen; en alle andere besluiten die genomen moeten worden en alle andere handelingen die moeten worden verricht binnen het kader van de uitvoering van de verleende bevoegdheid.

 

Ondertekening

Daar waar door het college van burgemeester en wethouders een bevoegdheid is verleend tot het nemen van een besluit, wordt tevens de bevoegdheid tot ondertekening verleend, voor zover dit niet wettelijk is uitgesloten. In de ondertekening dient tot uitdrukking te worden gebracht, dat het besluit is genomen krachtens mandaat. Hierbij wordt de volgende formulering aangehouden: Het college van burgemeester en wethouders, namens het college en dan de functie en naam van de gemandateerde.

 

Ondermandaat

Ondermandaat is toegestaan.

Ondermandatering geschiedt bij schriftelijk besluit.

Ondermandaten worden ter kennis van het college van burgemeester en wethouders gebracht.

De voorschriften die voor het mandaat gelden zijn onverminderd van toepassing op het ondermandaat. Daarnaast kunnen aan een ondermandaat extra voorschriften worden verbonden.

 

Afwezigheid gemandateerde

1. Ingeval van afwezigheid van de gemandateerde worden de verleende bevoegdheden uitgeoefend door hun plaatsvervangers of waarnemers.

2. Indien een bevoegdheid is uitgeoefend door een plaatsvervanger of waarnemer, dient dit in de ondertekening tot uitdrukking te worden gebracht door gebruikmaking van de woorden “plaatsvervangend” of “waarnemend’’, gevolgd door functie en eigen naam.

 

Rapportage

Rapportage aan het college van de onder mandaat of volmacht genomen besluiten vindt plaats overeenkomstig de door het college en eventueel per mandaat of volmacht te bepalen periode en wijze van verslaglegging.

 

 

MANDAATLIJST

 

Alle leden van het Directieteam

 

Omgevingswet

 

Omgevingsrecht algemeen procedureel

1. Uitvoeren van de coördinatieregeling als dit wettelijk is voorgeschreven of de bevoegde bestuursorganen een coördinatiebesluit hebben genomen als bedoeld in artikelen 3.22 tot en met 3.27 Awb.

2. Het verbinden van voorschriften aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.34 Ow.

3. Stellen termijn tijdelijke omgevingsvergunning of omgevingsvergunning voor seizoensgebonden of drijvend bouwwerk, artikelen 5.36 en 5.36a Omgevingswet (Ow).

4. Accepteren melding als een aangevraagde of verleende omgevingsvergunning zal gaan gelden voor een ander dan de aanvrager of de vergunninghouder als bedoeld in artikel 5.37, lid 2 Ow.

5. Bepalen dat omgevingsvergunning alleen geldt voor degene aan wie zij is verleend, artikel 5.37, lid 3 Ow.

6. Het ondertekenen van het bericht van ontvangst en mededeling over bevoegd gezag, procedure, beslistermijn en rechtsmiddelen als bedoeld in artikel 16.54, lid 3 en 4 Ow.

7. Het beslissen tot aanhouding aanvraag en het ondertekenen van de mededeling daarvan als bedoeld in artikel 16.61 Ow.

8. Het verlengen van de beslistermijn op een aanvraag om omgevingsvergunning (reguliere procedure) en kennisgeving daarvan als bedoeld in artikel 16.64, lid 2 en 3 Ow.

9. Verlengen beslistermijn (uitgebreide procedure), artikel 16.66, lid 3 Ow.

10. Het buiten toepassing laten van Afdeling 3.4 en artikel 3.44 Awb als bedoeld in artikel 16.68, onder a en c Ow.

11. Bepalen eerder in werking treden omgevingsvergunning vanwege spoedeisende omstandigheden, artikel 16.79, lid 5 Ow.

12. Bepalen dat de omgevingsvergunning na 4 weken in werking treedt als bedoeld in artikel 16.79, lid 3 Ow.

13. Het publiceren van ontwerpbesluiten, verstrekken en doorzenden van inlichtingen en gegevens en stukken als bedoeld in artikel 2.2 Ow en artikel 10.22a Omgevingsbesluit (Ob).

