Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bergeijk

Nota reserves en voorzieningen 2023 gemeente Bergeijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBergeijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota reserves en voorzieningen 2023 gemeente Bergeijk
CiteertitelNota reserves en voorzieningen 2023 gemeente Bergeijk
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-12-2023Nieuwe nota

01-06-2023

gmb-2023-548894

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota reserves en voorzieningen 2023 gemeente Bergeijk

De gemeenteraad van Bergeijk,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 april 2023,

gezien het advies van de commissie ABZ d.d. 11 mei 2023

  • 1.

    Instemmen met de nota reserves en voorzieningen 2023 gemeente Bergeijk en de daarin opgenomen beleidsuitgangspunten en voorstellen tot aanpassingen van reserves en voorzieningen.

Nota reserves en voorzieningen 2023 gemeente Bergeijk

1. Algemeen

1.1 Algemeen

Continu streven we naar verbetering van de planning en control documenten. Dit door onder andere het bevorderen van de transparantie waardoor de gemeenteraad nog betere integrale keuzes kan maken. Een belangrijk recht van de raad is het budgetrecht. Het is van groot belang om de raad steeds in stelling te brengen om goede keuzes te kunnen maken.

Op 31 januari 2019 is de Nota Reserve en Voorzieningen 2019 door de raad vastgesteld. In de financiële verordening gemeente Bergeijk 2023 is bepaald dat het college de raad in de eerste 2 jaar van een raadsperiode een geactualiseerde nota reserves en voorzieningen aanbiedt. Deze nota wordt door de raad vastgesteld.

Om het budgetrecht van de raad op het terrein van de reserves en voorzieningen optimaal tot zijn recht te laten komen mag het instellen en opheffen van reserves en voorzieningen alleen bij raadsbesluit (apart beslispunt) plaatsvinden. Dotaties aan reserves en voorzieningen vereisen te allen tijde goedkeuring van de raad. Dit geldt eveneens voor de onttrekkingen uit de reserves. Voor onttrekkingen uit voorzieningen geldt dit niet. Mutaties in reserves maken onderdeel uit van de resultaatbestemming, mutaties in voorzieningen zijn onderdeel van de resultaatbepaling.

Goed reservebeleid en –beheer is essentieel, waarbij doelmatigheid voorop staat. Er dient voldoende, maar niet onnodig te worden gereserveerd. Ook dient het aantal reserves en voorzieningen tot een minimum beperkt te blijven om transparantie te bevorderen.

De nota “reserves en voorzieningen” is niet bedoeld om een actueel saldo-overzicht te geven van de diverse reserves en voorzieningen en evenmin een toets aan de actualiteit van de doelstellingen. Hiervoor wordt verwezen naar de Programmarekening en de Programmabegroting.

Deze nota is met name bedoeld om een kader te stellen voor het beheer en het beleid.

Het belangrijk uitgangspunt in deze nota is dat er een beperkt aantal reserves en voorzieningen zijn. Dit om transparantie en integrale besluitvorming te bevorderen. Er is een algemene reserve, een algemene reserve risico’s grondexploitaties en een algemene reserve behoedzaamheid grondtransacties. Er zijn bestemmingsreserves voor met name projecten. Daarnaast zijn er dekkingsreserves voor het afdekken van (een deel van) de afschrijvingslasten van investeringen.

Een ander uitgangspunt is dat voor taken met een structureel karakter in principe geen bestemmingsreserves worden gevormd. Op dit thema wordt nader ingegaan in hoofdstuk 3 Reservebeleid gemeente Bergeijk. Een uitzondering op dit uitgangspunt vormen de zogenaamde dekkingsreserves voor de kapitaallasten van gerealiseerde investeringen met een economisch nut. Het gaat daarbij om gerealiseerde materiële vaste activa (gebouwen etc.) waarvoor in het verleden een bestemmingsreserve is opgebouwd en die vanaf het moment van in gebruik name worden aangewend om de jaarlijkse kapitaallasten deels of volledig af te dekken. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) staat namelijk niet toe dat deze reserves ineens worden aangewend ter dekking van de investeringskosten.

De opzet van deze nota is als volgt:

Hoofdstuk 1: Algemeen

Hoofdstuk 2: Kaders

Hoofdstuk 3: Reservebeleid gemeente Bergeijk

Hoofdstuk 4: Rentebeleid ten aanzien van reserves en voorzieningen

Hoofdstuk 5: Wijziging in beleid en de consequenties

2. Kaders

2.1 Inleiding

Vanaf 1 januari 2004 geldt het Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten en provincies (BBV). In het BBV zijn de voorschriften opgenomen waaraan onder anderen de begroting, meerjarenraming en de jaarstukken moeten voldoen. Het bevat ook voorschriften op welke wijze de gemeenten beleidsmatig en financieel technisch met reserves en voorzieningen om dienen te gaan. Onderstaand geven we het wettelijk kader weer.

2.2 Relevante artikelen (BBV)

Artikel 43

 

  • 1.

    In de balans worden de reserves onderscheiden naar:

    • a.

      algemene reserve

    • b.

      bestemmingsreserve

  • 2.

    een bestemmingsreserve is een reserve waaraan de raad een bepaalde bestemming heeft gegeven.

Artikel 44

  • 1.

    Voorzieningen worden gevormd wegens:

    • a.

      verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs is te schatten;

    • b.

      op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten;

    • c.

      kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van de lasten over een aantal begrotingsjaren.

  • 2.

    Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen, bedoeld in artikel 49, onderdeel b.

  • 3.

    Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerd verplichtingen van vergelijkbaar volume (bijvoorbeeld vakantiegeld).

Artikel 45

Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn niet toegestaan.

2.3 Onderscheid reserves en voorzieningen

Reserves en voorzieningen worden beiden aan de passivazijde van de balans gepresenteerd. Het belangrijkste onderscheid tussen reserves en voorzieningen is, dat reserves tot het eigen vermogen behoren en voorzieningen tot het vreemd vermogen. De totale reservepositie is (boekhoudkundig) het verschil tussen de bezittingen en schulden en dus het totale eigen vermogen van de gemeente.

Reserves

Reserves worden onderscheiden in algemene reserves en bestemmingsreserves, waaronder de dekkingsreserves. De onderverdeling van reserves houdt direct verband met de daaraan verbonden functies. Reserves zijn dan ook vermogensbestanddelen die vrij aanwendbaar zijn. Reserves kunnen in principe vrij worden bestemd. De gemeenteraad kan aan reserves een bepaalde bestemming geven en wijzigen. In dat geval is sprake van een bestemmingsreserve.

Voorzieningen

Zodra het niet meer mogelijk is om een bestemming te veranderen, is er sprake van een voorziening. Bij een voorziening gaat het om een kwantificeerbare toekomstige verplichting of risico waarvoor noodzakelijkerwijs gereserveerd dient te worden. De middelen dienen daaraan te worden besteed. In artikel 43 en 44 van het BBV is de onderverdeling naar – en het onderscheid tussen – de reserves en voorzieningen nader gespecificeerd.

2.4 Functies reserves en voorzieningen

Reserves kunnen de volgende functies hebben

  • bufferfunctie

  • bestedingsfunctie

  • financieringsfunctie

  • inkomensfunctie

Bufferfunctie

De bufferfunctie (weerstandsvermogen) is veelal de belangrijkste functie van het eigen vermogen. Het is de (vrije) algemene reserve die beschouwd kan worden als buffer tegen onvoorziene omstandigheden. Dit zijn algemene niet-kwantificeerbare financiële risico’s en tegenvallers.

Bestedingsfunctie

De gemeente heeft de mogelijkheid geld te sparen om het vervolgens uit te geven. Als aan dit gespaarde geld een bestemming wordt gegeven spreekt men van een reserve met een bestedingsfunctie ofwel een bestemmingsreserve. Bestemmingsreserves en voorzieningen worden of zijn in het leven geroepen om te worden bestemd voor een van tevoren bepaald doel.

Financieringsfunctie

Door de reserves en voorzieningen te gebruiken als “eigen” financieringsmiddelen kan het beroep op de geld- en kapitaalmarkt voor het aantrekken van leningen worden beperkt en daarmee de te betalen rente aan derden.

Inkomensfunctie

Door de reserves en voorzieningen te gebruiken als financieringsmiddel wordt inkomen gegenereerd in de vorm van rente (ook wel bespaarde rente geheten). Deze bespaarde rente kan binnen de exploitatie gebruikt worden als dekkingsmiddel.

2.5 Toevoeging en onttrekking aan reserves en voorzieningen

Het in paragraaf 2.3 genoemde onderscheid tussen reserves en voorzieningen is vooral van belang voor de resultaatbepaling en –bestemming. In de Programmarekening legt het college verantwoording af aan de raad over het beheer. In de Programmarekening komt het saldo van baten en lasten over het verslagjaar tot uitdrukking in het rekeningresultaat. Het behoort tot de bevoegdheid van de raad om dit resultaat, nadat het met de algemene reserve is verrekend, een bestemming te geven of bij negatief resultaat de dekking te regelen.

In de BBV is voorgeschreven dat het saldo van de rekening van baten en lasten voor bestemming apart zichtbaar gemaakt wordt (op functie 970). De voorzieningen moeten worden gevormd en op de benodigde omvang gehouden worden ten laste van de exploitatie (binnen het programma). Dit omdat feitelijk sprake is van een verplichting. Het vormen van een voorziening of het op peil houden daarvan is dus van invloed op het resultaat vóór bestemming.

Mutaties in reserves zijn geen baten en lasten. Voor het budgetrecht van de raad is het belangrijk dat vorming van, toevoegingen en onttrekkingen aan reserves zo veel mogelijk al bij de Programmabegroting worden bepaald. Deze voorgenomen mutaties worden conform de voorschriften BBV apart zichtbaar gemaakt (op functie 980). Deze voorschriften zijn zowel van toepassing bij de Programmabegroting als bij de Programmarekening. In het verlengde hiervan dient het resultaat na bestemming te worden bepaald op functie 990. Dit resultaat wordt conform artikel 42 BBV afzonderlijk op de balans zichtbaar gemaakt bij het eigen vermogen.

2.6 Rentetoevoegingen aan reserves en voorzieningen

Reserves

Door reserves te gebruiken als financieringsmiddel wordt rente bespaard, die anders betaald had moeten worden voor het aantrekken van vreemd vermogen. Omdat aan alle investeringen rente wordt toegerekend, ongeacht de financieringsbron, komt deze “bespaarde” rente feitelijk beschikbaar. Over het totale eigen vermogen wordt rente berekend. Voor wat deze rente betreft bestaat de keuze:

  • deze rente toe te voegen aan de reserves;

  • deze rente ten gunste te laten komen aan de exploitatie;

  • een combinatie van beiden.

Voorzieningen

Door voorzieningen te gebruiken als financieringsmiddel wordt rente bespaard, die anders betaald had moeten worden voor het aantrekken van vreemd vermogen. Aan voorzieningen mag geen rente worden toegevoegd (art. 45 BBV); zij moeten immers naar beste inschatting kostendekkend zijn voor verplichtingen of risico’s waarvoor ze zijn ingesteld. In het geval de voorziening is gebaseerd op contante waarde of op basis van specifieke regelgeving is een rentetoevoeging als indexering toegestaan.

