Organisatie | Westerwolde |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsnotitie verblijfsrecreatie |
Citeertitel | Beleidsnotitie verblijfsrecreatie gemeente Westerwolde |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is tevens vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-12-2023 | nieuwe regeling | 27-09-2023 | Z/23/172716 |
De gemeenten in het gebied Oost-Groningen hebben in 2007 een gezamenlijke “kadernota kampeerbeleid Oost-Groningen” opgesteld. Sinds het samenvoegen van meerdere gemeenten is deze kadernota niet voor iedereen meer van kracht. Daarnaast is er in de afgelopen 15 jaar veel veranderd. Om goed te kunnen inspelen op trends en ontwikkelingen in de sector is het belangrijk om actuele beleidskaders te hebben. Dit brengt in beeld hoe de sector zich ontwikkelt en waar kansen liggen om de vitaliteit van de sector te versterken. Naast kampeerbeleid zijn er meerdere nieuwe ontwikkelingen binnen de verblijfssector. Daarom is deze beleidsnotitie breder getrokken dan alleen voor kamperen.
Gemeenten hebben in 2021 de visie Toerisme Oost Groningen en de visie vrijetijdseconomie Westerwolde vastgesteld. Eén van de programmalijnen uit deze visies is ‘Rol van de overheid’. Deze beleidsnotitie is komt uit deze lijn. We willen als gemeente, ondernemers de ruimte geven om de onderneming op een mooie manier te ontwikkelen door aan te sluiten bij de huidige trends en ontwikkelingen.
Deze beleidsnotitie is geschreven in samenwerking met de gemeenten Oldambt, Pekela, Veendam en Stadskanaal. Echter, deze notitie is wel toegespitst op de gemeente Westerwolde.
1.2 Doelstellingen van de notitie
Het doel van deze notitie is het weergeven van kaders waarbinnen de verschillende vormen van verblijfsrecreatie zich in de toekomst kunnen blijven ontwikkelen.
Het achterliggende (hogere) doel van deze beleidsnotitie zijn de doelen die gesteld zijn in de visie vrijetijdseconomie Oost-Groningen. Hierin hebben we als doel om in 2030 een verdubbeling van het aantal overnachtingsmogelijkheden te realiseren. Met een beleidsnotitie voor verblijfsrecreatie geven we de ruimte voor nieuwe ontwikkelingen maar ook ruimte voor uitbreiding voor bestaande ondernemingen.
Deze beleidsnotitie begint in hoofdstuk 2 met het onderzoek dat gedaan is. Dit hoofdstuk is opgebouwd op basis van de werkwijze zoals beschreven hierboven. Daarna, in hoofdstuk 3, is het beleid per vorm van verblijfsrecreatie omschreven. In hoofdstuk 4 zijn nog aanvullende toetsingscriteria benoemd.
In dit hoofdstuk wordt de verblijfssector in Oost-Groningen en Westerwolde bekeken. Het onderzoek is vanuit verschillende invalshoeken benaderd om de trends en ontwikkelingen, belemmeringen en huidige beleidskaders zo goed mogelijk in beeld te brengen.
Oost-Groningen en Westerwolde hebben veel te bieden aan de toeristen. Alleen Westerwolde heeft al een uniek, afwisselend landschap en geschiedenis dat voor veel bezoekers een reden is om het gebied te bezoeken. Niet alleen de verblijfsrecreatie en de horeca profiteren van deze bezoekers, ook veel andere sectoren profiteren hiervan. De vrijetijdssector zorgt voor nieuwe investeringen, culturele uitwisselingen en een goede infrastructuur. Een gezonde en toekomstbestendige verblijfssector is hierbij van groot belang. Deze sector zorgt ervoor dat recreanten hun bezoek kunnen uitbreiden naar meerdere dagen. Goede en kansrijke initiatieven die van toegevoegde waarde zijn voor het huidige aanbod worden daar waar mogelijk aangemoedigd.