14. Het beslissen op c.q. afhandelen van vooroverleggen en conceptverzoeken om af te wijken van het omgevingsplan.

15. Het aanvragen van advies als bedoeld in de artikel 16.15 Ow.

16. Het nemen van beslissingen tot het niet-ontvankelijk verklaren van aanvragen omgevingsvergunning voor een omgevingsvergunningplichtige activiteit als bedoeld in artikel 5.1 Ow.

17. Het van toepassing verklaren van Afdeling 3.4 van de Awb in de gevallen als genoemd in artikel 16.65, lid 1, onder b en lid 4 Ow.

18. Het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten op aanvragen om omgevingsvergunning voor een omgevingsvergunningplichtige activiteit, indien en voor zover het advies van de Adviescommissie voor de bezwaarschriften wordt gevolgd en niet gehandeld wordt in strijd met het bepaalde in artikel 10:3, lid 3 Awb.

 

Omgevingsvergunningplichtige activiteit algemeen

19. Het beslissen op aanvragen omgevingsvergunning voor een omgevingsvergunningplichtige activiteit als opgenomen in artikelen 5.1, lid 1 en 2, 5.3 en 5.4 in samenhang met 4.4, lid 2 Ow, voor zover het college van Burgemeester en Wethouders voor deze activiteit bevoegd gezag is.

20. Het wijzigen en intrekken van een omgevingsvergunning voor een omgevingsvergunningplichtige activiteit als bedoeld de artikelen 5.39, 5.40 en 5.41 Ow.

21. Instemmen als de beslissing op een aanvraag om omgevingsvergunning ook instemming behoeft als bedoeld in artikel 4.20, lid 2 Ob.

 

Gebruiksactiviteiten

22. Het afhandelen van een melding als bedoeld in artikel 4.4, lid 1 Ow.

23. Het afhandelen van een gebruiksmelding als bedoeld in artikel 4.3, lid 1 en 4.4 Ow in samenhang met artikelen 6.6 en 6.7 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).

24. Het stellen van maatwerkvoorschriften bij een gebruiksmelding als bedoeld in de artikelen 4.3, lid 1 en 4.5 Ow in samenhang met artikel 6.5 van het Bbl.

 

Bouwen en slopen

25. Omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het bouwen van een bouwwerk en het in stand houden en gebruiken van het te bouwen bouwwerk, in overeenstemming met de in het omgevingsplan gestelde regels over het bouwen als bedoeld in artikel 5.1, lid 1, onder a Ow en artikel 22.26 tijdelijk deel omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 Invoeringsbesluit Omgevingswet (IbOw).

26. Omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het slopen van een bouwwerk, artikel 5.1, lid 1, onder a Ow Tijdelijk deel omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, lid 1, onder a Ow.

27. Omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, lid 2, onder a Ow en Paragraaf 2.3.2 Bbl.

28. De bevoegdheden genoemd in hoofdstuk 2 t/m 7 van het Bbl, hoofdstuk 2 t/m 7 Bbl.

29. Opvragen informatie over specifieke bouwwerkzaamheden als bedoeld in artikel 2.20 Bbl.

30. Het stellen van maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschrift aan bouw- en sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.5 van het Bbl.

31. Verbinden voorschriften aan omgevingsvergunning voor bouwactiviteit over uitgestelde aanvraagvereisten, artikel 8.3c Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).

32. Verlengen van in omgevingsvergunning voor bouwactiviteit gestelde termijn,.

33. Uitbrengen van advies over een aanvraag omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit, in het geval het college niet zelf bevoegd gezag is, artikel 4.20, lid 1, onder a Ob.

34. De acceptatie of weigering van de bouwmelding en de gereedmelding als bedoeld in artikelen 2.18 en 2.21 Bbl.

35. Het stellen van maatwerkvoorschriften bij een sloopmelding en wijzigen van voorwaarden als bedoeld in de artikelen 4.3, lid 1 en 4.4 Ow in samenhang met artikel 7.14 van het Bbl.

