Organisatie | Nijmegen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidie-verordening besluit woninggebonden subsidies 1993 Regio Nijmegen |
Citeertitel | Verordening woninggebonden subsidies |
Vastgesteld door | gedelegeerde functionaris |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | wonen woninggebonden subsidies |
Externe bijlage | Bijlage 1 Inleiding verordening woninggebonden subsidies |
Deze regionale verordening, waaraan ook de gemeente Nijmegen zich gebonden heeft, regelt een materie waaromtrent de gemeente Nijmegen ook zelf een regeling getroffen heeft. Bij eventuele strijdigheid tussen de beide regelingen geldt de regionale verordening en treedt de gemeentelijke verordening in die gevallen buiten werking.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-11-1993 | 11-11-1993 | 01-11-2009 | Onbekend | 11-11-1993 Gemeenteblad 1994/026 | Onbekend |
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Bestuurscommissie: de Bestuurscommissie Woninggebonden Subsidies Regio Nijmegen, ingesteld bij de Verordening Bestuurscommissie Woninggebonden Subsidies Regio Nijmegen; verantwoordelijk voor het regionaal budgetbeheer in het kader van het Besluit Woninggebonden Subsidies 1993. In het Aanhangsel Regionaal Budgetbeheer, behorende bij de Basisregeling Regio Nijmegen is vastgelegd dat de uitvoerende werkzaamheden zijn opgedragen aan de gemeente Nijmegen.
Budget: bedrag aan geldelijke steun dat jaarlijks door de minister aan de Regio Nijmegen beschikbaar wordt gesteld, alsmede het bedrag dat resteert van in vorige jaren toegekende budgetten, alsmede daaraan op grond van het Besluit of op grond van een besluit van de bestuurscommissie toegevoegde vrijvallende middelen ten behoeve van:
Kosten van het verkrijgen in eigendom: de door de bestuurscommissie vast te stellen kosten van de bouw of van de voorzieningen die kunnen bestaan uit de som van:
het architectenhonorarium, indien en voor zover dit niet hoger is dan omschreven in de Standaardvoorwaarden 1988 rechtsverhouding opdrachtgever - architect (SR 1988), met inbegrip van de aanvullingen en wijzigingen in het bijbehorende zgn. protocol sociale woningbouw d.d. 13 september 1989 en de in dat protocol voorziene indexherziening per 1 juli van ieder jaar;
§ 2 Grondslag en werkingssfeer
Op grond van deze verordening kan de bestuurscommissie geldelijke steun verlenen voor:
§ 3 Vaststelling en reservering van de budgetten
De bestuurscommissie deelt jaarlijks voor 1 november schriftelijk aan de gemeenteraden mee hoeveel geldelijke steun uit de onderscheiden budgetten in het volgende jaar is gereserveerd voor het bouwen van woningen, standplaatsen en woonwagens, het treffen van voorzieningen aan woningen en standplaatsen, en het verstrekken van toeslagen voor plaatselijk verschillende omstandigheden en voor huurverlaging in hun gemeente.
§ 4 Prioriteiten en nadere voorwaarden
1.De gemeenteraad besluit welke prioriteiten hij stelt bij het indienen van aanvragen om verlening van geldelijke steun voor het bouwen van woningen, standplaatsen en woonwagens en het treffen van voorzieningen aan huurwoningen en huurstandplaatsen.
De gemeenteraad kan burgemeester en wethouders toestemming verlenen tot nader door hem te bepalen grenzen en onder nader door hem te bepalen voorwaarden het verdeelbesluit te wijzigen.
De bestuurscommissie kan op verzoek van de initiatiefnemer en door tussenkomst van burgemeester en wethouders binnen de budgetten voor de sociale-bouwsector en de marktsector verleende geldelijke steun wijzigen in geldelijke steun voor een andere categorie dan waarvoor de geldelijke steun is verleend.
