Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bergen (NH)

Verordening op de heffing en de invordering van leges Bergen 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBergen (NH)
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges Bergen 2024
CiteertitelLegesverordening Bergen 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Legesverordening Bergen 2023.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 156, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet
  5. artikel 7 van de Paspoortwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-12-2023nieuwe regeling

14-12-2023

gmb-2023-548804

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Bergen 2024

De raad van de gemeente Bergen:

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2023;

 

gezien het advies van de algemene raadscommissie van 7 december 2023;

 

gelet op het bepaalde in de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges Bergen 2024

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • c.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

  • d.

    ‘maand’’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • e.

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven:

  • a.

    voor diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    voor diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor alle activiteiten, inclusief het verstrekken van een huisnummerbesluit voor het splitsen van een bestaande woning in meerdere woningen als passend in het bestemmingsplan of herzien splitsingsbeleid 2018 van de gemeente Bergen;

  • d.

    van openbare besturen, ambtenaren of instellingen van de diensten door hen in het algemeen belang verzocht, met uitzondering van die genoemd onder Titel 1, hoofdstuk 4, Verstrekkingen uit de basisregistratie personen van de bij deze verordening behorende tarieventabel;

  • e.

    van schoolbesturen en daarmede gelijk te stellen organisaties ten aanzien van inlichtingen of opgaven uit het bevolkingsregister en uit de registers van de burgerlijke stand;

  • f.

    ter zake van het in behandeling nemen en verrichten van dienstverleningen en van handelingen ter zake van:

    • 1.

      het afgeven van een verklaring omtrent inkomen en vermogen (bewijs van onvermogen);

    • 2.

      een bewijs van in leven zijn tot ontvangst van een Nederlandse ridderorde, lijfrente, pensioen, wachtgeld of uitkering;

    • 3.

      de aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, van enige gemeentelijke functie of dienstverlening jegens de gemeente;

    • 4.

      de aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;

    • 5.

      het verstrekken aan de publiciteitsmedia van voorstellen aan de raad.

  • g.

    voor het houden van collecten, inzamelingsacties alsmede een klein kansspel door liefdadigheidsorganisaties en verenigingen zonder winstoogmerk;

  • h.

    voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het tijdelijk voor vijf jaar bewonen van een recreatiewoning.

  • i.

    voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor artistieke kunstwerken zonder functioneel nut (niet zijnde civieltechnische kunstwerken zoals een brug of viaduct en daarmee vergelijkbare bouwwerken;

  • j.

    voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor monumenten (niet bedoeld als in artikel 1.1. van de Erfgoedwet), ter herinnering aan een perso(o)n(en), belangrijke gebeurtenis, gedachtengoed of begrip.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan, onverwijld.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 8 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 9 Overgangsrecht

  • 1.

    De Legesverordening Bergen 2023 en de bijbehorende legestarieventabel worden ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 10, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening en de bijbehorende legestarieventabel treden in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Legesverordening Bergen 2024’.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Bergen in de openbare raadsvergadering van donderdag 14 december 2023.

Mr. J.G.S (Janne) Pijnenborg

griffier

L.Hj. (Lars) Voskuil

voorzitter

Bijlage Tarieventabel behorend bij de Legesverordening Bergen 2024

 

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

  • Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

  • Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

  • Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

  • Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

  • Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

  • Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

  • Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

  • Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

  • Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

  • Paragraaf 1.10 Diversen

 

Hoofdstuk 2 Omgevingswet

  • Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

  • Paragraaf 2.2 Voorfase

  • Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

  • Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

  • Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

  • Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

  • Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

  • Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

  • Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

  • Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

  • Paragraaf 2.11 Overige tarieven

  • Paragraaf 2.12 Modaliteiten

  • Paragraaf 2.13 Vermindering

  • Paragraaf 2.14 Teruggaaf

 

Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn

  • Paragraaf 3.1 Horeca

  • Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

  • Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

  • Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

  • Paragraaf 3.5 Standplaatsen

  • Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

  • Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

 

Artikel

Omschrijving

Tarief

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot:

1.1.1

De voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op:

a.

maandag en woensdag om 9.00 uur in het gemeentehuis

kosteloos

b.

maandag tot en met vrijdag van 8:30 uur tot 16:30 uur in het gemeentehuis

€ 458,10

c.

alle dagen van de week op een aangewezen locatie

€ 458,10

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

Gereserveerd

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

Gereserveerd

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

Gereserveerd

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

Het tarief bedraagt:

1.5.1

voor het benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

a.

als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden

€ 33,30

b.

als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden

€ 33,30

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Het tarief bedraagt:

1.6.1

voor het verzorgen van getuigen van gemeentewege bij de huwelijksvoltrekking of de sluiting van een geregistreerd partnerschap, per getuige

€ 18,10

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

1.7.1

Indien het voorgenomen huwelijk binnen één maand wordt geannuleerd onder een verschoonbare reden, worden de leges als onder 1.8 gerestitueerd.

