Organisatie | Moerdijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Schuldhulpverlening van de gemeente Moerdijk |
Citeertitel | Beleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Moerdijk |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Moerdijk.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-12-2023 | nieuwe regeling | 12-12-2023 |
In deze regeling wordt verstaan onder:
Integrale schuldhulpverlening (in vervolg: schuldhulpverlening): het ondersteunen van een inwoner bij het voorkomen, oplossen en zorgdragen voor het niet terugkeren van zijn/haar financiële problemen. Hierbij hoort ook ondersteuning bij het vinden van een oplossing voor de eventuele oorzaken hiervan of voor omstandigheden die verhinderen dat de financiële problemen kunnen worden opgelost;
Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening
Het college verleent aan aanvrager schuldhulpverlening, gebaseerd op de uitgangspunten zoals neergelegd in het beleidsplan 2021-2025 “De kracht van een goede aanpak bij schulden en financiële zorg”. De vorm van het aanbod van schuldhulpverlening is individueel maatwerk, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. Dit is ter beoordeling aan de gemeente Moerdijk. Maatwerk is gebaseerd op een analyse van de hulpvraag, de schulden, de onderliggende problematiek en gezinssamenstelling. De factoren die een rol kunnen spelen zijn o.a.:
Artikel 5. Weigerings- en/of beëindigingsgronden
Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregel, besluit de gemeente om een aanvraag te weigeren, dan wel een lopende schuldhulpverleningstraject tussentijds te beëindigen, indien de aanvrager niet of onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4. Een besluit tot weigering of tussentijdse beëindiging gaat altijd gepaard met het opstellen en verzenden van een beschikking naar de betreffende inwoner.
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk in de vergadering van 12 december 2023.
De secretaris,
Ir. J.C. Slagboom,
De burgemeester,
J.P.M. Klijs
In december 2020 heeft de gemeenteraad het beleidsplan De ‘’kracht’’ van een goede aanpak bij schulden en financiële zorg 2021-2025 vastgesteld. In dit beleidsplan zijn de gemeentelijke visie, de beleidsuitgangspunten en de meetbare doelen voor schuldhulpverlening opgenomen. Deze beleidsregels zijn een aanvulling op het beleidsplan en een nadere concretisering op de toegang en het aanbod van de schuldhulpverlening. De inwoner weet hierdoor wat de voorwaarden zijn voor (toelating tot) schuldhulpverlening en waaraan hij/zij zich dient te houden en de gemeente op haar beurt weet welke verplichtingen zij aan de betreffende inwoner mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de schuldhulpverlening kan weigeren of (tussentijds) beëindigen. Het is van belang te benadrukken dat de beëindiging en weigering enkel betrekking heeft op de schuldregelingstrajecten waarvoor een beschikking wordt afgegeven. Het gaat hier dus niet om lichtere vormen van ondersteuning zoals het geven van informatie en advies. Dat blijft te allen tijde mogelijk. Dat geldt ook voor een eventuele doorverwijzing naar ketenpartners.
De gemeentelijke schuldhulpverlening valt per 1 juli 2012 onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Dit artikel is mede gebaseerd op artikel 1 van de Wgs.
Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Conform de visie, zoals opgenomen in het beleidsplan, is schuldhulpverlening beschikbaar en toegankelijk voor alle inwoners van de gemeente Moerdijk van 18 jaar en ouder. Als de inwoner een zelfstandige is, kan hij/zij een verzoek indienen voor schuldhulpverlening, mits geen hulp mogelijk is vanuit het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz 2004), dan wel wanneer er flankerende hulp naast Bbz wordt gevraagd. De Bbz geldt in dit geval als een voorliggende voorziening.
Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening
In lid 1 is aangegeven dat het college schuldhulpverlening verleent indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Voorop staat dat schuldhulpverlening in principe beschikbaar en toegankelijk is voor alle inwoners van de gemeente Moerdijk, waarbij het in te zetten instrumentarium (lid 2) afgestemd wordt op de persoonlijke situatie van de aanvrager. Dit is individueel maatwerk en ter beoordeling aan de gemeente en/of de gemandateerde partij. De genoemde factoren bij lid 3 zijn geen limitatieve opsomming, maar betreffen voorbeelden van factoren die van invloed zijn op het al dan niet inzetten van schuldhulpverlening.
Lid 4: Het college vindt het van belang vanuit haar integrale verantwoordelijkheid zelf regie te voeren op de schuldhulpverlening en daar waar zij dat nodig acht vanuit schuldhulpverlening diensten en producten in te zetten.
Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van aanvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1) en medewerking te verlenen (lid 2). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.
Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming. Het college hecht er sterk aan dat de aanvrager zich conform de afspraken maximaal inspant om te doen wat nodig is om het schuldregelingstraject succesvol af te ronden. Specifiek bij het inzetten van het product schuldbemiddeling dient de aanvrager zich maximaal in te spannen om (naar vermogen) meer inkomen te verwerven om de aflossingscapaciteit te vergroten. Kan aanvrager meer uren gaan werken dan verwacht het college daartoe de bereidheid en de inzet. Het college zal er op toe zien dat aanvrager deze mogelijkheden benut.
Artikel 5. Weigerings- en/of beëindigingsgronden
In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden geweigerd of (tussentijds) beëindigd.
Indien aanvrager niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, leden 1 en 2, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren. Alvorens schuldhulpverlening op grond van artikel 5 lid 1 en lid 2 te weigeren of (tussentijds) te beëindigen wordt, conform lid 3, aanvrager eenmaal een termijn geboden om, waar van toepassing, alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan aanvrager wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn conform de Awb. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting.
Het college heeft de bevoegdheid tot beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.
Komt aanvrager ook gedurende deze termijn zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid vereist het opleggen van deze termijn maatwerk.
Van de genoemde gronden, verdienen de gronden onder g. en h. bijzondere aandacht. Dit kan betekenen dat schuldhulpverlening wordt beëindigd indien de vorm van hulpverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van aanvrager. Zie in dat licht ook een duidelijk link met artikel 3 lid 3 van deze beleidsregels. Die persoonlijke omstandigheden variëren in aard en duur. Hier is dan ook sprake van individueel maatwerk en dient de trajectbegeleider schuldhulpverlening van gemeente Moerdijk dit goed te motiveren in de beschikking.
Artikel 6. Hernieuwde aanvraag na beëindiging eerder traject
Ook dit artikel is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering van een hernieuwde afvraag, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een weigering af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt. Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening telt de verleende schuldhulpverlening c.q. de contacten daaromtrent vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee.
Artikel 7. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
Dit artikel geeft ruimte aan het college om een aanvrager toch toe te laten (lid 1) en in onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.
Lid 1 geldt in het bijzonder met het oog op personen met verslavingsproblemen en/of psychosociale problemen die de omstandigheden die bepalend waren voor het ontstaan of onbetaald laten van de schulden, onder controle hebben gekregen. Dit moet blijken uit door aanvrager getroffen, aantoonbare maatregelen. Een beroep op de hardheidsclausule vereist in het algemeen dat aanvrager van een zekere (persoonlijke) ontwikkeling en een structurele gedragsverandering blijk geeft die zich uitbetaalt in het feit dat hij/zij de situatie die hem in financiële problemen heeft gebracht onder controle heeft. Het is daarbij nodig dat een aanvrager over een langere periode laat zien dat de ingezette positieve ontwikkelingen bestendig zijn om van een structureel karakter te kunnen spreken. Hierbij geldt dat is vereist dat de omstandigheden onder controle zijn gekregen die destijds ook ten grondslag lagen aan het ontstaan en onbetaald laten van de schulden.