Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Meerssen

Reglement van Orde – Besluitvormende raadsvergaderingen en andere werkzaamheden gemeente Meerssen 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMeerssen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement van Orde – Besluitvormende raadsvergaderingen en andere werkzaamheden gemeente Meerssen 2024
CiteertitelReglement van Orde – Besluitvormende raadsvergaderingen en andere werkzaamheden gemeente Meerssen 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad 2016.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

15-12-2023

gmb-2023-544705

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van Orde – Besluitvormende raadsvergaderingen en andere werkzaamheden gemeente Meerssen 2024

de Raad van de gemeente Meerssen;

 

overwegende dat de Meerssense raad zijn vergadermodel wil professionaliseren zodat bijeenkomsten en vergaderingen efficiënter en effectiever verlopen en dat de Meerssense raad zich wil versterken op zijn volksvertegenwoordigende rol;

 

BESLUIT

 

vast te stellen het volgende Reglement van Orde – Besluitvormende raadsvergaderingen en andere werkzaamheden gemeente Meerssen 2024:

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • 1.

    voorzitter: de voorzitter van de Raad of diens vervanger;

  • 2.

    amendement: voorstel tot wijziging van een ontwerp - verordening of ontwerp - beslissing;

  • 3.

    subamendement: voorstel tot wijziging van een aanhangig amendement;

  • 4.

    motie: korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waarmee een oordeel, wens, verzoek of opdracht wordt uitgesproken;

  • 5.

    voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering van de Raad;

  • 6.

    initiatiefvoorstel: een voorstel voor een verordening of een ander voorstel afkomstig van een lid van de Raad;

  • 7.

    recht van interpellatie: het recht van ieder individueel raadslid om vragen te stellen over zaken die niet op de agenda staan, maar wel aan de orde van de dag zijn;

  • 8.

    oordeelsvormende raadsbijeenkomsten: dit zijn oordeelsvormende bijeenkomsten van raads- en burgerleden gericht op de laatste technische bevraging van portefeuillehouders en onderlinge politieke bevragingen van fracties (dialoog) om standpunten uit te wisselen en te bepalen, en tenslotte te onderzoeken op welke voorstellen overeenstemming bestaat (pre-besluiten - akkoord stukken);

  • 9.

    werkgeverscommissie: commissie ex artikel 83 Gemeentewet.

Artikel 2 De voorzitter

De voorzitter is belast met:

  • 1.

    het leiden van de vergadering;

  • 2.

    het handhaven van de orde;

  • 3.

    het naleven van het reglement van orde;

  • 4.

    hetgeen de Gemeentewet of dit reglement hem – haar verder opdraagt.

Artikel 3 De griffier

  • 1.

    De griffier is in elke (besluitvormende) vergadering van de Raad aanwezig;

  • 2.

    bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door de Raad daartoe aangewezen plaatsvervangend griffier;

  • 3.

    de griffier of zijn – haar plaatsvervanger kan, indien daartoe door de voorzitter uitgenodigd, aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement deelnemen.

Artikel 4 De wethouder

Een wethouder wordt geacht te allen tijde in de raadszaal aanwezig te zijn om desgevraagd vanuit de Raad aan de beraadslagingen deel te nemen.

Artikel 5 De secretaris

De Raad verzoekt het college de secretaris in de vergadering aanwezig te laten zijn en desverlangd deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement.

Artikel 6 Het Presidium

  • 1.

    De Raad heeft een Presidium;

  • 2.

    het Presidium is verantwoordelijk voor de ondersteuning van de bijeenkomsten en vergaderingen van de Raad en alle overige taken van de Raad;

  • 3.

    de exacte taken, het functioneren en de samenstelling van het Presidium zijn geregeld in het Reglement Presidium gemeente Meerssen 2024.

Hoofdstuk 2 Toelating nieuwe leden; benoeming wethouders; fracties

Artikel 7 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging; benoeming wethouders

  • 1.

