Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen

Subsidieregeling regulier onderhoud rijksmonumenten provincie Groningen 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingSubsidieregeling regulier onderhoud rijksmonumenten provincie Groningen 2024
CiteertitelSubsidieregeling RORG 2024
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Subsidieregeling RORG 2020.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017
  3. Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018
  4. Erfgoedwet
  5. Besluit ruimtelijke ordening
  6. Omgevingsverordening Provincie Groningen 2016
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

12-12-2023

prb-2023-15204

K54663

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling regulier onderhoud rijksmonumenten provincie Groningen 2024

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:

 

Overwegende dat:

  • er ten aanzien van de rijksmonumenten met een woonfunctie in de provincie Groningen sprake is van een opgave onderhoud, versterking en schadeherstel;

  • de taak behoort bij de verantwoordelijkheid die het ministerie van OCW, de Nationaal Coördinator Groningen, de aardbevingsgemeenten en de provincie Groningen in het Erfgoedprogramma en coalitieakkoord Veur Mekoar zijn overeengekomen om budget beschikbaar te stellen voor restauratie en onderhoud van rijksmonumenten gelegen in de provincie Groningen. Dit vanuit de gedachte dat goed onderhoud de eerste stap naar behoud en versterking is.

  • het algemeen bestuur van Nationaal Programma Groningen (NPG) op 13 juni 2023 heeft ingestemd met het verlengen van het geactualiseerde Erfgoedprogramma 2020 - 2025;

  • er vanuit de kabinetsreactie 'Nij Begun' middelen beschikbaar zijn gesteld om het Erfgoedprogramma te verlengen tot en met 2028;

  • de provincie Groningen het van belang vindt een regierol te vervullen voor het gebiedsgerichte monumentenbeleid;

  • rijksmonumenten worden aangewezen in het algemeen belang en de kosten van instandhouding, in het bijzonder het onderhoud en de restauratie, van rijksmonumenten hoger kunnen zijn dan de kosten voor instandhouding van niet-monumentale gebouwen, vanwege de hogere eisen aan architectonische uitwerking, materiaalgebruik en detaillering;

  • de Subsidieregeling RORG ziet op het regulier onderhoud van Rijksmonumenten met woonfunctie in de provincie Groningen.

Gelet op:

  • Groningen Erfgoedprogramma 2020-2028;

  • Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen 2017-2021;

  • Titel 4.2 Algemene wet bestuursrecht;

  • Artikel 3, derde lid, van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • Erfgoedwet;

  • Besluit ruimtelijke ordening;

  • Omgevingsverordening provincie Groningen 2016;

  • Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten voor zover deze betrekking heeft op de werkzaamheden behorend tot het regulier onderhoud;

  • Uitvoeringsprogramma Cultuur Provincie Groningen 2021-2024

Besluiten:

 

Vast te stellen hetgeen volgt:

 

Subsidieregeling regulier onderhoud rijksmonumenten provincie Groningen 2024

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

  • b.

    comfortverbetering of verfraaiing: werkzaamheden met betrekking tot het wooncomfort, decoratie en de leefbaarheid zoals het binnenklimaat of het verbeteren van functionaliteit;

  • c.

    deskundige: architect, aannemer, schilder, uitvoerder of vergelijkbare deskundige met aantoonbare kennis en expertise van sober en doelmatig onderhoud van rijksmonumenten;

  • d.

    eigenaar: natuurlijke persoon of rechtspersoon die het eigendomsrecht heeft op het rijksmonument;

  • e.

    gebouwd rijksmonument: een gebouw of zelfstandige bouwkundige eenheid daarvan, of een anderszins vervaardigde onroerende zaak, om zijn nationale cultuurhistorische waarde door de Rijksoverheid is aangewezen als beschermd monument en met eigen monumentnummer is opgenomen in het rijksmonumentenregister;

  • f.

    gespecificeerde offerte/factuur: een kostenraming of nota opgemaakt door een deskundige waarbij voor alle verschillende uit te voeren/uitgevoerde werkzaamheden kosten voor uren én materialen gesplitst zijn;

  • g.

    groot onderhoud: werkzaamheden die behoren tot het normale onderhoud aan het rijksmonument waarmee verval van het monument wordt voorkomen, waarbij het gaat om omvangrijkere werkzaamheden in omvang of aantal

  • h.

    instandhouding: het sober en doelmatig behouden of herstellen van het rijksmonument, waarmee verval van het monument kan worden voorkomen. Binnen deze regeling vallen uitsluitend werkzaamheden voor regulier onderhoud onder instandhouding;

  • i.

