Organisatie | Veldhoven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE VERGADERINGEN EN ANDERE WERKZAAMHEDEN VAN DE RAAD IN VELDHOVEN |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-12-2023 | nieuwe regeling | 12-12-2023 |
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
De voorzitter kan bij raadsvergaderingen en -bijeenkomsten worden vervangen door een waarnemend raadsvoorzitter. De raad benoemt uit zijn midden twee waarnemend raadsvoorzitters, bij voorkeur één vanuit de coalitiefracties en één vanuit de oppositiefracties. Dit gebeurt zo snel als mogelijk na aanvang van een nieuwe bestuursperiode. Bij het tussentijds vacant komen van de functie gebeurt de benoeming in de eerstvolgende raadsvergadering na het moment dat de functie vacant is.
De raad kan het college verzoeken de secretaris in de raadsvergadering of -bijeenkomst aanwezig te laten zijn en deel te laten nemen aan de beraadslagingen.
HOOFDSTUK 2. TOELATING VAN NIEUWE RAADSLEDEN; BENOEMING WETHOUDERS; FRACTIES
Artikel 9. Benoeming wethouders
Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden. De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b eerste, derde en vierde lid, en 41c eerste lid, van de Gemeentewet en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.
b. Met de onder a. beschreven veranderde situatie wordt rekening gehouden met ingang van de eerstvolgende vergadering van de raad na de mededeling daarvan.
Steunfractieleden zijn personen die op de kieslijst voor de laatste gemeenteraadsverkiezingen hebben gestaan, niet zijnde raadsleden. Vanaf twee jaar na de laatste gemeenteraadsverkiezingen, kunnen inwoners van Veldhoven die niet op de kieslijst voor de laatste gemeenteraadsverkiezingen hebben gestaan, als steunfractielid door een fractie worden voorgedragen.
HOOFDSTUK 3. VERGADERDOEL EN BEHANDELWIJZE
Artikel 12. Beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming
De gemeenteraad maakt onderscheid in een beeldvormende, oordeelsvormende en besluitvormende behandeling van onderwerpen.
Artikel 12a. Besluitvormende behandeling
De agenda van de besluitvormende raadsvergadering wordt in beginsel opgesteld uit voorstellen die tijdens de oordeelsvormende raadsbijeenkomst het advies ‘Hamerstuk in de besluitvormende raadsvergadering’ of ‘Bespreekstuk in de besluitvormende raadsvergadering’ hebben gekregen, en uit voorstellen die met instemming van de raad rechtstreeks voorgelegd kunnen worden in de besluitvormende raadsvergadering.
Artikel 12b. Oordeelsvormende behandeling
Oordeelsvormende behandeling van een onderwerp vindt plaats in een oordeelsvormende raadsbijeenkomst en heeft tot doel de besluitvorming voor te bereiden en middels het uitwisselen van en doorvragen op argumenten tot een goede weging te komen van voor- en nadelen van het betreffende voorstel of onderwerp.
HOOFDSTUK 4. RAADSVERGADERINGEN
PARAGRAAF 4.1 VOORBEREIDING VAN DE RAADSVERGADERING
Artikel 14. Oproep en voorlopige agenda
In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na de oproep tot uiterlijk 48 uur voor aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen. Deze aanvullende agenda wordt met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in Hoofdstuk Va van de Gemeentewet bedoelde stukken, zo spoedig mogelijk aan de raadsleden beschikbaar gesteld.
Artikel 17. Stukken ter beschikking stellen
Stukken die ter toelichting dienen van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda, worden gelijktijdig met de oproep – conform artikel 14 van dit reglement - voor de leden beschikbaar gesteld. Als na de oproep vergaderstukken beschikbaar worden gesteld, wordt hiervan mededeling gedaan aan de raadsleden en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.
Indien op informatie van de gemeenteraad of aan de gemeenteraad verstrekte informatie op grond van Hoofdstuk Va van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijft deze informatie, in afwijking van het eerste en tweede lid, onder berusting van de griffier. Raadsleden en beëdigde steunfractieleden kunnen de informatie inzien. Deze stukken worden niet (openbaar) op de website geplaatst.
PARAGRAAF 4.2 TER RAADSVERGADERING
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaatsheeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Op verzoek van een raadslid, een wethouder of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode is verstreken.
Artikel 27. Deelname aan de beraadslaging door anderen
Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet kan de raad op enig moment besluiten dat anderen dan de in de vergadering aanwezige raadsleden, wethouder, secretaris, griffier en voorzitter, mogen deelnemen aan de beraadslaging.