De bestuurscommissie kan afwijken van de op grond van artikel 8, eerste lid, vastgestelde voor gemeenten gereserveerde geldelijke steun en van de op grond van artikel 8, tweede lid, vastgestelde verdeling over de gemeenten, indien door de minister op grond van het Besluit een budget wordt herzien.
§ 5 Raadpleging belanghebbende personen en organisaties
Deze verordening wordt niet gewijzigd dan nadat over het ontwerp door de bestuurscommissie voorafgaand geraadpleegd zijn de gemeenteraden, de lokaal of regionaal toegelaten instellingen en andere naar het oordeel van de bestuurscommissie daarvoor in aanmerking komende natuurlijke en rechtspersonen, waaronder woonconsumentenorganisaties.
Ten minste eenmaal per jaar raadplegen burgemeester en wethouders de lokaal of regionaal toegelaten instellingen en andere naar het oordeel van de gemeenteraad daarvoor in aanmerking komende natuurlijke en rechtspersonen, waaronder woonconsumentenorganisaties, over de uitvoering van deze verordening door de gemeente.
Hoofdstuk II Aanvragen, verlenen en vaststellen van geldelijke steun
§ 1 De aanvraag om geldelijke steun
Indien de aanvraag om verlening van de geldelijke steun naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet voldoet aan artikel 21 en 23, doen zij hiervan binnen vier weken schriftelijk mededeling aan de initiatiefnemer onder vermelding van de nog aan te leveren gegevens en houden zij de behandeling van de aanvraag aan totdat de gevraagde gegevens zijn geleverd.
Een aanvraag als bedoeld in artikel 21 gaat in elk geval vergezeld van de, door de Bestuurscommissie te bepalen, door de initiatiefnemer te verstrekken gegevens. Een opsomming van de benodigde gegevens zal door de Bestuurscommissie op een controle-lijst worden aangegeven. De controle-lijst zal, tezamen met het in artikel 21 tweede lid genoemde aanvraagformulier, door de bestuurscommissie ter beschikking worden gesteld.
Indien een bouwplan niet voldoet aan de prioriteiten gesteld op grond van artikel 9, eerste lid, kunnen burgemeester en wethouders de aanvraag aanhouden tot 15 september van het jaar waarin de beslissing wordt gevraagd.
Burgemeester en wethouders dienen een aanvraag om geldelijke steun in bij de bestuurscommissie indien:
De noodzaak van een bouwplan als bedoeld in artikel 26, onder a, wordt geacht te zijn aangetoond indien dit plan opgenomen is in het verdeelbesluit als bedoeld in artikel 12.
Burgemeester en wethouders beslissen binnen tien weken na ontvangst van een aanvraag als bedoeld in artikel 21 of de aanvraag wordt ingediend bij de bestuurscommissie.
§ 2 De verlening van geldelijke steun
Indien de aanvraag bedoeld in het eerste lid naar het oordeel van de bestuurscommissie niet voldoet aan de artikelen 21, 23, 26, 27 en 29, doet zij daarvan binnen drie weken na ontvangst van deze aanvraag schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders onder vermelding van de nog te leveren gegevens c.q. stukken en houdt zij de behandeling van de aanvraag aan totdat de gevraagde gegevens c.q. stukken zijn geleverd.
De bestuurscommissie beslist binnen vier weken na ontvangst van een aanvraag als bedoeld in artikel 29.
De bestuurscommissie verleent geldelijke steun indien de voor de gemeente gereserveerde geldelijke steun niet wordt overschreden.
De bestuurscommissie verleent geldelijke steun onder voorwaarde dat:
de bouw binnen 9 maanden na het besluit tot verlening ervan tot de bovenkant van de begane-grondvloer is gevorderd dan wel ingeval van het bouwen van woonwagens of standplaatsen of het treffen van voorzieningen (met uitzondering van het treffen van voorzieningen in opdracht van particuliere initiatiefnemers) binnen 9 maanden met de werkzaamheden is gestart. Bij het treffen van voorzieningen in opdracht van particuliere initiatiefnemers dient binnen 6 maanden na het besluit tot verlening van de geldelijke steun met de werkzaamheden te zijn gestart;
De begunstigde dient de gereedmelding, bedoeld in het eerste lid, terstond na de voltooiing van de werkzaamheden doch uiterlijk binnen drie jaar na het verlenen van de geldelijke steun in bij burgemeester en wethouders. De gereedmelding van ingrijpende voorzieningen in opdracht van particuliere initiatiefnemers dient uiterlijk 30 maanden na het verlenen van de geldelijke steun bij burgemeester en wethouders te worden ingediend.
