Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oudewater

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOudewater
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024
CiteertitelVerordening marktgelden 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regling vervangt de Verordening marktgeld 2023.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. Marktverordening Oudewater 2019
  3. Inrichtingsplan 2019 weekmarkt centrum binnenstad te Oudewater
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

14-12-2023

gmb-2023-546894

Z/23/063611

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024

De raad van de gemeente Oudewater;

 

gelezen het voorstel d.d. 14 november 2023 van:

  • -

    burgemeester en wethouders

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet, de Marktverordening Oudewater 2019 en het Inrichtingsplan 2019 weekmarkt centrum binnenstad te Oudewater;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de

 

“Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024”

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    standplaats; de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • -

    vaste standplaats; de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • -

    dagstandplaats; de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • -

    vergunninghouder: degene aan wie door het college van burgemeester en wethouders vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats.

Artikel 2. Belastbaar feit

In deze verordening wordt onder de naam marktgelden een recht geheven voor het innemen van een standplaats, als bedoeld in de Marktverordening Oudewater 2019.

Artikel 3. Belastingplicht

De marktgelden worden geheven van degene die een standplaats inneemt, dan wel van degene aan wie een standplaats is toegewezen.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarieven

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de frontbreedte van de standplaats in strekkende meters (m¹).

  • 2.

    De rechten bedragen:

    • a.

      voor een vaste standplaats, per jaar, per strekkende meter: € 139,05

    • b.

      voor een dagstandplaats, per dag, per strekkende meter: € 3,06

      met een minimumbedrag van € 10,-

  • 3.

    Betaling voor stroomgebruik vindt rechtstreeks plaats via de slimme meterkast.

  • 4.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een strekkende meter voor een hele strekkende meter gerekend.

Artikel 5. Belastingtijdvak

  • 1.

    Voor vaste standplaatsen is het belastingjaar gelijk aan een kalenderjaar

  • 2.

    Voor dagstandplaatsen is het belastingtijdvak gelijk aan een marktdag.

Artikel 6. Wijze van heffing

  • 1.

    Het marktgeld voor een vaste standplaats, wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid wordt het marktgeld voor een dagstandplaats geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    Het marktgeld is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij het begin van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar begint, is het marktgeld verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde marktgeld als er in dat jaar, na het begin van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde marktgeld als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag bedoeld in artikel 6, eerste lid, worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,00, maar minder is dan € 7.501,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen.

  • 3.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de marktgelden worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending ervan, binnen 1 maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9. Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10. Overgangsrecht

De ‘Verordening marktgeld 2023’ van 22 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening marktgelden 2024”.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Oudewater in zijn openbare vergadering,

gehouden op 14 december 2023.

mr. M.W. Bosma

griffier

drs. D.C. de Vries

voorzitter