Ook met betrekking tot de rente geldt dat directe toevoegingen of onttrekkingen aan reserves niet zijn toegestaan. Rentetoevoeging vindt “indirect” plaats door de rente via resultaatbestemming aan de reserves toe te voegen (functie 980).

In hoofdstuk 4 gaan we verder in op de wijze waarop binnen de gemeente Bergeijk invulling wordt gegeven aan het rentebeleid.

2.7 Rekenrente

De commissie BBV heeft in juli 2017 een nota Rente vastgesteld. Op basis van deze notitie wordt jaarlijks bij de bepaling van de uitgangspunten ten behoeve van de begroting vastgesteld welke rente gehanteerd wordt.

3. Reservebeleid gemeente Bergeijk

3.1 Richtlijnen voor het instellen van reserves en voorzieningen

Voor het instellen en aanwenden van reserves en voorzieningen is in de Nota reserves en voorzieningen 2019 een aantal gedragslijnen en spelregels geformuleerd. Deze gedragslijnen en spelregels zijn een concrete vertaling van het beleid met betrekking tot reserves en voorzieningen en moeten bijdragen in het vergroten van de transparantie. De beleidsuitgangspunten uit de nota reserves en voorzieningen 2019 zijn puntsgewijs in bijlage1 opgenomen en op houdbaarheid getoetst. Daar waar aanpassingen gewenst zijn, worden deze aangegeven en vervolgens verwerkt in aangepaste beleidsuitgangspunten van de verschillende reserves. Deze aangepaste beleidsuitgangspunten worden vervolgens bij elke vorm van reserves en voorziening in dit hoofdstuk opgenomen.

Het instellen en opheffen van reserves en voorzieningen is in het kader van het budgetrecht een raadsbevoegdheid. Dit geldt ook voor het toevoegen aan en het inzetten van reserves en voorzieningen. Bij het instellen van reserves moet in ieder geval worden aangegeven de doelstelling, het geschatte verloop, het plafond en de heroverwegingsfrequentie. Het verdient de voorkeur dit via een integrale afweging te doen. In principe vindt de instelling plaats bij de behandeling van de Programmabegroting. Het instellen met een afzonderlijk voorstel vindt slechts bij hoge uitzondering plaats.

3.2 Algemene reserve

De algemene reserve heeft vooral een bufferfunctie om onvoorziene financiële tegenvaller (risico’s) af te dekken. Het is dus van belang dat de algemene reserve minimaal het niveau heeft om deze risico’s af te dekken. Dit wordt weerstandscapaciteit genoemd. De weerstandscapaciteit is het vrij besteedbare geld dat de gemeente beschikbaar heeft om onverwachte tegenvallers op te kunnen vangen zonder daarbij, behalve door extra rentelasten, de lopende exploitatie in gevaar te brengen. De algemene reserve heeft ook de functie van buffer voor de jaarlijkse rekeningresultaten.

In de praktijk bestaat de algemene reserve uit twee componenten:

  • bufferruimte voor het afdekken van onvoorzienbare risico’s

  • het deel dat niet nodig is om de risico’s te dekken.

3.3 Algemene reserve risico’s grondexploitatie

Risico’s van de grondexploitaties maken integraal onderdeel uit van het risicoprofiel van de gemeente. Het risico voor de gemeente bij grondexploitaties wordt bepaald door het grondbeleid dat de gemeente wil voeren. Bij een actief grondbeleid loopt de gemeente een groter financieel risico dan bij een passief grondbeleid, maar de invloed op de te realiseren ontwikkeling is echter veel groter.

In de nota Grondbeleid 2018 zijn de diverse aspecten van de risico’s bij grondbeleid opgenomen. Een belangrijk uitgangspunt is dat een voorziening wordt getroffen bij een grondexploitatie met een verwacht verlies. De omvang van de voorziening is gelijk aan het verwachte verlies op eindwaarde. Met het periodiek herzien van de exploitatieberekeningen worden deze risico’s tijdig herkend en gekwantificeerd.

Verder is in de Nota reserves en voorzieningen 2008 bepaald dat, naast de algemene reserve, een buffer aan te houden in de vorm van een Algemene reserve risico’s grondexploitaties. Dit met het oog op financiële risico’s die samenhangen met de grondexploitaties. Deze reserve –“Algemene reserve risico’s grondexploitaties”- is ingesteld om de risico’s van de grondexploitaties af te zonderen van de algemene reserve en deze dus afzonderlijk inzichtelijk te maken. De grondexploitaties zijn als het ware een gesloten circuit.

Vanaf 2017 is de zogenaamde “percentage of completion” (POC) methode van toepassing. Dit betekent dat jaarlijks bezien moet worden of er tussentijds winst moet worden genomen.

Als een tekort op de grondexploitaties wordt verwacht, wordt hiervoor een voorziening ingesteld die wordt gedekt uit de algemene reserve risico’s grondexploitaties.

Een gevolg van de POC methode is dat bij plannen waar een bijdrage aan de bestemmingsreserve Ruimtelijke Ontwikkeling Leefbaarheid en vestigingsklimaat (ROL) is voorzien er ook tussentijds een mutatie moet worden doorgevoerd in de reserve. Tot op heden hebben we de afdracht aan de bestemmingsreserve ROL altijd bij het afsluiten van een plan gestort. Door de systeemwijziging als gevolg van de POC methode zullen we jaarlijks een deel van de tussentijdse winst in de bestemmingsreserve ROL moeten verwerken. Dit doen we door eerst de (tussentijdse)winst te storten in de algemene reserve risico’s grondexploitaties en van daaruit een storting in de bestemmingsreserve ROL. Deze storting is gebaseerd op de uitgangspunten die zijn opgenomen in de nota Grondbeleid 2018. In de nota Grondbeleid 2018 is opgenomen dat de bijdrage aan de bestemmingsreserve ROL bij het sluiten van een plan plaatsvindt. Door de gewijzigde regelgeving dient dit gewijzigd te worden zoals hiervoor beschreven.

Vanaf 2008 is het wettelijk verplicht een voorziening te treffen voor verwachte verliezen in de grondexploitaties. De voorziening dient op balansdatum toereikend te zijn. Op balansdatum vindt minimaal en mogelijk tussentijds een actualisatie van grondexploitaties plaats en wordt de voorziening op het vereiste niveau gebracht door een mutatie in de algemene reserve risico’s grondexploitaties. Deze exercitie vindt tweemaal per jaar plaats in de gemeente Bergeijk, zowel bij de Programmabegroting als de Programmarekening.

In artikel 44 van de BBV is onder meer bepaald dat voorzieningen moeten worden gevormd wegens op de balansdatum bestaande risico’s van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten. Risico’s waarvan de omvang redelijkerwijs niet is in te schatten worden opgenomen bij de risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen.

De risico’s in het kader van de grondexploitatie worden in de BBV geschaard onder de risico’s waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten, waarvoor per afzonderlijke grondexploitatie zo nodig een verliesvoorziening wordt gevormd.

In de gemeente Bergeijk worden de grondexploitaties nauwlettend gevolgd en aangepast aan de nieuwe omstandigheden: de verliesvoorzieningen worden regelmatig geactualiseerd. Daarnaast blijven er nog de nodige risico’s over. De geprognosticeerde boekwaarde van de investeringen in de grondexploitaties bedraagt per 1 januari 2023 ruim € 11 miljoen. Dit is het bedrag exclusief de voorziening tekorten grondexploitaties. Er is een voorziening op basis van het resultaat op eindwaarde van de negatieve plannen van circa € 4,9 miljoen getroffen. Op grond van een gevoeligheidsanalyse, die ook 2 keer per jaar wordt uitgevoerd is in de Programmabegroting 20239 de algemene reserve risico’s grondexploitaties bepaald op € 1,4 miljoen.

De gemeente is vennootschapsbelastingplichtig en wordt hiervoor niet gecompenseerd. Het enige substantiële risico wordt gelopen bij het proces grondexploitaties. Voor dit proces wordt elk jaar een fiscale doorrekening (Quick scan) gemaakt die direct ten laste van de exploitatie van dat jaar wordt gebracht. De definitieve vennootschapsbelasting die pas bekend is nadat de jaarrekening is vastgesteld door de raad, wordt ten laste gebracht van de exploitatie van het lopende jaar. Hierdoor loopt de vennootschapsbelasting middels de exploitatie en derhalve niet middels de reserve en voorzieningen.

3.4 Algemene reserve behoedzaamheid grondtransacties

De gemeente heeft in haar Programmabegroting 2014 een beleid in gang gezet om langjarig grondverkopen te realiseren. Jaarlijks schommelen de opbrengsten, hiervoor kan een behoedzaamheidsreserve, als onderdeel van de algemene reserve, gevormd worden. Met deze reserve vangen we dan schommelingen in opbrengsten op. Meeropbrengsten in enig jaar worden gestort in en minderopbrengsten onttrokken aan die reserve.

Daarnaast heeft deze reserve als doel om gronden op de goede plek te krijgen door gebruik te maken van de grondposities van de gemeente.

De maximale omvang van de reserve is bij de vaststelling van de jaarrekening 2017 bepaald op € 2,5 miljoen. Een hoger bedrag wordt afgeroomd naar de algemene reserve. Middels deze nota reserve en voorzieningen 2023 actualiseren we de maximale omvang van de reserve behoedzaamheid grondtransacties van € 2.500.000 naar € 1.000.000.

De omvang van deze reserve betrekken we niet in het weerstandsvermogen, dit omdat het geen doel heeft om tegenvallers in de exploitatie op te vangen maar om schommelingen in de grondtransacties te compenseren. Ook zit er aan een dergelijk reserve geen tijdelijkheid, dit vanwege het langjarige karakter waar dit beleid vanuit gaat. Het is niet mogelijk om er een bestemmingsreserve van te maken, dit strookt niet met de beleidsuitgangspunten.

3.5 Ondergrens algemene reserves

Bij vaststellen van de Nota reserves en voorzieningen 2019 is de e ondergrens voor de algemene reserves (Algemene reserve en Algemene reserve risico’s grondexploitaties) bepaald op € 6 miljoen.

Veel gemeenten hanteren een minimale ondergrens van de algemene reserves van 10%-15% van de lasten in de begroting. Dit correspondeert in onze situatie met een bandbreedte van € 5,1 miljoen - € 7,6 miljoen. Met de € 6,0 miljoen als ondergrens blijven we in het midden van deze bandbreedte.

Welke ratio we voor de weerstandscapaciteit hanteren is een politieke keuze. Het Nederlandse Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) heeft in samenwerking met de Universiteit Twente de volgende ranking opgesteld.

Ratio

Normering

> 2

Uitstekend

1,4 – 2,0

Ruim voldoende

1,0 – 1,4

Voldoende

0,8 – 1,0

Matig

0,6 – 0,8

Onvoldoende

< 0,6

Ruim onvoldoende

De minimum ratio voor de weerstandscapaciteit bepalen we op 1,40. Dit is een lijn die breed gehanteerd wordt binnen gemeenten.

Beleidsuitgangspunten voor algemene reserves 2023

  • 1.

    De algemene reserve en de algemene reserve risico’s grondexploitatie worden alleen gebruikt voor het opvangen van financiële tegenvallers (bufferfunctie).

  • 2.

