Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Raalte

Verordening forensenbelasting Raalte 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRaalte
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening forensenbelasting Raalte 2024
Citeertitel Verordening forensenbelasting Raalte 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 233 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-2023nieuwe regeling

09-11-2023

gmb-2023-546974

51368-2023

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening forensenbelasting Raalte 2024

De raad van de gemeente Raalte,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 oktober 2023

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

 

Besluit:  

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting Raalte 2024

(Verordening forensenbelasting Raalte 2024)

 

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

 

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

 

  • 1.

    Onder de naam "forensenbelasting" wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2.

    Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

  • 3.

    Indien ten aanzien van hetzelfde feit zich een samenloop voordoet tussen de belastingplicht van de forensenbelasting en de toeristenbelasting, wordt er uitsluitend forensenbelasting geheven.

     

Artikel 3 Vrijstellingen  

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

 

Artikel 4 Maatstaf van heffing

 

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen, zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het tijdvak waarbinnen het belastingjaar valt, is vastgesteld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.

  • 3.

    Ingeval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting berekend naar de waarde.

  • 4.

    De vaststelling van de waarde in het tweede en derde lid geschiedt overeenkomstig de regels voor de in de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast.

Artikel 5 Belastingtarief

De heffingsmaatstaf is zoals genoemd in het hierboven vermelde artikel 4. De belasting bedraagt 0,76% van de heffingsmaatstaf met een maximum van € 957,00 per woning.

 

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag uiterlijk drie maanden na dagtekening van het aanslagbiljet betaald zijn.

    • a.

      In afwijking van het eerste lid moet bij een automatische betalingsincasso, mogelijk bij een aanslagbedrag vanaf € 30 tot € 5.000, de aanslag betaald worden in zoveel gelijke termijnen als nog resteren in het lopende belastingjaar. Het aantal termijnen bedraagt ten minste drie en ten hoogste tien maanden. De eerste termijn vervalt op de 25e dag van de maand na de dagtekening van het aanslagbiljet. De volgende termijnen telkens een maand later tot maximaal het eind van het jaar.

    • b.

      In afwijking van het eerste lid kan op verzoek bij een aanslagbedrag minder dan € 30 en meer dan € 5.000, betaald worden door middel van automatische betalingsincasso. Het aantal incasso termijnen is dan maximaal drie termijnen. De eerste termijn vervalt op de 25e dag van de maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijnen telkens een maand later tot maximaal het eind van het belastingjaar.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding  

Bij de invordering van forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 10 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

 

  • 1.

    De “Verordening forensenbelasting 2023”, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid van dit artikel genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening forensenbelasting Raalte 2024.

     

Aldus besloten in de openbare vergadering van 9 november 2023.

de griffier

Karin Zomer

de voorzitter

Arco Hofland