Indien de gereedmelding naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet voldoet aan de artikelen 36 en 37, doen zij hiervan binnen vier weken na ontvangst schriftelijk mededeling aan de begunstigde onder vermelding van de nog aan te leveren gegevens en houden zij de behandeling van de aanvraag aan totdat de gevraagde gegevens zijn geleverd.
§ 4 De vaststelling van geldelijke steun
Indien de gereedmelding naar het oordeel van de bestuurscommissie niet voldoet aan de artikelen 36, 37 en 40, doet zij daarvan binnen drie weken na ontvangst van deze gereedmelding schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders onder vermelding van de nog te leveren gegevens c.q. stukken en houdt zij de behandeling aan totdat de gevraagde gegevens c.q. stukken zijn geleverd.
§ 5 De intrekking van geldelijke steun
Indien geldelijke steun is verleend en gebleken is dat de gegevens op grond waarvan de geldelijke steun werd verleend onjuist waren en waarvan de begunstigde wist of redelijkerwijs had kunnen weten dat deze onjuist waren, kan de bestuurscommissie zijn besluit tot verlening van geldelijke steun intrekken en kan hij een reeds betaalde bijdrage geheel of gedeeltelijk met vergoeding van de wettelijke rente terugvorderen.
De bestuurscommissie kan een besluit tot het verlenen van een toeslag ten behoeve van plaatselijk verschillende omstandigheden of een toeslag ten behoeve van huurverlaging intrekken, indien de verlening van de geldelijke steun voor dezelfde woning of standplaats, op grond van artikel 11, tweede lid, wordt ingetrokken.
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing, tenzij in hoofdstuk III hiervan nadrukkelijk wordt afgeweken.
Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkend en gemotiveerd verzoek van de initiatiefnemer dan wel de begunstigde ontheffing verlenen van de termijnen genoemd in de artikelen 22, 34 en 36. Een dergelijk verzoek wordt vóór het verstrijken van de betreffende termijn bij burgemeester en wethouders ingediend.
Hoofdstuk III Bepalingen per subsidiecategorie
§ 1 Sociale-huurwoningen, huurstandplaatsen en huurwoonwagens
Indien de toepassing van het bepaalde in het eerste lid betrekking heeft op het bouwen van een aantal administratief in een complex samengevoegde woningen geldt het van toepassing zijnde bedrag, genoemd in het eerste lid, als de gemiddelde koopsom van de bouwrijpe grond van de in dat complex opgenomen woningen.
Burgemeester en wethouders dienen een aanvraag om geldelijke steun in voor een huurstandplaats indien:
Burgemeester en wethouders dienen een aanvraag om geldelijke steun in voor een huurwoonwagen, indien de standplaats waarop die woonwagen wordt geplaatst is gebouwd met geldelijke steun van rijkswege op voet van enige voor 1 januari 1993 geldende wettelijke regeling, dan wel wordt gebouwd met geldelijke steun op voet van het Besluit.
Burgemeester en wethouders dienen een aanvraag om aanvullende geldelijke steun voor sanitaire voorzieningen in indien:
De bestuurscommissie verleent in aanvulling op artikel 34 geldelijke steun voor een sociale-huurwoning, een huurstandplaats of een huurwoonwagen onder de voorwaarde dat:
het bedrag, bedoeld in onderdeel a, zodanig is dat bij een daaraan gelijke huurprijs bij aanvang van de eerste huur naar verwachting van de initiatiefnemer een kostendekkende exploitatie van de woonwagen of het complex waarvan de woning of standplaats deel uitmaakt mogelijk is met behulp van uitsluitend de huuropbrengst en de te verlenen bijdragen.
