| Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen |
|
| Artikel 2.1 Definities |
|
1. | Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. | |
2. | In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. | |
3. | In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: | |
| binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; | |
| binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; | |
| aanlegkosten: De aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en technische installaties 2012 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; | |
| sloopkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschied wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; | |
| Bouwkosten: de omschrijving zoals opgenomen in bijlage I bij de Omgevingsregeling van het begrip ‘bouwkosten’. | |
4. | In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ wordt onder de in die omschrijving genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 verstaan de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567. | |
| Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
| Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: | |
a. | een vooraanvraag; | |
b. | een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; | |
c. | een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; | |
d. | toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; | |
e. | een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; | |
f. | wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; | |
g. | een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met f. | |
| Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|
1. | De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. | |
2. | Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. | |
3. | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. | |
5. | Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. | |
6. | In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
| Paragraaf 2.2 Voorfase |
|
| Artikel 2.4 Omgevingsoverleg |
|
| Voordat een formele aanvraag om een besluit als bedoeld in de overige paragrafen van deze titel wordt ingediend en betrekking heeft op het houden van een vooraanvraag over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: | |
a. | Indien de geraamde bouwkosten minder bedragen dan € 10.000 | € 91,00 |
b. | Indien de geraamde bouwkosten minder bedragen dan € 50.000 | € 312,00 |
c. | Indien de geraamde bouwkosten meer bedragen dan € 50.000 | € 781,00 |
c. | Als geen raming wordt overlegd | € 781,00 |
| Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
|
| Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | |
a. | indien de bouwkosten minder bedragen dan € 50.000: | 0,50% |
| van de bouwkosten, met een minimum van | € 99,00 |
b. | indien de bouwkosten tussen de €50.000 en €250.000 bedragen: | 0,49% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 260,00 |
c. | indien de bouwkosten tussen de € 250.000 en € 750.000 bedragen: | 0,48% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 1.270,00 |
d. | indien de bouwkosten tussen de € 750.000 en € 1.500.000 bedragen: | 0,46% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 3.712,00 |
e. | indien de bouwkosten € 1.500.000,-- of meer bedragen: | 0,44% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 7.229,00 |
| Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit of het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | |
a. | indien de bouwkosten minder bedragen dan € 50.000: | 1,50% |
| van de bouwkosten, met een minimum van | € 168,00 |
b. | indien de bouwkosten tussen de €50.000 en €250.000 bedragen: | 1,46% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 782,00 |
c. | indien de bouwkosten tussen de € 250.000 en € 750.000 bedragen: | 1,43% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 3.810,00 |
d. | indien de bouwkosten tussen de € 750.000 en € 1.500.000 bedragen: | 1,39% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 11.137,00 |
e. | indien de bouwkosten € 1.500.000,-- of meer bedragen: | 1,31% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 21.687,00 |
| Artikel 2.6a Planologische wijziging bij omgevingsplanactiviteit (waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit) |
|
1. | Als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet dan wordt het tarief in 2.6 lid a t/m lid e vermeerderd met (binnenplanse omgevingsplanactiviteit die binnen het toepassingsbereik valt van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid, wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht): | € 224,00 |
2. | Als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan dan wordt het tarief in 2.6 lid a t/m lid e vermeerderd met (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit): | € 897,00 |
3. | Als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan dan wordt het tarief in 2.6 lid a t/m lid e vermeerderd met (buitenplanse omgevingsplanactiviteit): | 0,50% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 686,00 |
| en een maximum van: | € 6.252,00 |
| Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
|
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | 2,00% |
| van de sloopkosten, met een minimum van: | € 224,00 |
| Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
|
| Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | |
a. | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: | 2,00% |
| van de sloopkosten, met een minimum van: | € 224,00 |
b. | voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | € 224,00 |
| Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | 2,00% |
| van de sloopkosten, met een minimum van: | € 224,00 |
| Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten |
|
| [gereserveerd] | |
| Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten |
|
| [gereserveerd] | |
| Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten |
|
| Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
|
| [gereserveerd] | |
| Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde |
|
| [gereserveerd] | |
| Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg |
|
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 93,00 |
| Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg |
|