    Leidraad: de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten, die beschrijft welke kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen aan een rijksmonument subsidiabel kunnen zijn, inclusief het daarbij behorende rekenmodel volgens STABU;

  • j.

    Procedureregeling: Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • k.

    regulier onderhoud: sobere en doelmatige werkzaamheden die behoren tot het normale, periodieke onderhoud aan het rijkmonument waarmee verval van het monument wordt voorkomen;

  • l.

    restauratie: werkzaamheden die het normale, reguliere onderhoud te boven gaan en noodzakelijk zijn voor herstel van het rijksmonument;

  • m.

    rijksmonument: monument dat is opgenomen in het rijksmonumentenregister, als bedoeld in artikel 3.3 van de Erfgoedwet;

  • n.

    rijksmonument met woonfunctie: gebouwd rijksmonument dat voor de helft of meer van het woonoppervlak voor bewoning wordt gebruikt;

  • o.

    subsidiabel uurloon; kosten voor inhuur zoals jaarlijks wordt vastgesteld in de Leidraad hfst 2, artikel 4;

  • p.

    zelfstandig bouwkundige eenheid: bouwwerk dat in zowel constructief als functioneel opzicht te onderscheiden is van de naastgelegen bouwwerken. Dat wil zeggen dat het geheel bouwkundig gescheiden moet zijn van aangrenzende bebouwing, een eigen toegang moet hebben en afzonderlijk te gebruiken moet zijn. Bij boerderijen geldt het woonhuis altijd als zelfstandige onderdeel, zelfs als het woonhuis aan de schuur is vast gebouwd;

  • q.

    zelfstandige wooneenheid: een woning in een rijksmonument met een eigen toegang, keuken, douche en toilet die afzonderlijk wordt gebruikt door een particuliere eigenaar, navolgend aangeduid als 'wooneenheid'.

  • r.

     

Artikel 2 Doel

Het hoofddoel van deze regeling is om particuliere eigenaren van rijksmonumenten met een woonfunctie in de provincie Groningen te stimuleren hun pand in stand te houden door regulier onderhoud uit te voeren.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door:

 

  • a.

    particuliere eigenaren van een rijksmonument met woonfunctie gelegen in de provincie Groningen;

  • b.

    de natuurlijke of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de instandhouding van het rijksmonument, als bedoeld onder a;

  • c.

    de betreffende vereniging van eigenaren of gezamenlijk door de eigenaren van een appartement gelegen in de provincie Groningen. Voor een natuurlijke persoon die een appartementsrecht heeft in een rijksmonument, geldt dat hij niet eigenstandig subsidie aan kan vragen;

  • d.

    door de eigenaren van wooneenheden vallend onder één monumentnummer gezamenlijk ;

  • e.

    de particuliere eigenaar van een zelfstandige wooneenheid in een rijksmonument indien deze eigenaar in bezit is van maximaal één zelfstandige wooneenheid in het gebouwd rijksmonument en het onderhoud niet belegd is bij een VVE of gezamenlijk met andere wooneenheden kan worden uitgevoerd

Artikel 4 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling subsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:25 en 4:35 Awb en artikel 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

 

  • a.

    voor de subsidiabele kosten van het project, waarop de aanvraag betrekking heeft, reeds een andere subsidie is verstrekt door gemeente, Rijk of provincie Groningen voor de instandhouding van het rijksmonument;

  • b.

    voor de subsidiabele kosten van het project, waarop de aanvraag betrekking heeft, al een lening is verstrekt door het Nationaal Restauratiefonds of een andere geldverstrekker, en hierbij geen rekening is gehouden met de gevraagde subsidie RORG;