    De minimale omvang van de algemene reserve (resultaat) en de algemene reserve risico’s grondexploitatie bedraagt € 6 miljoen.

  • 3.

    De algemene reserve behoedzaamheid grondtransacties wordt alleen gebruikt om schommelingen op te vangen in kosten en opbrengsten uit grondtransacties pachtvrije landbouwgronden en om “gronden op de goede plek” te krijgen en wordt de maximale omvang van de algemene reserve behoedzaamheid grondtransacties verlaagd van € 2.500.000 naar € 1.000.000.

  • 4.

    Voor de grondexploitatie wordt een afzonderlijke algemene reserve risico’s grondexploitaties zichtbaar binnen de algemene reserve bijgehouden.

  • 5.

    Twee keer per jaar wordt de minimale omvang van de algemene reserves (inclusief de reserve uit punt 3) op basis van een risicoanalyse en in relatie tot de weerstandscapaciteit getoetst.

  • 6.

    Indien de algemene reserve risico’s grondexploitatie en de algemene reserve behoedzaamheid grondtransacties hogere saldi hebben dan de norm vloeit het meerdere naar de algemene reserve.

  • 7.

    Indien de algemene reserve een hoger niveau dan de minimale omvang heeft bereikt, kan de raad besluiten aan dit hogere deel een andere bestemming te geven.

3.6 Bepalen hoogte weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit heeft een specifieke functie ten behoeve van de continuïteit. Landelijk gelden geen vaste (financiële) normen voor de gemeente. Een uitzondering wordt gevormd voor gemeenten die een beroep op artikel 12 van de financiële verhoudingswet doen (aanvullende uitkering uit het gemeentefonds).

Sinds maart 2008 geldt wel een gemeenschappelijk toezichtkader voor alle Nederlandse gemeenten. Enerzijds vanwege de grotere verantwoordelijkheid voor de gemeentebesturen en anderzijds wegens het afnemende toezicht van de hogere overheden (provincie) zijn in de nieuwe toezichtkaders geen normen opgenomen voor de algemene reserve.

De belangrijkste reden dat er geen voorgeschreven norm voor de weerstandscapaciteit is omdat iedere gemeenten andere risico’s kent. Uitgangspunt is dat de hoogte van de benodigde weerstandscapaciteit het best kan worden bepaald door in de documenten van de P&C cycli een gekwantificeerd risicoprofiel op te nemen, hiervoor wordt een risicomatrix opgesteld. Van de risico’s wordt een inschatting gemaakt van de waarschijnlijkheid dat een risico zich voordoet en wat de mogelijke schade omvang kan zijn. Hiervoor worden 2 vragen gesteld:

  • Wat is de financiële impact?

  • Wat is de kans dat de gebeurtenis zich voordoet?

Om de kans te bepalen wordt een score gebruikt, deze is:

  • Zeer gering: 5%

  • Gering 25%

  • Waarschijnlijk 50%

  • Hoog 75%

De financiële impact vermenigvuldigd met de kans geeft het risicobedrag aan. Alleen als dit ≥ € 25.000 (ongeveer 0,05% van de totale begroting) nemen we dit op in de risicomatrix.

Indien een gebeurtenis zich zeker voordoet, is het geen risico meer. Dan wordt dit in de Programmabegroting / Programmarekening opgenomen. Dit omdat we realistisch begroten of, bij de Programmarekening, de voorschriften verplichten tot vorming van voorzieningen. Het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit betreft dus maatwerk.

Beleidsuitgangspunten voor risico analyse 2023

De in de Nota reserves en voorziening 2019 geformuleerde uitgangspunten zijn toereikend en er bestaat dan ook geen behoefte hierin aanpassingen te doen. Onderstaand zijn de beleidsuitgangspunten uit de nota 2019 ongewijzigd opgenomen:

  • 1.

    In de paragraaf ‘Weerstandsvermogen en risicobeheersing”, als onderdeel van de Programmabegroting en Programmarekening, wordt de weerstandscapaciteit getoetst op toereikendheid.

  • 2.

    Bij de P&C documenten vindt een doorkijk plaats op basis van een geactualiseerde risico-inventarisatie en worden voorstellen tot verbetering gedaan.

  • 3.

    Van onderkende risico’s wordt de financiële impact bepaald.

  • 4.

    Van onderkende risico’s wordt de kans bepaald dat de gebeurtenis zich voordoet. Dit door een score te geven van zeer gering, gering, waarschijnlijk of hoog.

  • 5.

    Risico ≥ € 25.000 nemen we op in de risicomatrix.

  • 6.

    Indien een gebeurtenis zich zeker voordoet wordt dit financieel opgenomen in de P&C documenten.

  • 7.

    De weerstandscapaciteit bestaat uit de Algemene reserve, de Algemene reserve risico’s grondexploitaties en de post onvoorzien.

  • 8.

    De norm voor de ratio weerstandscapaciteit wordt vastgesteld op minimaal 1,4.

  • 9.

    Indien de beschikbare weerstandscapaciteit niet toereikend is om de risico’s op te vangen (ratio <1,4) worden voorstellen gedaan om de weerstandscapaciteit aan te vullen tot het benodigde niveau.

  • 10.

    Via de periodieke P&C documenten wordt de raad geïnformeerd over ontwikkelingen in het risicoprofiel in relatie tot de omvang van de weerstandscapaciteit van de gemeente Bergeijk en over de voortgang in de uitvoering van beheersmaatregelen.

De risico’s worden benoemd in de paragraaf “Weerstandsvermogen en risicobeheersing”. Het gaat daarbij om risico’s uit de reguliere bedrijfsvoering, de risico’s op projecten en de grondexploitatie.

Relatie weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit

De benodigde weerstandscapaciteit is het risicobedrag dat bepaald wordt op basis van een inventarisatie en financiële vertaling van risico’s. De weerstandscapaciteit wordt daarbij gevormd door de algemene reserves, de bestemmingsreserves, de onbenutte belastingcapaciteit, de ruimte in de Programmabegroting en de post onvoorzien. In de gemeente Bergeijk wordt de weerstandscapaciteit enkel gevormd door de algemene reserve, de algemene reserve risico’s grondexploitaties en de post onvoorzien.

De gemeente Bergeijk heeft bewust de keuze gemaakt om uitsluitend de twee hiervoor genoemde algemene reserves, naast de post onvoorzien, te gebruiken voor de berekening van de weerstandscapaciteit omdat dit een eenduidig en reëel inzicht geeft. De algemene reserves bestaat uit de algemene reserve, de algemene reserve risico’s grondexploitaties en de algemene reserve behoedzaamheid grondtransacties.

Het niet inzetten van de bestemmingsreserves en de onbenutte belastingcapaciteit bij de bepaling van de weerstandscapaciteit heeft redenen. Het streven is erop gericht de doelen te realiseren waarvoor een bestemmingsreserve is gevormd en deze niet laten afhangen van zich plots voordoende onvoorziene uitgaven. De belangrijkste inkomstenbronnen die betrokken worden bij de onbenutte belastingcapaciteit zijn de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de OZB. De afvalstoffenheffing en rioolheffing zijn beide 100% kostendekkend. Opbrengststijgingen van OZB zijn landelijk gemaximeerd. Er is voor gekozen de burgers niet direct te confronteren met de financiële tegenvallers van zich plotseling voordoende onvoorziene uitgaven door belastingverhogingen.

Verder wordt het weerstandsvermogen bepaald door de aanwezige weerstandscapaciteit (werkelijk aanwezige buffer) te delen door de benodigde weerstandscapaciteit (op basis van risico inventarisatie). Dit wordt aangeduid als de ratio van het weerstandsvermogen. De hoogte van deze ratio is een beleidskeuze van de raad. Indien deze ratio 1,4 of hoger is dan wordt de financiële positie als ruim voldoende beschouwd.

Ratio weerstandscapaciteit

In de nota reserve en voorzieningen 2019 is besloten om de benodigde weerstandscapaciteit op 1,4 te stellen. Hiermee wordt de financiële positie beoordeeld op ruim voldoende.

Uitkomst risicoanalyse

Uit de risicoanalyse voor de gemeente Bergeijk in de Programmabegroting 2023 blijkt een risico van ca € 1,4 miljoen. De beschikbare weerstandscapaciteit is ca € 10,8 miljoen. Daarmee komt de weerstandscapaciteitsratio op 7,86. Dit is uitstekend.

Bij de Programmabegroting en Programmarekening wordt de risicoanalyse geactualiseerd.

Artikel 3.7 Stille reserves

Een stille reserve is een reserve, waarvan het bestaan niet uit de administratie blijkt. Van een stille reserve is sprake als de waardering op de balans (boekwaarde) lager is dan de marktwaarde. In de praktijk is sprake van stille reserve bij het gemeentelijk aandelenbezit of grond of gebouwen of in het geval een gemeentelijk eigendom geen waarde meer heeft op de balans. Het activum is totaal afgeschreven, het vertegenwoordigt nog wel een waarde en is nog eigendom van de gemeente. Daarnaast kunnen ook bezittingen met een cultuurhistorisch waarde, die niet verkocht kunnen worden (het zgn. tafelzilver) een stille reserve in zich hebben. Volgens de voorschriften mogen deze niet worden gewaardeerd.

In de gemeente Bergeijk zit een grote deel van de stille reserves in de in bezit zijnde landbouw- en bosgronden en het aandelenbezit bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en Brabant Water NV.

Bij de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit worden de stille reserves buiten beschouwing gelaten. Deze stille reserves kunnen namelijk niet allemaal altijd direct omgezet worden in liquide middelen.

Bedragen x € 1.000

a. Begroot 1-1-2023

eigen vermogen op

balans deelneming

x € 1.000

b. Totaal aantal aandelen

x € 1.000

c. Intrinsieke waarde

per aandeel (a / b)

d. Waarde op

de balans

(Bergeijk x € 1.000)

e. Aantal aandelen

in bezit Bergeijk

f. Waarde per aandeel

(d / e)

g. Stille reserve

(c - f) * e

BNG Bank N.V. (BNG)

679.183

55.691

88,94

184

80.866

2

7.009

Brabant Water N.V

5.097

2.780

219,25

2

16.344

0

3.582

Totaal

 

 

 

186

 

 

10.590

De aandelen BNG en Brabant Water zijn op dit moment alleen verkoopbaar aan andere aandeelhouders en niet verhandelbaar op de reguliere markt. Het dividend van de aandelen BNG zijn als algemeen dekkingsmiddel in de begroting opgenomen. Brabant Water keert geen dividend uit.

In de begroting wordt daarnaast inzicht  gegeven in de waarde van de bos- en landbouwgrond. Door de omvang van deze gronden zijn afspraken gemaakt met de provincie om opbrengsten uit grondtransacties structureel op te nemen in de begroting. Dit naast de structurele opbrengsten uit pacht. De stille reserves in gronden zijn bij de begroting 2019 als volgt bepaald:

Omschrijving

Aantal ha.