PARAGRAAF 4.3 STEMMINGEN IN BESLUITVORMENDE RAADSVERGADERINGEN
Artikel 29. Primus bij hoofdelijke stemming
Na de opening van de besluitvormende raadsvergadering deelt de voorzitter mede bij welk raadslid de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen. Bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kan ieder raadslid zijn uit te brengen stem kort motiveren.
Artikel 32. Algemene bepalingen over stemming
Indien er nadrukkelijk door één of meer leden om hoofdelijke stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad en roept hij de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het raadslid dat daarvoor overeenkomstig Artikel 28 van dit reglement is aangewezen. Vervolgens geschiedt de oproeping naar de volgorde van de presentielijst.
Heeft een raadslid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende raadslid gestemd heeft. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan hij, nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt, wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist. In de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 34. Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal raadsleden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn, worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Artikel 35. Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
PARAGRAAF 4.4 VERSLAGLEGGING, INGEKOMEN STUKKEN
Artikel 37. Resultatenoverzicht en videotulen
Het resultatenoverzicht bevat:
een overzicht van het verloop van elke stemming met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die ‘voor’ of ‘tegen’ stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;
HOOFDSTUK 5. BESLOTEN RAADSVERGADERING
Artikel 40. Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 89, vierde lid van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, daarover in een besloten raadsvergadering met het betreffende orgaan overleg gevoerd.
HOOFDSTUK 6. BEVOEGDHEDEN EN INSTRUMENTEN
Artikel 42. Schriftelijke vragen
De gestelde vragen en beantwoording daarvan vormen een agendapunt voor de eerstvolgende oordeelsvormende raadsbijeenkomst of besluitvormende raadsvergadering. De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende oordeelsvormende raadsbijeenkomst of besluitvormende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde oordeelsvormende raadsbijeenkomst of besluitvormende raadsvergadering, nadere inlichtingen vragen omtrent het door het college of door de burgemeester gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist. Daarna kunnen desgewenst de andere raadsfracties dan die van de vragensteller nadere inlichtingen vragen.
Artikel 44. Informatieronde: Vragenhalfuur
Ieder raadslid heeft bij aanvang van de oordeelsvormende raadsbijeenkomst of besluitvormende raadsvergadering - na vaststelling van de raadsagenda - het recht tijdens de informatieronde mondeling één of meer bondig geformuleerde vragen aan het college of de burgemeester te stellen over een onderwerp dat niet op de agenda voorkomt tijdens het Vragenhalfuur. Dit agendapunt duurt maximaal een half uur. De raad kan in een bijzonder geval voor de informatieronde ook een ander tijdstip vaststellen.
Vervolgens kan de voorzitter aan andere raadsleden het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college of de burgemeester vragen te stellen over hetzelfde onderwerp. Aan ieder tot wie op grond van dit lid en het vorige lid vragen zijn gericht, wordt het woord verleend om de vragen te beantwoorden.
Artikel 45. Informatieronde: Mededelingen college aan de raad
Na vaststelling van de raadsagenda bij aanvang van de oordeelsvormende raadsbijeenkomst of besluitvormende raadsvergadering kan het college of burgemeester in het kader van de actieve informatieplicht – artikel 169, tweede lid Gemeentewet – tijdens de informatieronde mondeling bondige mededelingen doen aan de raad.
Artikel 49. Initiatiefvoorstellen
Een voorstel wordt - nadat het college schriftelijk wensen of bedenkingen ter kennis van de raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen – op de agenda van de eerstvolgende besluitvormende raadsvergadering gebracht, tenzij de oproep hiervoor reeds verzonden is. In dit laatste geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.
De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij de raad oordeelt dat het voorstel met het oog op de orde van de raadsvergadering tezamen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld, of het voorstel eerst dient te worden behandeld in een oordeelsvormende raadsbijeenkomst. In dat geval bepaalt de raad in welke raadsvergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor aanvang van de besluitvormende raadsvergadering schriftelijk door het raadslid bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd, alsmede de te stellen vragen.
HOOFDSTUK 7. LIDMAATSCHAP VAN ANDERE ORGANISATIES
Artikel 53. Verslag en verantwoording
Een raadslid, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht om mondeling verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Een door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar een volgende raadsvergadering.
Wanneer een raadslid een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in Artikel 48 van dit reglement, zijn van overeenkomstige toepassing.