Hoe om te gaan met nieuwe initiatieven blijkt uit het voorliggend beleidskader. Waarom beleidskeuzes zijn gemaakt blijkt uit het onderzoek in dit hoofdstuk.
De vrijetijdssector is belangrijk voor de werkgelegenheid, nu en in de toekomst. Elk jaar neemt de werkgelegenheid binnen de sector toe. Naar schatting droeg de vrijetijdssector in 2022 in zijn totaliteit €860 miljoen bij aan de Groningse economie. Waarbij ongeveer €45 miljoen is besteed tijdens vakanties in Groningen. In 2022 waren er in Oost-Groningen naar schatting 600.000 overnachtingen waarvan 232.000 in Westerwolde (ca. 40%).
In de gemeente Westerwolde hebben we een divers aanbod aan verblijfsrecreatie. We hebben een aantal hotels en groepsaccommodaties, maar B&B’s en campings hebben we in grotere aantallen. Voor al deze typen verblijfsrecreatie willen we ontwikkelingen mogelijk maken.
De trends en ontwikkelingen hebben we in kaart gebracht aan de hand van het trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd 2022. We merken hierbij op dat de vrijetijdssector een dynamische sector is, waar ontwikkelingen en innovaties elkaar snel opvolgen. De uitwerking hieronder is ten tijde van de vaststelling van de beleidsnotitie actueel.
2.3.1 Aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen blijft groeien
Aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen zie je steeds meer bij grote en kleine ondernemingen. Met name bij nieuwe initiatieven. Veel ondernemers zijn bezig om hun parken groener te maken en de faciliteiten op het park te verduurzamen. We zien dit ook in Westerwolde. Steeds meer ondernemers houden bij uitbreidingen en nieuwe ontwikkelingen rekening met duurzame aspecten. Recreatieverblijven worden doorgaans duurzaam gebouwd en de samenwerking met inwoners is steeds belangrijker. De bezoeker die Westerwolde bezoekt wil dit ook, zij komen naar een mooi stukje groen in Nederland en vinden het ook belangrijk om dit op de juiste wijze in stand te houden.
2.3.2 Groei en consolidatie in de verblijfsrecreatie
Een grote ontwikkeling in de verblijfsrecreatie in 2022 was de overname van Landal GreenParks door Roompot. Daarnaast zijn er meerdere grote partijen die kleinere parken en campings overnemen om te ontwikkelen naar hedendaagse vakantieparken. Ook in Westerwolde komt dit voor. De snelheid waarmee dit gebeurd is nog niet groot, maar het vooruitzicht is wel dat dit in de toekomst vaker gaat gebeuren. We moeten daar in deze beleidsnotitie alvast rekening mee houden en keuzes maken hoe we daar mee om gaan.
2.3.3 Bijzondere accommodaties en het campergebruik blijven groeien
De ontwikkeling in enerzijds meer luxe accommodaties en anderzijds bijzondere vormen van accommodaties, gaat steeds sneller. Veelal gaat het om luxe accommodaties waarop wordt ingezet, vooral op de grotere parken. Op de kleinere parken en campings zien we vooral een groei in bijzondere accommodaties en camperplekken. Het is belangrijk om hier ruimte voor te bieden in Westerwolde omdat de unieke beleving van de gast steeds belangrijker wordt. Echter, we moeten ook de bijzonderheid van een traditionele camping niet uit het oog verliezen.
2.3.4 Veel vernieuwde activiteiten en faciliteiten
Het niveau van investeringen is hoog op het gebied van nieuwe voorzieningen. We zien dat met name in ‘waterpret’ wordt geïnvesteerd en faciliteiten op het terrein worden in de toekomst steeds belangrijker. Veel zwembaden en speeltoestellen worden vernieuwd waarbij de beleving van de gast een belangrijk uitgangspunt is. In Westerwolde zien we dat met name op de grotere vakantieparken en campings. We zien uitbreidingen met waterattracties en belevingselementen, maar ook bij nieuwe ontwikkelingen wordt er in een vroeg stadium over nagedacht. Daar moet ruimte voor zijn, maar er moet per situatie worden gekeken naar de mogelijkheden.