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet, artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit of artikel 22.278 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 93,00 |
| Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 93,00 |
| Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten |
|
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | 2,00% |
| van de aanlegkosten, met een minimum van: | € 224,00 |
| Paragraaf 2.8 Overige activiteiten |
|
| Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4 van de bomenverordening Veere 2022 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 0,00 |
| Artikel 2.34 Andere activiteiten |
|
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk: | € 93,00 |
| Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften |
|
| Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
|
| Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: | |
a. | voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: 1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift: | € 897,00 |
b. | in andere gevallen dan bedoeld in voorgaande lid, per maatwerkvoorschrift: | € 897,00 |
| Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
|
| Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.10.1 en 2.10.2, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: | € 897,00 |
| Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid |
|
| Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel |
|
1. | Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: | |
a. | een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: | € 897,00 |
b. | een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: | € 897,00 |
c. | een andere activiteit dan bedoeld in voorgaande onderdelen, bedraagt het tarief: | € 897,00 |
| Paragraaf 2.11 Overige tarieven |
|
| Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: | € 93,00 |
| Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning |
|
1. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een verleende omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: | € 224,00 |
| Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
|
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: | € 93,00 |
| Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan |
|
| [gereserveerd] | |
| Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan. | € 93,00 |
| Paragraaf 2.12 Modaliteiten |
|
| Artikel 2.46a Planologische wijziging bij omgevingsplanactiviteit (waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit) |
|
| Als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan dan bedraagt het tarief (buitenplanse omgevingsplanactiviteit): | € 717,00 |
| Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag |
|
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: | 10,00% |
| van de legeskosten, met een minimum van: | € 260,00 |
| En een maximum van | € 1.042,00 |
| Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
| Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: | |
a. | als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit niet zijnde een milieubelastende activiteit: | € 6.252,00 |
| Artikel 2.50 Advies |
|
1. | Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: | |
a. | voor een advies van de gemeenteraad: | € 1.625,00 |
b. | voor een advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: | |
| 1. van € 0 tot €25.000 aan bouwkosten, bedraagt het tarief: | € 52,00 |
| 2. van €25.000 tot €2.000.000 aan bouwkosten, bedraagt het tarief: | 2‰ |
| van de bouwkosten. | |
| 3. vanaf €2.000.000 aan bouwkosten, bedraagt het tarief: | € 4.168,00 |
c. | voor een advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel artikel 2.50 lid b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | Volgens begroting |
d. | Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: | € 910,00 |
| voor een bedrijfsbezoek van de adviescommissie Zeeland(excl.): | € 95,00 |
e. | voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in voorgaande onderdelen: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | Volgens begroting |
2. | Als een begroting als bedoeld in artikel 2.50 lid c en e, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| Artikel 2.51 Instemming |
|
1. | Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: | |
a. | als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming: | € 312,00 |
b. | als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming: | € 1.560,00 |
| Paragraaf 2.13Vermindering |
|
| Artikel 2.52 Vermindering na vooraanvraag |
|
1. | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een vooraanvraag als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: | 100% |
2. | Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop de vooraanvraag betrekking had; b. in overeenstemming met de uitkomsten van de vooraanvraag; en c. binnen 24 maanden na de laatste vooroverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. | |
| Paragraaf 2.14 Teruggaaf |
|
| Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
| Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | 100,00% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. | |
| Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
| Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: | 85,00% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. | |
| Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat | |
a. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking: | 60,00% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; | |
| Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat | |
a. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking: | 60,00% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; | |
| Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
| Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: | 50,00% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. | |
| Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
a. | Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | 50,00% |
| van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. | |
b. | Onder een weigering bedoeld in artikel 2.59 onder a. wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. | |
| Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
| In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.13. | |