    Bij elke toelating van nieuwe leden van de Raad stelt de Raad een commissie in bestaande uit drie leden van de Raad. De commissie onderzoekt de geloofsbrieven, de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde leden en het proces-verbaal van het (centraal) stembureau;

  • 2.

    de commissie brengt na haar onderzoek van de geloofsbrieven verslag uit aan de Raad en doet daarbij een voorstel voor een besluit. In het verslag wordt ook melding gemaakt van een minderheidsstandpunt;

  • 3.

    na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten leden van de Raad op om in de eerste vergadering van de Raad in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen;

  • 4.

    in geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter een nieuw benoemd lid van de Raad op voor de vergadering van de Raad waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen;

  • 5.

    bij de benoeming van een wethouder wordt overeenkomstig het eerste lid een commissie ingesteld welke onderzoekt of de kandidaat voldoet aan de eisen van de Gemeentewet. De werkwijze van deze commissie is overeenkomstig het tweede lid.

Artikel 8 Fracties

  • 1.

    De leden van de Raad, die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als één fractie beschouwd.

  • Is onder een lijstnummer slechts één lid verkozen, dan wordt dit lid als een afzonderlijke fractie beschouwd;

  • 2.

    indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de Raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de Raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de Raad wil voeren;

  • 3.

    de namen van degenen die als voorzitter van de fractie en als diens plaatsvervanger optreden worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter;

  • 4.

    indien:

    • één of meer leden van een fractie of van meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden;

    • twee of meer fracties als één fractie gaan optreden;

    • één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie;

  • wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk/digitaal mededeling gedaan aan de voorzitter;

  • 5.

    een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G3 van de Kieswet en met de in lid 4 beschreven veranderde situatie wordt rekening gehouden met ingang van de eerstvolgende vergadering van de Raad na de mededeling van de naamswijziging.

Hoofdstuk 3 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen – voorbereidingen

Artikel 9 Dag en uur van de vergaderingen

  • 1.

    De besluitvormende vergaderingen vinden in de regel plaats op donderdag, vangen aan om 19.00 uur en worden gehouden in een daartoe geschikte locatie. Het Presidium stelt jaarlijks voor aanvang van het nieuwe kalenderjaar een vergaderschema voor de (besluitvormende) vergaderingen van de Raad vast;

  • 2.

    de voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag en aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij – zij voert hierover, tenzij er sprake is van een spoedeisende situatie, overleg in het Presidium;

  • 3.

    indien de vergadering ver over het tijdstip van 23.00 uur dreigt te gaan, kan de voorzitter een voorstel aan de Raad doen om de vergadering te schorsen. De vergadering wordt dan heropend op de maandag daaropvolgend om 19.00 uur. Als die maandag een feestdag is vindt de vergadering op de dinsdag daaropvolgend plaats.

Artikel 10 Oproep

  • 1.

    De voorzitter zendt ten minste 7 dagen voor een vergadering de raadsleden, de wethouders en de secretaris een schriftelijke/digitale oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering;

  • 2.

    de voorlopige agenda en de nog niet verzonden stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke/digitale oproep aan de raadsleden, de portefeuillehouders en de secretaris verzonden.

  • Tevens heeft tijdig digitale ontsluiting plaatsgevonden van de vergaderstukken via invoering in een daarvoor ingericht documenten- en archiveringssysteem;

  • 3.

    stukken die digitaal openbaar beschikbaar zijn worden op de website van de gemeente geplaatst.

Artikel 11 Agenda

  • 1.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke/digitale oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda/aanvullend agendapunt opstellen. Deze wordt met de daarbij behorende stukken aan de raadsleden, de portefeuillehouders en de secretaris verzonden en openbaar gemaakt;

  • 2.

    bij aanvang van de vergadering stelt de Raad de agenda vast. Op voorstel van een lid van de Raad of de voorzitter kan de Raad bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren;

  • 3.

    op voorstel van een lid van de Raad of van de voorzitter kan de Raad de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen bij de vaststelling van de agenda.

Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Raadsstukken, die ter toelichting van de onderwerpen of raadsvoorstellen op de agenda of als bijlage dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke/digitale oproep aan de Raad voor eenieder op het gemeentehuis ter inzage beschikbaar gesteld;

  • 2.

    de voorzitter maakt van de terinzagelegging van alle aan de orde zijnde bestuurlijke documenten melding in de openbare kennisgeving bedoeld in artikel 13. Indien na het verzenden van de schriftelijke/digitale oproep in aanvullende zin stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de Raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving;

  • 3.

    een origineel van een ter inzage gelegd bestuurlijk document wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht;

  • 4.

    indien omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden van de Raad inzage;

  • 5.

    onverminderd het bepaalde in lid 4 van dit artikel zullen deze stukken naast de terinzagelegging digitaal verspreid worden onder de raadsleden.

Artikel 13 Openbare kennisgeving

  • 1.

    Besluitvormende raadsvergaderingen worden ter openbare kennis gebracht door aankondiging van de oproep in een ter plaatse verschijnend weekblad, in de gemeentelijke nieuwsbrief en op de gemeentelijke website. Tevens via aankondiging naar de media;

  • 2.

    de openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering alsmede de voorlopige agenda;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar eenieder de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

  • 3.

    de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden op de website van de gemeente geplaatst en in een ter plaatse verschijnend weekblad.

 

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 14 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van de Raad de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 15 Zitplaatsen

  • 1.

    De voorzitter, de leden van de Raad en de griffier hebben een vaste zitplaats. De leden van de Raad nemen plaats in volgorde van fractiegrootte, te beginnen van links bij de voorzitter;

  • 2.

    indien daartoe aanleiding bestaat, kan de voorzitter de indeling herzien na overleg in het Presidium;

  • 3.

    de voorzitter draagt zorg voor een zitplaats voor de wethouders, secretaris en overige personen die voor de vergadering zijn uitgenodigd.

Artikel 16 Opening vergadering; quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is;

  • 2.

    wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, met inachtneming van artikel 20 van de Gemeentewet.

Artikel 17 Besluitenlijst en beeld- en geluidsopnames

  • 1.

    Iedereen die tijdens de vergadering het woord voert richt zich tot de voorzitter en doet dit met gebruikmaking van de daartoe aanwezige microfoon. Het gesprokene in de raadsvergadering wordt vastgelegd in beeld- en geluidsopname en gearchiveerd aan de hand waarvan door de zorg van de griffier een besluitenlijst wordt samengesteld. De geluidsopname is onderdeel van de besluitenlijst;

  • 2.

    de besluitenlijst van een vergadering moet tenminste behelzen:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de leden die tegenwoordig en die afwezig waren alsmede de wethouders en de secretaris;

    • b.

      de namen van de leden en van fracties welke het woord hebben gevoerd;

    • c.

      de woordelijke tekst van de genomen besluiten mede betreffende initiatiefvoorstellen, moties, amendementen en toezeggingen;

    • d.

      de uitkomsten van de schriftelijke stemmingen en wat de mondelinge stemmingen betreft, de namen van de leden die zich voor of tegen een voorstel verklaarden;

    • e.

      de namen van de leden, die verplicht waren zich op grond van artikel 28 Gemeentewet van mede stemmen te onthouden met een aanduiding van de daaraan ten grondslag liggende reden;

  • 3.

    de griffier draagt zorg voor het behoud en het ter beschikking stellen van beeld - en geluidsopnames;

  • 4.

    de concept-besluitenlijst wordt binnen 10 werkdagen na afloop van de vergadering aan de leden van de Raad aangeboden;

  • 5.

    wanneer een lid wenst dat bij de vaststelling van de besluitenlijst van de concept-besluitenlijst wordt afgeweken, deelt hij – zij dat ter vergadering mede. De voorzitter raadpleegt de Raad, deze laatste beslist of de aanmerkingen juist zijn;

  • 6.

    de vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend;

  • 7.

    in de besluitenlijst worden geen protesten of persoonlijke kritiek opgenomen;

  • 8.

    de vastgestelde besluitenlijst wordt met inbegrip van de afzonderlijke besluiten van de Raad openbaar gemaakt door plaatsing op de gemeentelijke website en zo mogelijk vindt publicatie van beeld- en geluidsopnames plaats.

