Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Berg en Dal

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Berg en Dal 2024.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBerg en Dal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie raads- en commissieleden Berg en Dal 2024.
CiteertitelVerordening rechtspositie raads- en commissieleden Berg en Dal 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Artikel 3 werkt terug tot 1 januari 2023.

Deze regeling vervangt de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Berg en Dal van 1 januari 2020.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 95, tweede lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 95, vierde lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 96, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 96, derde lid, van de Gemeentewet
  5. artikel 99 van de Gemeentewet
  6. artikel 3.1.3, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  7. artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  8. artikel 3.1.8, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  9. artikel 3.1.9, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  10. artikel 3.4.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  11. artikel 3.1 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

14-12-2023

gmb-2023-548810

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Berg en Dal 2024.

De raad van de gemeente Berg en Dal;

 

Gelezen het voorstel van het presidium van 23 november 2023;

 

gelet op de artikelen 95, tweede en vierde lid, en 96, eerste en derde lid en 99 van de Gemeentewet;

gelet op de artikel 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.1.8, eerste lid, 3.1.9, eerste lid en 3.4.2 van het Besluit rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.1 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Berg en Dal 2024.

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd; Hieronder vallen ook de carrouselleden.

  • b.

    Griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • c.

    Raadslid: lid van de gemeenteraad.

Artikel 2 Toelage raadslid onderzoekscommissie

Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend. De hoogte van de toelage wordt bij verordening bepaald.

Artikel 3 Toelage raadslid bijzondere commissie

  • 1.

    De werkgeverscommissie en auditcommissie worden aangemerkt als een bijzondere commissie zoals bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Raadsleden die lid zijn van een van deze commissie ontvangen op grond van artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers een vergoeding per bijgewoonde vergadering, waarbij het wettelijk maximum per maand en per jaar niet mag worden overschreden.

  • 3.

    De vergoeding geldt voor de vergaderingen boven 4 vergaderingen per jaar.

Artikel 4 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De griffier beslist op de aanvraag op basis van de overgelegde stukken en legt hierover verantwoording af in het Presidium.

Artikel 5 Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie een i-Pad met hoes/toetsenbord ter beschikking wordt gesteld.

  • 2.

    Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 3.

    Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde i-Pad compleet in bij de griffie/gemeente.

Artikel 6 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen of

    • c.

      betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

  • 2.

    De declaratie van de kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald en de vergoeding van reiskosten met de eigen auto vindt plaats door gebruikmaking van het declaratieformulier met de bewijsstukken die hierop betrekking hebben.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden uiterlijk 1 maand na afloop van een kalenderjaar, gedateerd en ondertekend door het raads- of commissielid ingediend bij de griffier.

  • 4.

    Betaling aan raads- of carrouselleden vindt binnen 2 maanden na het indienen van de aanvraag plaats.

Artikel 7 Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Berg en Dal van per 1 januari 2020 wordt ingetrokken per 1 januari 2024.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024 met dien verstande dat artikel 3 terugwerkt tot 1 januari 2023.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Berg en Dal 2024.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Berg en Dal op 14 december 2023,

De raadsgriffier

J.A.M. van Workum

De voorzitter,

mr. M. Slinkman

Toelichting  

Artikel 1

Commissies waarvoor raadsleden een aparte vergoeding kunnen krijgen zijn:

  • 1.

    De vertrouwenscommissie voor benoeming van de burgemeester; De vergoeding wordt geregeld in de verordening waarbij de commissie wordt ingesteld. In Berg en Dal is nimmer een vergoeding toegekend aan leden van deze commissie.

  • 2.

    Een eventueel in te stellen onderzoekscommissie (artikel 2).

  • 3.

    De carrousel is gebaseerd op een van de genoemde artikelen van de Gemeentewet. Niet-raadsleden krijgen een vergoeding voor deelname aan de carrouselvergaderingen.

 

Artikel 2 Toelage raadslid onderzoekscommissie

De toelage is per jaar een raadscommissie die een onderzoek instelt naar het door het college gevoerde bestuur.

 

Artikel 3

Een auditcommissie en/of werkgeverscommissie kunnen aangewezen worden als een bijzondere commissie. Als de hoeveelheid werk voor een dergelijke commissie onevenredig veel is dan kunnen leden in aanmerking komen voor een extra vergoeding. Dit kan indien sprake is van meer dan 4 vergaderingen per jaar. De leden ontvangen dan een vergoeding per werkelijk gehouden vergadering boven dit aantal en met inachtneming van het wettelijk maximum. In Berg en Dal haalt de werkgeverscommissie dit aantal wel in de afgelopen jaren. Daarom wordt aan dit artikel terugwerkende kracht verleend. De auditcommissie komt niet of nauwelijks uit boven de 4 vergaderingen.

 

Artikel 4 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

Onder commissieleden vallen ook de carrouselleden.

 

Artikel 5 Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

Onder commissieleden vallen ook de carrouselleden.

maximaal driemaal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het gaat hierbij om