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.8.1

een trouwboekje of partnerschapboekje met een plastic omslag

€ 18,20

1.8.2

een trouwboekje of partnerschapboekje met een leren omslag

€ 36,40

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.9.1

van een nationaal paspoort:

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

1.9.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.9.1. (zakenpaspoort):

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

1.9.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

1.9.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.10.1

van een (vervangende) Nederlandse identiteitskaart:

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

c.

voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

Artikel 1.11 Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.11.1

voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.9 tot en met 1.10 genoemd document, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit Paspoortgelden

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12 Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1

tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het tarief, zoals dat is opgenomen in het Reglement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met het rijkskostendeel (het bedrag dat de gemeenten moeten afdragen aan de Dienst Wegverkeer als vergoeding van de productiekosten van het rijbewijs)

Artikel 1.13 Modaliteiten

1.13.1

Het legesbedrag genoemd in onderdeel 1.12.1 wordt bij een spoedlevering verhoogd met het bedrag conform de door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde RDW-rijbewijstarieven zoals deze gelden op het moment van de aanvraag.

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

1.14.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van onderdeel 1.18.1, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de Basisregistratie Personen moet worden geraadpleegd.

1.14.2

Voor de toepassing van onderdeel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de Basisregistratie Personen.

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.15.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 13,50

1.15.2

via de elektronische weg, per verstrekking

€ 5,95

1.15.3

een volledige persoonslijst BRP, niet zijnde het eerste verzoek, uitsluitend op verzoek van betrokkene of gezaghebbende

€ 17,20

Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.16.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 8,90

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.18.1

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 24,70

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken (vervallen)

Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken(vervallen)

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

1.21.1

tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 27 van Wegenwet, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

a.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,45

b.

in formaat A4 of kleiner kleur, per bladzijde

€ 0,65

c.

in formaat A3

€ 0,50

d.

in formaat A3 kleur

€ 0,75

E.

in formaat groter dan A3

€ 9,60

f.

in formaat groter dan A3 kleur

€ 12,10

Artikel 1.22 Informatie uit registers

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

1.22.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object

€ 24,70

1.22.2

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

€ 24,70

1.22.3

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet

€ 24,70

1.22.4

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed

€ 24,70

Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

a.

tot het verstrekken van kopieën van het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres

€ 0,15

b.

tot het verstrekken van kopieën van het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie

€ 0,15

c.

tot het verstrekken van kopieën van het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat

€ 0,15

d.

tot het verstrekken van een huisnummerbesluit:

€ 316,30

e.

tot het verstrekken van een verklaring dat volgens de in de gemeentelijke beperkingenregistratie opgenomen gegevens geen publiekrechtelijke beperking van kracht is ten aanzien van de daarbij aangegeven onroerende zaak of zaken bedraagt

€ 24,70

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24 Gemeentegarantie

Gereserveerd

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag: het maximum (wettelijk) tarief zoals vastgesteld door het Ministerie van Justitie en Veiligheid

b.

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 13,50

c.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

1.25.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om naturalisatie als bedoeld in artikel 1.25.2.a tot en met artikel 1.25.2.e gelden de tarieven zoals deze zijn opgenomen in het "Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002"

a.

naturalisatie enkelvoudig standaard

b.

naturalsatie enkelvoudig verlaagd

c.

naturalisatie gemeenschappelijk standaard

d.

naturalisatie gemeenschappelijk verlaagd

e.

mede naturaliserend minderjarig kind

1.25.3

Voor het in behandeling nemen van een optie als bedoeld in artikel 1.25.3.a

tot en met artikel 1.25.3.c gelden de tarieven zoals deze zijn opgenomen in het "Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002".

a.

optie enkelvoudig

b.

gemeenschappelijke optie

c.

mede opterend minderjarig kind

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief(Vervallen)

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

(vervallen)

Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden

Gereserveerd

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.29.1

tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning, als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Huisvestingswet

€ 135,30

Artikel 1.30 Leegstandwet

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 135,30

b.