  • c.

    er in het kalenderjaar waarin de subsidieaanvraag is ingediend al een subsidie op grond van deze regeling is ingediend en vervolgens in hetzelfde kalenderjaar is verstrekt voor werkzaamheden aan het betreffende rijksmonument. In het geval van een rijksmonument met meerdere zelfstandige bouwkundige eenheden gaat het hierbij om een verstrekking voor werkzaamheden aan dezelfde zelfstandig bouwkundige eenheid of bouwkundige eenheden;

  • d.

    er voor het rijksmonument waaraan de werkzaamheden worden uitgevoerd al een subsidieaanvraag in het kader van de GRRG aangevraagd is of verstrekt is en deze nog niet is afgerond;

  • e.

    er voor de werkzaamheden of een onderdeel daarvan waarvoor subsidie is aangevraagd, een Omgevingsvergunning nodig is, welke door de betreffende gemeente niet is afgegeven.

  • f.

    de subsidiabele kosten lager zijn dan € 1.000,-;

  • g.

    de subsidiabele kosten hoger zijn dan € 35.000,-;

  • h.

    het project, waarop de aanvraag betrekking heeft, uitgevoerd is vóór 1 juli 2024 en de aanvraag na 31-12-2024 ontvangen is;

  • i.

    het project, waarop de aanvraag betrekking heeft, vanaf 1 juli 2024 al gestart is voor de aanvraag is ingediend;

Artikel 6 Subsidiabele kosten

Subsidiabele kosten zijn:

 

  • a.

    kosten in het kader van het regulier onderhoud van een rijksmonument met een woonfunctie uitgevoerd binnen anderhalf jaar na vaststelling van de subsidie of uitgevoerd voorafgaand aan 1 juli 2024. Subsidiabel zijn de kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen die als zodanig zijn aangemerkt en gespecificeerd in de Leidraad in het kader van het reguliere onderhoud van een rijksmonument met een woonfunctie;

  • b.

    in afwijking van artikel 1.5 van de Procedureregeling zijn kosten als bedoeld onder a uitgevoerd maximaal één jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag ook subsidiabel indien de werkzaamheden plaatsvinden voor 1 juli 2024;

  • c.

    Het actuele subsidiabele gemiddelde uurloon zoals vastgesteld door de Rijksdienst Cultureel Erfgoed. Voor toelichting /website: Bij de aanvraag worden de kosten vastgesteld waarover subsidie wordt verleend. Een onderdeel van die kosten vormt het uurloon voor de werkzaamheden. In de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten is in Hoofdstuk 2, onder 4. "4. Grondslagen voor de berekening van het bouwplaatsuurloon" opgenomen dat het uurloon tot een maximaal bedrag subsidiabel is. Het actuele subsidiabele gemiddelde uurloon staat vermeld op de site van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en op www.monumenten.nl.

Artikel 7 Niet-subsidiabele kosten

Onverminderd artikel 1.5 van de Procedureregeling komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

 

  • a.

    kosten die ter zake van doe-het-zelf-werk of door niet-deskundigen worden gemaakt;

  • b.

    kosten voor werkzaamheden gericht op reconstructie, tenzij deze in uitzonderlijke gevallen naar het oordeel van de Gedeputeerde Staten ter versterking van de monumentale waarden gewenst zijn;

  • c.

    kosten voor werkzaamheden die zijn gericht op comfortverbetering of verfraaiing.

  • d.

    kosten voor het uitvoeren van herstelwerkzaamheden als gevolg van schade veroorzaakt door een derde of de eigenaar van het rijksmonument met woonfunctie;

  • e.

    kosten voor het vervangen of aanbrengen van isolerende materialen;

  • f.

    kosten voor groot onderhoud en/of restauratiewerkzaamheden of volledige vervanging van constructie- en bouwdelen;

  • g.

    Kosten voor het uurloon van vaklieden voor zover die boven het in de Leidraad vastgestelde uurloon uit komen;

Artikel 8 Subsidiehoogte

  • 1.

    De subsidie voor regulier onderhoud van het rijksmonument bedraagt maximaal 70% van de subsidiabele kosten;

  • 2.

