Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beuningen

Verordening nadeelcompensatie Beuningen 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeuningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening nadeelcompensatie Beuningen 2022
CiteertitelVerordening nadeelcompensatie Beuningen 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024Verordening nadeelcompensatie Beuningen 2022

20-06-2023

gmb-2023-545612

bb23.00304

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening nadeelcompensatie Beuningen 2022

 

De raad van de gemeente Beuningen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 mei 2023;

gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet, titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 15.1 van de Omgevingswet;

gezien het advies van de Commissie Ruimte van 6 juni 2023;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening nadeelcompensatie Beuningen 2022

Artikel 1. Toepassingsbereik

Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarvan de aanvrager stelt dat die wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente.

 

Artikel 2. Heffen recht

Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om schadevergoeding wordt een recht van € 250,- geheven.

 

Artikel 3. Aanvraag

  • 1.

    De aanvrager van schadevergoeding maakt gebruik van een door het bestuursorgaan vastgesteld formulier.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 4:127 van de Algemene wet bestuursrecht bevat een aanvraag mede:

    • a.

      als het schade betreft wegens winst- of inkomstenderving: jaarrekeningen over het jaar waarin schade is geleden en voor zover van toepassing de drie daaraan voorafgaande jaren en de aanslagen vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting.

    • b.

      als het schade betreft wegens gederfde huurinkomsten: een afschrift van de huurovereenkomst of gebruiksovereenkomst en een eigendomsakte.

       

Artikel 4. Adviescommissie

  • 1.

    Het bestuursorgaan wint slechts advies in bij een adviescommissie voor zover dat naar zijn oordeel noodzakelijk is om op de aanvraag om schadevergoeding te kunnen beslissen.

  • 2.

    Advies als bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval niet ingewonnen als:

  • a.

    de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan kennelijk ongegrond is, omdat zich kennelijk een weigeringsgrond voordoet als bedoeld in artikel 4:126, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    de schade kennelijk niet kan worden toegerekend aan een door het bestuursorgaan genomen besluit of verrichte handeling;

  • c.

    de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan voldoende gelijkenis vertoont met andere aanvragen waarvoor al advies is uitgebracht;

  • d.

    de schadevergoeding kennelijk minder bedraagt dan €300 voor particulieren, en €1000 voor bedrijven.

  • e.

    naar het oordeel van het bestuursorgaan in de gemeentelijke organisatie voldoende deskundigheid voor de beoordeling van de aanvraag aanwezig is.

  • 3.

    Een adviescommissie bestaat uit een of meer deskundigen.

  • 4.

    Een adviescommissie kan worden benoemd als:

  • a.

    vaste commissie, waarbij de leden door burgemeester en wethouders voor een termijn van maximaal vier jaar worden benoemd met de mogelijkheid tot herbenoeming voor maximaal vier jaar, of

  • b.

    tijdelijke commissie voor advisering met betrekking tot een of meer aanvragen, door het bestuursorgaan dat de aanvragen behandelt.

Artikel 5. Procedure

  • 1.

    Als advies wordt ingewonnen bij een adviescommissie, informeert het bestuursorgaan de aanvrager en belanghebbenden.

  • 2.

    Bij de toepassing van de artikelen 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht wordt naast de aanvrager voor zover van toepassing betrokken:

    • a.

      degene die de activiteit verricht en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid, van de Omgevingswet is gesloten, en,

    • b.

      als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet, de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht, tenzij:

      • i.

        de schadevergoeding redelijkerwijze voor rekening behoort te blijven van het bestuursorgaan, of

      • ii.

        de schadevergoeding voldoende op een andere manier is verzekerd.

         

Artikel 6. Uitbetaling

Bij geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding, wordt de toegewezen schadevergoeding uiterlijk betaald bij het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag.

 

Artikel 7. Aanvraag voorschot

  • 1.

    Het bestuursorgaan kan, vooruitlopend op de beslissing op een aanvraag om schadevergoeding, een voorschot verlenen als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een verplichting tot betaling zal worden vastgesteld.

  • 2.

    Het voorschot bedraagt maximaal 50% van de in het conceptadvies opgenomen geldsom.

  • 3.

    De artikelen 4:95 en 4:96 van de Algemene wet bestuursrecht zijn op dit voorschot van toepassing.

     

Artikel 8. Overgangsrecht

De ‘Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade’ blijft van toepassing voor verzoeken om tegemoetkoming in de planschade die vallen onder het overgangsrecht van de Omgevingswet, zoals genoemd in de artikelen 4.18 en 4.19 Invoeringswet.

 

Artikel 9. Intrekking oude regeling

De ‘Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade wordt ingetrokken zodra alle termijnen op grond van het overgangsrecht van de Omgevingswet, zoals genoemd in de artikelen 4.18 en 4.19 Invoeringswet zijn verstreken.

 

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening treedt in werking op de ingangsdatum van de Omgevingswet.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 juni 2023.

 

 

 

Daphne Bergman Esther Jonkman

Voorzitter Griffier