Artikel | Omschrijving | Vast tarief | Variabel tarief |
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen |
Artikel 2.1 Definities | |
| | | |
1. | Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. | | |
2. | In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. | | |
3. | In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: | | |
| binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; | | |
| binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; | | |
| regulier beoordeling: conceptverzoek voor een activiteit die niet in strijd is met het bestemmingsplan, waar slechts één adviseur voor nodig is en schriftelijk advies wordt ingewonnen via het VTH systeem. | | |
| intaketafel: conceptverzoek waarbij alle meervoudige complexe en niet complexe initiatieven die in strijd zijn met het omgevingsplan en die niet met een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid of op basis van kruimelbeleid te vergunnen zijn. | | |
| integraal omgevingsoverleg: conceptverzoek waarbij een of meerdere activiteiten zijn waarbij er een strijdigheid is met de regels uit het omgevingsplan, de activiteiten impact hebben op de fysieke leefomgeving en vooral interne adviseurs nodig zijn en incidenteel een externe adviseur aanhaakt. | | |
| omgevingstafel: conceptverzoek waarbij sprake is van meerdere activiteiten waarbij er een strijdigheid is met de regels uit het omgevingsplan, de activiteiten impact hebben op de fysieke leefomgeving en waarbij naast interne adviseurs ook meerdere externe adviseurs nodig zijn. | | |
4. | Bouwkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567, zie bijlage 2), voor het uit te voeren werk, de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; | | |
5. | Aanlegkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; | | |
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven | |
| Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: | | |
a. | conceptverzoek; | | |
b. | een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; | | |
c. | een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; | | |
d. | toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; | | |
e. | een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; | | |
f. | intrekking van een omgevingsvergunning; | | |
g. | wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; | | |
h. | een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. | | |
Artikel 2.3 Bepalen tarief | |
| | | |
1. | De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. | | |
2. | Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. | | |
3. | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. | | |
4. | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. | | |
5. | Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. | | |
6. | In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | | |
Paragraaf 2.2 Voorfase |
Artikel 2.4 Conceptverzoek | |
| Voordat een formele aanvraag om een besluit als bedoeld in de overige paragrafen van deze titel wordt ingediend en betrekking heeft op een conceptverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: | | |
2.4.1 | voor een informatieverzoek: | € 58,50 | |
2.4.2 | voor een reguliere beoordeling: | € 234,60 | |
2.4.3 | voor een intaketafel: | € 821,10 | |
2.4.4 | voor een integraal omgevingsoverleg: | € 1.642,00 | |
2.4.5 | voor een omgevingstafel: | € 5.631,00 | |
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | | |
a. | indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen: | | 2,02% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 114,00 | |
b. | indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen: | | 1,46% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 504,00 | |
c. | indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen: | | 1,34% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 729,00 | |
d. | indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: | | 1,32% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 2.682,00 | |
e. | indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: | | 1,22% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 6.600,00 | |
f. | indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.500.000 bedragen: | | 1,12% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 12.180,00 | |
g. | indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen: | | 0,79% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 27.975,00 | |
| met een maximum legestarief van: | € 300.000,00 | |
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit (ruimtelijke deel) | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | | |
a. | indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen: | | 4,70% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 114,00 | |
b. | indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen: | | 3,40% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 1.176,00 | |
c. | indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen: | | 3,13% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 1.701,00 | |
d. | indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: | | 3,08% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 6.258,00 | |
e. | indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: | | 2,84% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 15.400,00 | |
f. | indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.500.000 bedragen: | | 2,61% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 28.420,00 | |
g. | indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen: | | 1,84% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 65.275,00 | |
| met een maximum legestarief van: | € 700.000,00 | |
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk | |
| | | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 243,50 | |
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | | |
a. | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen: | € 335,00 | |
b. | voor het herstellen of gebruiken op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | € 335,00 | |
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | | |
a. | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: | € 335,00 | |
b. | voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | € 335,00 | |
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 143,50 | |
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed | |
| Gereserveerd | | |
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten |
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten: | | |
a. | voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet: | € 4.106,00 | |
b. | voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande een activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving: | € 4.106,00 | |
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) | |
| [opgenomen in artikel 2.12] | | |
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) | |
| [opgenomen in artikel 2.12] | | |
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) | |
| [opgenomen in artikel 2.12] | | |
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) | |
| [opgenomen in artikel 2.12] | | |
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) | |
| [opgenomen in artikel 2.12] | | |
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving) | |
| [opgenomen in artikel 2.12] | | |
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) | |
| [opgenomen in artikel 2.12] | | |
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten | |
| [opgenomen in artikel 2.12] | | |
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten |
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 1.173,00 | |
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 1.173,00 | |
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten |
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven | |
| gereserveerd | | |
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde | |
| gereserveerd | | |
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg | |
| gereserveerd | | |
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen van een weg | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, als bedoeld in artikel 2:2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Castricum 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 294,40 | |
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, als bedoeld in artikel 2:2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Castricum 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 208,20 | |
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 453,50 | |
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten |
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie | |
| gereserveerd | | |
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, als bedoeld in artikel 4:2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Castricum 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 105,90 | |