Een gereedmelding als bedoeld in artikel 36, gaat in aanvulling op de verklaring bedoeld in artikel 37 vergezeld van:
De geldelijke steun wordt uitbetaald in jaarbedragen, voor de eerste maal een jaar na gereedkomingsdatum en telkens een jaar nadien.
De bestuurscommissie beëindigt de uitbetaling van geldelijke steun voor een sociale-huurwoning, een huurstandplaats of een huurwoonwagen en stelt de geldelijke steun opnieuw vast op het tot dat moment betaalde bedrag, indien de eigendom van de woning, de standplaats of de woonwagen waarvoor geldelijke steun wordt verleend, overgaat op een ander dan een gemeente of een toegelaten instelling.
De bestuurscommissie beëindigt de uitbetaling van geldelijke steun voor een sociale-huurwoning, een huurstandplaats of een huurwoonwagen en stelt de geldelijke steun opnieuw vast op het tot dat moment betaalde bedrag, indien de sociale-huurwoning, de huurstandplaats of huurwoonwagen niet meer voor woondoeleinden wordt verhuurd.
§ 2 Sociale-koopwoningen, koopstandplaatsen en koopwoonwagens
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt onder kosten van verkrijgen in eigendom verstaan:
in gevallen waarin een woning of standplaats wordt gebouwd op grond waarop een recht van opstal rust of waarop een recht van erfpacht is gevestigd dan wel de grond en de woning of de standplaats afzonderlijk in eigendom worden verkregen of de grond reeds geruime tijd eigendom is van de eigenaar, wordt als koopsom van de bouwrijpe grond aangehouden een door burgemeester en wethouders te bepalen bedrag;
Een aanvraag om geldelijke steun gaat in aanvulling op gegevens, bedoeld in artikel 23, vergezeld van een verklaring van de initiatiefnemer dat het aangaan van de koopovereenkomst of de koop- en aanneemovereenkomst niet afhankelijk wordt gesteld van het tegen een meerprijs afnemen van voorzieningen, leveringen of diensten.
Burgemeester en wethouders dienen een aanvraag om geldelijke steun in voor een sociale-koopwoning, een koopstandplaats of een koopwoonwagen indien:
Burgemeester en wethouders dienen een aanvraag om geldelijke steun in voor een koopstandplaats indien:
Burgemeester en wethouders dienen een aanvraag om geldelijke steun in voor een koopwoonwagen, indien de standplaats waarop de woonwagen wordt geplaatst is gebouwd met geldelijke steun van rijkswege op voet van enige voor 1 januari 1993 geldende wettelijke regeling, dan wel wordt gebouwd met geldelijke steun op voet van het Besluit.
Burgemeester en wethouders dienen een aanvraag om aanvullende geldelijke steun voor sanitaire voorzieningen in indien:
De bestuurscommissie verleent in aanvulling op artikel 34 geldelijke steun voor een sociale-koopwoning, een koopstandplaats of een koopwoonwagen onder de voorwaarde dat de begunstigde degene is die:
indien zodanige akte voor verkrijgen van de eigendom niet noodzakelijk was, met ingang van een tijdstip dat minder dan vijf jaar ligt na de dag waarop het bestuurscommissie de geldelijke steun voor de eerste eigenaar heeft vastgesteld, de woning, de standplaats of de woonwagen als eigenaar bewoont, of
De bestuurscommissie verleent in aanvulling op het eerste lid geldelijke steun voor een koopwoonwagen onder de voorwaarde dat ten aanzien van de begunstigde zich een van de gevallen voordoet, bedoeld in artikel 18, eerste lid, onderdeel b, onder 2, van de Woonwagenwet juncto artikel II van de wet van 30 oktober 1974 (Stb. 703) tot wijziging van eerstgenoemde wet.