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 135,30

1.30.2

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. [Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.31.1

tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

speelautomaten, voor de eerste speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

plus voor iedere volgende speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

c.

voor één speelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

d.

voor twee of meer speelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de

eerste speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

plus voor iedere volgende speelautomaat: het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Speelautomatenbesluit 2000

1.31.2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

1.31.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 38,50

1.31.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening Bergen 2019:

€ 513,80

Artikel 1.32 Telecom en Nutsvoorzieningen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.32.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet en de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Bergen 2019, inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen:

a.

indien het betreft tracés van 25-250 m¹

€ 559,80

b.

indien het betreft tracés van 250-1000 m¹

€ 792,30

c.

indien het betreft tracés van 1000-2500 m¹

€ 1.072,00

d.

Het tarief ingevolge artikel 1.32.1 wordt, indien het betreft tracés vanaf 2500 m¹, berekend aan de hand van de begroting.

e.

indien het betreft het in behandeling nemen van een graafmelding tot 25 m¹:

€ 125,50

1.32.2

Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente en de netbeheerder of de gemeente, andere beheerders van openbare gronden en de netbeheerder, wordt het in 1.32.1 genoemde bedrag per overleg verhoogd met:

€ 581,00

Indien een begroting als bedoeld in 1.32.1.d is uitgebracht, wordt een aanvraag pas in behandeling genomen nadat de uitgebrachte begroting is geaccordeerd.

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een

a.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 99,20

b.

in afwijking van onderdeel a wordt bij een gelijktijdige aanvraag, door hetzelfde orgaan, van vijf of meer ontheffingen het tarief per ontheffing gesteld op:

€ 19,80

c.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 99,20

d.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 41,70

e.

Voor het zonder een verschoonbare reden niet nakomen van een afspraak bij de keurende instantie, in het kader van de aanvraag als genoemd onder onderdeel d, zijn de werkelijke kosten verschuldigd zoals deze door de keurende instantie aan de gemeente in rekening zijn gebracht

f.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het inrichten van een individuele gehandicaptenparkeerplaats:

€ 231,30

g.

Indien de aanvraag onder onderdeel f niet leidt tot een verlening, zijn geen leges verschuldigd

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.34.1

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

a.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,45

b.

in formaat A4 of kleiner kleur, per bladzijde

€ 0,65

c.

in formaat A3

€ 0,50

d.

in formaat A3 kleur

€ 0,75

e.

in formaat groter dan A3

€ 9,60

f.

in formaat groter dan A3 kleur

€ 12,10

1.34.2

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 99,40

1.34.3

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 5,50

1.34.4

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 8,65

1.34.4.1

in afwijking van artikel 1.34.4 wordt bij een gelijktijdige aanvraag, door hetzelfde orgaan, van vijf of meer ontheffingen het tarief per ontheffing gesteld op

€ 19,40

Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

een vergunning als bedoeld in artikel 2:72 van de Algemeen plaatselijke verordening (vuurwerk)

€ 248,50

b.

een ontheffing om met een motorvoertuig het strand te betreden

€ 23,80

c.

een tussentijds wijzigen van een nog af te geven vergunning of ontheffing:

€ 29,70

d.

een intrekking van een nog af te geven vergunning of ontheffing:

€ 29,70

 

 

Hoofdstuk 2 Omgevingswet

 

Artikel

Omschrijving

Vast tarief

Variabel tarief

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

regulier beoordeling: conceptverzoek voor een activiteit die niet in strijd is met het bestemmingsplan, waar slechts één adviseur voor nodig is en schriftelijk advies wordt ingewonnen via het VTH systeem.

intaketafel: conceptverzoek waarbij alle meervoudige complexe en niet complexe initiatieven die in strijd zijn met het omgevingsplan en die niet met een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid of op basis van kruimelbeleid te vergunnen zijn.

integraal omgevingsoverleg: conceptverzoek waarbij een of meerdere activiteiten zijn waarbij er een strijdigheid is met de regels uit het omgevingsplan, de activiteiten impact hebben op de fysieke leefomgeving en vooral interne adviseurs nodig zijn en incidenteel een externe adviseur aanhaakt.

omgevingstafel: conceptverzoek waarbij sprake is van meerdere activiteiten waarbij er een strijdigheid is met de regels uit het omgevingsplan, de activiteiten impact hebben op de fysieke leefomgeving en waarbij naast interne adviseurs ook meerdere externe adviseurs nodig zijn.

4.

Bouwkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567, zie bijlage 2), voor het uit te voeren werk, de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

5.

Aanlegkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

conceptverzoek;

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Conceptverzoek

Voordat een formele aanvraag om een besluit als bedoeld in de overige paragrafen van deze titel wordt ingediend en betrekking heeft op een conceptverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

2.4.1

voor een informatieverzoek:

€ 58,60

2.4.2

voor een reguliere beoordeling:

€ 222,00

2.4.3

voor een intaketafel:

€ 775,00

2.4.4

voor een integraal omgevingsoverleg:

€ 1.553,00

2.4.5

voor een omgevingstafel:

€ 5.325,00

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen:

1,20%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 111,00

b.

indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:

0,99%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 300,00

c.