Per ha. in €

per m2 in €

Marktwaarde in €

Bosgronden

1.443

13.500

1,35

19.480.500

Geliberaliseerde pacht (1 jr)

215

74.000

7,40

15.910.000

Geliberaliseerde pacht (6 jr)

78

74.000

7,40

5.772.000

Reguliere pacht

660

74.000

7,40

48.840.000

Erfpacht

359

37.000

3,70

13.283.000

Totaal

2.755

 

 

103.285.500

3.8 Bestemmingsreserves

Naast de algemene reserve zijn er bestemmingsreserves. De omschrijving zegt het al. Dat zijn reserves die zijn ingesteld voor een specifiek doel. Het uitgangspunt is dat met het instellen van bestemmingsreserves, vanwege de integrale afweging, terughoudend wordt omgegaan. De bestemmingsreserves kunnen als volgt worden onverdeeld:

  • reserves met een concreet doel (bijv. duurzame ontwikkeling buitengebied)

  • reserves voor implementatie van een transitieproces

  • reserves die dienen ter dekking van kapitaallasten (afschrijvingslasten) van investeringen met een economisch nut (bijv. dekkingsreserve huisvesting gemeentehuis)

Een bestemmingsreserve heeft het risico in zich dat jaarbudgetten en bestemmingsreserves een gesloten circuit gaan vormen en daardoor in wezen buiten de reguliere Programma-begroting komen te staan. Uitgangspunt is dan ook dat geen bestemmingsreserves worden gevormd voor taken die structureel van aard zijn. Een uitzondering moet gemaakt worden voor de dekkingsreserves voor het structureel afdekken van kapitaallasten van investeringen Volgens de voorschriften van het BBV is het niet toegestaan reserves direct in mindering te brengen op de investeringskosten. Na realisatie van de investering wordt de betreffende bestemmingsreserve omgezet in een dekkingsreserve om de kapitaallasten of een deel daarvan in de exploitatie te kunnen dekken. Het is volgens de BBV niet toegestaan om een bijdrage uit een bestemmingsreserve ineens te verrekenen met de verkrijgings-/ vervaardigingsprijs van de investering. De bruto lasten moeten in de Programmabegroting en Programmarekening zichtbaar zijn. Daarnaast geeft de balans (volgens de wetgever) een juister beeld.

Op basis van het wijzigingsbesluit van het BBV van begin 2016 moeten alle investeringen worden geactiveerd. Het is sindsdien niet meer toegestaan om investeringen met maatschappelijk nut direct ten laste te brengen van reserves. De gemeente Bergeijk heeft hier in haar begroting sindsdien naar gehandeld.

Reserves kunnen nog wel ingezet worden om de afschrijvingslasten van investeringen af te dekken. Dit kan ze doen door het instellen van dekkingsreserves. In het verleden zijn diverse dekkingsreserves gevormd. In de afgelopen jaren zijn een aantal bestemmingsreserves gevormd met het oog op het opvangen van kapitaallasten van investeringen die we mogelijk nog in het verschiet hebben zoals de dekkingsreserve Fietsambitie. Zodra hieruit (een deel van) investeringen worden bekostigd waarop dient te worden afgeschreven zal (een deel) omgezet moeten worden in een dekkingsreserve.

We handhaven de richtlijn die in de nota reserves en voorzieningen 2019 is opgenomen om voor investeringen waarvan de afschrijvingslasten minder dan € 25.000 per jaar bedragen geen dekkingsreserves te vormen. Hiermee voorkomen we dat we gedurende een hele lange periode dekkingsreserves aanhouden voor het afdekken van de afschrijvinglasten van relatief in omvang beperkte investeringen.

Beleidsuitgangspunten bestemmingsreserves 2023

De in de Nota reserves en voorziening 2019 geformuleerde uitgangspunten zijn toereikend en er bestaat dan ook geen behoefte hierin aanpassingen te doen. Onderstaand zijn de beleidsuitgangspunten uit de nota 2019 ongewijzigd opgenomen

  • 1.

    Bestemmingsreserves worden door de raad ingesteld.

  • 2.

    Bestemmingsreserves kunnen worden ingesteld voor investeringen en voor tijdelijke projecten.

  • 3.

    Een bestemmingsreserve kan worden ingesteld voor door het rijk te decentraliseren taken. Daarbij dient te worden onderzocht of aansluiting bij een al bestaande bestemmingsreserve tot de mogelijkheden behoort. Deze bestemmingsreserve wordt afgesloten na de transitiefase c.q. de implementatiefase.

  • 4.

    Een bestemmingsreserve kan niet worden ingesteld voor taken die structureel van aard zijn, uitgezonderd bestemmingsreserves voor dekking van investeringen

  • 5.

    De investeringen en tijdelijke projecten waarvoor bestemmingsreserves worden ingesteld weegt de raad integraal af bij de behandeling van de P&C documenten.

  • 6.

    De bestemmingsreserves bevatten een concreet bestedingsplan en een concreet aangeduide bepaalde looptijd.

  • 7.

    Indien de uitvoering van het project of de investering na 2 jaar nog niet is gestart wordt de betreffende bestemmingsreserve opgeheven.

  • 8.

    De vrijvallende middelen worden toegevoegd aan de algemene reserve.

  • 9.

    De noodzaak van het project of investering en de dekking ervan via de bestemmingsreserve weegt de raad opnieuw af bij de behandeling van de P&C documenten.

  • 10.

    Een dekkingsreserve kan worden gevormd wanneer de jaarlijkse afschrijvingslast minimaal € 25.000 per jaar bedraagt en er geen betere alternatieve dekkingsmogelijkheden binnen de gemeentelijke exploitatie mogelijk zijn.

  • 11

    De dekkingsreserves kapitaallasten kunnen worden afgebouwd als zich betere alternatieven voor de inzet van de dekkingsreserves aandienen.

  • 12

    Minimaal 4 jaar voor het verstrijken van de looptijd van de dekkingsreserves worden alternatieve dekkingsvoorstellen aangegeven (indien vervanging van de investering noodzakelijk is).

  • 13

    De stand van een bestemmingsreserve mag niet negatief worden.

3.9 Voorzieningen

Voorzieningen worden enerzijds ingezet om concrete verplichtingen of verwachte verliezen af te dekken en anderzijds om schommelingen in de exploitatie te voorkomen. Een voorziening moet de omvang hebben van de betreffende verplichting of risico. Dit houdt in, dat iedere voorziening moet zijn onderbouwd met een berekening van de achterliggende verplichting of risico.

Onderhoudsvoorziening

Voor voorzieningen, die zijn ingesteld om kosten te egaliseren, dienen meerjaren (onderhoud)beheersplannen beschikbaar te zijn. In de gemeente Bergeijk zijn beheersplannen aanwezig voor accommodaties, wegen, groen, speeltoestellen, bruggen en openbare verlichting. Op basis van deze beheerplannen wordt een goed inzicht verkregen welke budgetten de komende 10 jaar gemiddeld nodig zijn voor het onderhoud. Het benodigde budget wordt mede bepaald door het gewenst kwaliteitsniveau, door de raad vastgesteld. In de gemeente Bergeijk worden periodiek beheerplannen opgesteld en vastgesteld door de raad.

Het groot onderhoud en de vervanging worden gedekt uit de voorziening. Om dit mogelijk te maken wordt jaarlijks ten laste van de exploitatie een gemiddeld bedrag in de voorziening gestort. Op deze wijze wordt bereikt dat flexibel op de uitvoering van het onderhoud kan worden ingesprongen zonder dat dit grote schommelingen in de Programmabegroting tot gevolg heeft.

VerliesvoorzieningenNaast een voorziening voor concrete verplichting of het voorkomen van schommelingen kan ook sprake zijn van een verliesvoorziening. In feite gaat het hier om risico’s waarvan vast is komen te staan dat ze feitelijk niet meer afwendbaar zijn. In dat geval maken ze geen onderdeel meer uit van het risicoprofiel (en weerstandscapaciteit) maar dient er binnen de totale vermogenspositie een deel te worden afgezonderd om dit risico te kunnen afdekken. Dit geldt bijvoorbeeld voor een geprognosticeerd verlies bij een grondexploitatie.

Beleidsuitgangspunten voorzieningen 2023

De in de Nota reserves en voorziening 2019 geformuleerde uitgangspunten zijn toereikend en er bestaat dan ook geen behoefte hierin aanpassingen te doen. Onderstaand zijn de beleidsuitgangspunten uit de nota 2019 ongewijzigd opgenomen.

De uitgangspunten voor het instellen van een voorziening en het in stand houden daarvan is binnen het BBV aan strikte regelgeving gebonden. Een belangrijk uitgangpunt in het BBV is: geen plan, geen voorziening. De in de Nota reserves en voorziening 2019 geformuleerde uitgangspunten zijn toereikend en er bestaat dan ook geen behoefte hierin aanpassingen te doen. Bovendien is de beleidsruimte voor de gemeente in de voorzieningen beperkt. Onderstaand zijn de beleidsuitgangspunten uit de nota 2019 ongewijzigd opgenomen. 

  • 1.

    Voorzieningen die worden gevormd om de (groot) onderhoudslasten van een kapitaalgoed over een aantal jaren te egaliseren kunnen alleen worden ingesteld en gevoed op basis van een beheersplan van het betreffende kapitaalgoed.

  • 2.

    Het beheerplan dient periodiek te worden geactualiseerd (minimaal elke 5 jaar).

  • 3.

    De stand van een voorziening mag niet negatief worden.

3.10 Reserves bij verbonden partijen

Gemeenten participeren in een groot aantal verschillende verbonden partijen. Partijen met elk hun eigen dynamiek, en daaraan gekoppeld een specifiek risico. De risico’s van de verbonden partijen rusten uiteindelijk altijd bij de deelnemende partijen maar kunnen in meer of mindere mate binnen de verbonden partijen worden opgevangen. Er kan sprake zijn van een verbonden partij als publiekrechtelijke of privaatrechtelijke organisatie. Voorbeelden van publiekrechtelijke verbonden partijen zijn onder andere de Veiligheidsregio, de WVK, de Omgevingsdienst Zuid-Oost Brabant en de GGD. Voorbeelden van privaatrechtelijke verbonden partijen zijn de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en Brabant Water.

De publiekrechtelijke verbonden partijen

Algemene Reserve:

Deze verbonden partijen hebben in principe geen algemene reserve nodig; de gemeenten staan uiteindelijk in voor eventuele tekorten. Echter voor sommige organisaties gelden wettelijke eisen c.q. wordt dit door de toezichthouder (Provincie) verplicht gesteld; hieraan moet dan voldaan worden. Overigens zou in enkele gevallen uit praktische overwegingen wel een beperkte algemene reserve door het Algemeen Bestuur van de verbonden partij kunnen worden toegestaan. Deze reserves moeten de verbonden partijen dan wel zelf vormen uit positieve resultaten van de Programmarekening via de resultaatbestemming. De organisatie moet dan wel een onderbouwing geven van het maximum bedrag, dat door het Algemeen Bestuur wordt vastgesteld; dit kan in de Programmabegroting of in afzonderlijke notities. Bedragen boven dit maximum moeten worden teruggestort naar de deelnemende gemeenten.

De deelnemende gemeenten hebben invloed op de grenzen van de algemene reserve door deelname aan het Algemeen Bestuur. Bij elke partij dienen we ons af te vragen hoe groot de risico’s zijn, of de gemeente die risico’s zelf afdekken (bijvoorbeeld door een risicovoorziening) en zo ja, hoe groot is dat risico dan voor de gemeente en hoe dekken we dat af.