Een gereedmelding als bedoeld in artikel 36, gaat naast de in artikel 37 bedoelde verklaring vergezeld van de volgende gegevens: een door de inspecteur der directe belastingen te verstrekken formulier, waarop is aangegeven het definitief vastgestelde of nog vast te stellen inkomen, dan wel het brutoloon van de personen bedoeld in bijlage VI van het Besluit; op dit formulier is tevens aangegeven of bedoelde personen wel of niet vermogensbelasting verschuldigd zijn.
Een gereedmelding als bedoeld in artikel 36, gaat naast het in artikel 67 gestelde vergezeld van:
De bestuurscommissie stemt in met het verzoek bedoeld in artikel 36, tweede lid, mits:
de eigenaar of diens erfgenaam over het kalenderjaar dat voorafgaat aan het tijdstip waarop de geldelijke steun is verleend of, in geval van doorverkoop, het kalenderjaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de woning door de tweede opvolgende eigenaar is betrokken, geen vermogensbelasting in de zin van de Wet op de vermogensbelasting 1964 (Stb. 520) verschuldigd is, dan wel geen gemeenschappelijke huishouding voert met een persoon die krachtens die wet vermogensbelasting verschuldigd is; en
De som van de inkomens bedoeld in bijlage VI van het Besluit op grond waarvan de geldelijke steun wordt berekend, wordt bepaald aan de hand van de in artikel 67 genoemde gegevens, over het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de geldelijke steun wordt verleend of, in geval van doorverkoop, over het jaar voorafgaande aan het betrekken van de woning door de tweede opvolgende eigenaar.
De bestuurscommissie verhoogt voor een koopstandplaats het eerste jaarbedrag met het in bijlage VI van het Besluit bepaalde bedrag indien op grond van artikel 58, tweede lid, aanvullende geldelijke steun voor sanitaire voorzieningen is verleend.
Indien de geldelijke steun wordt uitbetaald als bijdrage-ineens geldt als voorwaarde dat de woning, de standplaats of de woonwagen gedurende ten minste een jaar is bewoond door de eigenaar of in geval van overlijden van de eigenaar diens in de woning, op de standplaats of in de woonwagen woonachtige erfgenaam of in geval van vertrek van de eigenaar uit de woning, van de standplaats of uit de woonwagen diens in de woning, op de standplaats of in de woonwagen woonachtige partner of gewezen partner.
De bestuurscommissie beëindigt de uitbetaling van geldelijke steun voor een sociale-koopwoning, een koopstandplaats of een koopwoonwagen en stelt de geldelijke steun opnieuw vast op het tot dat moment ontvangen bedrag, indien hij constateert dat:
de eigenaar bedoeld in artikel 66, eerste lid, dan wel de op het tijdstip van diens overlijden in de woning, op de standplaats of in de woonwagen woonachtige erfgenaam, dan wel de op het moment van diens vertrek uit de woning, van de standplaats of uit de woonwagen diens in de woning, op de standplaats of in de woonwagen woonachtige partner of gewezen partner de woning, de standplaats of de woonwagen niet langer bewoont, of
De bestuurscommissie stelt de geldelijke steun opnieuw vast overeenkomstig het in het Besluit bepaalde, indien hij constateert dat de som van de inkomens bedoeld in bijlage VI van het Besluit zodanig is gestegen ten opzichte van de som van de inkomens op grond waarvan de geldelijke steun werd vastgesteld, respectievelijk op grond waarvan een herziene vaststelling als bedoeld in dit artikel heeft plaatsgevonden, dat daarbij volgens het Besluit een ander bedrag aan geldelijke steun moet worden vastgesteld.
Ten behoeve van een vaststelling als bedoeld in artikel 75 dient de eigenaar, terstond nadat het vijfde jaarbedrag is uitbetaald, onderscheidenlijk telkens vijf jaar nadien een door de inspecteur der directe belastingen verstrekte opgave van inkomens te overleggen van die personen waarvan het inkomen ingevolge het Besluit deel uitmaakt van de som van de inkomens bedoeld in bijlage VI van het Besluit over de in het Besluit bepaalde periode.
