Subsidieregeling Samen voor Bestaanszekerheid 2024 - Subsidies tot €25.000

Het college:

• 1.

  trekt de bestaande subsidieregeling Samen voor Bestaanszekerheid – Subsidies tot € 25.000,- zoals vastgesteld (d.d. 13 december 2022) in.

• 2.

  stelt de subsidieregeling ‘Samen voor Bestaanszekerheid 2024 – Subsidies tot € 25.000,-’ vast als juridische grondslag om beschikbare subsidiemiddelen, zijnde € 168.830,-, te kunnen verdelen over de subsidieaanvragen, met daarin als belangrijkste wijzigingen:

  • a.

    er wordt binnen de regeling onderscheid gemaakt tussen subsidies tot € 7.500,- en vanaf € 7.500,- om de drempel voor nieuwe initiatieven te verlagen.

  • b.

    de kosten voor de inkoop van goederen en voedsel om direct uit te delen zijn niet langer subsidiabel.

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

• 1.

  ASVT: Algemene subsidieverordening gemeente Tilburg 2023;

• 2.

  Awb: Algemene wet bestuursrecht;

• 3.

  College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg

• 4.

  Maatschappelijke opgave: binnen de gemeente Tilburg zijn een aantal maatschappelijke opgaven voor de stad opgesteld. Deze zijn te vinden op de website van de gemeente Tilburg.

• 5.

  Financiële zelfredzaamheid: iemands vermogen om bewuste keuzes te maken, zodat zijn/haar/hen financiën, zowel op korte als op lange termijn, in balans zijn.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan de bestuurlijke doelstelling: Tilburgers ervaren bestaanszekerheid en de hiervoor geldende beleidsnota op bestaanszekerheid en bijbehorend uitvoeringsplan en bijdragen aan één of meerdere van deze drie lijnen:

• a.

  Het voorkomen en vroegsignaleren (preventie) van schulden- en armoedeproblematiek en daarvoor producten, diensten of activiteiten inzetten. Een activiteit kan bijvoorbeeld zijn om mensen (tijdig) ondersteuning te bieden zodat de armoede- en schuldenproblematiek niet verder escaleert en gericht op het bevorderen van financiële zelfredzaamheid.

• b.

  Het doorbreken van intergenerationele overdracht van armoede bij kinderen. Dit houdt in het bieden van producten, diensten en/of activiteiten gericht op het wegnemen van belemmeringen zodat kinderen volwaardig kunnen deelnemen aan bijvoorbeeld binnen en buitenschoolse activiteiten en tegelijkertijd hun toekomstperspectief kunnen vergroten.

• c.

  Het aanpakken van de armoedesituatie en het creëren van financiële rust.

Artikel 4. Subsidieaanvrager

• 1.

  Subsidie onder de €7.500 wordt verstrekt aan natuurlijke personen of aan organisaties met een rechtsvorm zonder winstoogmerk.

• 2.

  Subsidie vanaf €7.500 wordt uitsluitend verstrekt aan organisaties met een rechtsvorm zonder winstoogmerk.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

• 1.

  De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de activiteiten als bedoeld in artikel 3.

• 2.

  In aanmerking voor subsidie komen de kosten die redelijkerwijs gemaakt moeten worden voor de uitvoering van activiteiten zoals bedoeld in artikel 3 en de kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van activiteiten zoals bedoeld in artikel 3.

Artikel 6. Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten voor:

• 1.

  De inkoop van goederen of voedsel; De kosten voor goederen of voedsel die worden ingekocht om uit te delen zijn niet subsidiabel.

• 2.

  Bonussen en afkoopsommen/transitievergoedingen.

• 3.

  Activiteiten met een partijpolitiek of godsdienstig karakter of die bepaalde groepen uitsluiten.

Artikel 7. Vereisten subsidieaanvraag

• 1.

  Subsidieaanvragen kunnen het hele jaar ingediend worden via het daarvoor vastgestelde aanvraagformulier.

• 2.

  Een subsidieaanvraag bedraagt maximaal €25.000 per jaar.

• 3.

  Aanvragen worden ingediend volgens de methodiek Impactgericht subsidiëren. De die uitgevoerd worden dienen beschreven te worden en dient er een begroting aangeleverd te worden. Zie hiervoor het aanmeldformulier.

• 4.

  De subsidieaanvraag dient volledig te zijn ingediend. Onvolledige aanvragen kunnen door het college buiten behandeling worden gelaten.

• 5.

  De aanvraag voor subsidie omvat:

  • a.

    Een volledig ingevuld aanvraagformulier

  • b.

    Een uitgewerkte begroting voor het betreffende jaar waarin de kosten en opbrengsten van de activiteiten waar de subsidie voor wordt aangevraagd op een transparante wijze worden weergegeven, met inachtneming van wat gesteld is in artikel 5 en 6.

  • c.

    Indien een aanvrager een organisaties met een rechtsvorm zonder winstoogmerk is en voor de eerste maal een subsidie aanvraagt, voegt hij/zij/hen, een uittreksel van de KvK en een kopie van een bankafschrift/bankpas toe.

• 6.

  De subsidieaanvraag dient voorzien te worden van een handtekening.

Artikel 8. Subsidievorm

Het college verstrekt op grond van deze regeling een eenmalige subsidie voor de duur van maximaal 1 jaar.

Artikel 9. Subsidieplafond

• 1.

  Het voor subsidie beschikbare budget fungeert als subsidieplafond zoals bedoeld in artikel 4:22 Awb

• 2.

  Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast.

• 3.

  Het subsidieplafond wordt jaarlijks geïndexeerd.

Artikel 10. Wijze van verdeling

Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 11. Weigeringsgronden

Subsidieverlening kan naast de in de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en artikel 9 van de ASVT geregelde gevallen ook (al dan niet deels) geweigerd worden indien:

• 1.

  De aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen.

• 2.

  Indien er meer dan 7.500 subsidie wordt aangevraagd en de aanvraag niet op alle onderdelen uit het beoordelingskader een voldoende scoort. Het beoordelingskader is opgenomen in bijlage 1 en is onderdeel van deze subsidieregeling

• 3.

  Nieuwe initiatieven niet aanvullend zijn op het bestaande aanbod binnen de gemeente Tilburg. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het bestaande aanbod al in soortgelijke producten, diensten en activiteiten voorziet.

• 4.

  De activiteiten voor een deel bij de maatschappelijke opgave Bestaanszekerheid passen maar voor een groter deel gericht zijn op een andere maatschappelijke opgave.

• 5.

  Niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;

• 6.

  Het door het college vastgestelde subsidieplafond bereikt is.

• 7.

  In het geval van een aanvraag tot €7.500 de subsidieaanvrager al twee achtereenvolgende jaren subsidie heeft gekregen voor soortgelijke activiteiten.

Artikel 12. Verplichtingen

Het college kan in de verleningsbeschikking aanvullende verplichtingen opleggen.

Artikel 13. Hardheidsclausule

Het college kan een of meer bepalingen van deze subsidieregeling in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepaling te dienen doelen.

Artikel 14. Slotbepalingen

• 1.

  Dit is een regeling zoals bedoeld in artikel 3 van de ASVT. De bepalingen van deze verordening zijn van toepassing voor zover daarvan in deze regeling niet wordt afgeweken. Dit betekent ook dat de verantwoordingsartikelen van de ASVT onverkort van toepassing zijn.

• 2.

  Deze subsidieregeling treedt in werking per 1 januari 2024.

• 3.

  Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Samen voor Bestaanszekerheid 2024 - Subsidies tot €25.000