Als algemeen beleidsuitgangspunt stellen we dat publiekrechtelijke verbonden partijen beperkt of geen algemene reserve aanhouden en dat de risico’s en benodigde weerstandsvermogen bij de gemeente is.

Bestemmingsreserves:

Onder een bestemmingsreserve wordt verstaan een reserve waaraan door het hoogste orgaan van een organisatie een bepaalde bestemming is gegeven. Omdat in zijn algemeenheid op de bestemmingsreserves verplichtingen rusten, is dit toegestaan. Wel zal bij behandeling van de Programmarekening uitdrukkelijk moeten worden getoetst of de bestemmingsreserve (nog) noodzakelijk is. De uitgangspunten die de gemeente Bergeijk stelt voor het instellen van bestemmingsreserves kunnen een op een overgenomen worden als beleidsuitgangspunt.

De privaatrechtelijke verbonden partijen

Op de risico’s en de vorming van reserves van privaatrechtelijke verbonden partijen hebben gemeenten slechts zeer beperkt zeggenschap; uitsluitend gezamenlijk met mede aandeelhouders via de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA). Veelal worden voor dergelijke partijen wettelijke minimum eisen gesteld aan hun vermogen. Dit om aan de financiële verplichtingen te kunnen blijven voldoen. Dit wil echter niet zeggen dat er onbeperkt “opgepot” hoeft te worden. Deze partijen dienen goed te worden gemonitord en indien nodig worden voorstellen ingebracht in de AVA.

Risico’s

Met de paragrafen Verbonden partijen en Weerstandvermogen wordt inzicht gegeven in ontwikkelingen bij verbonden partijen en het effect dat zij hebben op het weerstandsvermogen. Daarbij nemen we substantiële risico’s die een verbonden partij aangeeft mee in onze risicobeoordeling.

Richtlijnen

Bij de publiekrechtelijke verbonden partijen zijn de risico’s vaak goed in te schatten. Het grootste deel van de uitgaven zijn vaak salariskosten. De salariskosten zijn normaliter goed in te schatten, een algemene reserve is daardoor niet direct noodzakelijk, maar kan uit pragmatisch oogpunt wel effectief zijn. Indien er een algemene reserve gevormd wordt zou die beperkt moeten zijn. Beperkt is tussen 0% en 5% zijn van de totale geprognosticeerde salariskosten. De algemene reserve is dan enkel aanwezig om een beperkt negatief resultaat, als dat al ontstaat, op te vangen. De deelnemende gemeenten dienen eventuele tekorten aan te vullen. Het risico dient zo mogelijk gekwantificeerd te worden. We vermelden dit risico in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Voor vennootschappen kan een andere richtlijn gelden. Hier kan een solvabiliteitsratio gehanteerd worden. Het solvabiliteitsratio geeft aan of een bedrijf in staat is om aan haar financiële verplichtingen te kunnen voldoen. Met name banken, waaronder de BNG, hebben daarbij andere normen dan andere bedrijven. De solvabiliteit kan worden berekend door het eigen vermogen te delen door het totaal vermogen. Een minimumnorm van 0,25 tot 0,40 wordt in de regel als voldoende ervaren. Uiteraard dienen wettelijke voorschriften eerst gerespecteerd te worden.

Beleidsuitgangspunten reserves verbonden partijen 2023:

  • 1.

    Uitgangspunt is dat een publiekrechtelijke verbonden partij beperkt of geen algemene reserve vormt.

  • 2.

    Vormt de publiekrechtelijke verbonden partij een algemene reserve dan geldt een norm tussen 0% en 5% van de salariskosten.

  • 3.

    Vennootschappen voldoen minimaal aan de wettelijke eisen voor de solvabiliteitsnorm.

  • 4.

    Voor zover wettelijke eisen ontbreken streven naar solvabiliteitsnorm tussen 0,25 en 0,40.

  • 5.

    Verbonden partijen zijn zeer terughoudend met het vormen van bestemmingsreserves.

4. Rentebeleid ten aanzien van reserves en voorzieningen

4.1 Rente toerekenen aan reserves en voorzieningen

Reserves en voorzieningen worden aangewend als intern financieringsmiddel. Hierdoor hoeft minder geld te worden geleend op de kapitaalmarkt en is sprake van bespaarde rente. Bespaarde rente is rente over de reserves en voorzieningen.

De bespaarde rente is min of meer een fictieve rente die niet aan een bankinstelling behoeft te worden afgedragen. Er bestaan drie keuze hoe deze rente aan te wenden:

  • toevoegen aan de reserves

  • ten gunste laten komen van de exploitatie

  • een combinatie van beiden.

Het rentevoordeel ten gunste laten komen van de exploitatie heeft een positieve invloed op het begrotingssaldo, dit kan immers als extra inkomst worden beschouwd. Het nadeel is als de rente ten gunste van de exploitatie wordt gebracht dat er een dekkingsprobleem ontstaat op het moment dat de reserve/voorziening wordt besteed. De reserve/voorziening is dan niet meer beschikbaar voor interne financiering. Bovendien ontstaan problemen bij de weerstandscapaciteit. In feite betekent het dat de reserves zijn geblokkeerd.

Het beleid in de gemeente Bergeijk is de bespaarde rente op reserves en voorzieningen toe te voegen aan de exploitatie. Dit betekent dat niet vrijelijk beschikt kan worden over de reserves zonder daarbij de uitvoering van de lopende en voorgenomen toekomstige beleidsvoornemens in gevaar te brengen. Het gaat daarbij vooral om het deel van de reserve dat als weerstandsvermogen wordt gezien ter dekking van de risico’s. Dit deel zou immers ingezet moeten worden indien risico’s zich daadwerkelijk voordoen. In deze nota reserves en voorzieningen wordt, zoals eerder vermeld, uitgegaan van een risico omvang van € 2,56 miljoen. Bij een inschatting dat maximaal 50% van alle risico’s gelijktijdig werkelijkheid worden en een rekenrente van 4% betekent dit een risico van € 25.000 per jaar in de exploitatie. Dit risico wordt voortaan opgenomen in het overzicht risico’s.

Beleidsuitgangspunten 2023

De in de Nota reserves en voorziening 2019 geformuleerde uitgangspunten zijn toereikend en er bestaat dan ook geen behoefte hierin aanpassingen te doen. Onderstaand zijn de beleidsuitgangspunten uit de nota 2019 ongewijzigd opgenomen.

  • 1.

    De bespaarde rente op reserves en voorzieningen wordt geheel ten gunste van de exploitatie gebracht.

  • 2.

    De meerjarige gevolgen voor de rente als gevolg van onttrekkingen aan reserves en mutaties in de voorzieningen worden in de meerjarenbegroting als risico opgenomen.

5. Wijziging in beleid en de consequenties

5.1 Samenvatting en conclusie

Deze nota is een herziening van de in 2019 vastgestelde nota reserves en voorzieningen. De jaarlijkse risicoanalyse vormt een belangrijk afwegingskader om de omvang van de noodzakelijke reserves in het kader van de weerstandscapaciteit te bepalen.

Het instellen en opheffen van reserves en voorzieningen is en blijft een bevoegdheid van de raad. De bestaande reserves zijn opnieuw beoordeeld naar noodzaak, bestedingsdoel en omvang. Het streven blijft om het aantal bestemmingsreserves beperkt te houden.

De kaders voor het berekenen van de rente over investeringen en de berekening van de bespaarde rente over reserves en voorzieningen zijn gebaseerd op de uitgangspunten zoals vastgesteld in het Besluit Begroting en Verantwoording Gemeenten en Provincies. Op grond hiervan worden de te hanteren percentage jaarlijks bij de kaderstelling in de perspectievennota bepaald.

Ten opzichte van de nota reserves en voorzieningen 2019 worden er enkele belangrijke wijzigingen doorgevoerd. De algemene reserve behoedzaamheid grondtransacties te verlagen van € 2.500.000 naar € 1.000.000.

De nota geldt als een kader voor de komende vier jaar. Mocht tussentijds gewijzigde regelgeving of ander ontwikkelingen, aanpassing van deze nota noodzakelijk maken, vindt dit eerder plaats. Het in deze nota vastgelegde beleid is in overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Jaarlijks wordt in de P&C documenten de raad geïnformeerd over het verloop van de reserves en voorzieningen.

5.2 Voorstellen:

  • 1.

    De beleidsuitgangspunten vaststellen van:

    • a.

      algemene reserves ( zie onderdeel 3.5)

    • b.

      risicoanalyse (zie onderdeel 3.6)

    • c.

      bestemmingsreserves (zie onderdeel 3.8)

    • d.

      voorzieningen (zie onderdeel 3.9)

    • e.

      reserves bij verbonden partijen (zie onderdeel 3.10)

    • f.

      rente toerekenen aan reserves en voorzieningen (zie onderdeel 4.1)

De consequenties van de beleidsuitgangspunten leiden tot de volgende beslispunten.

  • 2.

    De “Algemene reserve exclusief de algemene reserve behoedzaamheid grondtransacties”, de “Algemene reserve risico’s grondexploitaties” en de dekkingsreserves, ongewijzigd te handhaven. Is een dekkingsreserve uitgeput dan wordt deze opgeheven.

  • 3.

    De algemene reserve behoedzaamheid grondtransacties te verlagen van € 2.500.000 naar € 1.000.000.

  • 4.

    De Bestemmingsreserves ongewijzigd te handhaven.

  • 5.

    De voorzieningen ongewijzigd te handhaven.

5.3 Budgettaire consequenties

Er volgen geen directe budgettaire consequenties uit de voorgestelde beleidsaanpassingen.

Zoals besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Bergeijk op 01 juni 2023.

De gemeenteraad,

Y.Y.E.van Bakel

Raadsgriffier

A.Callewaert-de Groot

Voorzitter

Bijlage 1: Beleidsuitgangspunten Nota reserves en voorzieningen 2023

Door het vaststellen van deze Beleidsnota worden deze beleidsuitgangspunten van kracht. Hieronder worden de beleidsuitgangspunten van de Nota 2023 puntsgewijs weergegeven en worden de wijzigingen daarop in de aanpassingen vermeld.

Beleidsuitgangspunten voor algemene reserves

  • 1.

    De algemene reserve en de algemene reserve risico’s grondexploitatie worden alleen gebruikt voor het opvangen van financiële tegenvallers (bufferfunctie).

  • 2.

    De minimale omvang van de algemene reserve (resultaat) en de algemene reserve risico’s grondexploitatie bedraagt € 6 miljoen.

  • 3.

    De algemene reserve behoedzaamheid grondtransacties wordt alleen gebruikt om schommelingen op te vangen in kosten en opbrengsten uit grondtransacties pachtvrije landbouwgronden en om “gronden op de goede plek” te krijgen en wordt de maximale omvang van de algemene reserve behoedzaamheid grondtransacties verlaagd van € 2.500.000 naar € 1.000.000.

  • 4.

    Voor de grondexploitatie wordt een afzonderlijke algemene reserve risico’s grondexploitaties zichtbaar binnen de algemene reserve bijgehouden.

  • 5.

    Twee keer per jaar wordt de minimale omvang van de algemene reserves (inclusief de reserve uit punt 3) op basis van een risicoanalyse en in relatie tot de weerstandscapaciteit getoetst.

  • 6.