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen:

0,98%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 495,00

d.

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen:

0,90%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 1.950,00

e.

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

0,89%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 4.500,00

f.

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.500.000 of meer bedragen:

0,83%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 8.850,00

g.

indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen

0,68%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 20.625,00

met een maximum legestarief van:

€ 122.625,00

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen:

2,80%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 111,00

b.

indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:

2,31%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 700,00

c.

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen:

2,28%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 1.154,90

d.

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen:

2,10%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 4.549,90

e.

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

2,07%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 10.499,90

f.

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.500.000 bedragen:

1,93%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 20.649,90

g.

indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen

1,58%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 48.125,00

met een maximum legestarief van:

€ 285.125,00

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 243,50

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen:

€ 335,00

b.

voor het herstellen of gebruiken op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 335,00

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 335,00

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 335,00

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 243,50

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

Gereserveerd

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten:

a.

voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet:

€ 4.054,90

b.

voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande een activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving:

€ 4.054,90

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

[opgenomen in artikel 2.12]

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

[opgenomen in artikel 2.12]

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

[opgenomen in artikel 2.12]

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

[opgenomen in artikel 2.12]

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

[opgenomen in artikel 2.12]

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)

[opgenomen in artikel 2.12]

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

[opgenomen in artikel 2.12]

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

[opgenomen in artikel 2.12]

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 401,80

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 401,80

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

gereserveerd

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

gereserveerd

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

gereserveerd

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel [2:12] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 371,60

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel [2:12] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 119,40

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 432,50

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

gereserveerd

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in [artikel [4:11] van de Algemene plaatselijke verordening OF artikel […] van de [citeertitel bomenverordening]] in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

per te vellen boom met een maximum van 10 bomen:

€ 66,30

b.

van 11 tot en met 20 bomen per te vellen boom in meerdering gebracht op het maximum bedrag van onderdeel a:

€ 45,90

c.

van 21 tot en met 50 bomen per te vellen boom in meerdering gebracht op het maximum bedrag van onderdeel b:

€ 25,50

d.

Voor het vellen van 50 bomen of meer is het tarief gelijk aan het maximum bedrag van onderdeel c:

€ 1.887

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

gereserveerd

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg]

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel [2:10] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 114,70

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

gereserveerd

Artikel 2.34 Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk:

€ 310,60

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: 1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift:

€ 1.000,00

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 1.000,00

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 3.063,70

b.

als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 3.063,70

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 500,00

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 138,80

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 138,80

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur

€ 3.063,70

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 138,80

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 237,50

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 237,50

b.

een aanvraag om andere wijzigingen van een omgevingsvergunning dan genoemd onder lid a is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

€ 237,50

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 237,50

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 237,50

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

gereserveerd

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 5.520,20

2.

Tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen.

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 138,80

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.46a Planologische strijdigheid met het omgevingsplan (waarbij tevens of geen sprake is van een bouwactiviteit)

2.46.1.1

De leges bedragen:

a.

voor het beoordelen of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid, wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan:

€ 432,50

b.

als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan dan bedraagt het tarief (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit):

€ 432,50

c.

als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan dan bedraagt het tarief (buitenplanse omgevingsplanactiviteit):

€ 5.520,20

2.

Onverminderd het bepaalde in voorgaande onderdelen wordt het tarief, indien tegen de betreffende aanvraag zienswijzen zijn ingediend, verhoogd met een bedrag blijkende uit een begroting die in overleg met de aanvrager wordt opgesteld.

3.

Als een begroting als bedoeld in het tweede lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

10,00%

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 5.721,90

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b en c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 401,80

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 401,80

c.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 1.892,30

d.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 401,80

Artikel 2.50 Advies

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

a.

voor een advies van de gemeenteraad: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

€ 310,60

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de bijlage Tarieven 2024 MOOI Noord-Holland dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de bijlage Tarieven 2024 Mooi Noord-Holland in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten.

d.

voor een advies inzake landschappelijke waarde en/of cultuurhistorie het door de externe organisatie aan de gemeente in rekening gebrachte bedrag/bedragen.

e.

voor een advies indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld, het bedrag dat de Agrarische beoordelingscommissie de gemeente ter zake in rekening brengt.