Indien de in het eerste lid genoemde gegevens niet of onvoldoende binnen de in het eerste lid genoemde termijn vanwege de eigenaar worden overgelegd doet het dagelijks bestuur daarvan schriftelijk mededeling aan de eigenaar onder vermelding van de nog te leveren gegevens en de termijn waarbinnen zij geleverd dienen te zijn.
De bestuurscommissie besluit omtrent een vaststelling als bedoeld in artikel 75 binnen drie maanden nadat de in artikel 76, eerste lid, bedoelde gegevens zijn verstrekt.
Op een daartoe strekkend verzoek van de begunstigde stelt de bestuurs- commissie geldelijke steun eenmalig opnieuw vast overeenkomstig het in het Besluit bepaalde, indien uit dit verzoek blijkt dat in het kalenderjaar waarin de eigenaar de woning, de standplaats of de woonwagen heeft betrokken of in een van de zes daarop volgende kalenderjaren een van de personen van wie het inkomen medebepalend is geweest voor de som van de inkomens bedoeld in bijlage VI van het Besluit en met wie de eigenaar in bedoeld kalenderjaar een gemeenschappelijke huishouding heeft gevoerd, geen inkomen heeft genoten, doch in het jaar voorafgaande aan dat jaar wel een inkomen heeft genoten.
§ 3 Ingrijpende voorzieningen aan woningen en standplaatsen
Een aanvraag om verlening van geldelijke steun als bedoeld in artikel 80, eerste lid, onder b, gaat in aanvulling op de gegevens van artikel 23 vergezeld van:
Burgemeester en wethouders dienen een aanvraag om geldelijke steun in voor het treffen van ingrijpende voorzieningen indien:
Burgemeester en wethouders dienen een aanvraag om geldelijke steun in voor het treffen van ingrijpende voorzieningen aan een woning of een standplaats indien de kosten van het treffen van de voorzieningen, verminderd met de krachtens paragraaf 6 van dit hoofdstuk verleende toeslag, meer bedragen dan de in het Besluit bepaalde minimumkosten.
Burgemeester en wethouders dienen in aanvulling op artikel 83 een aanvraag om geldelijke steun in voor het treffen van ingrijpende voorzieningen aan een woning, indien de warmteweerstand van de gevel en het dak na het treffen van voorzieningen gelijk of hoger is dan het bij of krachtens het Besluit bepaalde met inbegrip van de daarbij gegeven uitzonderingsbepalingen.
Burgemeester en wethouders dienen in aanvulling op artikel 83 een aanvraag om geldelijke steun in voor het treffen van ingrijpende voorzieningen aan een standplaats, indien de standplaats niet is gelegen op een centrum als bedoeld in artikel 2 van de Woonwagenwet dat bij ministeriële regeling, in een woonwagenplan als bedoeld in artikel 4a van die wet, in een streekplan als bedoeld in artikel 4a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of bij een ander besluit van provinciale staten is aangewezen om te worden opgeheven of verkleind.
Burgemeester en wethouders dienen een aanvraag om aanvullende geldelijke steun voor sanitaire voorzieningen in indien:
De bestuurscommissie verleent in aanvulling op artikel 34 geldelijke steun voor het treffen van ingrijpende voorzieningen aan een huurwoning of een huurstandplaats onder de voorwaarde dat:
indien de eigenaar een toegelaten instelling is, bij een daaraan gelijke huurprijs na het treffen van de voorzieningen naar verwachting van de initiatiefnemer een kostendekkende voortzetting van de exploitatie van het complex waarvan de woning of de standplaats deel uitmaakt mogelijk is met behulp van uitsluitend de huuropbrengst en de te verlenen bijdragen.
Een gereedmelding als bedoeld in artikel 36, gaat in aanvulling op de verklaring bedoeld in artikel 37 vergezeld van:
§ 4 Huurwoningen van beleggers
Artikel 59, onder a, b en d, is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat ingeval de woning tot stand wordt gebracht krachtens meerdere, onderscheidene overeenkomsten van koop, aanneming en andere, daarmee samenhangende overeenkomsten, als kosten van het verkrijgen in eigendom wordt aangehouden het door burgemeester en wethouders te bepalen bedrag.