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame | |
| gereserveerd | | |
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg] | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, als bedoeld in artikel 2:3 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Castricum 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 117,10 | |
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen | |
| gereserveerd | | |
Artikel 2.34 Andere activiteiten | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk: | € 235,00 | |
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten | |
| Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: | | |
a. | voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: 1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift: | € 1.173,00 | |
b. | in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: | € 1.173,00 | |
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten | |
| Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: | | |
a. | één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: | € 3.754,00 | |
b. | als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: | € 3.754,00 | |
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten | |
| | | |
| Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: | € 1.173,00 | |
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid |
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel | |
| Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: | | |
a. | een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur: | € 117,00 | |
b. | een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur: | € 117,00 | |
c. | een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur | € 117,00 | |
d. | een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur: | € 117,00 | |
Paragraaf 2.11 Overige tarieven |
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: | € 235,00 | |
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: | | |
a. | een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: | € 113,10 | |
b. | een aanvraag om andere wijzigingen van een omgevingsvergunning dan genoemd onder lid a is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. | | |
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: | € 113,10 | |
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is: | € 113,10 | |
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens | |
| gereserveerd | | |
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten | |
| Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen: | € 235,00 | |
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan | |
| | | |
1. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: | € 10.379,50 | |
2. | Tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen. | | |
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: | € 173,10 | |
Paragraaf 2.12 Modaliteiten |
Artikel 2.46a Planologische strijdigheid met het omgevingsplan (waarbij tevens of geen sprake is van een bouwactiviteit) | |
| | | |
2.46.1.1 | De leges bedragen: | | |
a. | voor het beoordelen of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid, wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan: | € 451,50 | |
b. | als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan dan bedraagt het tarief (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit): | € 451,50 | |
c. | als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan dan bedraagt het tarief (buitenplanse omgevingsplanactiviteit): | € 10.142,90 | |
2. | Onverminderd het bepaalde in voorgaande onderdelen wordt het tarief, indien tegen de betreffende aanvraag zienswijzen zijn ingediend, verhoogd met een bedrag blijkende uit een begroting die in overleg met de aanvrager wordt opgesteld. | | |
3. | Als een begroting als bedoeld in het tweede lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: | | 10,00% |
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure | |
| | | |
1. | Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: | | |
a. | als sprake is van een milieubelastende activiteit: | € 2.698,00 | |
b. | als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
c. | als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2. | Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b en c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten | |
| Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: | | |
a. | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: | € 208,20 | |
b. | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: | € 208,20 | |
c. | voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): | € 2.933,00 | |
d. | voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: | € 208,20 | |
Artikel 2.50 Advies | |
| | | |
1. | Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: | | |
a. | voor een advies van de gemeenteraad: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
b. | voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de bijlage Tarieven 2024 MOOI Noord-Holland dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten. | | |
c. | voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de bijlage Tarieven 2024 Mooi Noord-Holland in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten. | | |
d. | voor een advies inzake landschappelijke waarde en/of cultuurhistorie het door de externe organisatie aan de gemeente in rekening gebrachte bedrag/bedragen. | | |
e. | voor een advies indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld, het bedrag dat de Agrarische beoordelingscommissie de gemeente ter zake in rekening brengt. | | |
f. | voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met e: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2. | Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, d en e is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
Artikel 2.51 Instemming | |
| | | |
1. | Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: | | |
| het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. | | |
2. | Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
Paragraaf 2.13 Vermindering |
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg | |
| | | |
1. | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: | | 10,00% |
| van de voor het omgevingsoverleg geheven leges. | | |
2. | Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: | | |
a. | voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; | | |
b. | in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en | | |
c. | binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. | | |
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt: | | |
a. | bij 5 tot 10 activiteiten: | | 5,00% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | | |
b. | bij 10 tot 15 activiteiten: | | 10,00% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | | |
c. | bij 15 of meer activiteiten: | | 15,00% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | | |
Paragraaf 2.14 Teruggaaf |
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig | |
| Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | | 100,00% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. | | |
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten | |
| Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: | | 100,00% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. | | |
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | | |
a. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; | | 100,00% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; | | |
b. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; | | 80,00% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; | | |
c. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. | | 60,00% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; | | |
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | | |
a. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag: | | 100,00% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; | | |
b. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: | | 80,00% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; | | |
c. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: | | 60,00% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. | | |
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten | |
| Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: | | |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. | | 25,00% |
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten | |
| | | |
a. | Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | | 25,00% |
| van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. | | |
b. | Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. | | |
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten | |
| In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. | | |
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf | |
| Een bedrag minder dan € 57,- wordt niet teruggegeven. | | |