2.50.2

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 2.51 Instemming

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

[gereserveerd]

Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:

a.

bij 5 tot 10 activiteiten:

5,00%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

b.

bij 10 tot 15 activiteiten:

10,00%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

c.

bij 15 of meer activiteiten:

15,00%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op aanleggen als bedoeld in artikel 2.28 en aanleggen weg als bedoeld in artikel 2.26, bestaat aanspraak op vermindering van de op grond van artikel 2.26 verschuldigde leges, de vermindering bedraagt:

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

100,00%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

100,00%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

100,00%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

80,00%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag: van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

60,00%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen [zes] weken na de indiening van de aanvraag:

100,00%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

80,00%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

60,00%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25,00%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25,00%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 60,- wordt niet teruggegeven.

 

 

Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn

 

Artikel

Omschrijving

Tarief

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag voor een exploitatievergunning openbare inrichting zonder vrijstelling

€ 359,60

b.

een aanvraag voor het eerste maal wijzigingen van de handelsnaam

€ 103,00

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 359,60

b.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 24,60

c.

een aanvraag tot het verkrijgen van een wijzigingsvergunning ingevolge artikel 30a van de Drank- en Horecawet bij wijziging leidinggevenden

€ 106,00

d.

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 101,50

e.

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het plaatsen van een terras

€ 403,50

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

a.

een ontheffing sluitingstijden wanneer deze geldig is gedurende een dag

€ 24,70

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

een exploitatievergunning van een seksinrichting of escortbedrijf

€ 543,10

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

3.4.1

het wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf

€ 272,10

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

€ 99,40

b.

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel a bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 53,70

c.

tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel a bedoelde ontheffing

€ 53,70

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.6.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Bergen 2019:

a.

een kennisgeving voor een incidentele festiviteit (art. 4.3. Algemene plaatselijke verordening gemeente Bergen 2019 - geluidsnormen):

€ 24,70

b.

een risico-evenement (A)

€ 618,60

c.

een aandacht-evenement (B)

€ 435,00

d.

een regulier-evenement (C), eerste aanvraag

€ 179,00

e.

een regulier-evenement (C), tweede aanvraag en meer

€ 103,00

f.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het organiseren van een terugkerende markt of braderie, per dag

€ 18,50

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding voor het organiseren van een evenement dat niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening Bergen 2019:

2.

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

om een vergunning voor het hebben van een uithangbord, reclamebord, lichtreclame en andere daarmee gelijk te stellen voorwerpen:

€ 99,40

b.

een aanvraag om een vergunning voor het plaatsen van banners en reclameborden en/of het ophangen van spandoeken

€ 74,50

Artikel 3.7 Organiseren markt

Gereserveerd

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

(gereserveerd)

Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening markt

Gereserveerd

Artikel 3.10 Losse standplaatsen

3.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5.18 en 5.19 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Bergen 2019:

a.

voor een dag

€ 41,40

b.

voor een week

€ 63,30

c.

voor een maand

€ 125,40

d.

voor een half jaar

€ 209,60

e.

voor een jaar

€ 420,50

f.

het verlenen of wijzigen van een stand- of ligplaatsvergunning voor woonwagens en ligschepen

€ 296,10

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

Artikel 3.11 Vergunning onttrekken woonruimte

Gereserveerd

Artikel 3.12 Vergunning samenvoegen woonruimte

Gereserveerd

Artikel 3.13 Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

Gereserveerd

Artikel 3.14 Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

Gereserveerd

Artikel 3.15 Splitsingsvergunning

Gereserveerd

Artikel 3.16 Toeristische verhuur

Gereserveerd

Artikel 3.17 Verhuurvergunning opkoopbescherming

Gereserveerd

Artikel 3.18 Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte [gereserveerd]

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.19 Niet benoemd besluit op aanvraag

3.19

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 344,30

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag als bedoeld in titel 3

3.19.a.

Als een aanvrager zijn aanvraag om een vergunning, ontheffing, melding of beschikking als bedoeld in voorgaande paragrafen intrekt, bestaat aanspraak op teruggaaf van de op grond van het betreffende artikel verschuldigde leges.

 

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Bergen in de openbare raadsvergadering

van donderdag 14 december 2023.

 

 

Mr.J.G.S (Janne) Pijnenborg

Griffier

L.Hj. (Lars) Voskuil

voorzitter

 

Bijlage 1: Tarieven 2024 MOOI Noord-Holland adviseurs omgevingskwaliteit.

Bijlage 2: UAV 2012 Staatscourant 2012 nr. 1567

 

Bijlage 1: Tarieven 2024 MOOI Noord-Holland adviseurs omgevingskwaliteit

 

 

Bijlage 2: Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567)

[Beschikbaar via https://wetten.overheid.nl/BWBR0031190/2012-03-01]