    Indien de algemene reserve risico’s grondexploitatie en de algemene reserve behoedzaamheid grondtransacties hogere saldi hebben dan de norm vloeit het meerdere naar de algemene reserve.

  • 7.

    Indien de algemene reserve een hoger niveau dan de minimale omvang heeft bereikt, kan de raad besluiten aan dit hogere deel een andere bestemming te geven.

Aanpassingen 2023

de maximale omvang van de algemene reserve behoedzaamheid grondtransacties verlaagd van € 2.500.000 naar € 1.000.000

Beleidsuitgangspunten voor risico analyse

  • 1.

    In de paragraaf ‘Weerstandsvermogen en risicobeheersing”, als onderdeel van de Programmabegroting en Programmarekening, wordt de weerstandscapaciteit getoetst op toereikendheid.

  • 2.

    Bij de P&C documenten vindt een doorkijk plaats op basis van een geactualiseerde risico-inventarisatie en worden voorstellen tot verbetering gedaan.

  • 3.

    Van onderkende risico’s wordt de financiële impact bepaald.

  • 4.

    Van onderkende risico’s wordt de kans bepaald dat de gebeurtenis zich voordoet. Dit door een score te geven van zeer gering, gering, waarschijnlijk of hoog.

  • 5.

    Risico ≥ € 25.000 nemen we op in de risicomatrix.

  • 6.

    Indien een gebeurtenis zich zeker voordoet wordt dit financieel opgenomen in de P&C documenten.

  • 7.

    De weerstandscapaciteit bestaat uit de Algemene reserve, de Algemene reserve risico’s grondexploitaties en de post onvoorzien.

  • 8.

    De norm voor de ratio weerstandscapaciteit wordt vastgesteld op minimaal 1,4.

  • 9.

    Indien de beschikbare weerstandscapaciteit niet toereikend is om de risico’s op te vangen (ratio <1,4 worden voorstellen gedaan om de weerstandscapaciteit aan te vullen tot het benodigde niveau.

  • 10.

    Via de periodieke P&C documenten wordt de raad geïnformeerd over ontwikkelingen in het risicoprofiel in relatie tot de omvang van de weerstandscapaciteit van de gemeente Bergeijk en over de voortgang in de uitvoering van beheersmaatregelen.

Aanpassingen 2019

Er zijn geen aanpassing doorgevoerd.

Beleidsuitgangspunten voor bestemmingsreserves

  • 1.

    Bestemmingsreserves worden door de raad ingesteld.

  • 2.

    Bestemmingsreserves kunnen worden ingesteld voor investeringen en voor tijdelijke projecten.

  • 3.

    Een bestemmingsreserve kan worden ingesteld voor door het rijk te decentraliseren taken. Daarbij dient te worden onderzocht of aansluiting bij een al bestaande bestemmingsreserve tot de mogelijkheden behoort. Deze bestemmingsreserve wordt afgesloten na de transitiefase c.q. de implementatiefase.

  • 4.

    Een bestemmingsreserve kan niet worden ingesteld voor taken die structureel van aard zijn, uitgezonderd bestemmingsreserves voor dekking van investeringen

  • 5.

    De investeringen en tijdelijke projecten waarvoor bestemmingsreserves worden ingesteld weegt de raad integraal af bij de behandeling van de P&C documenten.

  • 6.

    De bestemmingsreserves bevatten een concreet bestedingsplan en een concreet aangeduide bepaalde looptijd.

  • 7.

    Indien de uitvoering van het project of de investering na 2 jaar nog niet is gestart wordt de betreffende bestemmingsreserve opgeheven.

  • 8.

    De vrijvallende middelen worden toegevoegd aan de algemene reserve.

  • 9.

    De noodzaak van het project of investering en de dekking ervan via de bestemmingsreserve weegt de raad opnieuw af bij de behandeling van de P&C documenten.

  • 10.

    Een dekkingsreserve kan worden gevormd wanneer de jaarlijkse afschrijvingslast minimaal € 25.000 per jaar bedraagt en er geen betere alternatieve dekkingsmogelijkheden binnen de gemeentelijke exploitatie mogelijk zijn.

  • 11

    De dekkingsreserves kapitaallasten kunnen worden afgebouwd als zich betere alternatieven voor de inzet van de dekkingsreserves aandienen.

  • 12

    Minimaal 4 jaar voor het verstrijken van de looptijd van de dekkingsreserves worden alternatieve dekkingsvoorstellen aangegeven (indien vervanging van de investering noodzakelijk is).

  • 13

    De stand van een bestemmingsreserve mag niet negatief worden.

Aanpassingen 2023

Er zijn geen aanpassing doorgevoerd.

Beleidsuitgangspunten voorzieningen

  • 1.

    Voorzieningen die worden gevormd om de (groot) onderhoudslasten van een kapitaalgoed over een aantal jaren te egaliseren kunnen alleen worden ingesteld en gevoed op basis van een beheersplan van het betreffende kapitaalgoed.

  • 2.

    Het beheerplan dient periodiek te worden geactualiseerd (minimaal elke 5 jaar).

  • 3.

    De stand van een voorziening mag niet negatief worden.

Aanpassingen 2023

Er zijn geen aanpassingen doorgevoerd.

Beleidsuitgangspunten reserves bij verbonden partijen

  • 1.

    Uitgangspunt is dat een publiekrechtelijke verbonden partij geen algemene reserve vormt.

  • 2.

    Vormt de publiekrechtelijke verbonden partij toch een algemene reserve dan geldt een norm tussen 0% en 5% van de salariskosten.

  • 3.

    Vennootschappen voldoen minimaal aan de wettelijke eisen voor de solvabiliteitsnorm

  • 4.

    Voor zover wettelijke eisen ontbreken streven naar solvabiliteitsnorm tussen 0,25 en 0,40

  • 5.

    Verbonden partijen zijn zeer terughoudend met het vormen van bestemmingsreserves

Aanpassingen 2023

Er zijn geen aanpassingen doorgevoerd.

Beleidsuitgangspunten bespaarde rente

  • 1.

    De bespaarde rente op reserves en voorzieningen wordt geheel ten gunste van de exploitatie gebracht.

  • 2.

    De meerjarige gevolgen voor de rente als gevolg van onttrekkingen aan reserves en mutaties in de voorzieningen worden in de meerjarenbegroting opgenomen.

Aanpassingen 2023

Er zijn geen aanpassingen doorgevoerd.

Bijlage 2: Toelichting op doel van de afzonderlijke reserves en voorzieningen

*) De saldi zijn gebaseerd op de vastgestelde Programmabegroting 2023.

2.1 Algemene reserves

Naam reserve

Algemene reserve

Soort

Vrije reserve

Prognose 1-1-2023

€ 8.307.241

Stortingen

€ 0

Onttrekkingen

€ 0

Minimum

Vastgesteld op een ratio van minimaal 1,4 en een absolute ondergrens van € 6,0 miljoen.

Maximum

N.v.t.

Looptijd

Continu

Bestedingsdoel

Het opvangen van onvoorziene financiële tegenvallers. Het dekken van rekening tekorten, c.q. het afdekken van begrotingstekorten.

In de nota Reserve en voorzieningen 2019 is de minimumnorm van de algemene reserves (Algemene reserve, Algemene reserve risico’s grondexploitaties en de Algemene reserve resultaat) op een bedrag van € 6,0 miljoen vastgesteld.

Toelichting

Deze reserve heeft meerdere functies en vormt onderdeel van de weerstandscapaciteit. De norm voor de weerstandscapaciteit is gekoppeld aan de jaarlijkse risicoanalyse. De weerstandscapaciteitsratio (beschikbare weerstands-capaciteit gedeeld door de benodigde weerstandscapaciteit) dient groter dan of gelijk aan 1,4 te zijn.

Voorstel

Reserve ongewijzigd handhaven.

 

Naam reserve

Algemene reserve risico’s grondexploitaties

Soort

Reserve voor het afdekken van financiële risico’s bij de grondexploitatie

Prognose 1-1-2023

€ 509.056

Stortingen

€ 137.150 (2023) / € 10.140 (2024) / € 1.027.000 (2025) / € 1.121.000 (2026)

Onttrekkingen

€ 100.000 (2023) / € 100.000 (2024) / € 318.452 (2025) / € 289.612 (2026)

Minimum

€ 0

Maximum

€ 1.751.088

Looptijd

Continu

Bestedingsdoel

Een bufferfunctie voor het opvangen van financiële tegen- en meevallers in de grondexploitatie. De minimale en maximale omvang wordt halfjaarlijks bepaald bij de Programmabegroting en de Programmarekening.

Toelichting

Indien we een verlies verwachten wordt een voorziening getroffen. De voorziening wordt uit deze reserve gedekt. De reserve wordt gevoed door winstnemingen in de grondexploitaties. Een saldo boven de norm wordt toegevoegd aan de algemene reserve. Op basis van de actualisaties bij de P&C documenten wordt beoordeeld of de norm van de weerstandscapaciteit moet worden bijgesteld. De omvang van de reserve is bepaald op de resultaten uit het worst-case scenario van de negatieve plannen (de voorziening tekorten grondexploitaties is gebaseerd op het pessimistisch scenario). Bij de actualisatie van de nota reserve en voorzieningen die voorzien is in 2023/2024, wordt tevens beoordeeld of de ingestelde maximum grens actueel is.

Voorstel

Reserve ongewijzigd handhaven.

 

Naam reserve

Algemene reserve resultaat

Soort

Vrije reserve

Prognose 1-1-2023

€ 1.906.367

Stortingen

€ 132.483 (2023) / € 543.985 (2024) / € 1.135.276 (2025) -€ 522.476 (2026)

Onttrekkingen

€ 0

Minimum

N.v.t.

Maximum

N.v.t.

Looptijd

Continu

Bestedingsdoel

Het rekeningresultaat van het voorgaand jaar wordt na vaststelling van de Programmarekening bestemd ten gunste van de algemene reserve

Toelichting

Volgens de BBV moet het rekeningsaldo op de balans zichtbaar zijn.

Voorstel

Reserve ongewijzigd handhaven.

 

Naam reserve

Algemene reserve behoedzaamheid grondtransacties

Soort

Reserve voor het afdekken van schommelingen uit grondtransacties

Prognose 1-1-2023

€ 2.190.832

Stortingen

€ 0

Onttrekkingen

€ 0

Minimum

€ 0

Maximum

€ 2.500.000

Looptijd

Continu

Bestedingsdoel

Het opvangen van schommelingen in opbrengsten uit grondtransacties binnen de reguliere exploitatie. Doel is op gronden op de goede plek te krijgen door gebruik te maken van de grondposities van de gemeente.

Toelichting

In de Programmabegroting is vanaf 2014 structureel € 500.000 geraamd uit opbrengst uit grondtransacties van pachtvrije landbouwgronden. Dit is verhoogd tot € 625.000 in de periode 2020 - 2023 en wordt daarna gefaseerd afgebouwd.

Grondtransacties zullen echter nooit helemaal gelijkmatig verlopen waardoor opbrengsten in de jaarschijven schommelen. Met deze reserve kunnen we voor- en nadelen compenseren en kunnen in een korte, doch duidelijke procedure snel financiële middelen beschikbaar worden gesteld indien een grondtransactie daarom vraagt.