Artikel 18 Ingekomen stukken

  • 1.

    Aan de Raad per post en per mail gerichte stukken, schriftelijke/digitale mededelingen van het college aan de Raad, daartoe ook behorend artikel 40 vragen en - antwoorden en raadsinformatiebrieven, worden op een lijst geplaatst. Deze lijst wordt aan de leden van de Raad digitaal beschikbaar gesteld;

  • 2.

    de raadsleden kunnen via het raadsinformatiesysteem kennis nemen van de ingekomen stukken;

  • 3.

    na de vaststelling van de besluitenlijst stelt de Raad, op voorstel van het Presidium, de wijze van afdoening van de lijst ‘bij de Raad ingekomen stukken’ vast.

Artikel 19 Inrichting politieke discussie

  • 1.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in twee termijnen, tenzij de Raad op voorstel van de voorzitter of één van de fractievoorzitters, anders beslist;

  • 2.

    elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten;

  • 3.

    in de eerste termijn spreken alle fracties, via hun woordvoerder op een onderwerp of voorstel, hun standpunt met argumentatie uit. Interrupties zijn in de eerste termijn niet toegestaan;

  • 4.

    in de tweede termijn en eventuele vervolgtermijnen voeren de woordvoerders een politieke discussie met elkaar;

  • 5.

    de woordvoerders die in de tweede termijn en eventuele vervolgtermijnen het woord willen voeren melden dat aan de voorzitter;

  • 6.

    interrupties zijn in de tweede en eventuele vervolgtermijnen toegestaan, iedere fractie mag vijf interrupties plegen en maximaal twee vervolgvragen stellen, de voorzitter bewaakt een juiste gang van zaken;

  • 7.

    interrupties zijn een politieke vraag of een bondig geformuleerd standpunt eventueel gelardeerd met bondig geformuleerde argumenten, of een combinatie van beide;

  • 8.

    bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 20 Spreektijd

  • 1.

    De spreektijd van de leden van de Raad bedraagt in eerste termijn maximaal vier minuten per fractie en in de tweede termijn maximaal twee minuten per fractie;

  • 2.

    in uitzonderlijke gevallen kan een lid van de Raad een voorstel doen tot verlenging van de maximale spreektijd waarover de voorzitter terstond beslist;

  • 3.

    zodra de voor een spreker gestelde spreektijd is verstreken, is hij – zij gehouden op aanwijzing van de voorzitter zijn – haar rede onverwijld te beëindigen;

  • 4.

    voldoet een spreker niet aan de in het vorige lid bedoelde aanwijzing, dan ontneemt de voorzitter hem – haar het woord.

Artikel 21 Spreekregels

  • 1.

    De leden van de Raad en overige aanwezigen spreken in de eerste termijn vanaf het spreekgestoelte en richten zich tot de voorzitter;

  • 2.

    de leden van de Raad en overige aanwezigen spreken in de tweede termijn vanaf de zitplaats en richten zich tot de voorzitter;

  • 3.

    bij bijzondere gelegenheden dan wel in bijzondere omstandigheden kan de voorzitter bepalen dat de leden van de Raad en de overige aanwezigen vanaf een andere plaats spreken.

Artikel 22 Volgorde sprekers

  • 1.

    Een lid van de Raad voert het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem – haar verkregen te hebben;

  • 2.

    de volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer een lid van de Raad het woord vraagt over de orde van de vergadering.

Artikel 23 Handhaving orde van de vergadering

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem – haar aan het opvolgen van dit reglement te herinneren;

    • b.

      een lid hem - haar interrumpeert na de eerste termijn. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn – haar betoog zal afronden;

  • 2.

    indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij – zij door de voorzitter tot de orde geroepen.

  • Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem – haar gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen;

  • 3.

    de voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem - haar te bepalen tijd schorsen en – indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord – de vergadering sluiten.

Artikel 24 Beraadslaging en schorsing

Op verzoek van een lid van de Raad of op voorstel van de voorzitter kan de Raad besluiten de beraadslaging voor een door hem – haar te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden van de Raad de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 25 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De Raad kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden van de Raad, de wethouder, de secretaris, de griffier en de voorzitter deelnemen aan de beraadslaging;

  • 2.

    een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of één der leden van de Raad genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 26 Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en vóórdat de Raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid en/of elke fractie het recht het voorgenomen stemgedrag middels een stemverklaring te motiveren.

Artikel 27 Beslissing

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij – zij de beraadslaging, tenzij de Raad anders beslist;

  • 2.

    nadat de beraadslaging is gesloten, vindt na een stemming over eventuele amendementen, de stemming plaats over het voorstel, zoals het dan met inachtneming van de besluitvorming over amendementen luidt, in zijn geheel tenzij geen stemming wordt gevraagd;

  • 3.

    voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter met inachtneming van aangenomen amendementen het voorstel over de te nemen eindbeslissing.

 

Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen

Artikel 28 Algemene bepalingen over stemming

  • 1.

    De voorzitter vraagt of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen;

  • 2.

    indien door een of meer leden stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan mededeling;

  • 3.

    primus bij hoofdelijke stemming;

  • bij hoofdelijke stemming deelt de voorzitter mede, bij welk lid van de Raad de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting bij aanvang van de vergadering degene die het eerst stemt aangewezen. Bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming zo vaak als dit in de vergadering aan de orde is;

  • 4.

    de voorzitter roept vervolgens de overige leden van de Raad in alfabetische volgorde bij naam op hun stem uit te brengen;

  • 5.

    bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming op grond van artikel 28 Gemeentewet moet onthouden verplicht zijn stem uit te brengen;

  • 6.

    de leden brengen hun stem uit door het woord ‘voor’ of ‘tegen’ uit te spreken;

  • 7.

    heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn - haar stem vergist, dan kan hij - zij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij – zij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering;

  • 8.

    de voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming (unaniem dan wel hoofdelijk) mede, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij - zij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 29 Stemming over amendementen en moties

  • 1.

    Indien een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel;

  • 2.

    indien een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop het betrekking heeft;

  • 3.

    indien meer amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend wordt eerst over het meest verstrekkende amendement of subamendement gestemd;

  • 4.

    indien aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie.

Artikel 30 Stemming over personen

  • 1.

    Wanneer een stemming over personen voor het doen van een voordracht of het opstellen van een voordracht of aanbeveling zal plaatsvinden, benoemt de voorzitter drie leden tot stembureau;

  • 2.

    ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van artikel 28 van de Gemeentewet van stemming moet onthouden is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn;

  • 3.

    er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De Raad kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje;

  • 4.

    het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden;

  • 5.

    voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:

    • a.

      een blanco ingevuld stembriefje;

    • b.

      een ondertekend stembriefje;

    • c.

      een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij de stemming verschillende vacatures betreft;

    • d.

      een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen;

    • e.

      een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt;

  • 6.

    in geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de Raad, op voorstel van de voorzitter;

  • 7.

    onder de zorg van de griffier worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd.

Artikel 31 Herstemming over personen

  • 1.

    Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan;

  • 2.

    wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben;

  • 3.

    indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot.

Artikel 32 Beslissing door het lot

  • 1.

    Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing moet plaatshebben, door de voorzitter op afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven;

  • 2.

    deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedeponeerd en omgeschud;

  • 3.

    vervolgens neemt de voorzitter een van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.

Hoofdstuk 4 Rechten van raadsleden

Artikel 33 Amendementen

  • 1.