36. Het stellen van maatwerkvoorschriften voor geluidhinder en trillinghinder, artikelen 7.5, 7.17 en 7.38 Bbl.

37. Het afhandelen van een sloopmelding als bedoeld in artikelen 4.3, lid 1 en 4.4 Ow in samenhang met artikel 7.10 van het Bbl.

38. Het afwijken van de gestelde termijn voor het doen van een sloopmelding, artikel 7.10, lid 3 Bbl.

 

Aanleg

39. Omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het uitvoeren van een werk, niet zijnde een bouwwerk, of werkzaamheid, artikel 5.1, lid 1, onder a Ow en tijdelijk deel omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, lid 1, onder a Ow.

40. Omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het aanleggen van een weg of het verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, artikel 5.1, lid 1, onder a Ow en artikel 2:11 lid 1 APV (in samenhang met artikel 22.8 Ow en artikel 2.1a Ob).

41. Omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het maken van een uitweg naar de weg of het verandering brengen in een bestaande uitweg naar de weg, artikel 5.1, lid 1, onder a Ow en artikel 2:12 APV (in samenhang met artikel 22.8 Ow en artikel 2.1a Ob).

 

Milieu

42. Omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een milieubelastende activiteit, artikel 5.1, lid 1, onder a Ow en Paragraaf 22.3.26 tijdelijk deel omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 IbOw.

43. Omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit, artikel 5.1 lid 2 onder b Ow en Hoofdstuk 3 Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).

44. Bepalen best beschikbare technieken, artikel 8.10 Bkl.

45. Uitvoeren beoordelingen en verbinden voorschriften aan omgevingsvergunning voor milieubelastende activiteit, Paragraaf 8.5.1 Bkl en Paragraaf 8.5.2 Bkl.

46. Uitbrengen van advies over een aanvraag omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit en beslissen over instemming met de voorgenomen beslissing op die aanvraag, in het geval het college niet zelf bevoegd gezag is, artikel 4.20, lid 1, onder b Ob en artikel 4.20, lid 2, onder a Ob.

47. Beoordelen bij de voorbereiding van een omgevingsvergunning of sprake is van aanzienlijke milieueffecten en een milieueffectrapport moet worden gemaakt, artikel 16.43, lid 2 Ow.

 

Flora- en fauna

48. Omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit als bedoeld in artikel 5.1 lid 2 onder g Ow, voor zover het college van Burgemeester en Wethouders bevoegd gezag is, als bedoeld in artikel 5.12 Ow.

 

Natura 2000

49. Omgevingsvergunning voor een Nature 2000-activiteit als bedoeld in artikel 5.1 lid 1 onder e Ow, voor zover het college van Burgemeester en Wethouders bevoegd gezag is, als bedoeld in artikel 5.12 Ow.

 

Erfgoed

50. Omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit met betrekking tot een gemeentelijk monument of voorbeschermd gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 5.1, lid 1, onder a Ow en artikel 14 Erfgoedverordening (in samenhang met artikel 22.8 Ow en artikel 2.1a Ob).

51. Omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, artikel 5.1 lid 1 onder a Ow artikel 4.35, lid 2 Invoeringswet Omgevingswet (IwOw) (in samenhang met artikel 22.8 Ow en artikel 2.1a Ob).

52. Omgevingsvergunning voor een rijksmonumentenactiviteit, artikel 5.1, lid 1, onder b Ow.

53. Uitbrengen van advies over een aanvraag omgevingsvergunning voor een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument, in het geval het college niet zelf bevoegd gezag is, artikel 4.20, lid 1, onder c Ob.

 

Overig

54. Omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het opslaan van roerende zaken of het toestaan of gedogen van opslag van roerende zaken op of aan de weg, artikel 5.1, lid 1, onder a Ow en artikel 2:10, lid 3 APV (in samenhang met artikel 22.8 Ow en artikel 2.1a Ob).

55. Omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het vellen of doen vellen van een monumentale boom, artikel 5.1, lid 1, onder a Ow, artikel 5, lid 1 Houtopstandverordening (in samenhang met artikel 22.8 Ow en artikel 2.1a Ob).

56. Omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het maken of voeren van handelsreclame op of aan een onroerende zaak, artikel 5.1 lid 1 onder a Ow Artikel 4:15 APV (in samenhang met artikel 22.8 Ow en artikel 2.1a Ob).

57. Ambtshalve verlenen van een omgevingsvergunning ter vervanging van eerder verleende vergunningen (revisievergunning), artikel 5.43 Ow.

58. Omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit: - waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan; of - die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit), artikel 5.1, lid 1, onder a Ow.

59. Stellen van maatwerkvoorschriften of verbinden van voorschriften aan een omgevingsvergunning in afwijking van regels in het Besluit activiteiten leefomgeving of het omgevingsplan, als dat bij die regels is bepaald, Artikel 4.5 Ow Artikel 2.13 Bal.

60. Het stellen van maatwerkvoorschriften bij andere activiteiten dan de milieubelastende activiteit, artikel 4.5 Ow.

61. Het beslissen over een gelijkwaardige toepassing als bedoeld in artikel 4.7 Ow in samenhang met artikel 2.4 en 2.4 Bbl.

62. Het verlenen van een omgevingsvergunning indien en voor zover advies met instemming vereist is als bedoeld in artikelen 16.16 en 16.20 Ow.

63. Uitbrengen van advies over een aanvraag omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit en beslissen over instemming met de voorgenomen beslissing op die aanvraag, in het geval het college niet zelf bevoegd gezag is, artikel 4.20, lid 1, onder b Ob en artikel 4.20, lid 2, onder a Ob.

 

Geluid

64. Besluit over geluidwerende maatregelen aan gebouwen als bedoeld ter beperking van het geluid in het gebouw als bedoeld in artikel 2.43 Ow en artikel 3.52 t/m 3.54 Bkl.

 

Bodem

65. Het opleggen van een gedoogplicht nazorg bodem als bedoeld in artikel 10.13b Ow.

66. Het opleggen van een gedoogplicht verontreiniging bodem als bedoeld in artikel 10.21a Ow.

67. Opleggen van een verplichting aan de eigenaar of erfpachter tot het onmiddellijk treffen van tijdelijke beschermingsmaatregelen ten aanzien van verontreiniging op of in de bodem als bedoeld in artikel 19.9c van de Ow.

68. Het verhalen van kosten op de eigenaar of erfpachterdoor voor het treffen van beschermingsmaatregelen door derden als bedoeld in artikel 19.9d, eerste lid Ow.

69. Verbinden van een voorschrift aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.31 Tijdelijk deel omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder c, Ow in samenhang met afdeling 7.1 IwOw (bruidsschat omgevingsplan).

 

Tijdelijke deel omgevingsplan (bruidsschat)

70. Het beslissen op aanvragen omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit het te bouwen bouwwerk in stand te houden en te gebruiken als opgenomen in artikel 22.26 van de bruidsschat.

71. Het stellen van een maatwerkvoorschrift over de artikelen 22.44, 22.49 en 22.50 en de

paragrafen 22.3.2 tot en met 22.3.26, als bedoeld in artikel 22.45, lid 1 van de bruidsschat.

72. Het afwijken met een maatwerkvoorschrift van de artikelen 22.49 en 22.50 en de paragrafen 22.3.2 tot en met 22.3.26, als bedoeld in artikel 22.45, tweede lid van de bruidsschat.

73. De bevoegdheden genoemd in hoofdstuk 7 Omgevingsregeling en § 22.5.2 van het tijdelijk deel van het omgevingsplan (aanvraagvereisten omgevingsvergunning).

