Organisatie | Strijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de Rekenkamercommissie Hoeksche Waard |
Citeertitel | Verordening Rekenkamercommissie 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 10-07-2019 | nieuwe regeling | 23-11-2010 Het Kompas, 24-12-2010 | Onbekend |
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
Rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie Hoeksche Waard die is ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede de doelmatige voorbereiding en uitvoering ervan in de gemeenten Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland en Strijen;
HOOFDSTUK 2 – TAAK, SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEDEN VAN DE GEMEENTELIJKE REKENKAMERCOMMISSIE
Artikel 2 Taak van de gemeentelijke rekenkamercommissie
De rekenkamercommissie doet onderzoek naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid alsmede naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, alsmede van (gesubsidieerde) instellingen waarvan de activiteiten geheel of gedeeltelijk door de gemeente worden bekostigd.
Artikel 3 Benoeming en samenstelling gemeentelijke rekenkamercommissie
(Oud)-bestuurders van deelnemende gemeenten, ambtenaren in dienst van deelnemende gemeenten, opdrachtnemers voor deelnemende gemeenten of daarbij werkzaam (geweest) en medewerkers en bestuursleden bij instellingen met een financiële band met de deelnemende gemeenten kunnen niet worden benoemd als extern lid of voorzitter, tenzij dit langer dan 6 jaar geleden is bij het aanvaarden van de functie binnen de rekenkamer.
Ten aanzien van de externe leden en het interne lid, niet zijnde een raadslid is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercommissie
De externe leden van de rekenkamercommissie genieten een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie die door de gemeenteraad is vastgesteld.
De vergadervergoeding genoemd in het eerste lid bedraagt voor het externe lid, tevens voorzitter 200 euro per vergadering, voor de overige externe leden 150 euro per vergadering. De vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de index die in de begroting wordt gehanteerd voor de algemene uitgaven.
Artikel 7 Openbaarheid/geheimhouding
De externe leden en de interne leden, niet zijnde een raadslid, van de rekenkamercommissie dienen voordat zij met hun werkzaamheden beginnen een geheimhoudingsverklaring te tekenen. Zij verklaren daarmee vertrouwelijkheid te betrachten ten aanzien van informatie waar zij uit hoofde van hun functie kennis van nemen en die naar haar aard vertrouwelijk dient te worden behandeld.
Artikel 9 Reglement van orde en onderzoeksprotocol
In het reglement van orde worden in ieder geval zaken geregeld ten aanzien van de agendering en verslaglegging, het quorum, de vergaderfrequentie, de vervanging van de voorzitter, de mandatering, de gedragscode, de wijze van overleg, de wijze waarop stemming en besluitvorming plaatsvindt, de presentatie van rapporten, de vergoedingen, budget en budgethouder, het jaarprogramma, de geheimhouding, het overleg met vertegenwoordigers van de gemeenteraden en college, het jaarplan en jaarverslag, de benoeming van nieuwe leden en de interne en externe communicatie.
In het controleprotocol wordt vastgelegd wat de werkwijze is van de rekenkamercommissie bij de uitvoering van onderzoeken. In het onderzoeksprotocol wordt aandacht besteed aan de criteria voor de selectie van onderzoeksonderwerpen, het opstellen van de onderzoeksopzet en de onderzoeksaanpak, de samenwerking met externe onderzoekers en adviseurs, de afstemming met de gemeentelijke organisatie, de gang van zaken inzake hoor en wederhoor, de voortgang en dossiervorming, de wijze van rapportage, de openbaarmaking van rapporten, de organisatie van publiciteit en het nazorgtraject.
Artikel 10 Onderzoeksopdracht en bevoegdheden
De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van een gemeentelijk bestuursorgaan en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De secretaris van de rekenkamercommissie en de eigen onderzoeker kunnen de rekenkamercommissie daarbij vertegenwoordigen. De leden van het gemeentelijke bestuursorgaan en de ambtenaren van de gemeente verstrekken desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamercommissie ter vervulling van haar taak nodig acht.
Om de onderzoeken van de rekenkamercommissie naar behoren te kunnen uitvoeren zijn de stukken, die onder oplegging van geheimhouding aan de rekenkamercommissie ter beschikking worden gesteld, ook beschikbaar voor de secretaris van de rekenkamercommissie en de door de rekenkamercommissie aangewezen (externe) deskundigen.
HOOFDSTUK 3 - WERKWIJZE VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE
Artikel 15 Uitvoering van het onderzoek en rapportage
Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De geheimhouding wordt door allen die van deze stukken kennis dragen in acht genomen totdat de rekenkamercommissie haar opheft.
De rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen maximaal een maand bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.
Na vaststelling door de rekenkamercommissie wordt het onderzoeksrapport, de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk aan de betrokken gemeenteraad (cq gemeenteraden) aangeboden, onder toezending van een afschrift aan het college van burgemeester en wethouders en eventueel bij het onderzoek betrokken organisaties en personen.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Strijen in zijn openbare vergadering van 23 november 2010.
de griffier, de voorzitter,
M.A. Bourdrez J.P.M. Klijs
Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.
Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o van de Gemeentewet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie.
Anders dan bij de rekenkamer kunnen naast externe ook interne leden deel uitmaken van de rekenkamercommissie. Iedere gemeenteraad kan namens of uit hemzelf één lid aanwijzen.
De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de externe leden van de rekenkamercommissie en de interne leden, niet zijnde raadsleden.
Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.
In dit artikel is vastgelegd dat de externe leden voor hun werkzaamheden een vergoeding ontvangen.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat beschikbaar is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het derde lid genoemde kosten gebracht.
Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde moeten/kunnen zaken als de verhouding secretaris-voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts geregeld.
De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. Het in handen van de commissie leggen van de uitwerking van de vraagstelling en de vaststelling van de onderzoeksopzet bevordert de onafhankelijkheid. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Zie toelichting bij artikel 14. Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek voor het vormen van objectieve oordelen over voldoende en relevante gegevens kan beschikken, is het van belang over zo ruim mogelijke bevoegdheden tot het inwinnen van informatie te beschikken. Daarom is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van de gemeentelijke bestuursorganen en van alle ambtenaren van beide gemeenten.
De in lid 4 genoemde quick scans kunnen een vervolg krijgen door het geven van commentaar op ontwikkelingsprocessen die binnen een gemeente lopen. Dit commentaar kan dan in de vorm van een brief naar de betreffende gemeenteraad.
Deze artikelen behoeven geen toelichting.
Zie ook toelichting bij artikel 10. Het verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de Gemeentewet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek zal zij daarvoor goede gronden moeten aanvoeren.
Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerp-onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamer een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.
Ook kan de rekenkamer variatie aanbrengen in de manier waarop de uitkomsten van onderzoek naar buiten worden gebracht. Naast rapporten kan worden gedacht aan het organiseren van conferenties en workshops of zelfs het publiceren van handreikingen. Vanzelfsprekend zal hieraan een rapportage ten grondslag liggen.
De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris. Deze wordt ondergebracht bij de griffie van een van de deelnemende gemeenten.
De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het vijfde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de rekenkamercommissie.