Organisatie | Steenbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Steenbergen 2023 |
Citeertitel | Rechtspositieverordening raads- en commissieleden gemeente Steenbergen 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Rechtspositieverordening raads- en commissieleden |
Deze regeling vervangt de rechtspositieverordening raads- en commissieleden 2019
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-12-2023 | 01-01-2023 | Nieuwe regeling | 14-12-2023 | RD2300283 |
De raad van de gemeente Steenbergen;
In behandeling genomen het voorstel van het presidium d.d. 12 oktober 2023
gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, 98, 99 van de Gemeentewet;
mede gelet op de artikelen 3.1.2. (toelage lid vertrouwenscommissie) 3.1.3. eerste lid (toelage onderzoekscommissie), 3.1.4, eerste lid (toelage bijzondere commissie), 3.1.7. (reiskostenvergoeding) 3.1.9, eerste lid (verzekering arbeidsongeschiktheid), 3.3.2 (informatie- en communicatievoorzieningen), 3.3.3, tweede lid (nadere regels scholing) en 3.4.2 (hogere vergoeding commissieleden) van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;
vast te stellen de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Steenbergen.
Artikel 2. Toelage raadslid onderzoekscommissie
Aan een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt, overeenkomstig artikel 3.1.3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend ten hoogste driemaal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politiek ambtsdragers.
Voor de toepassing van het eerste lid stelt de burgemeester de duur van de activiteiten vast. In de regel start de duur van de activiteiten bij de benoeming van de leden van de onderzoekscommissie en eindigt na de bespreking van de onderzoeksrapportage in de gemeenteraad, waarvoor beide een raadsbesluit is vereist.
Artikel 3. Toelage raadslid bijzondere commissie en vertrouwenscommissie
Aan een raadslid dat lid is van een door de gemeenteraad ingestelde bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.2, eerste lid of 3.1.4, eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, waarvan de gemeenteraad vaststelt dat deze commissie een zodanig belang dient dat de belasting en tijdsbeslag redelijkerwijs niet geacht kunnen worden te behoren tot het reguliere werk van een raadslid, ontvangt ten laste van de gemeente een toelage voor de duur van de uitoefening van de werkzaamheden.
Voor de toepassing van het eerste lid stelt de burgemeester de duur van de activiteiten vast. In de regel start de duur van de activiteiten bij de benoeming van de leden van de bijzondere onderzoekscommissie en eindigt na de bespreking van de onderzoeksrapportage in de gemeenteraad, waarvoor beide een raadsbesluit is vereist.
Artikel 4. Verzekering raadsleden voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden
Aan een raadslid wordt eenmaal per jaar een bedrag toegekend ter hoogte van het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden voor één maand, bedoeld in artikel 3.1.1 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, waarmee een raadslid voorzieningen kan treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden. Voor zover het raadslidmaatschap gedurende het kalenderjaar begint of eindigt wordt het bedrag naar evenredigheid toegekend.
Artikel 5. Vergoeding commissieleden-niet-raadsleden voor het bijwonen van oordeelvormende vergaderingen
Voor commissieleden-niet raadsleden wordt in navolging van het eerste lid, sub b een vergoeding toegekend van € 180,- per - blijkens de ondertekening van de presentielijst - aanwezige oordeelvormende vergadering en. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd, zoals bedoeld in artikel 3.4.1, derde lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
Artikel 6. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en Commissieleden-niet raadsleden
Een raads- of commissielid-niet-raadslid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.
Artikel 8. Informatie- en communicatievoorzieningen
Het raads- of commissielid-niet raadslid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2. Rechtspositiebesluit decentrale politiek ambtsdragers.
Artikel 10. Intrekking oude verordening
De verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019 wordt ingetrokken.