Burgemeester en wethouders dienen een aanvraag om geldelijke steun in voor een huurwoning van een belegger indien de kosten van het verkrijgen in eigendom niet meer bedragen dan het in het Besluit genoemde maximumbedrag voor een huurwoning van een belegger.
De bestuurscommissie kan ten laste van het budget huurwoningen van beleggers en premie-woningen geldelijke steun verlenen voor het bouwen van een premie-woning ten behoeve van een natuurlijke persoon die de woning als eigenaar zal bewonen of een natuurlijke of een rechtspersoon die de woning zal verhuren.
Indien een woning bewoond zal worden door de eigenaar, gaat een aanvraag om geldelijke steun, in aanvulling op de gegevens, bedoeld in artikel 23, vergezeld van een verklaring van de initiatiefnemer dat het aangaan van de koopovereenkomst of de koop- en aanneemovereenkomst niet afhankelijk wordt gesteld van het tegen een meerprijs afnemen van voorzieningen, leveringen of diensten.
Artikel 59 is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat, indien de woning een huurwoning is die tot stand wordt gebracht krachtens meerdere, onderscheidene overeenkomsten van koop, aanneming en andere, daarmede samenhangende overeenkomsten, als kosten van het verkrijgen in eigendom wordt aangehouden burgemeester en wethouders te bepalen bedrag.
§ 6 Toeslagen ten behoeve van plaatselijk verschillende omstandigheden
De bestuurscommissie kan ten laste van het budget toeslagen ten behoeve van plaatselijk verschillende omstandigheden een toeslag verlenen aan de initiatiefnemer ten behoeve van de bouw van een woning of een standplaats en het treffen van ingrijpende voorzieningen aan een woning of een standplaats.
Een aanvraag om een toeslag vindt plaats in aanvulling op een aanvraag om geldelijke steun ingevolge de paragrafen 1 tot en met 5.
Burgemeester en wethouders houden bij het indienen van een aanvraag om een toeslag rekening met de projectgrootte, de locatie en andere specifieke kenmerken van het bouwplan.
§ 7 Toeslagen ten behoeve van huurverlaging
De bestuurscommissie kan ten laste van het budget voor toeslagen ten behoeve van huurverlaging een toeslag verlenen ten behoeve van het verlagen van de huurprijs aan een toegelaten instelling die een sociale-huurwoning of een huurstandplaats beheert:
Een aanvraag om verlening van een toeslag gaat in aanvulling op artikel 23 vergezeld van een verklaring van de verhuurder dat hij een sociale-huurwoning of een huurstandplaats beheert die wordt gebouwd ter vervanging van een andere woning of standplaats, of een woning of een standplaats beheert waaraan ingrijpende voorzieningen worden getroffen.
Hoofdstuk IV Overgangs- en slotbepalingen
Op aanvragen, waarop voor de inwerkingtreding van deze verordening een bijdrage is verleend, blijven de bepalingen van de regeling op grond waarvan de bijdrage is verleend van toepassing.
Indien Burgemeester en Wethouders geen gebruik maken van het gestelde in het eerste lid is de Wet administratieve overheidsbeschikkingen (Wet AROB) rechtstreeks van toepassing. Schriftelijke en gemotiveerde bezwaren moeten dan binnen 30 dagen na de datum van verzending van het besluit waartegen bezwaar gemaakt wordt bij burgemeester en wethouders worden ingediend.
Indien de bestuurscommissie geen gebruik maakt van het gestelde in het eerste lid is de Wet administratieve overheidsbeschikkingen (Wet AROB) rechtstreeks van toepassing. Schriftelijke en gemotiveerde bezwaren moeten dan binnen 30 dagen na de datum van verzending van het besluit waartegen bezwaar gemaakt wordt bij de bestuurscommissie worden ingediend.