 

Kostenverhaal

74. Het uitdoen van een kostenverhaalsbeschikking als bedoeld in artikel 13.18 Ow.

75. Vaststellen van een eindafrekening van de kosten van een exploitatieplan dat deel uitmaakt van het tijdelijk omgevingsplan of dat als voorschrift verbonden aan een omgevingsvergunning geldt, artikel 13.14, lid 1, onderdeel e, onder 2° Ow, artikel. 4.6 en 4.13 IwOw.

76. Verbinden van voorschriften inzake kostenverhaal aan een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, voor zover sprake is van een activiteit die in strijd is met een in het omgevingsplan aan een locatie toegedeelde functie, artikel 13.14, lid 3, onder a Ow.

77. Het bij beschikking verhalen van de aan de grondexploitatie verbonden kosten, artikel 13.18 Ow.

78. Verbinden van voorschriften aan beschikking dat betaling geheel of gedeeltelijk na aanvang van de activiteit plaatsvindt, artikel 13.19 Ow.

 

Nadeelcompensatie

79. Het versturen van een ontvangstbevestiging naar aanleiding van de ontvangst van een verzoek om nadeelcompensatie als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in samenhang met Afdeling 15.1 van de Ow.

80. Het benoemen van een adviescommissie als bedoeld in artikel 4, lid 4, onder b, van de Verordening nadeelcompensatie Bergen op Zoom 2022.

81. Het wegens het niet of niet tijdig voldoen van de drempelheffing als bedoeld in artikel 2 van de Verordening nadeelcompensatie Bergen op Zoom 2022 niet-ontvankelijk verklaren van een verzoek om nadeelcompensatie als bedoeld in Afdeling 15.1 Ow.

82. Het beslissen op verzoeken tot nadeelcompensatie als bedoeld in artikel 4:126, lid 1 Awb in samenhang met Afdeling 15.1 van de Ow.

83. Het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten zoals bedoeld in artikel 13.3c, lid 1, Ow.

 

Voorkeursrecht en onteigening

84. Kennisgeving en terinzagelegging voorkeursrechtbeschikking, artikel 16.32b Ow.

85. Mededeling van intrekking of vervallen voorkeursrecht of van vernietiging voorkeursrechtbeschikking, artikel 9.5 lid 3 Ow.

86. Bevestiging ontvangst uitnodiging tot onderhandeling over vervreemding, Artikel 9.12 lid 1 Ow.

87. Besluit over bereidheid tot verkrijging, artikel 9.13 Ow.

88. Toelichten belangen gemeente bij gerechtelijke procedure tot overdracht van het goed, artikel 9.18 Ow.

89. Inroepen nietigheid van rechtshandelingen in strijd met voorkeursrecht, artikel 9.22 Ow en artikel 160 lid 1 Gemeentewet.

90. Betaling voorlopige of vastgestelde schadeloosstelling, artikel 15.43 en 15.45 Ow.

91. Voorbereiden bekrachtigingsprocedure onteigeningsbeschikking, artikel 16.93 Ow.

 

DSO

92. Elektronisch bekendmaken en geconsolideerd bijhouden van omgevingsdocumenten; Integraal elektronisch mededelen van ontwerpen van omgevingsdocumenten, artikel 6 Bekendmakingswet, artikel 19 Bekendmakingswet en artikel 3:11 Awb.

93. Verstrekken van gegevens (statusinformatie) over omgevingsdocumenten aan het Kadaster, artikel 14.5, aanhef en onder a, Ob.

94. Beschikbaar stellen van informatie voor het elektronisch formulier in het Digitaal Stelsel Omgevingswet, Artikel 14.2, lid 3 Ob.

 

Toezicht en handhaving

95. Handhavende bevoegdheden, waaronder het opleggen van een last onder bestuursdwang, alsmede het toepassen van bestuursdwang, het opleggen van een last onder dwangsom, het opleggen van een bestuurlijke boeten voor zover benoemd in bijzondere wetten en regelingen, artikel 125 Gemeentewet en Hoofdstuk 18 Ow.

96. Aanwijzen van toezichthouders en uitgeven van een legitimatiebewijs aan de toezichthouder, artikelen 5:11 en 5:12 Awb en artikel 18.6, lid 1 Ow.