Voorstel

De algemene reserve behoedzaamheid grondtransacties te verlagen van € 2.500.000 naar € 1.000.000.

2.2 Bestemmingsreserves

Naam reserve

Bestemmingsreserve budgetoverheveling

Soort

Bestemmingsreserve

Taakveld

Alle

Prognose 1-1-2023

€ 0

Stortingen

€ 0

Onttrekkingen

€ 0

Minimum

N.v.t.

Maximum

N.v.t.

Looptijd

Continu

Bestedingsdoel

Het aanwenden ter dekking van de door budgetoverheveling doorgeschoven taken.

Toelichting

Zichtbaar houden van de budgetten en de uitgaven kunnen volgen.

Voorstel

Reserve ongewijzigd handhaven.

 

Naam reserve

Bestemmingsreserve Ruimtelijke Ontwikkeling Leefbaarheid en vestigingsklimaat (ROL)

Soort

Bestemmingsreserve

Taakveld

Economie en VHROSV

Prognose 1-1-2023

€ 772.352

Stortingen

€ 0 (2023) €0 (2024) € 218.452 (2025) € 189.612 (2026)

Onttrekkingen

€ 500.000 (2023)

Minimum

€ 0

Maximum

Conform omvang projectenlijst

Looptijd

Continu

Bestedingsdoel

Het dekken van investeringen in infrastructurele voorzieningen bij in exploitatiegenomen gebieden voor woningbouw of aanleg van bedrijventerreinen. Daarnaast dekking ten behoeve uitbreiding van kunst in de openbare ruimte

Toelichting

Het gaat om de aanleg van nieuwe wegen, het her profileren van bestaande wegen, de aanleg van vrij liggende fietspaden door toenemende verkeersdruk, het vergroten van de bergingscapaciteit van het hoofdriool en kunstwerken. De stortingen zijn gebaseerd op het bedrag van verkochte m² grondexploitaties.

Voorstel

Reserve ongewijzigd handhaven.

 

Naam reserve

Bestemmingsreserve Duurzame Ontwikkeling Buitengebied (DOB) – Gebiedsakkoord N69

Soort

Bestemmingsreserve

Taakveld

Economie

Prognose 1-1-2023

€ 332.477

Stortingen

€ 0

Onttrekkingen

€ 18.000 (2023)

Minimum

€ 0

Maximum

N.v.t.

Looptijd

Continu

Bestedingsdoel

Het dekken van investeringen ten behoeve van voorzieningen op het gebied van duurzame ontwikkelingen buitengebied.

Toelichting

De reserve wordt gevoed door 25% van de opbrengsten van verkoop pachtgrond in de Ecologische hoofdstructuur. De onttrekkingen hebben betrekking op de uitvoering reconstructie en diverse projecten binnen PLOP.

Voorstel

Reserve ongewijzigd handhaven.

 

Naam reserve

Bestemmingsreserve egalisatie sociaal domein (3D)

Soort

Bestemmingsreserve

Taakveld

Sociaal domein

Prognose 1-1-2023

€ 119.000

Stortingen

€ 0

Onttrekkingen

€ 0

Minimum

€ 0

Maximum

N.v.t.

Looptijd

Continu

Bestedingsdoel

Het bij de jaarrekening opvangen van mogelijke tegenvallers binnen de 3 decentralisatie van het sociaal domein en het grip krijgen op sociaal domein.

Toelichting

Het bestedingsdoel van de bestemmingsreserve egalisatie sociaal domein was erop gericht om eventuele tekorten binnen het sociaal domein bij een jaarrekening eventueel te dekken uit de bestemmingsreserve. Hier is de laatste jaren, onder andere door de positieve rekeningresultaten, nauwelijks gebruik van gemaakt. Door het bestedingsdoel van de bestemmingsreserve egalisatie sociaal domein te verruimen ontstaat de mogelijkheid om ook op begrotingsbasis incidentele lasten te dekken uit de bestemmingsreserve en in te zetten om grip te krijgen op de kosten van het sociaal domein.

Voorstel

Reserve ongewijzigd handhaven.

 

Naam reserve

Bestemmingsreserve KC Kattendans

Soort

Bestemmingsreserve

Taakveld

Onderwijs en Sociaal domein

Prognose 1-1-2023

€ 886.706

Stortingen

€ 0

Onttrekkingen

€ 0

Minimum

€ 0

Maximum

N.v.t.

Bestedingsdoel

Het kunnen dekken van voorbereidingskosten en mogelijk investeringskosten in verband met de realisatie van een KC / verbouwing Kattendans

Toelichting

Het reserveren van middelen ter dekking van ontwikkelingen KC / Kattendans

Voorstel

Reserve ongewijzigd handhaven.

 

Naam reserve

Bestemmingsreserve Duurzaamheid en klimaat

Soort

Bestemmingsreserve

Taakveld

Volksgezondheid en milieu

Prognose 1-1-2023

€ 153.221

Stortingen

€ 400.000 (2023)

Onttrekkingen

€ 0

Minimum

€ 0

Maximum

Niet bepaald

Bestedingsdoel

Om stappen te kunnen zetten wordt ter dekking van een dynamisch programmaplan BErgeijkENERGY een reserve gevormd. Het programmaplan wordt in de raad behandeld. De reserve wordt ingezet om het plan te kunnen realiseren.

Toelichting

Reservering middelen ter dekking van ontwikkelingen omtrent klimaat en duurzaamheid.

Voorstel

Reserve ongewijzigd handhaven.

 

Naam reserve

Bestemmingsreserve rentewijziging Grex (BBV)

Soort

Bestemmingsreserve

Taakveld

VHROSV

Prognose 1-1-2023

€ 59.419

Stortingen

€ 0

Onttrekkingen

€ 59.419 (2023)

Minimum

€ 0

Maximum

N.v.t.

Looptijd

Tot en met 2023

Bestedingsdoel

Het dekken van de kosten van de rentewijziging grex.

Toelichting

De wijzigingen van de regels noopten de gemeenten om vanaf 2016 minder rente toe te rekenen naar de grondexploitaties. De administratieve consequenties hiervan hebben we opgelost door te bepalen wat het nadeel in de exploitatie is en daarvoor is een bestemmingsreserve gevormd. Deze reserve vangt structureel het nadeel op. Het nadeel lost op in 2023, dan is ook de laatste onttrekking uit deze reserve en kan die afgesloten worden.

Voorstel

Reserve ongewijzigd handhaven.

 

Naam reserve

Bestemmingsreserve Kunst

Soort

Bestemmingsreserve

Taakveld

Sport, cultuur en recreatie

Prognose 1-1-2023

€ 30.000

Stortingen

€ 10.000 (2023-2026)

Onttrekkingen

€ 0

Minimum

€ 0

Maximum

Niet bepaald

Bestedingsdoel

Het dekken van de financiering van de uitvoering van Kunst en Vormgeving in de Openbare Ruimte en de Adviescommissie Beeldende Kunst en Vormgevin.

Toelichting

Onttrekkingen uit de bestemmingsreserve Kunst mogen plaatsvinden op basis van een collegebesluit in het kader van de realisatie van kunst in de openbare ruimte tot een bedrag van maximaal € 30.000, mits er voldoende middelen in de bestemmingsreserve Kunst zijn opgenomen.

Voorstel

Reserve ongewijzigd handhaven.

 

Naam reserve

Uitvoering Bereikbaarheidsagenda

Soort

Bestemmingsreserve

Taakveld

Verkeer en vervoer

Prognose 1-1-2023

€ 249.704

Stortingen

€ 0

Onttrekkingen

€ 41.500 (2023) € 41.500 (2024) € 41.500 (2025) € 41.500 (2026)

Minimum

€ 0

Maximum

Niet bepaald

Bestedingsdoel

Het dekken van de financiering van de uitvoering van de bereikbaarheidsagenda.

Toelichting

Het reserveren van middelen ter dekking van uitvoering bereikbaarheidsagenda met einde looptijd 2028.

Voorstel

Reserve ongewijzigd handhaven.

 

Naam reserve

Verduurzamingsfonds voor sociale huurwoningen

Soort

Bestemmingsreserve

Taakveld

8

Prognose 1-1-2023

€ 1.000.000

Stortingen

€ 0

Onttrekkingen

€ 0

Minimum

€ 0

Maximum

Niet bepaald

Bestedingsdoel

Een impuls aan de verduurzaming van sociale huurwoningen

Toelichting

Het reserveren van middelen ter dekking van uitvoering verduurzamen sociale huurwoningen

Voorstel

Reserve ongewijzigd handhaven.

 

Naam reserve

Vereveningsfonds

Soort

Bestemmingsreserve

Taakveld

8

Prognose 1-1-2023

€ 650.000

Stortingen

€ 0

Onttrekkingen

€ 0

Minimum

€ 0

Maximum

Niet bepaald

Bestedingsdoel

Bijdrage aan de realisatie van extra sociale huurwoningen.

Toelichting

Het reserveren van middelen ter dekking van uitvoering van realisatie extra sociale huurwoningen.

Voorstel

Reserve ongewijzigd handhaven.

2.3 Dekkingsreserves

Naam reserve

Dekkingsreserve Brandweerkazerne (40 jaar)

Soort

Dekkingsreserve

Prognose 1-1-2023

€ 391.483

Bestedingsdoel

Dekking van een deel van de jaarlijkse afschrijvingslasten die voortvloeien uit de investering in de brandweergarage.

Toelichting

Tot het jaar 2044 zal jaarlijks € 18.839 worden onttrokken.

 

Naam reserve

Dekkingsreserve Herinrichting park De Ploeg

Soort

Dekkingsreserve

Prognose 1-1-2023

€ 166.670

Bestedingsdoel

Dekking van een gedeelte van de jaarlijkse afschrijvingslasten die voortvloeien uit de investering in de herinrichting van het park De Ploeg.

Toelichting

Tot het jaar 2048 zal jaarlijks € 6.666 worden onttrokken.

 

Naam reserve

Dekkingsreserve huisvesting gemeentehuis (35 jaar)

Soort

Dekkingsreserve

Prognose 1-1-2023

€ 2.238.305

Bestedingsdoel

Dekking van een deel van de jaarlijkse afschrijvingslasten die voortvloeien uit de investering in de huisvesting gemeentehuis.

Toelichting

Tot het jaar 2039 zal jaarlijks € 141.022 worden onttrokken.

 

Naam reserve

Dekkingsreserve Nul+ N69 sluipverkeerwerende maatregelen

Soort

Dekkingsreserve

Prognose 1-1-2023

€ 116.967

Bestedingsdoel

Dekking van een gedeelte van de jaarlijkse afschrijvingslasten die voortvloeien uit de investering in de nul-plusmaatregelen buitengebied N69.

Toelichting

Tot het jaar 2049 zal jaarlijks € 4.033 worden onttrokken.

 

Naam reserve

Dekkingsreserve Nul+ N69 Westerhoven

Soort

Dekkingsreserve

Prognose 1-1-2023

€ 286.665

Bestedingsdoel

Dekking van een gedeelte van de jaarlijkse afschrijvingslasten die voortvloeien uit de investering in de nul-plusmaatregelen N69 Westerhoven.

Toelichting

Tot het jaar 2048 zal jaarlijks € 11.467 worden onttrokken.