2.4.1 Strategische visie vrijetijdseconomie Oost-Groningen
In de zomer van 2021 is de visie Vrijetijdseconomie Oost-Groningen 2030 en de visie Vrijetijdseconomie Westerwolde 2030 vastgesteld. Het doel van deze visie is een weergave van de branche Vrijetijdseconomie in Westerwolde en een stip aan de horizon voor het verder ontwikkelen daarvan. Belangrijk onderdeel van deze visie zijn een viertal gezamenlijke doelstellingen. Een van die doelstellingen gaat specifiek over verblijfsrecreatie: “Ten opzichte van de periode 2015-2019, 100% stijging van de overnachtingen in 2030.”
Dit is een belangrijke doelstelling binnen de visie. Er zijn twee sporen voor het halen van deze doelstelling; 1. Het vakantieseizoen moet worden verlengd zodat er niet alleen in de zomer toeristen zijn; en 2. Het aantal overnachtingsmogelijkheden in Oost-Groningen moet uitgebreider en diverser worden. Dit laatste spoor is waar deze beleidsnotitie voor is geschreven.
2.4.2 De toekomstige Omgevingswet
De Omgevingswet, welke op 1 januari 2024 in werking treedt, heeft als een van de verbeterdoelen het bewerkstelligen van een samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving in beleid, besluitvorming en regelgeving. In het Omgevingsplan liggen kansen om huidig en toekomstig beleid te verwerken en de verschillen tussen de verschillende bestemmingsplannen te harmoniseren, aangezien deze nu sterk uit een lopen. Dit beleidsstuk vormt daarom een belangrijke bouwsteen voor het Omgevingsplan op het gebied van verblijfsrecreatie.
In onderstaand overzicht staan de sterke en zwakke punten van Oost-Groningen en Westerwolde vermeld ten aanzien van de verblijfsrecreatie. Ook de kansen en bedreigingen zijn hierin weergegeven.
Er gebeurt veel op het gebied van recreatie en toerisme, landelijk en regionaal. De huidige situatie laat een mooi beeld zien van de vrijetijdseconomie. We hebben een groot aantal overnachtingen op verschillende type verblijfsrecreatie. Maar we zien ook dat er vraag is naar bijzondere en duurzame accommodaties waar de gasten een speciale beleving voelen. Veel ondernemers in Westerwolde spelen hier al op in en om de doelen in de visie te halen moeten we dit als gemeente ook kunnen faciliteren. Zonder dat we de authenticiteit van ons gebied verliezen.
In het volgende hoofdstuk behandelen we de hoofdvormen van verblijfsrecreatie. Met het opstellen van de richtlijnen is rekening gehouden met de trends en de vraag van de toerist, maar blijven de sterke punten die we als gebied hebben behouden.
3. Beleid per vorm van verblijfsrecreatie
In dit hoofdstuk beschrijven we per verblijfsvorm definities en richtlijnen voor toekomstige ontwikkelingen. Daarbij laten we de verschijningsvorm van de accommodatie grotendeels los en kijken we naar voorzieningen die beschikbaar zijn in de accommodatie. De genoemde definities zijn zoals deze over het algemeen in de bestemmingsplannen zijn opgenomen en gelden voor deze nota. De exacte, juridische definities kunnen nog aangescherpt worden in het toekomstige omgevingsplan.
3.1 Reguliere kampeerterreinen
Regulier kampeerterrein: een terrein ter beschikking gesteld voor het plaatsen dan wel geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
Kampeermiddel: een onderkomen dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatief nachtverblijf, maar zonder een met de grond verbonden constructie en zonder een plaatsgebonden karakter, zoals een tent, caravan of camper.