    Ieder lid van de Raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen schriftelijk/digitaal amendementen indienen.

  • Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de Raad, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn;

  • 2.

    ieder lid dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een lid is ingediend, een wijziging voor te stellen (subamendement);

  • 3.

    elk (sub)amendement en elk voorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk/digitaal bij de voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter – met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde -oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan;

  • 4.

    intrekking, door de indiener(s) van het (sub)amendement is mogelijk, totdat de besluitvorming door de Raad heeft plaatsgevonden.

Artikel 34 Moties

  • 1.

    Ieder lid van de Raad kan ter vergadering een motie indienen;

  • 2.

    een motie moet om in behandeling genomen te kunnen worden ter vergadering schriftelijk/digitaal bij de voorzitter worden ingediend;

  • 3.

    de behandeling van en stemming over een motie aangaande een aanhangig onderwerp of voorstel vindt tegelijk met de beraadslaging over dat onderwerp of voorstel plaats;

  • 4.

    de behandeling van en stemming over een motie aangaande een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld;

  • 5.

    intrekking, door de indiener(s), van de motie is mogelijk totdat de besluitvorming door de Raad heeft plaatsgevonden;

  • 6.

    moties kunnen ieder moment van de vergadering worden ingediend.

Artikel 35 Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid van de Raad kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht;

  • 2.

    een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen;

  • 3.

    over een voorstel van orde beslist de Raad terstond.

Artikel 36 Initiatiefvoorstel

  • 1.

    Een initiatiefvoorstel wordt door één of meer leden van de Raad schriftelijk/digitaal en ondertekend ingediend bij de voorzitter;

  • 2.

    de voorzitter plaatst het voorstel op de concept-agenda van de eerstvolgende vergadering, tenzij de schriftelijke/digitale oproep hiervoor reeds verzonden is. Alsdan wordt het voorstel op de concept-agenda van de daaropvolgende vergadering geplaatst en ontvangt het college een afschrift van het voorstel;

  • 3.

    de behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij de Raad oordeelt dat het voorstel samen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld;

  • 4.

    de Raad neemt geen besluit over een voorstel voordat het college in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen schriftelijk/digitaal uiterlijk 1 week voorafgaande aan de dag van het plaatsvinden van de raadsvergadering ter kennis van de Raad te brengen;

  • 5.

    de Raad bepaalt in deze vergadering in welke vergadering van de Raad het initiatiefvoorstel voorzien van het collegestandpunt verder zal worden behandeld;

  • 6.

    de Raad kan voorwaarden stellen aan de indiening en behandeling van een initiatiefvoorstel, niet zijnde een voorstel voor een verordening;

  • 7.

    op een spoedeisend initiatiefvoorstel, inhoudende het ontslag van een wethouder, zijn de bepalingen in dit artikel niet van toepassing. Een dergelijk voorstel kan na instemming van de Raad terstond aan de agenda toegevoegd worden.

Artikel 37 Collegevoorstel

  • 1.

    Een schriftelijk/digitaal voorstel van het college aan de Raad, dat vermeld staat op de concept-agenda van de raadsvergadering, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de Raad;

  • 2.

    indien de Raad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug aan het college moet worden gezonden, bepaalt de Raad in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 38 Interpellatie

  • 1.

    Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk/digitaal bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen;

  • 2.

    de voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de Raad en de wethouders. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De Raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden;

  • 3.

    de interpellant voert niet meer dan tweemaal het woord, de overige leden van de Raad en de leden van het college niet meer dan eenmaal, tenzij de Raad hen hiertoe toestemming geeft.

Artikel 39 Inlichtingen

  • 1.

    Een lid van de Raad dient een schriftelijk/digitaal verzoek tot inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet via de griffier in bij het college of de burgemeester;

  • 2.

    de griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester;

  • 3.

    de verlangde inlichtingen worden mondeling, tenzij nadrukkelijk om een schriftelijke/digitale beantwoording is gevraagd, voorafgaand of in de eerstvolgende of in de daarop volgende vergadering aan de Raad gegeven.