 

Naam reserve

Dekkingsreserve Strategische aankopen Hof Noord

Soort

Dekkingsreserve

Prognose 1-1-2023

€ 450.000

Bestedingsdoel

Dekking van een gedeelte van de jaarlijkse afschrijvingslasten die voortvloeien uit de investering voor de strategische aankopen Hof Noord.

Toelichting

Tot het jaar 2059 zal jaarlijks € 12.500 worden onttrokken.

 

Naam reserve

Dekkingsreserve Onderwijshuisvesting

Soort

Dekkingsreserve

Prognose 1-1-2023

€ 218.926

Bestedingsdoel

Dekking van een deel van de jaarlijkse afschrijvingslasten die voortvloeien uit de investering in de kwaliteitsimpuls huisvesting onderwijs.

Toelichting

Tot het jaar 2052 zal jaarlijks € 7.581 worden onttrokken.

 

Naam reserve

Dekkingsreserve uitvoering centrumplan ’t Hof 3e fase

Soort

Dekkingsreserve

Prognose 1-1-2023

€ 611.335

Bestedingsdoel

Dekking van een gedeelte van de jaarlijkse afschrijvingslasten die voortvloeien uit de investering in de uitvoering van het centrumplan ’t Hof 3e fase.

Toelichting

Tot het jaar 2048 zal jaarlijks € 24.453 worden onttrokken.

 

Naam reserve

Dekkingsreserve Voorbereiden fietspad Bisschop Rythoviusdreef

Soort

Dekkingsreserve

Prognose 1-1-2023

€ 83.335

Bestedingsdoel

Dekking van een gedeelte van de jaarlijkse afschrijvingslasten die voortvloeien uit de investering in fietspad Bisschop Rythoviusdreef

Toelichting

Tot het jaar 2047 zal jaarlijks € 3.333 worden onttrokken.

 

Naam reserve

Dekkingsreserve Bewegen, Ontmoeten en Spelen

Soort

Dekkingsreserve

Prognose 1-1-2023

€ 256.625

Bestedingsdoel

Dekking van een gedeelte van de jaarlijkse afschrijvingslasten die voortvloeien uit de investering Bewegen, Ontmoeten en Spelen.

Toelichting

In 2023 wordt € 22.000 onttrokken, vanaf 2024 € 27.500.

 

Naam reserve

Dekkingsreserve Diepenveldenweg Eersel-Bergeijk

Soort

Dekkingsreserve

Prognose 1-1-2023

€ 383.834

Bestedingsdoel

Dekking van een gedeelte van de jaarlijkse afschrijvingslasten die voortvloeien uit de investering in de Diepenveldenweg Eersel-Bergeijk.

Toelichting

Tot het jaar 2050 zal jaarlijks € 13.333 worden onttrokken.

 

Naam reserve

Dekkingsreserve Fietsambitie Bergeijk 2020

Soort

Dekkingsreserve

Prognose 1-1-2023

€ 174.400

Bestedingsdoel

Dekking van een gedeelte van de jaarlijkse afschrijvingslasten die voortvloeien uit de investering in de Fietsambitie 2020

Toelichting

Tot het jaar 2070 zal jaarlijks € 3.500 worden onttrokken.

 

Naam reserve

Dekkingsreserve Fietsambitie Bergeijk 2023

Soort

Dekkingsreserve

Prognose 1-1-2023

€ 0

Bestedingsdoel

Dekking van een gedeelte van de jaarlijkse afschrijvingslasten die voortvloeien uit de investering in de Fietsambitie 2023

Toelichting

In 2023 wordt een bedrag van € 500.000 gestort. Vanaf 2023 wordt jaarlijks € 26.667 onttrokken.

 

Naam reserve

Dekkingsreserve Plattelandsontwikkelingsprogramma (PLOP)

Soort

Dekkingsreserve

Prognose 1-1-2023

€ 40.000

Bestedingsdoel

Dekking van de jaarlijkse afschrijvingslasten die voortvloeien uit de investering Plattelandsontwikkelingsprogramma.

Toelichting

In het jaar 2023 wordt € 18.000 gestort. In het jaar 2023 wordt € 38.000 onttrokken en in het jaar 2024 € 20.000

 

Naam reserve

Dekkingsreserve Speelnatuur en ontmoetplek

Soort

Dekkingsreserve

Prognose 1-1-2023

€ 52.840

Bestedingsdoel

Dekking van een gedeelte van de jaarlijkse afschrijvingslasten die voortvloeien uit de investering in de Speelnatuur en ontmoetplek.

Toelichting

Tot het jaar 2035 zal jaarlijks € 6.000 worden onttrokken.

 

Naam reserve

Dekkingsreserve Woonwagens

Soort

Dekkingsreserve

Prognose 1-1-2023

€ 936.928

Bestedingsdoel

Dekking van een gedeelte van de jaarlijkse afschrijvingslasten die voortvloeien uit de investering in de woonwagens.

Toelichting

Tot het jaar 2047 zal jaarlijks € 38.080 worden onttrokken

 

Naam reserve

Dekkingsreserve Integraal huisvestingsplan

Soort

Dekkingsreserve

Prognose 1-1-2023

€ 500.000

Bestedingsdoel

Dekking van een gedeelte van de jaarlijkse afschrijvingslasten die voortvloeien uit de voorbereidingskosten omtrent het integraal huisvestegingsplan.

Toelichting

Tot het jaar 2053 zal jaarlijks € 16.667 worden onttrokken.

Voorstel is om al deze dekkingsreserves te handhaven.

2.4 Voorzieningen

Naam voorziening

Voorziening tekorten grondexploitaties

Soort

Verliesvoorziening

Prognose 1-1-2023

€ 2.063.550

Bestedingsdoel

Het afdekken van verwachte verliesgevende grondexploitaties.

Toelichting

Een voorziening moet worden getroffen wanneer verwacht wordt dat een grondexploitatie verliesgevend gaat worden. Jaarlijks wordt bij de Programma-begroting en de Programmarekening op basis van herziene calculaties berekend wat de omvang van deze voorziening moet zijn en stellen we daarop bij. De voorziening is gebaseerd op een pessimistisch scenario.

Voorstel

Voorziening handhaven.

 

Naam voorziening

Voorziening dubieuze debiteuren

Soort

Verliesvoorziening

Prognose 1-1-2023

€ 169.217

Bestedingsdoel

Het afdekken van oninbare vorderingen.

Toelichting

Voor het afdekken van het risico van dubieuze debiteuren is een voorziening worden ingesteld. Aan de hand van werkelijke stand dubieuze debiteuren eind van het jaar wordt een inschatting gemaakt van de te verwachten ontvangsten dubieuze debiteuren, waarbij bij de beoordeling rekening wordt gehouden met de tijd van de opstaande post evenals het betalingsgedrag van de debiteur. Tegenover de structurele storting is een structurele onttrekking opgenomen.

Voorstel

Voorziening handhaven.

 

Naam voorziening

Voorziening dubieuze debiteuren ISD

Soort

Verliesvoorziening

Prognose 1-1-2023

€ 207.931

Bestedingsdoel

Het afdekken van oninbare vorderingen sociale zaken.

Toelichting

Gelet op proces van handhaving en invordering (inzet sociale recherche) / verantwoordelijkheid voor debiteuren binnen sociale zaken is een afzonderlijke voorziening voor dubieuze debiteuren ISD gevormd. Jaarlijks wordt de omvang bij de programmarekening bepaald.

Voorstel

Voorziening handhaven.

 

Naam voorziening

Voorziening Accommodaties

Soort

Onderhoudsvoorziening

Prognose 1-1-2023

€ 269.190

Bestedingsdoel

Onderhoud van de diverse gemeentelijke accommodaties.

Toelichting

Op basis van een beheerplan vindt jaarlijkse storting in de voorziening plaats. Werkzaamheden worden planmatig uitgevoerd ten laste van deze voorziening.

Voorstel

Voorziening handhaven.

 

Naam voorziening

Voorziening Openbare Verlichting

Soort

Onderhoudsvoorziening

Prognose 1-1-2023

€ 27.342

Bestedingsdoel

Onderhoud van de openbare verlichting.

Toelichting

Op basis van een beheerplan vindt jaarlijkse storting in de voorziening plaats. Werkzaamheden worden planmatig uitgevoerd ten laste van deze voorziening

Voorstel

Voorziening handhaven.

 

Naam voorziening

Voorziening Wegen & Bruggen

Soort

Onderhoudsvoorziening

Prognose 1-1-2023

€ 482.809

Bestedingsdoel

Onderhoud van de openbare ruimte.

Toelichting

Op basis van een beheerplan vindt jaarlijkse storting in de voorziening plaats. Werkzaamheden worden planmatig uitgevoerd ten laste van deze voorziening

Voorstel

Voorziening handhaven.

 

Naam voorziening

Voorziening Riolering

Soort

Egalisatievoorziening

Prognose 1-1-2023

€ 533.366

Bestedingsdoel

Egaliseren van opgehaalde rioolheffing ten opzichte van de gemaakte uitgaven in enig jaar.

Toelichting

Het verschil tussen de uitgaven en inkomsten van de riolering verwerken we via de egalisatievoorziening. Hierdoor worden opgehaalde gelden op enig moment verrekend met de uitgaven. In een jaar dat er meer wordt opgehaald dan uitgegeven wordt er gestort, in een jaar dat er minder wordt opgehaald dan uitgegeven wordt er onttrokken.

Voorstel

Voorziening handhaven.

 

Naam voorziening

Voorziening pensioen voormalige wethouders

Soort

Pensioenvoorziening

Prognose 1-1-2023

€ 2.589.009

Bestedingsdoel

Pensioen van voormalige wethouders

Toelichting

Op basis van een beheerplan vindt jaarlijkse storting in de voorziening plaats. Werkzaamheden worden planmatig uitgevoerd ten laste van deze voorziening

Voorstel

Voorziening handhaven.

 

Naam voorziening

Voorziening Riolering groot onderhoud

Soort

Onderhoudsvoorziening

Prognose 1-1-2023

€ 556.475

Bestedingsdoel

Onderhoud van riolering

Toelichting

Op basis van een beheerplan vindt jaarlijkse storting in de voorziening plaats. Werkzaamheden worden planmatig uitgevoerd ten laste van deze voorziening

Voorstel

Voorziening handhaven.

 

Naam voorziening

Voorziening VPB grondexploitaties

Soort

Pensioenvoorziening

Prognose 1-1-2023

€ 310.000

Bestedingsdoel

In de voorziening is een bedrag opgenomen voor de VPB lasten over 2016 t/m 2021.

Toelichting

De afwikkeling inzake de VPB aangifte 2016 t/m 2021 is nog gaande dit gebeurd in samenspraak met onze VPB specialist. De lasten inzake de VPB over deze periode komen ten laste van deze voorziening.

Voorstel

Voorziening komt te vervallen bij vaststellen jaarrekening 2022.

 

Naam voorziening

Voorziening Openbaar groen

Soort

Onderhoudsvoorziening

Prognose 1-1-2023

€ 52.509

Bestedingsdoel

Onderhoud van de openbare verlichting.

Toelichting

Op basis van een beheerplan vindt jaarlijkse storting in de voorziening plaats. Werkzaamheden worden planmatig uitgevoerd ten laste van deze voorziening

Voorstel

Voorziening handhaven.