Richtlijnen voor toekomstige ontwikkelingen
Op een kampeerterrein zijn alle – onder het begrip kampeermiddel vallende – kampeermiddelen toegestaan. Hierbij wordt gedoeld op een tent, tentwagen, kampeerauto, camper, caravan (niet zijnde stacaravan) of naar aard en omvang vergelijkbare objecten. Een stacaravan of chalet is niet toegestaan tenzij anders aangegeven/bestemd.
3.2 Kleinschalige kampeerterreinen
Een kleinschalig kampeerterrein is een terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht voor toeristisch kamperen. Blijkens die inrichting is het terrein bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van maximaal 25 kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
Uitgangspunten voor toekomstige ontwikkelingen
Een kleinschalige accommodatie uitsluitend bedoeld voor recreatief nachtverblijf eventueel met ontbijt, welke enkel is ingericht met een slaapgelegenheid en een bad en/of toiletruimte waarbij geen keuken(blok) is toegestaan. Een bed & breakfast is gevestigd in een woonhuis of bijgebouw en wordt gerund door de bewoners van het betreffende huis.
Uitgangspunten voor toekomstige ontwikkelingen
Een hotel is een accommodatie waarin logies worden verstrekt en waar eventueel afzonderlijke maaltijden en/of dranken worden verstrekt aan gasten en mogelijk ook aan passanten.
Terrein dat is ingericht voor motorvoertuigen om te kunnen slapen en te verblijven
Uitgangspunten voor toekomstige ontwikkelingen
Camperplaatsen op reguliere kampeerterreinen of bij jachthavens
Een verblijf of meerdere verblijven met meer dan tien slaapplaatsen, niet zijnde kampeermiddelen of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als (kort) verblijf voor vakantiedoeleinden en andere recreatieve doeleinden.
Een kampeerboerderij valt onder het begrip groepsaccommodatie.
Uitgangspunten voor toekomstige ontwikkelingen
3.7 Recreatieverblijf op vakantieparken
Een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, niet zijnde een stacaravan of een trekkershut, uitsluitend bedoeld voor verblijfsrecreatieve activiteiten door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft.
Uitgangspunten voor toekomstige ontwikkelingen
De provincie geeft in haar provinciale omgevingsverordening (POV) de kaders aan. In de verordening is beperkt ruimte voor de bouw van nieuwe recreatiewoningen.
Een bestemmingsplan kan voorzien in een nieuw recreatiebungalowpark of uitbreiding van een bestaand recreatiebungalowpark met een percentage groter dan 20% van de bestaande totale oppervlakte van het recreatiebungalowpark, als de maatwerkmethode is toegepast onder begeleiding van een bij de provincie werkzame deskundige op het gebied van stedenbouw en landschapsarchitectuur en als aan de omvang, situering en inrichting van het park een erfinrichtingsplan ten grondslag ligt en waarbij in de plantoelichting is verantwoord dat in ieder geval rekening is gehouden met achtereenvolgens:
3.8 Recreatiewoningen buiten vakantieparken
Een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, niet zijnde een stacaravan of een trekkershut, bestemd voor recreatief gebruik door gebruikers die hun hoofdverblijf elders hebben.
Uitgangspunten voor toekomstige ontwikkelingen
Een jachthaven is een haven waar men pleziervaartuigen tegen betaling aan steigers of kade kan aanleggen. Buiten het vaarseizoen kunnen de boten er ook gestald worden.
Uitgangspunten voor toekomstige ontwikkelingen
4. Toetsingscriteria (nieuwe) ontwikkelingen verblijfsrecreatie
Plannen van ondernemers die bijdragen aan de versterking van de verblijfsrecreatie in Oost-Groningen worden met een positieve insteek benaderd. Bij de afweging van een verbreding, uitbreiding of nieuwvesting wordt met een aantal aspecten rekening gehouden.
Aantoonbare meerwaarde: nieuwe initiatieven dragen bij voorkeur bij aan diversificatie van het aanbod en/of hebben een aantoonbare meerwaarde voor het toeristisch-recreatieve product. In de planbeschrijving wordt het concept beschreven en verbeeld. Er wordt onderbouwd hoe het concept de ruimtelijke verblijfskwaliteit (waaronder het karakter) van het omliggende gebied en van de deelregio versterkt. In bijlage 1 is een grafische weergave toegevoegd van de meerwaarde van ons gebied.