    De hoogte van de totale subsidie is maximaal € 24.500,- per rijksmonument met woonfunctie.

Artikel 9 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen een subsidieplafond vast voor deze regeling dat wordt gepubliceerd in het Provinciaal Blad.

Artikel 10 Subsidieaanvraag

In aanvulling op artikel 2.1 van de Procedureregeling:

 

  • 1.

    Aanvragen kunnen digitaal en per post worden ingediend bij Gedeputeerde Staten door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld formulier.

  • 2.

    Per rijksmonument met woonfunctie kan ten hoogste één subsidie per kalenderjaar worden vastgesteld. Indien het rijksmonument meer dan één wooneenheid omvat en aanvrager geen vereniging van eigenaren is en het onderhoud niet gezamenlijk uitgevoerd kan worden, dan kan er per wooneenheid ten hoogste één subsidie per kalenderjaar worden vastgesteld.

  • 3.

    De subsidieaanvraag bevat in ieder geval:

    • a.

      een korte beschrijving van de werkzaamheden met daarbij een foto of bouwtekening waarop de locatie van alle werkzaamheden duidelijk zichtbaar is;

    • b.

      overzichtsfoto's waaruit de gehele staat van het monument duidelijk wordt;

    • c.

      overzichts- en detailfoto's waaruit de technische noodzaak van de werkzaamheden blijkt;

    • d.

      indien de werkzaamheden al zijn uitgevoerd: overzichts- en detailfoto's waarop zichtbaar is dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd;

    • e.

      een begroting van het ingediende, opgemaakt in het door Gedeputeerde Staten vastgestelde format;

    • f.

      een door een deskundige opgestelde gespecificeerde offerte. Indien de werkzaamheden al zijn uitgevoerd is een gespecificeerde factuur vereist;

    • g.

      een toelichting op de bijgevoegde offertes en/of facturen waaruit blijkt voor welke werkzaamheden en daaraan verbonden kosten subsidie wordt gevraagd;

    • h.

      bij een aanvraag van een vereniging van eigenaren een uitdraai van de Kamer van Koophandel van de vereniging en een splitsingsakte;

    • i.

      bij een gezamenlijke aanvraag van meerdere eigenaren, een splitsingsakte;

    • j.

      indien in de aanvraag werkzaamheden zijn opgenomen waarvoor een Omgevingsvergunning vereist is, de verstrekte Omgevingsvergunning. De afweging of voor werkzaamheden een Omgevingsvergunning nodig is, kan alleen door de gemeente dan wel omgevingsdienst worden gemaakt;

  • 4.

    Gedeputeerde Staten kunnen nader onderzoek doen naar de aanvraag. Gedeputeerde Staten kunnen bijvoorbeeld bij de aanvrager aanvullende documenten opvragen ter nadere ondersteuning van zijn aanvraag.

Artikel 11 Verdeelsystematiek

  • 1.

    De subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Als een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 12 Subsidievaststelling

Gedeputeerde Staten stellen de subsidie direct vast.

Artikel 13 Beslistermijn

Een beschikking tot subsidieverlening wordt gegeven binnen 13 weken na ontvangst van de subsidieaanvraag, waarbij de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is geldt als datum van ontvangst.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Gedeputeerde Staten kunnen in bijzondere gevallen, gelet op het belang van een doelgerichte of evenwichtige subsidieverstrekking, bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing naar hun oordeel leidt tot onbillijke of onevenredige gevolgen.

Artikel 15 Intrekking en overgangsrecht

De Subsidieregeling RORG 2020 wordt ingetrokken, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die voor de datum van inwerkingtreding van de regeling RORG 2024 zijn aangevraagd, verleend of direct zijn vastgesteld en op daarop betrekking hebbende bezwaar- of beroepschriften.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze regeling wordt bekendgemaakt in het Provinciaal Blad en treedt in werking op 1 januari 2024.

Artikel 17 Citeerregel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling RORG 2024.

Groningen, 12 december 2023

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas ,voorzitter.

J. Koopmans ,loco secretaris.