Artikel 40 Schriftelijke/digitale vragen

  • 1.

    Vragen die schriftelijk/digitaal worden ingediend, worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien;

  • 2.

    de vragen worden bij de griffier ingediend. Deze draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de Raad en het college worden gebracht. Tevens worden de vragen opgenomen in de gemeentelijke nieuwsbrief, op de website geplaatst en in afschrift naar de pers verzonden;

  • 3.

    schriftelijke/digitale beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 25 werkdagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Indien beantwoording niet binnen deze termijn kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt waarbinnen de schriftelijke/digitale beantwoording zal plaatsvinden;

  • 4.

    de antwoorden van het college worden door tussenkomst van de griffier aan de leden van de Raad toegezonden, opgenomen in de gemeentelijke nieuwsbrief, op de gemeentelijke website geplaatst en in afschrift naar de pers gezonden;

  • 5.

    de vragensteller kan in de eerstvolgende oordeelsvormende raadsvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen, nadere inlichtingen vragen omtrent het door het college gegeven antwoord tenzij de Raad anders beslist.

Hoofdstuk 5 Begroting en rekening

Artikel 41 Procedure begroting

Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van de begroting volgens een procedure die de Raad, op voorstel van het Presidium, vaststelt.

Artikel 42 Procedure jaarrekening

Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de jaarrekening en het jaarverslag, alsmede de vaststelling van de jaarrekening en van een eventueel indemniteitsbesluit volgens een procedure die de Raad, op voorstel van het Presidium, vaststelt.

Hoofdstuk 6 Lidmaatschap van andere organisaties

Artikel 43 Verslag en verantwoording

  • 1.

    Een lid van de Raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht (om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken òf voor het sluiten van de vergadering) verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn;

  • 2.

    ieder lid van de Raad kan aan een persoon als bedoeld in het eerste lid, schriftelijke/digitale vragen stellen. De regels voor het stellen van schriftelijke/digitale vragen, vastgesteld in artikel 40, zijn van overeenkomstige toepassing;

  • 3.

    wanneer een lid van de Raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de Raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 39, zijn van overeenkomstige toepassing;

  • 4.

    dit artikel is van overeenkomstige toepassing op andere organisaties of instituties, waarin de Raad één van zijn leden heeft benoemd.

Hoofdstuk 7 Besloten vergadering

Artikel 44 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 45 Besluitenlijst

  • 1.

    De besluitenlijst van een besloten vergadering wordt niet verspreid, maar ligt uitsluitend voor de aanwezigen van de betreffende vergadering ter inzage ten kantore van de griffier;

  • 2.

    deze besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de Raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van de besluitenlijst. De vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 46 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de Raad overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde, geheimhouding zal gelden. De Raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 47 Opheffing geheimhouding

Indien de Raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

Hoofdstuk 8 Toehoorders en pers

Artikel 48 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen;

  • 2.

    2 de burgemeester kan, in verband met het ordelijk verloop van de raadsvergadering, aanwijzingen geven aan de pers voor het maken van geluids- of beeldregistraties;

  • 3.

    acties van het publiek die het ordelijk verloop van de raadsvergadering kunnen verstoren – zoals verbale uitingen, spandoeken of anderszins rumoer – zijn niet toegestaan.

Hoofdstuk 9 Slotbepalingen

Artikel 49 Uitleg reglement

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de Raad dienaangaande op voorstel van de voorzitter dan wel een ander lid van de Raad.

Artikel 50 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als “Reglement van Orde – Besluitvormende raadsvergaderingen en andere werkzaamheden gemeente Meerssen 2024”.

Artikel 51 Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2024 met inachtneming van moment van bekendmaking en publicatie;

  • 2.

    op dat tijdstip vervalt het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad 2016.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 15 december 2023.

de griffier,

mevr. mr. Y.R.G. Dreessen

de voorzitter,

mevr. M.A.H. Clermonts-Aretz