Inpassing in het landschap: doelstelling van de inpassing is het optimaal op elkaar afstemmen van bebouwing en beplanting, rekening houdend met de ter plaatse voorkomende landschappelijke en cultuurhistorische waarden om zo te komen tot een landschappelijke inpassing van nieuwe bebouwing die recht doet aan de kwaliteit en de beleving van het landschap.
Een bestemmingsplan bevat regels voor het gebruik van de in het plan begrepen gronden en bouwwerken. Dit betekent dat gebruik, nieuwbouw en verbouw mogelijk is als dit past in het bestemmingsplan. De uitgangspunten zoals opgenomen in deze nota worden meegenomen in de toekomstige omgevingsplannen. Kleinschalige nieuwe ontwikkelingen kunnen – onder voorwaarden – via een relatief eenvoudige procedure geregeld worden. De bevoegdheid ligt hiervoor bij het college van burgemeester en wethouders. Bij afwijkende gevallen moet maatwerk geleverd worden en zal het bestemmingsplan herzien moeten worden. De bevoegdheid om het bestemmingsplan vast te stellen ligt in dat geval bij de gemeenteraad. In alle gevallen is het principe van een ‘goede ruimtelijke ordening’ leidend.
Er wordt momenteel (2023) gewerkt aan een omgevingsplan voor de gehele gemeente Westerwolde. Er wordt eerst gefocust op het deelgebied Ter Apel maar uiteindelijk zal er één uniform gemeente dekkend Omgevingsplan vastgesteld worden. Hierin staat net als in een bestemmingsplan beschreven wat de mogelijkheden qua gebruik en bouw zijn op een perceel. In dit omgevingsplan zal bestaand beleid ruimtelijk worden vertaald. De bevoegdheid voor het vaststellen en wijzigen van het Omgevingsplan ligt in beginsel bij de gemeenteraad. Echter, deze kan sommige (kleine) wijzigingen delegeren naar het college. In het omgevingsplan kunnen ook meldingsplichten en vergunningplichten worden geregeld voor bepaalde activiteiten. De bevoegdheid voor het verlenen van deze vergunning ligt in beginsel bij het college (in sommige gevallen dient advies te worden gevraagd bij de gemeenteraad). In alle gevallen is het principe van een ‘’evenwichtige toedeling van functies aan locaties’’ leidend.
4.3 Milieu, ecologie en cultuurhistorie
Ecologie: afhankelijk van de aard en omvang van de ruimtelijke ingreep zal een ecologische quickscan gevraagd worden. Deze quickscan geeft een beeld of er aanvullend onderzoek nodig is, of dat er geen nadelige effecten zijn te verwachten. Dit kan onder meer tot gevolg hebben dat er compensatie moet plaatsvinden of in het ergste geval er geen medewerking kan worden verleend aan het initiatief.
Cultuurhistorie (waaronder archeologie): afhankelijk van de aard en omvang en de locatie van de ruimtelijke ingreep zal een archeologisch onderzoek gevraagd worden. Dit kan onder meer tot gevolg hebben dat werkzaamheden anders of met bepaalde maatregelen uitgevoerd moeten worden of in het ergste geval dat er geen medewerking kan worden verleend aan het initiatief.
4.4 Infrastructuur en parkeren
Ieder plan wordt in relatie tot de huidige infrastructuur bekeken. Er dienen afspraken te worden gemaakt met betrekking tot ontsluiting, parkeervoorzieningen, riolering, water en het deponeren van afval. Afhankelijk van de ontwikkeling kunnen extra eisen gesteld worden. Er wordt gekeken of de bestaande wegen de (extra) belasting aankunnen en of er voldoende wordt voorzien in parkeerplaatsen. Als extra maatregelen moeten worden getroffen aan de wegen komen deze in principe ten laste van de ondernemer.